Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Ironie: Harry Mulisch

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 441 woorden
  • 16 maart 2003
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
15 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Ironie: Ironie staat eigenlijk voor: “Iets spottend en precies het omgekeerde van wat je bedoelt zeggen.” Om het makkelijker te maken volgt hier een voorbeeld: “Wat heb ik weer zin om naar school te gaan zeg!” Hiermee bedoel je natuurlijk juist het omgekeerde. Een bekend persoon die zich ironisch uitte, is bijvoorbeeld Socrates. Eén van zijn beroemde uitspraken is bijvoorbeeld: “Ik weet dat ik het niet weet.” Een wat recenter voorbeeld van een ironisch persoon is Harry Mulisch. Harry Mulisch werd geboren op 29 juli 1927 in Haarlem, uit niet-Nederlandse ouders. Zijn moeder, Alice Schwarz, was een 19-jarige bankiersdochter uit Antwerpen. Zijn vader Karl Victor Kurt Mulisch, een voormalig legerofficier, kwam uit wat vroeger Oostenrijk-Hongarije heette. Na de eerste wereldoorlog kwam hij in Nederland werken bij een bank, op de afdeling Duitse handelscorrespondentie. In het gezin werd Duits gesproken, maar hij kreeg een Nederlandse opvoeding. Na de scheiding van zijn ouders in 1937 bleef Harry bij zijn vader wonen en werd hij opgevoed door een uit Polen afkomstige, Duitssprekende huishoudster Frieda. Zijn moeder vertrok in 1951 naar Amerika en nam ook de Amerikaanse nationaliteit aan. Harry Mulisch volgde de HBS. Mede door de oorlog, maar ook door zijn eigen houding, maakte hij de school niet af. Hij zegt hierover in 'Mijn getijdenboek' (blz. 58): 'Het enige examen dat ik in mijn leven ooit heb afgelegd, was dat van de Vereniging voor Veilig Verkeer Haarlem en Omstreken.' In de Tweede Wereldoorlog collaboreerde zijn vader. Hij werd mededirecteur van een bankiershuis dat opgeëist Joods kapitaal beheerde. Hierdoor kon hij zijn gezin beschermen (Harry's moeder was joods). In 1947 publiceert Mulisch zijn eerste verhaal ' De Kamer' in 'Elseviers Weekblad'. Vanaf 1949 wijdt hij zich helemaal aan het schrijven. Om in zijn levensonderhoud te voorzien verkoopt hij de inboedel van zijn huis. Zijn vader zat na de oorlog een tijd in de gevangenis wegens collaboratie. Pas toen in 1951 het manuscript van een nog niet gepubliceerde roman bekroond werd met de ‘Reina Prinsen Geerligsprijs,’ toonde een uitgeverij belangstelling. Als prozaschrijver debuteerde hij in 1952 met ‘Archibald Strohalm.’ In zijn werk gebruikt hij vaak magische en mythische elementen. Hij probeert aan te geven welke (mythische) systemen achter het handelen van de mens schuilen. Ook het raadsel van 'de tijd' is een terugkerend element, net als dood en oorlog. In de zestiger jaren bracht hij twee keer een bezoek aan Cuba. In het algemeen voelde hij zich verwant met groepen die uiting geven aan hun maatschappelijke onvrede. Op zijn vijftigste verjaardag werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Op zijn zeventigste verjaardag tot Commandeur in de orde van de Nederlandse Leeuw. (Deze informatie komt van www.harrymulisch.nl)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.