De nakomer door Maarten 't Hart

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover De nakomer
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2261 woorden
  • 28 juli 1999
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
22 keer beoordeeld

Boekcover De nakomer
Shadow
De nakomer door Maarten 't Hart
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel De Nakomer Auteur Maarten ’t Hart Titel, Auteur en Datum De titel van het boek is “De Nakomer”. Het is geschreven door Maarten ’t Hart en in augustus 1996 voor het eerst uitgegeven door de Arbeiderspers (Amsterdam/Antwerpen). Ik las de derde druk (van oktober 1996). Het Verhaal Simon Roemer Minderhout is een man die zijn leven lang uit de boot gevallen is en erg veel van muziek houdt. Hij is de zoon van een gemeenteambtenaar uit Drenthe, die liever een weduwe trouwde dan een leuk jong smoeltje. Daardoor komt het dat Simon letterlijk een “nakomertje” is - zijn drie zussen waren zo goed als het huis uit toen hij opgroeide. Als vriendje had hij een hond, en volgens zijn vader had hij nog alle tijd voor meisjes: hij kon beter, naar zijn vaders voorbeeld, later een goede weduwe aan de haak slaan. Volgzaam als hij was, ging Simon voor apotheker studeren op kosten van zijn oom, die wou dat hij de zaak in Maassluis overnam. Als de oorlog uitbreekt, en alle mannen in Leiden, waar hij woont geus worden, wil hij ook graag wat doen in het verzet. Hij organiseert een boot naar Engeland. Het schip wordt echter door een Duitse duikboot onderschept, waarna de opvarenden weer aan wal worden gebracht alvorens het schip gekelderd wordt. Het blijft Simon Minderhouts enige verzetsdaad. Voortdurend droomt hij ervan bij het verzet betrokken te raken, maar op een of andere manier moeten de mensen hem niet, vreemde snuiter die hij is (hij komt niet uit Leiden). Simon doet weinig moeite om mensen die hem liggen op te zoeken: die zijn er gewoonweg niet. Hij houdt, zoals gebruikelijk bij Maarten 't Hart, erg veel van muziek, maar in heel de oorlog ontmoet hij maar één man die zijn interesse deelt, een Duitser dan nog wel. Toch is de oorlog voor hem een periode van intens leven, vooral omdat een meisje uit het verzet hem in zijn apotheek om poeders komt vragen voor een clandestiene zieke. Simon wordt verliefd op het meisje, en beleeft met haar één liefdesnacht. Daarna verdwijnt ze uit zijn leven, hoewel hij hardnekkig probeert haar terug te vinden door haar vrienden uit het verzet te achtervolgen. Hierbij wordt hij echter hardhandig in elkaar geslagen. Het verhaal wordt op deze plek plotseling afgebroken: 't Hart knipt zomaar een stuk uit het leven van Simon Minderhout en vervolgens lezen we over een half-invalide bejaarde man, die niet lang meer te leven heeft. Duidelijk wordt wel, dat de niet beschreven vijftig jaar Simon niet veel geluk hebben gebracht: een mislukt huwelijk, hij kent zijn eigen kinderen niet meer en hij is verhuisd naar een aanleunwoning. Deze dingen zijn echter niet echt van belang voor de rest van het verhaal. Er gebeurt immers iets dat meteen aansluit bij Simons grote liefdesmoment uit de oorlog: en hanige jongen op een zware motor rijdt de oude man op zijn dagelijkse wandelingetje klem en chanteert hem met de beschuldiging van verraad: Minderhout zou ervoor hebben gezorgd dat het groepje verzetslieden uit Schiedam, dat samenwerkte met het meisje van de poeders, dat Hillegonda heet, tijdens de oorlog opgepakt werd en gefusilleerd. De wereld staat plotseling op zijn kop. Minderhout vlucht voor de pers, trekt in bij een oude vriend die we ook uit “Het Woeden Der Gehele Wereld” kennen, en vertelt hem waarom hij persé zo heldhaftig in het verzet wou. “In al wat ik heb gelezen ben ik nooit het verhaal tegengekomen over de man die zielsgraag mee wilde doen maar om wat voor reden dan ook buitenspel bleef. Pas lang na de oorlog is tot mij doorgedrongen dat dat mijn grote tragedie is geweest.” Plotseling duiken er in kranten en op televisie tal van getuigen op die in Simon Minderhout als kind al een potentiële landverrader, en waarom niet, moordenaar hadden herkend. Hij herkent velen van hen als onder andere meisjes op wie hij verliefd is geweest. Het boek eindigt ermee, dat Simon Hillegonda opzoekt en haar uitlegt dat hij haar vrienden echt niet heeft verraden. Hoewel ze hem niet gelooft, gaan ze toch sans rancune weer uit elkaar. De Opbouw De opbouw van het boek is nogal eenvoudig: het verhaal wordt uiteengezet in drie delen. In het eerste deel zien we de hoofdpersoon zo’n beetje opgroeien tot de puberteit, in het tweede deel lezen we vervolgens over zijn “Leidse periode”, waar hij tegelijk medicijnen en wijsbegeerte studeert en het meisje Hillegonda ontmoet, en in het derde gedeelte kan Minderhout nauwelijks nog lopen, wanneer hij door de pers overvallen wordt. Opmerkelijk is hiernaast nog, dat delen van het boek overeenkomsten vertonen met Maarten 't Harts vorige roman, “Het woeden der gehele wereld”. Zo zien we dat Minderhout in dat boek een vissersboot chartert om een stel vluchtelingen naar Engeland te verschepen en vinden we in het laatste deel van dit boek een ander bekend personage terug, namelijk Aäron Oberstein, een man die eveneens een groot liefhebber van muziek is, en bij wie Simon in het laatste deel van dit boek gaat wonen om de pers te ontvluchten.
De Hoofdpersonen Simon Roemer Minderhout De hoofdpersoon van dit boek is een nogal verlegen persoon. Hij is de zoon van Jacob en Neletta Minderhout. Voor Neletta is dit het tweede huwelijk. Haar man is alweer enige tijd dood, wanneer Jacob haar ten huwelijk vraagt. Hij doet dit echter niet op een normale wijze, maar knielt voor haar op de grond, buiten, en blijft zitten tot ze hem een antwoord heeft gegeven. Zo blijft hij zitten tot het avond wordt, maar al vroeg in de ochtend van de volgende dag zit hij er weer. Zo trouwen ze uiteindelijk en ze krijgen een kind, dat Neletta Simon en Jacob Roemer wil noemen. Uiteindelijk heet hij dus beide, maar iedereen behalve zijn vader noemt hem Simon. Hij heeft ook nog drie veel oudere zussen en is dus een echt nakomertje. Bovendien is hij de helft van een tweeling, maar de andere helft heeft hij tijdens een uitvoering van een symfonie van Bruckner, waar zijn vader en later ook hijzelf erg van houdt, doodgetrapt. In het begin van zijn leven heeft Simon een hond, die hem ook nog een keer zijn leven redt. Dit is echter geen doorsnee-hond, maar een echt vuilnisbakkenhondje. Toch is hij zeer belangrijk voor Simon: het is zijn maatje door dik en dun. De dood van deze hond maakt dan ook zeer veel indruk op Simon. Het Thema Het thema van dit boek is het apart-zijn. ‘t Hart laat in deze roman duidelijk zien, dat hij aan de kant van de “buitenbeentjes” staat en niet aan de kant van de “meelopers”. De hoofdpersoon kiest er altijd voor om buitenspel te staan, en omdat Simon Minderhout toch een verpersoonlijking van Maarten ’t Hart zelf lijkt, voert hij met dit boek op een wel zeer subtiele manier een pleidooi voor het apart-zijn. De Schrijver Maarten ’t Hart werd op 25 november 1944 geboren in Maassluis, een dorp waar de meerderheid van de bevolking zeer streng godsdienstig was. Hij was de zoon van Pau 't Hart, die begrafenisondernemer was, en Lena van der Giessen en woonde de eerste jaren van zijn leven in het huis aan de Patijnestraat, nummer 8. Hij werd in het begin onderwezen door Meester Cordia, die we kennen uit “Een vlucht regenwulpen”. Zijn weduwe overweegt vanwege deze roman nog steeds Maarten ’t Hart aan te klagen wegens smaad. In de oorlog was er in dit plaatsje zelfs een ware geloofsstrijd, waar ’t Hart nog steeds een roman over wil schrijven: “Midden in de oorlog, met al die ellende om zich heen, begonnen die mensen een kerkestrijd van jewelste. Ze bestookten elkaar op hun onderduikadressen met pamfletten. Je zou zeggen dat die mensen wel wat anders aan hun kop hadden, maar midden in de oorlog waren zij bezig elkaar het leven ondraaglijk zuur te maken.” Pau was, lezen we in de romans, een bikkelharde vader, die echter ook sentimenteel kon zijn. Veel van de gebeurtenissen rondom de familie zijn echter gechargeerd, zoals bijvoorbeeld het bezoek van de ouderlingen en het verdere verloop daarvan in “Een vlucht regenwulpen”. De armoede in de jeugd blijkt ook overtrokken te zijn in de romans, zo zegt Lenie ’t Hart, de zus van Maarten. Het was niet gemakkelijk om rond te komen, maar zo erg als het beschreven wordt in de boeken is het niet. ‘s Middags en ‘s avonds werd er uit de Bijbel gelezen, maar echt fanatiek was de familie niet. In Leiden kwam Maarten in huis bij Tante Anna, een zus van Pau, en Oom Piet in Leiderdorp, waar hij van 1962 tot 1963 bleef wonen. De enige dingen die Maarten in dat jaar deed, waren eten en studeren: in zijn eerste studiejaar kwam hij 15 kilo aan! Na deze periode zag Maarten zich genoodzaakt te verhuizen naar Leiden, omdat zijn oom erg ziek werd. Zo kwam hij terecht op een kamer in het huis bij zijn hospita Stuyvenberg op de Lorentzkade. Hier woonde hij tot hij trouwde met Hanneke, die hij in 1966 ontmoette en met wie hij trouwde in 1967. In die jaren gaf Maarten bovendien les op de HBS in Vlaardingen. Hij vond dit vervelend werk, omdat zijn klassen alleen stil waren te krijgen met een dosis seksuele voorlichting, die hij ze dan ook regelmatig toediende. Daarnaast pakte hij op een keer een jongen die maar niet rustig wilde worden aan met een longinhoud- meter, waar de persoon in kwestie op moest blazen om de longinhoud te meten, omdat Maarten hem had uitgedaagd deze te vergroten. De jongen was hierna zo uitgeput, dat hij de les niet meer verstoorde. Het echtpaar ’t Hart woonde aanvankelijk in Warmond, maar verhuisde later weer naar Leiden. Een jaar na hun huwelijk haalde Maarten zijn doctoraal en ging hij in dienst: hij kreeg een baantje als etholoog bij de rijksverdedigingsorganisatie. In eerste instantie kon hij maar wat aanrommelen, omdat niet duidelijk was, wat er van hem verwacht werd. Hij hielp onder andere bij het oplossen van een te hoge zuigelingensterfte onder ratten door de luchtvochtigheidsgraad wat op te hogen. Bovendien experimenteerde hij met een zenuwgas (soman) op de ratten, en kwam tot de conclusie dat dit gas hun agressie liet verdwijnen. In januari 1970 werd Maarten ’t Hart wetenschappelijk medewerker bij de universiteit in Leiden. In de jonge jaren van Maarten ’t Hart was een centrale plaats weggelegd voor het geloof. Hij wilde altijd alles onderzoeken en hij deed dat in dit geval door veel te lezen over dit onderwerp en naar verschillende kerken te gaan. De familie van Maarten