Hoofdstuk 4

Paragraaf 13
Rijst wordt verbouwd op sawa’s ( akkers onder water voor de natte rijstbouw). Er wordt 3 keer per jaar arbeidsintensief geoogst. Tot 1970 waren de boeren zelfverzorgend. In 1970 komt de groene revolutie door nieuwe rijstsoorten. Stad heeft voedsel nodig, boer word commercieel. Alles gaat nu met machines (mechanisering). Door deze welvaart komt er een overschot aan kinderen en word er voorlichting over geboortebeperking gegeven (family-planning), kinderen per gezin daalt van 4-5 (1980) naar 2-3 (2000). Door welvaart gaan meer kinderen naar school.

Paragraaf 14

Tot 1980 was China een communistisch land met de dictator Mao Ze Dong (1949-1976), zijn opvolger Deng Xiaopiong besloot in 1980 het land kapitalistisch te maken met een vrijemarkteconomie. De deuren naar de westerse wereld werden geopend. Economische vrijheid werd toegestaan in de speciale economische zones (SEZ). De westerse landen kregen een droompakket aangeboden: hardwerkende arbeiders lage lonen, goedkope grond, lage belastingen en veel vrijheid om mensen aan te nemen of te ontslaan. Maar er is nog geen politieke vrijheid. Er ontstaat een “Global shift” (verschuiven van economisch zwaartepunt) EU -> VS -> landen rond Grote Oceaan (Pacafic)
Tijgers:
Tijgers richten zich vooral op de export (kleding, scooters, auto’s en elektronica)
Oude tijger: Japan
Nieuwe tijgers: Zuid-Korea, Taiwan, Singapore en Hongkong.
Aankomende tijger: China

Paragraaf 15:
Omschrijving Japan:
2e economische macht ter wereld, 4 grote en 39000 kleine eilanden, veel reliëf, weinig grondstoffen, geen energiebronnen en veel aardbevingen, taifoens en tsunami’s

Oorzaak suces van Japan:
-    Tot 1945 strenge, dictatoriale regering.  Die zorgde voor een vrij markt en hield de lonen laag (positief voor de export naar VS en EU). Ook zorgde de regering voor lage belastingen. In de cultuur van Oost- en Zuidoost Azië is de groep belangrijk dan de enkeling.
-    Er word ook heel goed en snel gewerkt, het werk is voor de Japanners iets wat zeer belangrijk is.

Lagelonenlanden zijn landen waar de lonen lager zijn zoals Zuid-Korea en Taiwan
Eenvoudige producten(kleding, schoenen en speelgoed) zijn arbeidsintensieve producten.
Technisch moeilijkere producten(elektrische aparaten en software) zijn kennisintensieve producten.