HOOFDSTUK 35
p.1
Hoger management : strategisch
Midden management : tactisch
Lager management : operationeel
Informatieverzorging afhankelijk van:
Soort vd organisatie
Grootte vd organisatie
Doel vd organisatie
Lijnorganisatie: de hiërarchische lijnen lopen van boven naar beneden.
Functionele indeling: onder de top van de organisatie zijn de taken en personen gegroepeerd naar functie
Voordeel organigram: de taakverdeling en hiërarchie zijn goed zichtbaar.
p.2
3 verschillen tussen informatievoorziening in een industriële onderneming en in een handelsonderneming:
Organisatiestructuur is ingewikkelder
Lastiger om een verband te leggen tussen inkomende en uitgaande geldstromen
De termijn van planning is langer door hogere investeringen.
1. Organisatiestructuur is ingewikkelder:
Er zijn meer afdelingen in een industriële onderneming. Meestal met de volgende afdelingen: Productie, Research&Development, Kwaliteitscontrole en Bedrijfsbureau.
Bedrijfsbureau heeft behoefte aan de volgende informatie:
Ontvangen orders bij productie op bestelling en verwachte afzet bij productie voor de markt.
Overzicht van benodigde materialen, arbeidsuren etc.
Gegevens over de voorraden grondstoffen, huidige voorraad, de al lopende bestellingen etc.
Gegevens over het beschikbare personeel
Gegevens over de machines, bezetting, technische gegevens, capaciteit etc.
Gegevens voor de voorcalculatie, normen voor het productieproces Verbruikte grondstoffen
Gewerkte etc.
Productie geeft gegevens door over:
arbeidsuren
Werkelijke draaiuren van de machines
Eventuele bijzonderheden, zoals stilstand.
2. Lastiger om een verband te leggen tussen de inkomende en uitgaande geldstromen.
Bij een industriële onderneming wordt een product gemaakt d.m.v. grondstoffen, personeel en machines dat dan wordt verkocht. Integendeel tot een handelsonderneming is het erg moeilijk om een verband te leggen tussen de inkomende en uitgaande geldstromen.
3. Langetermijnplanning door hogere investeringen.
De industriële onderneming investeert ook nog in machines en kan niet gemakkelijk overschakelen op een ander product. De langetermijnplanning speelt dan ook een grotere rol bij de industriële onderneming dan bij de handelsonderneming.
p.3
Voordelen van ICT:
Kostenbesparingen (minder personeel, niet meer per post)
Snelheidswinst (gebruik van spreadsheetmodel)
Verbetering van de informatievoorziening (internet)
Nadelen van ICT:
Ondoorzichtigheid van programma’s (fout bij het invoeren van gegevens)
Afhankelijkheid van derden
Kwetsbaarheid (wissen van gegevens, sabotage)
Voordelen computerboekhouden:
Voorkomen van herhalende werkzaamheden
Kans op overschrijffouten kleiner
Handelingen hoeven niet meer dubbel gedaan worden
Grote tijdsbesparing
Verbetering informatievoorziening
Voordelen scannen:
Snelheid
Kleinere kans op foute aanslagen
Nadeel scannen:
Controle op juiste prijzen is lastiger
D-base: een verzameling gegevens die op een bepaalde manier zijn geordend.
Voordeel elektronisch bijhouden: gegevens kunnen snel worden aangepast, tussengevoegd en anders gerangschikt worden.
DTP-programma’s: om professionele advertenties of brochures te maken.
HOOFDSTUK 36- massaproductie
p.1
Kostprijs: totale constante standaardkosten/normale productie +
totale variabele kosten/begrote productie
Constante standaardkosten: afschrijvings- en interestkosten, huurkosten en verzekeringskosten.
Variabele standaardkosten: grondstofkosten en arbeidskosten van uitzendkrachten.
