Topniveau deel II - blok 3
Opdracht 7:
1a = Verschijnsel-verklaring structuur
1b = Hoe komt dat? -> behandeling van oorzaken
Blijkt -> uitleggend
Vandaar -> oorzakelijk
Veroorzaken -> oorzakelijk
2a = Probleem-oplossing structuur
2b = Maar -> tegenstelling (2x)
Ook -> opsommend
Als -> voorwaardelijk
Daarom -> reden
Zodat -> oorzakelijk
3a = Vroeger-nu-toekomst structuur
3b = Doordat -> oorzakelijk
Traditioneel -> opsommend
In de jaren…in de jaren -> opsommend
Tot slot -> opsommend
Namelijk -> oorzakelijk
Opdracht 10:
Geflatteerd = te gunstig voorgesteld
Globaal = in grote lijnen
Hiërarchie = stelsel van hoger- en lagergeplaatste, rangvolging
Humanitaire = menslievende
Hypocriet = schijnheilig
Ideologie = stelsel van ideeën en gedachten
Impuls = prikkel, stimulans
Inconsequent = in strijd met wat eerder is gezegd of gedaan
Index = inhoudsopgave
Infrastructuur = het geheel van autowegen, vaarwegen, spoorwegen, vliegvelden, havens etc.
Innoveren = vernieuwen
Integratie = eenwording
Interactie = wisselwerking
Internaliseren = zich eigen maken, verwerken
Interpreteren = uitleggen
Intimideren = bang maken
Latent = verborgen, (nog) niet tot uiting komend
Legitiem = rechtmatig
Lobbyen = druk uitoefenen op degenen die een besluit moeten nemen
Marginaal = op de grens van de bestaansmogelijkheden, straatarm
Metamorfose = gedaanteverwisseling
Modaal = gemiddeld, het meest voorkomend
Moraliseren = beleren
Narcistische = zeer met zichzelf ingenomen zijnde
Opdracht 11:
Nihil = niets
Opinie = (naar de) mening
Opportunisme = het van mening veranderen als dat je goed uitkomt
Orthodoxe = rechtzinnige, streng in de leer
Paradox = tegenstelling die aanvankelijk niet lijkt te kloppen
Pedagogisch verantwoord = opvoedkundig verantwoord (omdat je er iets van leert)
Periodieke = regelmatig (hier: jaarlijks) terugkerende
Perspectief = toekomst, vooruitzicht
Postuum = na de dood
Potentiële = mogelijke
Pragmatische = uitgaande van de gegeven feiten en mogelijkheden, zakelijke
Pretenderen = beweren
Preventieve = bedoeld ter voorkoming
Prioriteit = voorrang
Privatiseren = het laten uitvoeren (van overheidstaken) door particulieren
Prognose = voorspelling
Geprolongeerd = langer vertoond dan aangekondigd
Protectionisme = maatregelen (heffint van invoerrechten) ter bescherming van de eigen handel en industrie van een land
Provoceren = uitdagen (tot handelen over te gaan)
Rationaliseren= met het verstand proberen te verklaren
Ritueel = reeks van voorgeschreven handelingen
Stereotiepe = vast, onveranderlijke
Gestigmatiseerd = krijgen een (onaangenaam) etiket opgeplakt
Universeel = in alle gevallen passend
Opdracht 7:
1a = Verschijnsel-verklaring structuur
1b = Hoe komt dat? -> behandeling van oorzaken
Blijkt -> uitleggend
Vandaar -> oorzakelijk
Veroorzaken -> oorzakelijk
2a = Probleem-oplossing structuur
2b = Maar -> tegenstelling (2x)
Ook -> opsommend
Als -> voorwaardelijk
Daarom -> reden
Zodat -> oorzakelijk
3a = Vroeger-nu-toekomst structuur
3b = Doordat -> oorzakelijk
Traditioneel -> opsommend
Tot slot -> opsommend
Namelijk -> oorzakelijk
Opdracht 10:
Geflatteerd = te gunstig voorgesteld
Globaal = in grote lijnen
Hiërarchie = stelsel van hoger- en lagergeplaatste, rangvolging
Humanitaire = menslievende
Hypocriet = schijnheilig
Ideologie = stelsel van ideeën en gedachten
Impuls = prikkel, stimulans
Inconsequent = in strijd met wat eerder is gezegd of gedaan
Index = inhoudsopgave
Infrastructuur = het geheel van autowegen, vaarwegen, spoorwegen, vliegvelden, havens etc.
Innoveren = vernieuwen
Integratie = eenwording
Interactie = wisselwerking
Internaliseren = zich eigen maken, verwerken
Interpreteren = uitleggen
Latent = verborgen, (nog) niet tot uiting komend
Legitiem = rechtmatig
Lobbyen = druk uitoefenen op degenen die een besluit moeten nemen
Marginaal = op de grens van de bestaansmogelijkheden, straatarm
Metamorfose = gedaanteverwisseling
Modaal = gemiddeld, het meest voorkomend
Moraliseren = beleren
Narcistische = zeer met zichzelf ingenomen zijnde
Opdracht 11:
Nihil = niets
Opinie = (naar de) mening
Opportunisme = het van mening veranderen als dat je goed uitkomt
Orthodoxe = rechtzinnige, streng in de leer
Paradox = tegenstelling die aanvankelijk niet lijkt te kloppen
Pedagogisch verantwoord = opvoedkundig verantwoord (omdat je er iets van leert)
Periodieke = regelmatig (hier: jaarlijks) terugkerende
Perspectief = toekomst, vooruitzicht
Potentiële = mogelijke
Pragmatische = uitgaande van de gegeven feiten en mogelijkheden, zakelijke
Pretenderen = beweren
Preventieve = bedoeld ter voorkoming
Prioriteit = voorrang
Privatiseren = het laten uitvoeren (van overheidstaken) door particulieren
Prognose = voorspelling
Geprolongeerd = langer vertoond dan aangekondigd
Protectionisme = maatregelen (heffint van invoerrechten) ter bescherming van de eigen handel en industrie van een land
Provoceren = uitdagen (tot handelen over te gaan)
Rationaliseren= met het verstand proberen te verklaren
Ritueel = reeks van voorgeschreven handelingen
Stereotiepe = vast, onveranderlijke
Gestigmatiseerd = krijgen een (onaangenaam) etiket opgeplakt
Universeel = in alle gevallen passend
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden