Hoofdstuk 6

Begrippenlijst hoofdstuk 6
Techniek

Systeem
Een geheel. Bijvoorbeeld een scheerapparaat. Als je daarover denkt, denk je niet eerst over alle losse schroefjes en wieltjes. Je denkt eraan als een geheel waarmee je je kunt scheren. Je bekijkt het als een systeem.

De functie
Dat waar het voor bedoeld is.

Input-proces-output
Bij een werkend systeem gebeurt van alles. Er gaat iets in, daar gebeurt wat mee en er komt iets uit. Bij een scheerapparaat zijn baardharen de input. Daar gebeurt iets mee, ze worden afgesneden. Dat is het proces. Wat er uit komt is de output.

Energie
Een werkend systeem heeft energie nodig. Door die energie kan het systeem werken.


Deelsystemen
Een onderdeel van het hele systeem. Alle systemen bestaan uit deelsystemen die allemaal hun eigen functie hebben.

Energie-omzetter
Een onderdeel van een systeem dat een energievorm omzet in een andere vorm van energie.

Informatie
Bestaat uit gegevens

Informatiedrager
Een middel voor het vastleggen van informatie.

Impact
De invloed van iets op de omgeving

Luchtvervuiling
Dat er schadelijke stoffen in de atmosfeer voorkomen.