Fidel Castro

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • 5e klas vwo | 1742 woorden
  • 3 oktober 2007
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
33 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Fidel Alejandro Castro Ruz werd geboren in Birán, gelegen in de Cubaanse provincie Oriente (tegenwoordig onderdeel van de provincie Holguín), op 13 augustus 1923. Hij groeide op op een suikerplantage met zijn 3 broers en 2 zussen, als zoon van een rijke, uit Spanje geëmigreerde boer. Het leverde de blanke Fidel de bijnaam gallego, of Galiciër op, omdat de meeste Spanjaarden op Cuba oorspronkelijk uit dat deel van Spanje zijn geëmigreerd.
Zijn moeder werkte als bediende.
Hij kreeg zijn opleiding aan verschillende jezuïetenscholen, waaronder het Colegio Belen in Havana. In 1945 ging hij rechten studeren aan de universiteit van Havana, waar hij in 1950 afstudeerde. De meeste bronnen geven aan dat hij een begaafd student was, maar meer geïnteresseerd was in sport dan in zijn studie. Hoe het ook zei met Fidels studiemotivatie, tijdens zijn studententijd ontpopte hij zich als een felle nationalist.
Het was ook tijdens zijn studie dat Castro zijn eerste vrouw ontmoette, Mirta Diaz-Balart, waar hij op 12 oktober 1948 mee trouwde. Zij kregen in 1949 Castro’s eerste zoon. Slechts 6 jaar later scheidde Castro weer van Diaz-balart. In de jaren daarna heeft Castro nog zeven kinderen verwekt bij drie andere vrouwen. Opmerkelijk is dat hij slechts één dochter heeft, haar moeder was de minnares van Castro tijdens zijn eerste huwelijk met Mirta Diaz-Balart.

Na zijn studie ging Castro aan de slag en wierp zich op zijn eerste baan. Tussen 1950 en 1952 werkte hij op een klein advocatenkantoor. Op dit kantoortje kwamen zijn politieke ambities duidelijk aan het licht. Het was zijn bedoeling om voor de Ortodoxy-partij mee te doen aan de parlementsverkiezingen van 1952, maar die werden afgelast na de geslaagde staatsgreep van generaal Fulgencio Batista tegen de regering van Carlos Prió Socarrás. Castro daagde Batista voor de rechter vanwege schending van de grondwet, maar dit liep op niets uit. Batista bleef aan de macht. Het feit dat Castro de poging op zich al waagde is opmerkelijk te noemen.
De kous was voor Castro echter nog niet af na Batista’s staatsgreep. Castro had zichzelf ontplooid als nationalist en nationalisme stond toentertijd in Cuba gelijk met anti-Amerikanisme. Het beleid van Batista was gewelddadig. Batista zelf een rechtse dictator die met de Verenigde Staten heulde. Het duurde daarom niet lang voordat een groep studenten, waaronder Castro, zich verzamelden en besloten ondergronds actie te gaan voeren. Samen vormden zij een van de radicaalste gewapende groeperingen. Want geweld, zo zei hij, was een noodzakelijk instrument om politieke doelen te bereiken.

Op 26 juli 1953 deed de jonge student Fidel Castro met een groep medestanders een overval op de Moncadakazerne in Santiago te Cuba, in het zuiden van het eiland. Het was de bedoeling om wapens te bemachtigen, de strijdkrachten een klap toe te brengen, dan vervolgens de bergen in te vluchten en vandaar uit een guerrillastrijd te voeren tegen het regime van Batista. Castro en een groot deel van de guerilla’s, bestaande uit meer dan 80 man, werden echter zonder veel moeite gevangengenomen. Sommigen vonden zelfs de dood. Castro zelf kreeg 15 jaar hechtenis opgelegd. "De geschiedenis zal mij vrijspreken", zo sprak hij toen deze befaamde woorden, tijdens zijn slotpleidooi in de rechtzaal. Een gepassioneerde speech waarin hij zijn daden verdedigde en zijn politieke standpunten uitlegde.
Het was Batista die nou niet bepaald een hoge dunk van zijn rebellerende vijand had: Castro was na 2 jaar weer een vrij man door een amnestieregeling.

Castro begaf zich daarop op 7 juli 1955 naar Mexico, waar hij een nieuwe revolutionaire beweging op touw zette, met als doel het regime van Batista omver te werpen. Hij is zelfs nog gevangen genomen op Mexico, maar werd toen al snel weer vrijgelaten. Samen met een aantal guerilla’s vormde hij de Revolutionaire Beweging van de 26ste juli, ook wel Movimiento 26 de Julio, ook wel M-26-7 genoemd. Op 12 juni 1955 maakte hij de oprichting hiervan bekend. Het was ook hier in Mexico dat Fidel Castro onder andere Che Guevara ontmoette. Castro werd de leider van de M-26-7, en samen met de andere leden kocht hij een boot. Met die boot voeren Castro en enkele van de M-26-7 leden terug naar Cuba. Op 2 december 1956 landde de boot
("Granma" genaamd) in Cuba, wat uitloopt tot een jammerlijke mislukking. Een groot deel van de voorraad moest worden achtergelaten in de boot en vervolgens loopt de groep na een aantal dagen door een moeras gedwaald te hebben in een hinderlaag van het leger. Slechts 12 van de 82 revolutionairen aan boord overleefden de tocht van het strand naar de jungle.

Het zijn deze 12 mannen die zich later hergroeperen in de bergen van de "Sierra Maestra" te Cuba. De bedoeling was om vanaf daaruit een gewapende coup te organiseren. De rebellen wisten in 6 maanden veel boeren in de omgeving voor zich te winnen. En binnen het jaar controleerde Fidel Castro en zijn mannen de Sierra Maesta, de beweging had zich ondertussen uitgebreid tot 800 man.
Batista’s leger van 50000 man kon de rebellen niet op hun eigen terrein verslaan. De onrust die de beweging van de 26e juli en andere groepen creëerden in de steden was de reden voor Batista om in midden 1958 een grote aanval te lanceren op de rebellen. Castro reageerde met een aanval in augustus. Hij zond legereenheden naar Havana. De groep, onder leiding van Che Guevara, pleegde een overval op een leger terrein van Batista in Santa Clara in december 1958. Toen eind 1958 Santiago viel, trad Batista af en vluchtte naar de Dominicaanse Republiek.
Op 1 januari 1959 trok Fidel Castro in navolging van Che Guevara ook de stad Havana binnen en verkondigde daar dat de revolutie begonnen was. Op diezelfde 1 januari werd Cuba officieel een socialistische staat. Officieel was Fidel Castro alleen premier, maar hij benoemde zichzelf ook tot andere dingen. Kort na de revolutie bezat hij de volgende titels:
1. Staatshoofd
2. Regeringsleider
3. Secretaris-generaal van de PCC, de communistische partij van Cuba en ook de enige legale partij.
4. Opperbevelhebber van de strijdkrachten.
“Premier Fidel Castro” was niet echt de goede benaming, aangezien alle macht lag bij een en dezelfde persoon. Zo werd dictator de juistere benaming. Van 1959 tot 1976 was hij eerste minister van de republiek Cuba, sinds 2 december 1976 is hij president.

Rond 1960 zei de oorspronkelijk christelijk opgevoede Castro in een toespraak: Ik ben een Marxist-Leninist en ik zal dat zijn tot de dag dat ik dood ga’. Het communistische Cuba was een feit. Castro onteigende alle Amerikaanse bedrijven(deze werden meteen genationaliseerd) en verdeelde grote stukken land onder de boeren. De reden dat Castro zijn Cuba communistisch hervormde was de helpende hand die de Sovjet-Unie Cuba toestak. Cuba leed onder het geldende (handels)embargo, opgesteld door de VS. Dit embargo kwam tot stand in 1960, onder meer omdat het regime Cubaanse bezittingen van Amerikaanse bedrijven onteigende en olie kocht van de Rusland. De VS sloot toen dit embargo om Castro te dwarsbomen, en schrapte hiermee bijvoorbeeld Cuba’s grootste rietsuiker“dealing” van de kaart.

