Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Andreas Vesalius

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • Klas onbekend | 1349 woorden
  • 22 mei 2001
  • 217 keer beoordeeld
Cijfer 7
217 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Andreas van Wesele of Andreas Vesalius werd geboren in Brussel op 31 december 1514. Zijn vader, die ook Andreas heette, was hofapotheker van Keizer Karel V. Zijn moeder was Elisabeth Crabbe. Al zijn andere voorouders waren geneesheer. Zijn grootvader Everaert en zijn overgrootvader Johannes waren lijfarts van Maria van Bourgondië, landvoogdes der Nederlanden. Vesalius deed vermoedelijk de lagere school in Brussel en trok in 1529 naar Leuven om aan het Pedagogium Castri het 'middelbaar' onderwijs te volgen. Naast deze studie deed hij op andere scholen ook nog studies, zijn kennis van het Grieks en vooral van het Latijn was hierdoor zeer goed en hij bezat enkele kennis van het Hebreeuws. Op 19-jarige leeftijd begon Vesalius zijn medische opleiding aan de universiteit van Parijs. Hier kreeg hij les van Jacobus Sylvius en Johannes Gunterius Andernacus. Sylvius werd vooral gewaardeerd om zijn stijl van lesgeven en omdat hij nu en dan een arm of een been of een dode hond meebracht als les materiaal. Hij was net als Galenus, een oude Griekse anatoom (131 - 201 na Christus), die meer dan 250 boeken achterliet en het medisch en wetenschappelijk denken gedurende bijna anderhalf millennium beheerste. Sylvius zou later een bittere tegenstrever worden van zijn leerling. Om zijn ostheologische kennis te vervolmaken bezocht Vesalius tussen de lessen in de executieplaats van Montfaucon, waar hij ooit voor zijn leven moest rennen voor een bende wilde honden. Ook het beroemde en zeer drukke Cimetière des Saints Innocents waar de meeste Parijzenaars werden begraven bezocht hij wel eens. Hier ontdekte hij dat de menselijke onderkaak uit één enkel beenstuk bestaat in tegenstelling tot wat Galenus had beweerd. Zijn kennis van de beenderen was zo grondig, dat hij samen met zijn studievriend Matheus Terminus, gezeten naast een stapel beenderen erin slaagde, om ze geblinddoekt, allemaal op de tast te herkennen. In de zomer van 1536 werd Vesalius gedwongen naar Brabant terug te keren wegens het uitbreken van de oorlog tussen Keizer Karel en François I van Frankrijk. Zijn medische studies zette hij verder te Leuven, waar hij zijn eerste skelet bouwde uit de beenderen van een terechtgestelde. Met de hulp van zijn vriend Gemma Phrysius (1508-1555) nam hij het lijk weg van het galgenveld en smokkelde het de stad binnen. De lijken mocht je niet zomaar wegnemen en je mocht ze ook niet gebruiken voor de wetenschap. Het geraamte dat hij gestolen had schonk hij aan Gisbertus Carbo, een Leuvense geneesheer. Vesalius genoot ervan toen tevens het voorrecht in de stad een lijkschouwing te mogen houden, iets wat daar in 18 jaar niet meer was voorgevallen. In februari of maart van 1537 behaalde hij het baccalaureaat in de geneeskunde met een thesis die een parafrase was op het 9de boek van Rhazes en die handelde over de Arabische geneesmiddelenleer. Op het einde van ditzelfde jaar vinden wij Vesalius terug aan de universiteit van Padua, toen de meest vooruitstrevende medische faculteit van Europa. Volgens de archiefstukken moet hij daar op 1 en 3 december examen hebben afgelegd met een schitterend resultaat. Twee dagen later promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde en 's anderendaags reeds nam hij, als opvolger van Paolo COLOMBO uit Cremona, bezit van de leerstoel heelkunde. Hieraan was de verplichting verbonden om tevens anatomie te doceren. Op 6 december begon hij meteen met de dissectie van een 18-jarige jongen die door zijn studenten uit het graf was weggehaald. Na de dissectie werd het lijk geskeletteerd volgens een nieuwe door Vesalius ingevoerde techniek, die tot op heden met weinig wijzigingen bewaard bleef. In tegenstelling tot Sylvius in Parijs nam Vesalius akte van elke tegenstrijdigheid tussen wat hij zag en wat Galenus geschreven had. Ten gerieve van zijn studenten en op hun verzoek tekende Vesalius naar aanleiding van deze dissectie drie platen (de lever met het poortaderstelsel en de genitalia, het veneus stelsel en het arterieel stelsel) en liet Johan Stefan van Kalkar, eveneens een Vlaming en leerling van Titiaan, drie skeletfiguren tekenen. De zes platen werden uitgegeven als de Tabulae Anatomicae sex (Zes anatomische platen) door Vitalis Venetus (Venetië, 1538). Zij vormen een eerste ernstige poging om af te beelden wat gezien werd, maar