Jeanne D'arc

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • 3e klas havo | 2767 woorden
  • 8 december 2001
  • 216 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
216 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
HOOFDSTUK 1 De 100- jarige oorlog. In 1337 viel de Engelse koning Edward III Frankrijk binnen. Hij aasde op de Franse troon. Rond 1400 had hij meer dan de helft van Frankrijk bezet. De rest van Frankrijk werd geregeerd door de Fransen en Bourgondiërs. De oorlog duurde tot 1453, maar er waren ook tijden van vrede. Deze 100- jarige oorlog eiste veel slachtoffers in Frankrijk. De Bourgondiërs hadden zich bij de Engelsen gevoegd, en vormden dus ook een aardige bedreiging voor de Fransen. Maar de succesvolle veldslagen van Jeanne D’Arc verzwakten de Engelsen, en na haar dood had Engeland nog maar een klein deel van Frankrijk in handen. God nam in het leven van de Middel eeuwen een centrale plaats in en de duivel een vaak een bedreiging voor de mensen. De mensen kenden allen 2 uitersten: iemand was gelovig, of hij was een ketter.(Ketter = iemand die niet gelooft in de leer van de kerk.) Bij de kleinste afwijking was iemand al verdacht. Men hechtte in die tijd ook veel geloof aan voorspellingen. Volgens een van die voorspellingen zou Frankrijk vernietigd worden door een vrouw, en gered worden door een maagd. Deze maagd zou gekleed zijn in mannenkleren, en komen uit een eikenbos in Lotharingen. Voor Jeanne’s geboorte werd al veel geloof aan gehecht. HOOFDSTUK 2. De kindertijd van Jeanne D’Arc. Jeanne D’Arc werd geboren in het dorp Doremy, in de streek Lotharingen. Ze kwam uit een boeren gezin. Haar vader, Jaques D’Arc werkte als boer in de streek, en had een aantal schapen. Haar moeder was Isabelle Romee. Jeanne kwam uit een gezin van 5 kinderen. Ze was geboren op 6 Januari in 1412. Ze heeft nooit kunnen lezen of schrijven, maar was een heel intelligent meisje. Als kind hielp ze haar moeder in het dagelijks leven met het huishouden, en werkte soms op het land. Ze hoedde ook soms de schapen van haar vader. Op haar 12e jaar begon zij voor het eerst stemmen te horen van heilige st Michael, st Catharina en st Margareta. Zij zeiden in het begin alleen maar dat ze braaf en vroom moest zijn, en naar de kerk moest gaan. Later, gaven zij haar drie opdrachten: 1. De bezetting van Orleans opheffen, 2. De kroonprins Karel de VII naar Reims brengen om gekroond te worden, 3. De Engelsen uit het land verjagen. De figuur van Jeanne is nog steeds een groot raadsel gebleven. Er is gezegd dat Jeanne een typisch geval van hysterie zou zijn geweest. En dat haar visioenen en stemmen veroorzaakt waren door zwakzinnigheid. Maar gezien wat ze gedaan heeft lijkt dat erg waarschijnlijk. Meer dan vier jaar lang hadden de stemmen haar steeds gezegd dat ze goed moest zijn en zuiver en vroom moest leven. Maar tenslotte verscheen haar aartsengel Michael weer, maar nu met een duidelijker opdracht. Hij zei: “Dochter van God, ga naar Robert de Baudricourt, de bevelhebber van het Franse leger. Hij zal je soldaten geven die je bij de kroonprins zullen brengen. Het is jouw taak om Orleans te bevrijden, de kroonprins naar Reims te brengen en de Engelsen uit het land te verjagen. Jeanne hoorde haar stemmen later vaak nadat ze gevast had of als ze kerkklokken hoorde. Jeanne gaat naar Robert de Baudricourt en vertelt haar verhaal aan hem, maar hij gelooft haar niet, en stuurt haar terug naar huis. Intussen gaat het met Frankrijk erg slecht. De Engelse troepen behalen de ene overwinning na de andere. In oktober 1428 bezetten zij Orleans. Dit was de belangrijkste stad die de Fransen nog in handen had. Als Orleans viel, zou frankrijk verloren zijn. Tegen het einde van het jaar begonnen de stemmen bij Jeanne steeds meer aan te dringen. Op een koude morgen in Januari ging ze op weg. Dit keer schold Robert de Baudricourt haar niet uit, maar is bereid om haar te helpen. Hij had besloten haar naar de kroonprins te laten brengen. Het was nu eind Februari, en Jeanne ging met haar metgezellen naar de kroonprins. Ze droeg mannenkleren, omdat ze in gezelschap van mannen moest reizen en ze door vijandelijke gebieden zou komen, waar ze gevangen genomen kan worden. Ze had ook haar haar afgeknipt.