De tien Amerikaanse presidenten die Castro tijdens zijn bewind al heeft zien komen en gaan, hebben hun afkeer voor de communistische leider ook nooit onder stoelen of banken gestoken.
Hoewel de Cubaanse revolutie niet geïnspireerd was naar het voorbeeld van de Unie (Castro was van origine niet eens een echte communist) en ook niet door de Unie was opgelegd, waren er zulke grote voordelen voor de Sovjet-Unie om een Caribisch eiland als vazalstaat te hebben, dat ze Cuba toch als bondgenoot wilde zien. Er kwamen kleine verbeteringen in de economie van Castro’s staat. Zo vond er een grote ruilhandel plaats tussen de Unie en Cuba in bijvoorbeeld suiker en olie. Ondertussen weken rijke Cubanen massaal uit naar de V.S. waar ze en felle anti-Castro beweging opzette. De pressie van deze groep leidde er toe dat de V.S in 1961 alsnog probeerde Cuba militair te heroveren via een invasie in de zogeheten Varkensbaai. Deze operatie mislukte grandioos. De Amerikanen hoopten nog op een opstand tegen Castro, maar die bleef uit. Castro leidde zelf de verdediging en kreeg daardoor juist nog meer steun van het volk.

Paus Johannes XXIII excommuniceerde Castro op 3 januari 1962, in de ijdele hoop de katholieke Cubanen tegen hem op te zetten. Castro zelf had het katholicisme al eerder afgezworen. Castro verstevigde zijn greep op Cuba onder meer door bedrijven te nationaliseren, bezittingen van buitenlanders te confisceren en wetten uit te vaardigen die de arbeiders steunden.

Om zich te wapenen tegen een mogelijke volgende Amerikaanse aanval ontving Cuba in 1962 Russische raketten. De plaatsing van deze raketten leidde bijna tot een derde wereldoorlog. Dat Fidel in volle Koude Oorlog openlijk voor het Sovjet-kamp koos, maakt hem een historische vijand van Amerika.
Amerika dwong Rusland de raketten te verwijderen en in ruil daarvoor beloofde zij Cuba nooit meer aan te vallen. Economisch geboycot door de V.S maar geholpen door Rusland bouwde Cuba aan een socialistische maatschappij. Het werd het enige land in Latijns Amerika en in de gehele Derde Wereld waar niemand van honger omkwam en medische zorg gegarandeerd werd. Echter de prijs die voor deze eerlijke verdeling van armoede betaald werd, was het opgeven van meningsuiting, vrijheid van pers en vrijheid van vergaderen en demonstraties.

Zo liep de zogehete Cubacrisis relatief gezien nog goed af, maar in de jaren daarna ondersteunde de CIA niettemin meerdere plannen om Castro te liquideren: volgens verscheidene bronnen zijn er maarliefst 638 pogingen bedacht om Castro het loodje te laten leggen. De beroemdste is ongetwijfeld de ontploffende sigaar, die zijn werk niet goed deed door niet in zijn gezicht te ontploffen. Een ander mooi voorbeeld is dat er nagedacht is over het plaatsen van een explosief in een grote fraai geschilderde schelp, en die vervolgens onder water te positioneren op de plaats waar Castro regelmatig kwam duiken. Castro heeft meer geluk dan een kat met 13 levens.

Fidel Castro, de oudste nog in functie zijnde staatsman, is eigenlijk bij leven al een legende. Hij heeft meerdere aanslagen overleefd, verschillende politieke tegenstanders zijn door hem uitgeschakeld, hij heeft een economische crisis doorstaan en hij schijnt ook op hoge leeftijd nog niets van zijn charisma verloren te hebben. Wel van zijn gezondheid, al is dat weer een ander en misschien nog wel veel complexer verhaal.

Fidel Castro was given a present of a Galapagos turtle. Castro declines it after he learns that it is likely to live only 100 years. "That's the problem with pets," he says. "You get attached to them and then they die on you".

REACTIES

N.

N.

Foutje: Fidel had 2 broers en 3 zussen, niet omgekeerd.
Raùl & Ramòn
Angela, Juanita & Emma.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.