Arabieren

Inhoudsopgave -Inleiding
1. Het ontstaan van de Islam
2. Het Arabische Rijk
3. De economie van het Arabische Rijk -Inleiding- In dit werkstuk ga ik vertellen over de Arabieren in de middeleeuwen. Het is allemaal begonnen met een groep rondtrekkende herders in de woestijn. De Arabieren hadden een aantal dingen anders dan West Europa, zo hadden ze een andere godsdienst. Ze hadden een groot rijk met een bloeiende beschaving. Ze waren dus verder ontwikkeld dan de West Europeanen . Het volk was dan ook een voorbeeld voor West Europa. Ik zal u nu wat vertellen over het Arabische Rijk. Het Arabische Rijk bestond voor een groot deel uit rotsachtige woestijn, maar er waren ook grote vruchtbare stukken en vele oases. Het Arabische Rijk gold van ongeveer 600 (N. Chr.) tot 1250 (N. Chr.) en het was van 750 (N. Chr.) tot 1250 (N. Chr.) op zijn hoogtepunt. Ik hoop dat u dit werkstuk met veel plezier zal lezen. 1. Het ontstaan van de Islam Omstreeks 600 (N. Chr.)leefde er een karavaanhandelaar, Mohammed in Mekka in Arabië. Hij ging veel op reis en kwam dan vaak Joden en Christenen tegen die vertelden over hun godsdienst. Zo ging hij nadenken over de verschillende goddiensten en raakte ervan overtuigd dat er maar één god was. Omdat de Arabieren in vele goden en geesten geloofden ging Mohammed daar verandering in brengen. Mohammed ging tegen iedereen die hij tegenkwam vertellen over de nieuwe god die ze moesten gaan geloven. De bewoners van Mekka waren niet zo blij met dit verhaal en Mohammed kreeg zoveel tegenslag dat hij de stad moest verlaten. Mohammed ging naar Medina 350 kilometer ten noorden van Mekka. Ook hier ging hij het verhaal aan iedereen vertellen hier kreeg hij wel veel aanhangers. Hij zei dat er een engel van god naar hem was langsgekomen en die engel had gezegd dat een profeet (iemand die van god tot mensen spreekt) moest worden. Mohammed trad op als profeet van 610 (N. Chr.) tot 622 (N. Chr.). Mohammed vertelde als profeet over de nieuwe godsdienst de Islam met de god Allah. Mohammed noemde de aanhangers van de Islam Moslims. Toen Mohammed in 632 (N. Chr.) overleed was het grootste deel van het Arabische schiereiland bekeerd tot de Islam.
2. Het Arabische Rijk Na de dood van Mohammed namen een aantal machtige kaliefen (opvolgers) het leidersschap over. Ze gingen tot verovering over, omdat in de Koran (heilige geschriften van de Arabieren) stond dat het een belangrijke plicht was mensen tot de Islam te bekeren. Deze oorlog werd de heilige oorlog genoemd. En, omdat de Arabieren een goed en georganiseerd leger hadden veroverden ze in een korte tijd een groot aantal gebieden. Een andere reden van de snelle verovering is dat de overwonnen volken wel blij waren met de komst van de Arabieren. Daarnaast konden de Arabische soldaten goed tegen de woestijn en andere volken niet. De volgende landen werden veroverd na de dood van Mohammed: Israël, Irak, Iran, Syrië en een groot deel van Egypte en Libië. Het Arabische Rijk veroverde tot 661 (N. Chr.): Afghanistan, Pakistan, een groot deel van Spanje en delen van Algerije. De volken die het Arabische Rijk veroverden werden niet met geweld bedreigd. De mensen van een andere godsdienst zoals Christenen en Joden geloofden wel in dezelfde god, maar geloofden ze niet dat Mohammed hun boodschapper was. Het leven van mensen van een andere godsdienst werd beschermd door de Arabieren. Daarover moesten ze belasting betalen. Ze mochten geen wapens in bezit hebben en moesten laten zien dat ze een andere godsdienst geloofden. De Arabieren dachten dus net zo over andere godsdiensten als dat ze over hun eigen dachten. Het Arabische Rijk was in het jaar 750 (N. Chr.) op zijn hoogtepunt. De kaliefen (opvolgers) breidden het Arabische Rijk steeds meer uit en 1werden steeds machtiger. Ook door handel met landen rondom de Middellandse Zee werden ze steeds belangrijker. Maar op een gegeven moment viel het Arabische Rijk uitéén, omdat er een verschil van opvattingen ontstond tussen twee groepen. Door de verdeeldheid tussen de twee groepen veroverden de Mongolen in de dertiende eeuw al delen van het Arabische Rijk. Later veroverden ook de Ottomanen delen van het Arabische Rijk. Kortom einde Arabische Rijk. Conclusie Na dit werkstuk ben ik veel te weten gekomen over de Arabieren en dat onderwerp heeft mij erg geboeid. Een tijdlang waren de Arabieren erg machtig en het Arabische Rijk breidde zich snel uit onder andere door de wilskracht voor het voortzetten van de Islam. In het jaar 750 (N. Chr.) was het Arabische Rijk op zijn hoogtepunt en ook het machtigst. De Arabieren hadden munten waarmee ze betaalden, maar ook al bibliotheken, artsen, ze konden papier maken enz. De Arabieren leefden in een hoog ontwikkelde samenleving waarvan West Europa veel heeft geleerd. Verder hoop ik dat u het een boeiend werkstuk vond. 3. De economie van het Arabische Rijk Er waren veel Arabieren die van de veeteelt leefden, maar er waren maar een aantal Arabieren die op een stukje land vee hielden. Dat was, omdat de grond in het Arabische Rijk erg droog was. De meeste Arabieren die van veeteelt leefden trokken steeds weer weg op zoek naar een andere bron. Ze hadden dan schapen en kamelen mee. Zo’n beetje alles van de dieren werd gebruikt door de Arabieren het vlees aten ze op, van de haren maakten ze touw en de huid werd gebruikt om leer van te maken. Als zo’n groep rondtrekkende Arabieren dan in een stad aankwamen gingen ze spullen ruilen met ambachtslieden. De meeste Arabieren leefden van de landbouw. De landbouw lukte beter aan de kust en aan rivieren, omdat de grond daar meer vruchtbaar was. Soms legden de Arabieren ook kanaaltjes aan om water uit de bergen of uit ondergrondse bronnen te halen. Daardoor produceerde de boeren meer dan ze zelf nodig hadden. Wat ze over hadden verkochten ze aan handelaren en verkochten het in de stad. Handelaren trokken vaak over handelroutes van stad naar stad en van land naar land om spullen te halen zoals: glaswerk, kristal, zijde, bont enz. De handelaren verkochten hun handelswaar vaak in de steden zo ontstonden er in Bagdad warenhuizen. In die waren huizen waren luxe producten te koop, maar ook gewoon dagelijkse dingen zoals: graan, dadels, olie en zeep. Meestal reisden de handelaren per schip of met een kameel. De handelroutes liepen vaak door de woestijn en langs oases. Bij die oases werden herbergen gebouwd voor de handelaren. Handelaren trokken vaak in grote groepen zo’n groep werd een handelskaravaan genoemd. Voor de Arabisch handelaren was het erg makkelijk te handelen, omdat veel mensen uit andere landen ook Arabisch spraken. Door handelen kwamen er ambachtslieden, want met de spullen die de handelaren aanvoerden konden ambachtslieden hun producten maken. Elk beroep had zijn eigen straat zo had je bijvoorbeeld een straat van de kleermakers een straat van de juweliers ééntje van de koperslager en ééntje van suikerbakker. De handel leverde veel mensen werk op, maar het grootste voordeel lag toch bij de handelaren zelf. Ze verdienden vooral veel geld aan het handelen over grote afstanden. Ze haalden spullen die niet in hun eigen land te krijgen waren en ruilden die voor luxe producten. De Arabieren haalden zo uit Europa hout, ijzer, huiden en slaven in ruil voor goud, edelstenen, ivoor en zijde. Deze kostbaarheden waren voor het jaar 1000 (N. Chr.) zeldzaam in Europa. De Arabieren hadden ook al vrij snel munten wat ze van de Romeinen hadden overgenomen je kon in het hele Rijk met dezelfde munten betalen. Dit betekent dat de Arabieren toen al erg ver ontwikkeld waren. Verspreiding van de Islam
Vrijwel geheel islamitisch is de bevolking van: Afghanistan
Algerije
Bahrein
Jemen
Iran
Koeweit
Libië Marokko
Mauritanië Oman
Quatar
Saudi Arabië Somalië Tunesië Turkije
Verenigde Arabische Emiraten
West Sahara
Ca. 90 % van de bevolking is Islamitisch in: Egypte
Indonesië Irak
Jordanië Mali
Pakistan