Praktische Opdracht Aardrijkskunde, Kaarten
B. 1. Ik snap alles. 2. Legenda: De “algemene” legenda (blz 1-2) staat voorin, de meer specifieke legenda’s zijn per kaart aangegegeven. Inhoud: Voorin (Blz 4-7). Achterin: Achterin (blz 206-einde atlas) 3. D is een tekening en vereenvoudigd. Er staan ook woorden bij, dat maakt het overzichtelijk. 4. F is een tekening en is (dankzij de kleuren en de tekst) overzichtelijker. Hij is ook vereenvoudigd. 5. J is overdreven getekend (I is een foto). Bijvoorbeeld de wegen zijn heel breed. In sommige dingen is het ook vereenvoudigd, bijvoorbeeld in de grondsoorten. Er zijn ook namen gegeven aan “belangrijke” dingen, bijvoorbeeld de steden en de wateren. 6. geen
7. Bij J, K, en L wordt generalisatie toegepast ( bij L zijn er bijvoorbeeld geen Zeeuwse eilanden meer te zien). 8. Bij D is veel gebruik gemaakt van generalisatie. Bijvoorbeeld de huizen niet meer stuk voor stuk aangegeven, en er zijn veel wegen weggelaten. Er wordt ook overdreven, bijvoorbeeld de spoorlijn en de jeugdherberg. 9. Bij D is bijna alles gegeneraliseerd. Bijvoorbeeld het dorp (huizen apart aangegeven), en heel veel wegen zijn weggelaten. De “grenzen” tussen grondsoorten zijn heel vloeiend terwijl ze bij C heel onregelmatig zijn. De oude dorpskern en de spoorlijn zijn overdreven aangegeven, de kleuren van kaart D zijn ook duidelijker, de kleuren zijn meer “onderscheidbaar”. 10. Bij D is er veel gebruik gemaakt van weglating; er staat bijvoorbeeld geen dorp meer op. Deze kaart is bedoeld om enkel en alleen aan te geven waar het oude veenlandschap ligt, en waar de grenzen liggen. C. 1. Gedaan. 2. Gedaan. 3. Zijde op kaart 2 is 2 cm lang. De schaal is 1 : 50.000. 2 cm op kaart is 100.000 cm, dat is 1000 m, en dat is weer 1 km. 4. In 1 vierkant van kaart 1 passen 4 vierkantjes van kaart 2, dus kaart 1 is 4 keer zo groot
5. Zie bijlage.
D.
1. Gedaan
2. Is 18,7 cm lang, 1 cm op kaart = 50.000 cm in het echt
50.000 x 18,7 cm = 935000 cm = 9350 m = 9,35 km
3. 1: 10.000
4. Kaart 1: kaart 2 = 1,2: 6 = 1: 5
De schaal van kaart 1 is 1: 50.000, dus de schaal van kaart 2 is 1: 10.000
5. Zie opdrachtenboekje
6. Is op kaart 7,4 cm lang, de schaal van de kaart is 1: 50.000
7,4 cm x 50.000 = 370.000 cm = 3700 m = 3,7 km
7. Is op kaart 3,2 cm, de schaal van de kaart is 1: 50.000
3,2 cm x 50.000 = 160.000 cm = 1600 m = 1,6 km
8. Op kaart 1 Lengte op kaart 0,5 cm, schaal van kaart is 1: 50.000 0,5 cm x 50.000 = 25000 cm = 250 m Op kaart 2 Lengte op kaart 2,5 cm, schaal van kaart is 1: 10.000 2,5 cm x 10.000 = 25000 cm = 250 m Antwoorden komen overeen dus het klopt (waarschijnlijk) 9. Lengte op kaart 1,2 cm, schaal van kaart is 1: 10.000 1,2 cm x 10.000 = 12.000 cm = 120 m
10. Lengte op kaart 1,3 cm, schaal van kaart is 1:10.000 1,3 cm x 10.000 = 13.000 cm = 130 m
11. Lengte op kaart (puntje tot puntje) 2,4 cm, schaal van kaart is 10.000
2,4 cm x 10.000 = 24.000 cm = 240 m
12. Ik kan het gemeentehuis niet vinden, Pannerden is dus waarschijnlijk geen eigen gemeente
