Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 4 (methode Prikkels)

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • Klas onbekend | 343 woorden
  • 10 maart 2009
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Bijnier : Kleine hormoonklier die boven op de nier ligt, maakt onder andere geslachtshormonen en hormonen die stress regelen.

Centrale zenuwstelsel : Hersenen en ruggenmerg samen.

Gemengde zenuw : Een zenuw die uitlopers van sensorische en motorische zenuwcellen bevat.

Groeihormoon : Hormoon dat gemaakt wordt in de hypofyse, stimuleert onder andere de groei van kraakbeen.

Hersenmerg (witte massa) : Het binnenste van de grote hersenen, grijs van kleur door de cellichamen van de zenuwcellen

Hersenschors (grijze massa) : De buitenkant van de grote hersenen, grijs van kleur door de cellichamen van de zenuwcellen.

Hormoon : Stof die uitgescheiden wordt door een hormoonklier en via het bloed verspreidt wordt.

Hypofyse : Hormoonklier net onder de hersenen, maakt groeihormonen en hormonen die invloed hebben op andere hormoonklieren.

Impuls : Elektrisch signaal dat via zenuwcellen doorgegeven wordt.

Insuline : Hormoon dat gemaakt wordt door de alvleesklier, zorgt dat suiker uit het bloed door de lichaamscellen kan worden opgenomen.

Mergschede : Isolerende laag rond de meeste lange uitlopers bij gewervelde dieren.

Motorische zenuwcel : Zenuwcel die impulsen vanuit her ruggenmerg doorgeeft naar een spier.

Neurotransmitter : Chemische stof die bij het uiteinde van de uitloper van een zenuwcel vrijkomt wanneer de impuls bij de synaps aankomt.

Perifere zenuwstelsel : Het zenuwstelsel aan de buitenkant, omvat sensorische en motorische zenuwuitlopers.

Reflex : Automatische reactie op een bepaalde reactie, die razendsnel verloopt via het ruggenmerg.

Schakelcel : Zenuwcel in het ruggenmerg of in de hersenen, die informatie doorgeeft tussen verschillende zenuwcellen.

Schildklier : Hormoonklier die net onder je ademsappel ligt, produceert hormoon dat de stofwisseling in de cellen regelt.

Sensorische zenuwcel : Zenuwcel die impulsen van een zintuig doorgeeft aan het ruggenmerg.


Suikerziekte (Diabetes Mellitus) : Aandoening waarbij in de alvleesklier geen of te weinig insuline wordt gemaakt, of de insuline kan niet goed worden gebruikt door het lichaam.

Synaps : De plek waar het uiteinde van een lange uitloper via een neurotransmitter signalen overbrengt aan een andere cel.
Zenuw : Bundel van uitlopers en zenuwcellen, beschermd en gesteund door een omhulsel van bindweefsel.

Zenuwcel  : Cel van het zenuwstelsel die zorgt voor het opvangen en geleiden van impulsen.

Zenuwstelsel : Alle perifere zenuwcellen bij elkaar, samen met de hersenen en het ruggenmerg.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.