bevatten toch nog Galenische elementen zoals de vijflobbige lever en een sternum uit zeven delen. Naarmate Vesalius echter meer mensen lijken ter beschikking kreeg sloeg zijn aanvankelijk gereserveerde houding om: hij geloofde niets meer van Galenus tot hij het zelf kon bewijzen. In die tijd gaf hij ook verschillende gastcolleges, zoals te Bologna bij professor Albius. Ook hier verrichtte hij diverse onderzoeken, onder andere van een Franse priester, waaruit hij eveneens een geraamte articuleerde. Ter vergelijking skeletteerde hij tevens een aap. De belangrijke verschillen in de uitsteeksels van de lendenwervels gaven hem toen de overtuiging dat Galenus alleen dieren ontleed had maar nooit een mens. De beide skeletten schonk hij aan Albius als dank voor zijn gastvrijheid. In die tijd ook werkte Vesalius mee aan een groots vertaalproject van het werk van Galenus. Zo leerde hij hem nog beter kennen. Van de paar jaren die hierop volgden bleven weinig of geen gegevens bewaard, maar Vesalius moet zich intens beziggehouden hebben met zijn leeropdracht en vooral een enorme berg aan sectiewerk verzet hebben. Dit althans is het minste wat men kan veronderstellen bij het bekijken van zijn 'opus magnum'. In augustus van 1543 kreeg Vesalius inderdaad het eerste exemplaar in handen van zijn meesterwerk, De Humani Corporis Fabrica Libri septem, zeven boeken over de bouw van het Menselijk Lichaam. Kort na de publicatie van zijn Fabrica trad Vesalius, op diens verzoek, in dienst van Karel V als gewoon huisarts of 'medicus familiaris ordinarius'. In diezelfde periode huwde hij met Anna van Hamme uit Vilvoorde en in juli van 1545 kregen zij een dochter, eveneens Anna genaamd, hun enige kind. De keizer was een allesbehalve gemakkelijke patiënt. Hij leed aan jicht, verzorgde zich zeer slecht en was bovendien voortdurend op reis. Daarbij had hij aanhoudend maagklachten door zijn excessieve eetgewoonten en zijn voorkeur steeds ijsgekoelde drank te gebruiken. Tot ergernis van zijn geneesheer negeerde hij frequent diens raadgevingen en schaamde zich niet voor zijn talrijke kwaaltjes kwakzalvers of monniken te raadplegen. Vesalius werd niet alleen beroemd als anatoom, maar ook als geneesheer. Hij was de eerste die bij een levende een aneurysma dissecans aortae diagnosticeerde dat later door een autopsie werd bevestigd. Van talrijke meestal beroemde en adellijke personen zijn ziekteverslagen bewaard gebleven waarbij Vesalius als medicus geraadpleegd werd. Ter gelegenheid van zijn abdicatie op 25 oktober 1555 ontsloeg Keizer Karel het grootste deel van zijn huishoudpersoneel evenals zijn lijfarts. Als dank kreeg Vesalius op 21 april 1556 de titel van Comes Palatinus of Graaf van het Heilig Lateraans Paleis, één van de hoogste onderscheidingen waaraan verschillende pecuniaire voordelen verbonden waren. Hij trad vervolgens in dienst van Karel's zoon, Philips II met wie hij op 23 augustus 1559 te Vlissingen inscheepte met bestemming Spanje. In Madrid voelde hij zich tijdens de daarop volgende jaren nooit erg thuis. Elke gelegenheid om de anatomie te beoefenen ontbrak er. Op het einde van 1561 schreef hij aan Gabriele Fallopio (1523-1562) een antwoord op diens anatomisch werk, de Observationes Anatomicae, een brief die zo uitgebreid was dat hij uitdraaide op een boek Gabrieli Fallopii Observationum Examen (Studie van de [anatomische] waarnemingen van Gabriele Fallopio). Het werd het laatste van de in totaal tien werken die hij achterliet. In april 1564 vertrekt Vesalius voor een diplomatieke missie naar het Heilig Land. Samen met zijn gezin en heel wat bagage verlaat hij Spanje. Te Cette nabij Montpellier neemt hij afscheid van zijn vrouw en dochter die verder reizen naar Brabant, terwijl hijzelf via Italië zijn zending aanvat. Hij bereikte veilig Palestina, bezocht Jericho en was aan de oevers van de Jordaan. Na enkele weken ondernam hij de terugreis met een pelgrimsboot uit Neurenberg, kwam in een storm terecht en leed schipbreuk ter hoogte van het Griekse eiland Zante, waar hij op 15 oktober 1564 omkwam. Momenteel herinneren ons daar twee monumenten, een museum, een plein en een straat, de Hodos Vesaliou, eraan dat Vesalius in Zante werd begraven. Hierboven zie je drie tekeningen van anatomie. De eerste tekening laat de oppervlakkige spieren, de middelste laat de wat diepere spieren zien. De laatste laat nog wat diepere spieren, en het skelet zien.

REACTIES

E.

E.

DANKJE WEL! K HEB VEEL GEHAD AAN JE WERKSTUK!!

JE BENT EEN SGAT!

20 jaar geleden

G.

G.

bedankte

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.