13. Zie opdrachtenboekje
14. Zie opdrachtenboekje
B. 1. Ik snap alles. 2. Legenda: De “algemene” legenda (blz 1-2) staat voorin, de meer specifieke legenda’s zijn per kaart aangegegeven. Inhoud: Voorin (Blz 4-7). Achterin: Achterin (blz 206-einde atlas) 3. D is een tekening en vereenvoudigd. Er staan ook woorden bij, dat maakt het overzichtelijk. 4. F is een tekening en is (dankzij de kleuren en de tekst) overzichtelijker. Hij is ook vereenvoudigd. 5. J is overdreven getekend (I is een foto). Bijvoorbeeld de wegen zijn heel breed. In sommige dingen is het ook vereenvoudigd, bijvoorbeeld in de grondsoorten. Er zijn ook namen gegeven aan “belangrijke” dingen, bijvoorbeeld de steden en de wateren. 6. geen
7. Bij J, K, en L wordt generalisatie toegepast ( bij L zijn er bijvoorbeeld geen Zeeuwse eilanden meer te zien). 8. Bij D is veel gebruik gemaakt van generalisatie. Bijvoorbeeld de huizen niet meer stuk voor stuk aangegeven, en er zijn veel wegen weggelaten. Er wordt ook overdreven, bijvoorbeeld de spoorlijn en de jeugdherberg. 9. Bij D is bijna alles gegeneraliseerd. Bijvoorbeeld het dorp (huizen apart aangegeven), en heel veel wegen zijn weggelaten. De “grenzen” tussen grondsoorten zijn heel vloeiend terwijl ze bij C heel onregelmatig zijn. De oude dorpskern en de spoorlijn zijn overdreven aangegeven, de kleuren van kaart D zijn ook duidelijker, de kleuren zijn meer “onderscheidbaar”. 10. Bij D is er veel gebruik gemaakt van weglating; er staat bijvoorbeeld geen dorp meer op. Deze kaart is bedoeld om enkel en alleen aan te geven waar het oude veenlandschap ligt, en waar de grenzen liggen. C. 1. Gedaan. 2. Gedaan. 3. Zijde op kaart 2 is 2 cm lang. De schaal is 1 : 50.000. 2 cm op kaart is 100.000 cm, dat is 1000 m, en dat is weer 1 km. 4. In 1 vierkant van kaart 1 passen 4 vierkantjes van kaart 2, dus kaart 1 is 4 keer zo groot
2. Is 18,7 cm lang, 1 cm op kaart = 50.000 cm in het echt
50.000 x 18,7 cm = 935000 cm = 9350 m = 9,35 km
3. 1: 10.000
4. Kaart 1: kaart 2 = 1,2: 6 = 1: 5
De schaal van kaart 1 is 1: 50.000, dus de schaal van kaart 2 is 1: 10.000
5. Zie opdrachtenboekje
6. Is op kaart 7,4 cm lang, de schaal van de kaart is 1: 50.000
7,4 cm x 50.000 = 370.000 cm = 3700 m = 3,7 km
7. Is op kaart 3,2 cm, de schaal van de kaart is 1: 50.000
3,2 cm x 50.000 = 160.000 cm = 1600 m = 1,6 km
8. Op kaart 1 Lengte op kaart 0,5 cm, schaal van kaart is 1: 50.000 0,5 cm x 50.000 = 25000 cm = 250 m Op kaart 2 Lengte op kaart 2,5 cm, schaal van kaart is 1: 10.000 2,5 cm x 10.000 = 25000 cm = 250 m Antwoorden komen overeen dus het klopt (waarschijnlijk) 9. Lengte op kaart 1,2 cm, schaal van kaart is 1: 10.000 1,2 cm x 10.000 = 12.000 cm = 120 m
10. Lengte op kaart 1,3 cm, schaal van kaart is 1:10.000 1,3 cm x 10.000 = 13.000 cm = 130 m
12. Ik kan het gemeentehuis niet vinden, Pannerden is dus waarschijnlijk geen eigen gemeente
13. Zie opdrachtenboekje
14. Zie opdrachtenboekje
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden