Waterdiertjes en waterkwaliteit

Beoordeling 4.2
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • 1e klas vwo | 475 woorden
  • 22 januari 2002
  • 104 keer beoordeeld
Cijfer 4.2
104 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Buitenpracticum: Waterdiertjes en waterkwaliteit (onderzoek nummer 1) Datum: woensdag 6 juni '01 1. Wat wil ik onderzoeken? a) Wat is de waterkwaliteit van de sloot tegenover de school (bij het hockeyveld)? b) Welke dieren leven in wat voor waterkwaliteit? c) Waardoor is de (eventuele) vervuiling opgetreden? 2. Wat veronderstel ik? a) Ik veronderstel dat het water in de sloot sterk verontreinigd is, omdat het water er troebel uitziet. b) Ik veronderstel dat er in dit water dus dieren als: zoetwaterpissebedden, rattestaartlarven, steekmuglarven en bloedzuigers zullen leven, omdat deze dieren in sterk verontreinigd water voorkomen. c) Ik veronderstel dat de vervuiling is opgetreden door de bouwvak die op dit moment zijn afval in het water loost. 3. Wat ga ik doen? Ik zoek een plekje uit bij de sloot zonder al te veel waterplanten. Ik doe een laagje water in een ondiepe bak. Dan ga met hulp van een schepnet waterdiertjes vangen. De diertjes die ik gevangen heb leeg ik in een ondiepe bak. Met behulp van een zoekkaart ga ik de diertjes determineren. Dan kijk in welk waterkwaliteit de diertjes leven, en noteer ik dit op een apart blaadje. Hetzelfde doe ik op een plekje waar wel waterplanten zijn en daarna schep ik vooral bij de bodem. Tenslotte zet ik de diertjes weer terug in het water.
4. Wat heb ik nodig? Om dit onderzoek te doen heb ik nodig: „} 2 schepnetten (omdat we dit in een groepje doen) „} 2 ondiepe bakken „} een zoekkaart om de dieren te determineren „} een zoekkaart om te kijken in welke waterkwaliteit de dieren leven „} een blaadje om te noteren welke dieren ik vind 5. Wat neem ik waar? De sloot en eromheen: het water van de sloot is troebel, grijs. Rondom de sloot is veel gras en modder en staan afval en machines van de bouwvak. In de ondiepe bakken zitten veel waterdiertjes en een paar kleine slakken; hieronder worden ze genoemd: Naam dier: Aantal: Waterkwaliteit: Schaatsenrijder 1 weinig verontreinigd
Poelslak 4 weinig verontreinigd
Ruggezwemmer 1 - Tubifex 12 - Watertor 3 - Watervlo (twee soorten) 3 matig verontreinigd
Waterluis ontelbaar - vrij veel - Zoetwaterpissebed 1 sterk verontreinigd
Schaatsenrijder medicinale bloedzuiger
Muggelarve 1 sterk verontreinigd
Haftelarve 2 - Medicinale bloedzuiger 4 sterk verontreinigd
We hadden ook nog een zoetwatermossel gevonden, maar niet op de plaats waar we de rest van de waarnemingen gedaan hebben. 6. Welke conclusie kan ik trekken? Het is lastig een goede conclusie te trekken. Dit komt omdat ik dieren heb gevonden die voorkomen in weinig, matig en sterk verontreinigd water. Het aantal dieren in weinig verontreinigd water is: 5. Het aantal dieren in matig verontreinigd water is: 3. Het aantal dieren in sterk verontreinigd water is 6. Dit betekent dat er dus ongeveer evenveel in weinig als in sterk verontreinigd water leven. Daarom denk ik dat de watermonsters uit matig verontreinigd water afkomstig zijn, omdat dat tussen weinig en sterk in zit. Ik denk dat de verontreiniging komt door de bouwvak die er op dit moment plaatsvindt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.