Margriet de Moor werd geboren als Margaretha Maria Antonetta Neefjes en trouwde met beeldhouwer Heppe de Moor (1938 - 1992) met wie ze twee dochters kreeg, schrijfster Marente en beeldend kunstenaar Lara. Ze is de schoondochter van schrijfster A. M. de Moor-Ringnalda. Negentien jaar na de bekroonde debuutroman van haar moeder zorgde dochter Marente de Moor voor een unicum in een schrijversfamilie: zij won in oktober 2011 eveneens de AKO Literatuurprijs, in dit geval met de roman De Nederlandse maagd.

Margriet de Moor bezocht na de ULO en de HBS het Koninklijk Conservatorium in Den Haag waar ze eerst piano maar later solozang studeerde. Daarna studeerde zij in Amsterdam kunstgeschiedenis en archeologie, gaf pianoles. Met haar man begon ze in 1984 in 's-Graveland een kunstenaarssalon. Voor de bijeenkomsten in deze salon maakte ze een aantal film- en videoportretten van de exposerende beeldende kunstenaars. Toen de subsidie voor de videofilms stopte begon ze met schrijven. Na een mislukte poging een eerste roman te schrijven debuteerde ze met de alom geprezen verhalenbundel Op de rug gezien.