HOOFDSTUK 3 De bevrijding van Orleans. Na een tocht van ongeveer 600 kilometer (elf dagen) bereikten Jeanne en haar metgezellen op 6 Maart 1429 de plaats Chinon. Daar verblijft onder slechte omstandigheden Karel VII. De volgende dag werd zij door de koning ontvangen. Jeanne zegt dan dat ze een gesprek onder vier ogen wil. Dit zou ze gezegd hebben: “Mijn heer, ik kan u met zekerheid zeggen dat u de wettige opvolger van uw vader bent en het is Gods wil dat ik Orleans zal bevrijden en dat u in Reims tot koning gekroond zult worden.” Karel geloofde haar, maar liet haar op advies van enkele kerkelijke gezagshebbers ondervragen, of ze echt door God, of door de duivel was gezonden. Het onderzoek kwam uit dat Jeanne gelijk had, en dat ze door God gezonden was. In de kortst mogelijke tijd werd er een leger opgericht. Er kwam geld voor kleding en een wapenuitrusting voor Jeanne. Het leger vertrok op 27 April 1429 uit Blois. In de avond van 29 April, om8 uur trok Jeanne met haar leger Orleans binnen. De aankomst van Jeanne D’Arc, het boerenmeisje uit Doremy, had de soldaten en burgers weer moed en vertrouwen gegeven, en de mensen kregen weer hoop op een overwinning. Al je aan een belegerde stad denkt, denk je meestal aan een stad die aan alle kanten helemaal is ingesloten. Maar bij Orleans was dat helemaal niet zo. Forten en kastelen (die vaak erg ver uit elkaar stonden) waren door de Engelsen bezet. Deze forten en kastelen werden vaak van elkaar gescheiden door de rivier de Loire. De bevolking had er van alles aan gedaan om hun stad te verdedigen. Ze hadden zelfs de voorsteden van Orleans in brand gestoken om te voorkomen dat de Engelsen daar gebruik van zouden maken. Maar midden in al die ruines bouwden de Engelsen hun vestingen en ze gebruikte hout, stenen en aarde om allemaal kleine vestingen te bouwen die door lange loopgraven met elkaar werden verbonden. De Engelsen gokten op de voedselvoorraden van de stad, en de Fransen begonnen de hoop te verliezen. Tot Jeanne in actie kwam en opeens alles veranderde. Jeanne probeerde eerst met de Engelsen te onderhandelen. De Engelsen wilden zich echt niet overgeven, en zeker niet aan een vrouw. Jeanne gaat dan over tot de aanval. Tijdens de strijd werd ze aan haar hals verwond, zoals haar stemmen haar al eerder vaarspeld hadden. Maar uiteindelijk behaalden de Fransen onder leiding van Jeanne de overwinning. Jeanne had nu haar eerste grote opdracht vervuld. HOOFDSTUK 4 De kroning van Karel VII. Karel was op weg van Chinon naar Tours en Jeanne had besloten hem tegemoet te reizen. Ze waren allebei blij elkaar weer te zien. Jeanne vertelde hem van de wonderbaarlijke bevrijding van Orleans die in minder dan twee weken tot stand was gekomen en een einde had gemaakt aan een beleg van zes maanden. Toen Karel dit hoorde twijfelde hij niet langer, en deed wat Jeanne zei; hij ging naar Reims om zich te laten kronen. Jeanne zette nu alles op alles om haar tweede opdracht te voltooien: de tocht naar Reims en de kroning van de kroonprins Karel VII. Hoewel de raadgevers van Karel haar nog steeds tegen werkten, kreeg zij toch haar zin. En het Franse volk was het helemaal met haar eens. Reims was de stad waarde eerste koning was gedoopt en gezalfd. (Als een iemand gezalfd wordt, is dat een soort bewijs dat diegene heel hoog staat, en bijzonder is. In dit geval dus een koning.) Sindsdien werden alle koningen in Reims gedoopt, gezalfd en gekroond. Maar Reims lag ver in het door de Engelsen bezette gebied en ze zouden dus moeten vechten om de stad te bereiken. Na een beleg van twee dagen opende de stad zijn poorten, en op 16 juli 1429 hield Karel VII zijn intocht in Reims. De volgende morgen ging Karel naar de kathedraal. De edellieden legden een blauwe mantel om zijn schouders. De aartsbisschop nam de kristallen flacon en met wat olie aan zijn vingertoppen maakte hij een kruisteken op Karels voorhoofd. Hij zei: “Ik wijd u, met deze heilige olie in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige geest. Hierna werd Karel de kroon op zijn hoofd gezet. Jeanne had tijdens deze lange ceremonie onbeweeglijk Karel gestaan. Toen de plechtigheid voorbij was, liep