Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 9.1 t/m 9.2

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 241 woorden
  • 20 juni 2011
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Nederzetting = een ophoping van gebouwen en ifrastructuur

Stadsgewest = stad en omliggende gemeenten met veel onderlinge relaties.

Agglomertatie = nederzetting waarvan de bebouwing is sammengesmolten met de gemeenten

Stedelijke zone = aantal stadsgewesten met veel onderlinge relaties

Gemeentelijke herindeling = proces waarbij men door samen voeging van gemeenten grotere nieuwe gemeenten vormt

Stedelijke gebieden = gebied waar veel steden dicht bij elkaar liggen.


Landelijke gebieden = gebied dat bestaat uit landbouwgebieden, natuurgebieden en kleine nederzettingen

Stedelijke netwerken = aantal steden die het ruimtegebruik (wonen, werken, recreatie) ruimtenlijke geledeing= manier waarop een stad of een bebied is opgebouwd

Stadscentrum = deel van de stad met een sterke condentratie van winkels, horeca, groothandel, kantoren en dergelijke.

Binnestad = historisch deel van het stadscentrum, gebouwd voor de industriële revolutie

Urbanisatie = trek van de landelijke gebieden naar de stad

Mobiliteit = makkelijk verplaats baar van (A) naar (B)

Suburbanisatie = trek vanuit de stad naar de buitenwijken of naar het platteland

Re-urbanisatie = hernieuwde trek naar de stad

Selectieve suburbanisatie = suburbanisatie die beperkt blijft tot bepaalde groepen

Yuppen = young urban progessinals gingen naar de stad en knapte ouden huizen op of gingen in luxe appartementen wonen.


Gentrification = opknappen van ouden huizen in de buurt van het stadscentrum door hoogopgeleiden jongeren die in de stad gaan wonen.

Bereikbaarheid = dat er goed begaanbaren "wegen" zijn om ergens te komen.

Verpaupering = in verval raken van een deel van de stad (verloedering)

Ruitelijke segregatie = apart wonen van bepaalde bevolkingsgroepen in een eigen woonwijk.

Primate city = een stad die alle andere steden in een land ver overtreft in inwonderaantal, werkgelegenheid en voorzieningen.



REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.