Rome toen al een wereldstad

Beoordeling 3.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 474 woorden
  • 5 maart 2003
  • 60 keer beoordeeld
Cijfer 3.4
60 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Romein. Ik ben Cercurius Hardhout en ik ben 16 jaar oud. Ik ben op weg naar Rome om soldaat te worden. Voor mij ligt een mooi groen grasland. Er komen veel mensen langs maar nog geen Romein. Mijn paard dat ik heb meegenomen heet Caesar. Ongeveer over een maand ben ik bij Rome. ’s Nachts overnacht ik bij mensen in hun huis. Wacht even, ik denk dat er Romeinse soldaten aankomen die misschien naar Rome gaan. Gelukkig, het zijn Romeinen en ik mag met ze mee lopen. Maand later. We zijn eindelijk bij Rome aangekomen. Morgen mag ik komen voor als soldaat te oefenen in het Amfitheater. Ik heb al wapens, harnas en een helm, als ik er iets mee doe wat niet mag dan ga ik in de gevangenis.
Volgende dag. We hebben vandaag geoefend om met het zwaard om te gaan. Morgen gaan we al echt oefenen om te vechten tegen de Germanen. Ik heb er echt zin in. Ik heb geen zin meer om naar huis te gaan want ik heb hier veel vrienden. Mijn vrienden heten: Malvidius, Hermanius, Gordenius. Ik ga nu stoppen want het is bedtijd voor de Romeinen. Bronvermelding: Informatie: Internet: (via zoekmachine) www.google.nl
www.scholieren.nl Extra informatie. In het Romeinse rijk was het verschil tussen rijk en arm erg groot. De Grootgrondbezitters woonden in prachtige huizen op het platteland in paleizen in de stad Rome. In de zomer gingen ze naar het platteland omdat het dan in Rome druk, vies en benauwd was! Deze families hielden zich bezig met het bestuur van een stad of het rijk. Soms hielden ze zich ook bezig met oorlog voeren. Om in zo een bestuur te zitten moest je erg rijk zijn, je werd er namelijk niet voor betaald. De Proletariërs waren arme burgers. Zij hadden geen vaste baan. Als ze wel werk hadden was dat bijvoorbeeld in het leger, als soldaat of bouwvakker. Zij woonden in een insulae. Dat zijn flats in Rome. Insulae betekend eilanden. De flats werden zo genoemd omdat ze dicht op elkaar stonden en waren omringd door straten. De flats bestonden uit 3 of meer verdiepingen. De onderste verdieping werd meestal gebruikt voor winkeltjes. De flats waren bijna altijd gehuurd. De slaven hadden geen rechten en waren eigendom van de rijken. De slaven konden gewoon verkocht worden. Veel slaven waren krijgsgevangenen. Je werd slaaf als je beide ouders ook slaaf waren, je kon ook slaaf worden als je geen geld meer had en jezelf verkocht. De Romeinen kenden ook nog een ander bestaansmiddel dan landbouw, de handel. In Rome waren veel dingen te koop. Die producten kwamen niet altijd uit Italië. De producten kwamen ook nog uit bijvoorbeeld Egypte waar men graan kon krijgen en Hispania (Spanje) waar men zilver en goud kon krijgen. In kleine winkeltjes verkocht men hun eigen spullen en voedsel.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.