had eerst niet in de gaten, dat hij niet meer geloofde: toen hij ging studeren konden ze moeilijk controleren of hij nog wel naar de kerk ging en het werd pas in 1971, bij het verschijnen van zijn eerste roman, “Stenen voor een ransuil”, duidelijk hoe hij over het geloof dacht. De familie kon het niet begrijpen, maar vanaf dat moment werd er niet meer over gesproken: het onderwerp werd doodgezwegen. Over zijn drang tot schrijven zegt Maarten ’t Hart het volgende: “Nadat ik mijn eerste boek had gelezen, wist ik dat ik niets liever wilde dan schrijver worden, terwille van dat ene kostbare resultaat: een boek in handen houden waarop mijn eigen naam gedrukt staat.” Blijft de vraag, in hoeverre het werk van Maarten ’t Hart autobiografisch is. We weten in ieder geval dat er vele overeenkomsten zijn tussen het werk en het leven van ’t Hart. Zo zijn daar de verhouding tot zijn ouders, de invloed van die relatie op de zelfwording, verschillende aspecten van zijn streng- gereformeerde milieu, het landschap van zijn jeugd en de studiejaren in Leiden. Bovendien vertoont de ik-figuur in al zijn proza grote gelijkenissen met Maarten ’t Hart zelf in verschillende levensfasen: een kind, een schuchtere jongen in de puberteit, een student of een volwassen wetenschapper (meestal een bioloog of een etholoog). Daarnaast is er altijd die calvinistische achtergrond. Ook in deze roman zien we de godsdienst telkens terugkeren en studeert de hoofdpersoon in Leiden. Ander werk
  • 1971 Stenen voor een ransuil (roman) 1973 Ik had een wapenbroeder (roman) 1973 Ratten (wetenschappelijke studie) 1975 Het vrome volk (verhalen) 1976 De kritische afstand (essays) 1976 Natuurlijke historie (essays) (met Midas Dekkers) 1976 Avondwandeling (verhaal) 1977 Mammoet op zondag (verhalen) 1977 Laatste zomernacht (novelle) 1978 De som van misverstanden (essays) 1978 Een vlucht regenwulpen (roman) 1978 De stekelbaars (wetenschappelijke studie) 1978 A study of a short term behaviour cycle (proefschrift) 1978 De dorstige minnaar (verhalen) 1979 Ongewenste zeereis (essays en verhalen) 1979 De aansprekers (roman) 1980 De droomkoningin (roman) 1981 De zaterdagvliegers (verhalen) 1982 De vrouw bestaat niet (essays) 1982 Alle verhalen (verhalen) 1983 De kroongetuige (roman) 1983 Het eeuwige moment (essays) 1984 De ortolaan (boekenweekgeschenk) 1984 Het roer kan nog zesmaal om (autobiografie) 1985 De huismeester (verhalen) 1986 De jakobsladder (roman) 1987 De draagmoeder (verhaal) 1987 Het uur tussen hond en wolf (roman) 1988 De steile helling (roman) 1989 De unster (verhalen) 1990 Een dasspeld uit Toela (essays) 1991 Onder de korenmaat (roman) 1992 Een havik onder Delft (essays) 1993 Het woeden der gehele wereld (roman) 1996 Het gebergte. De tweeënvijftig romans van S. Vestdijk (essays)(met H. Br. Corstius) 1996 De nakomer (roman) 1997 Wie God verlaat heeft niets te vrezen. De Schrift betwist (essays)
Eigen Mening Door dit boek werd ik erg tot doorlezen gedreven. Het is spannend en heeft veel inhoud door de mening van de schrijver die er in is verwerkt. Het laat zien hoe ook minder bejubelde personen hun eigen leven en hun eigen verlangens hebben, en hoe deze hen zelfs bijna fataal kunnen worden. Het is daarnaast ook leuk om personen te zien terugkomen uit een ander deel van het oeuvre van deze schrijver, van wie ik zeker nog meer boeken ga lezen, onder welke waarschijnlijk ook “Het woeden der gehele wereld” zich gaat bevinden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De nakomer door Maarten 't Hart"