zij langzaam naar de koning en knielde voor hem neer, sloeg haar armen om zijn kniëen, en zei -terwijl ze huilde- “Nu is Gods wil vervuld.” Karel VII was nu koning van Frankrijk. HOOFDSTUK 5. Gevangen, veroordeeld en terechtgesteld. Eindelijk had Frankrijk weer een koning. Het land begon zich los te maken van de verstikkende greep van de 100- jarige oorlog. Volgens Jeanne moest Karel nu ten koste van alles oprukken naar Parijs. En omdat Karel nu sterker was dan de vijand, verwachtte zij dat hij het bevel ging geven de stad te veroveren. Maar in plaats daarvan bleef Karel twijfelen. Parijs was op dat moment in handen van Philips van Bourgondie en hij beloofde Karel, dat er een wapenstilstand zou komen van 14 dagen. Jeanne vertrouwde deze belofte niet erg. Dit wantrouwen bleek juist, want toen de twee weken voorbij waren, gaf Parijs zich nog niet over. Net als Karel het bevel geeft om Parijs te bestormen en de overwinning in zicht komt, besluit hij zijn troepen weer terug te trekken. Als Karels troepen wel naar Parijs waren gegaan en de stad hadden omsingeld en belegerd, was de kans groot geweest, dat hij een mooie intocht in de stad had kunnen houden. Maar zoals je waarschijnlijk al gemerkt hebt, was de koning iemand die voortdurend twijfelde. En hoewel Jeanne haar best deed, was ook weer dit optreden weifelend. Jeanne werd nu niet meer geleid door haar stemmen. Ze was inmiddels een soort mascotte geworden en het zag er niet naar uit dat ze haar laatste taak (de Engelsen uit Frankrijk verjagen) nog zou kunnen vervullen. Tijdens de laatste aanval op de Bourgondiers wordt Jeanne gevangen genomen. Het grootste gedeelte was met droefheid geslagen bij het nieuws dat jeanne in de handen van de vijanden was. In de steden die ze had bevrijd werd in het openbaar gebeden en werden er speciale missen gelezen. Koning Karel ontving duizenden brieven waarin mensen hem smeekten om elk gevraagd losgeld voor de maagd te betalen. Maar Karel deed niets. Jeanne werd overgeleverd aan Jan van Luxemburg, die haar 5 maanden gevangen hield. Hoewel ze niet slecht behandeld werd, probeerde ze toch twee keer te ontsnappen. Ze werd weer gevangen gezet, en later beschuldigden zij haar ervan een poging tot zelfmoord te hebben gedaan. Jeannes vijanden deinsden voor niets terug, en alles wat zij had gezegd werd tegen haar gebruikt. In november werd ze voor veel geld aan de Engelsen verkocht. Ze werd in Rouaan gevangen gezet. Haar kerker was klein en vochtig en ze werd aan haar enkels en polsen geboeid met kettingen. Op Jeanne’s verzoek werd ze overgeleverd aan de kerk en in januari 1431 werd een kerkelijke rechtbank bijeen geroepen. Op 21 februari het hof van het kasteel zijn eerste zitting. Jeanne werd binnengebracht. Ze was bleek en vermoeid na al die weken in haar kerker. Ze droeg nog steeds mannenkleren. De monniken die aanwezig waren, waren verbijsterd, want in de bijbel stond dat een vrouw geen mannenkleren macht dragen. Doordat Jeanne zo binnen was gekomen, hadden de meeste juryleden zich al tegen haar ingenomen. Er werden vijf zittingen gehouden over haar levensgeschiedenis. De rechtzaak die ze zo zorgvuldig hadden voorberijd draaide uit op een grote mislukking. Ze hadden haar nergens van kunnen beschuldigen. Niet van ketterij, hekserij of tovenarij. Jeanne stond er eigenlijk heel goed voor. Een week lang werd Jeanne in haar kerker verhoord. Maar ze bleef volhouden dat alles wat ze gedaan had op Gods bevel was gebeurd. Een week later besloot men haat zaak weer in het openbaar te houden. Er was een lijst met zeventig beschuldigingen tegen haar opgesteld. Jeanne zij dat van deze beschuldigingen helemaal niets waar was. Ze werd opnieuw opgesloten in haar kerker, en van de zeventig beschuldigingen werden er twaalf gemaakt. Jeanne werd ziek en de mensen waren gang dat ze dood zou gaan. Op 9 mei werd zij naar de folterkamer gebracht, maar ze wilde nog steeds niets zeggen. Haar rechters wisten niet meer wat ze met haar aanmoesten. Ze dreigden haar met een pijnlijke dood op de brandstapel. Op 24 mei werd ze naar de brandstapel gebracht op beschuldiging van ketterij. De enige manier dat Jeanne zich hieruit kon redden was dat ze moest beloven dat ze nooit meer mannenkleren zou dragen, en dat ze zich zou houden aan de regels van de kerk. Jeanne gaf toe. Ze ondertekende het papier met een kruisje. Ze kreeg nu levenslang in plaats van de doodstraf. Ze werd terug gebracht naar haar kerker. Haar hoofd werd kaalgeschoren en ze kreeg een lang kleed om aan te trekken. Ook al mocht Jeanne geen mannenkleren meer dragen, ze haalden haar oude kleren niet bij haar weg. Ze werd in een zak gestopt en in een hoek van de kerker achtergelaten. Jeanne werd bewaakt door soldaten. Die treiterden haar de hele tijd. Ze gingen zelfs zo ver dat ze haar vrouwenkleren bij haar weghaalden toen ze sliep. Ze kon niets anders doen dan haar oude kleren weer aan te doen, en hiermee brak ze haar belofte. Op28 mei werd ze alsnog veroordeeld, en moest ze op de brandstapel. De volgende dag werd ze voor de laatste keer haar kerker uitgehaald. Ze begon met trillende stem hardop te bidden en ze moest huilen. En de toeschouwers die er waren huilden met haar mee. Ze werd naar een verhoogd podium gebracht en er werd een papieren muts op haar hoofd gedaan, waar de woorden ketter, draaitol, afvallige en afgodienares op stonden. Toen de beul de takken onder haar aanstak riep ze hard om haar aartsengel Michael. Haar laatste woorden die ze opeens riep waren: “Jezus, Jezus, Jezus!” Haar heiligen hadden voorspeld dat ze door haar dood haar vrijheid terug zou krijgen. Hun voorspelling was in vervulling gegaan. Op haar grafsteen stond geschreven: “Ze is door en door menselijk, en nooit was menselijkheid groter.” Haar leven heeft veel dichters en toneelschrijvers en duizenden kunstenaars geïnspireerd. HOOFDSTUK 6. Zalig en heilig verklaard. In 1894 werd Jeanne D’Arc eerbiedwaardig verklaard. In 1909 werd zij zalig, en in 1920 heilig verklaard. Dit was doordat bisschop Dupanloup alsnog haar rechtzaak (op aandringen van Jeanne’s moeder) had bekeken en zag dat er niets van klopte. Hij zei dat ze haar ook te moeilijk ondervraagd hadden, met veel strikvragen. Ook was de biecht vaak misbruikt en had de biechtvader zich dus niet aan zijn plicht gehouden. Er zijn ook veel films over haar gemaakt, en veel boeken geschreven over haar leven. De eerste Jeanne D’Arc film komt al uit 1899 en is gemaakt door George Meliés. Maar hoe komt het nou eigenlijk dat Jeanne pas zo veel later heilig is verklaard? Waarschijnlijk is het dat de figuur van Jeanne D’Arc zo is opgehemeld door al die verhalen, boeken en zelfs films dat mensen een (te) hoog beeld van haar kregen. Zij was natuurlijk dé persoon om een prachtige roman over te schrijven.(Moeder des vaderlands en nog maagd ook.) Inmiddels heeft de Franse historicus Roger Caratini een stuk geschreven waarin hij vertelt hoe we bij dit soort middeleeuwse verhalen keer op keer bij de neus worden genomen door de 19e eeuw. Volgens Caratini heeft Jeanne namelijk helemaal niet de troepen aangevoerd bij de aanval op Orleans. Hij zegt, “Ze zal vast wel bij veldslagen aanwezig geweest zijn, maar dan meer als een mascotte. Of er over deze kant van het verhaal over Jeanne D’Arc nog eens een film zal worden gemaakt is maar af te wachten. We weten ook bijna niets over hoe Jeanne er nu echt uit had gezien. We weten allen uit verhalen dat ze in ieder geval mannenkleding droeg en dat ze (later) kort haar had. Er zijn maar weinig afbeeldingen van haar, omdat ze nooit voor schilderaars of andere kunstenaren wilde poseren. De afbeeldingen die van haar bestaan zijn vaak uit het hoofd bedacht op de feiten die er zijn. Aantal bestaande films over het leven van Jeanne D’Arc: - La passion de Jeanne d’Arc. Van George Meliés. (1928) - Joan of Arc. Van Victor Fleming. (1948) - Le proces de Jeanne d’Arc. Van Robert Bresson. (1961) - Jeanne la Pucelle. Van Jaques Rivette. (1993) - The Messenger: The story of Joan of Arc. Van Luc Besson. (1999)

REACTIES

V.

V.

Jeanne de arc is op 30 mei 1431 verbrand op de brandstapel. Er staat 28 mei...

15 jaar geleden

C.

C.

Geen enkele illustratie, dus onverteerbare kost
en ook nog met een kinderachtige 'geheime code'
en op niets af rood onderstreepte woorden,
en andere weer niet
zo kritiseert Charles Destrée
(1926) als historius.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.