Gewenste verkoopprijs (incl. btw): gewenste verkoopprijs(excl. btw) + btw
Gewenste verkoopprijs (excl. btw): standaardkostprijs + winstopslag
Standaardkostprijs: tarief const. Standaardkosten + tarief var. Standaardkosten
Tarief constante standaardkosten: constante standaardkosten/normale productie
Constante standaardkosten: afschrijvingskosten + rentekosten + overige constante kosten
Tarief variabele standaardkosten: variabele standaardkosten/begrote productie
Variabele standaardkosten: grondstofkosten + arbeidskosten + overige variabele kosten
p.2
Voorcalculatorisch bedrijfsresultaat: begroot verkoopresultaat + begroot budgetresultaat
Begroot verkoopresultaat: netto-omzet – afzet tegen kostprijs
Netto-omzet: begrote afzet x verkoopprijs
Afzet tegen kostprijs: begrote afzet x kostprijs
Begroot budgetresultaat: afzet tegen kostprijs – begrote kosten van de afzet
p.3
Bezettingsresultaat: (Begrote productie – normale productie) x constante standaardkosten/normale productie
p.4
Budgetresultaat: prijsresultaat, efficiencyresultaat, bezettingsresultaat.
Bezettingsresultaat: (Begrote productie – normale productie) x constante standaardkosten/normale productie
Efficiencyresultaat: (standaardhoeveelheid – werkelijke hoeveelheid) x standaardprijs
Prijsresultaat: (standaardprijs – werkelijke prijs) x werkelijke hoeveelheid
HOOFDSTUK 37- stukproductie
p.1
Gewenste verkoopprijs(incl. btw): gewenste verkoopprijs(excl. btw) + btw
Gewenste verkoopprijs(excl. btw): kostprijs + winstopslag
Winstopslag: opslag % voor winst x kostprijs
Kostprijs: directe kosten van een product + opslag voor de indirecte kosten
Directe kosten van een product: toegestane grondstofkosten + toegestane loonkosten
Toegestane grondstofkosten: verbruik x prijs
Toegestane loonkosten: aantal uren x uurloon
Opslag voor de indirecte kosten: opslag % indirecte kosten x bedrag vd opslagbasis
(grondstofkosten, loonkosten, andere indirecte kosten).
Voorcalculatorisch bedrijfsresultaat: voorcalculatorisch verkoopresultaat + voorcalculatorisch budgetresultaat.
Voorcalculatorisch verkoopresultaat: som van de winstopslagen vd verkochte producten.
Voorcalculatorisch budgetresultaat: resultaat op directe kosten + resultaat op indirecte kosten
Resultaat op directe kosten: toegestane directe kosten – begrote directe kosten
Resultaat op indirecte kosten: dekking indirecte kosten – begrote indirecte kosten.
HOOFDSTUK 38
p.1
Interne verslaggeving: verslaggeving naar personen van de eigen organisatie. (Geeft vooral sturingsinformatie aan het management.)
Externe verslaggeving: verslaggeving naar instanties en personen buiten de onderneming. Publicatie van de jaarrekening is verplicht bij de nv/bv, doordat de leiding en eigendom daar gescheiden zijn. Hiermee legt de leiding verantwoording af aan de aandeelhouders. (KvK)
p.2
Het Burgerlijk Wetboek Deel 2 Titel 9 geeft drie soorten wettelijke regels voor de externe verslaggeving:
Inrichtingseisen: Bepalingen voor het opstellen van de jaarrekening, jaarverslag en de overige gegevens.
• Jaarrekening: balans, winst-en-verliesrekening en toelichting op beiden.
• Jaarverslag: toestand vd onderneming op de balansdatum en de gang van zaken in het boekjaar. Ook de toekomstparagraaf.
• Overige gegevens: accountantsverklaring, statutaire regels voor de winst en de gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiele gevolgen.
Publicatie-eisen: Regels over hoe een onderneming de stukken openbaar kan maken.
Controle-eisen: De rol van de accountant.
p.3
Accountantsverklaring om de belangen van de betrokken personen en instellingen (stakeholders) te waarborgen.
Stakeholders:
Schuldeisers
Overheid
Aandeelhouders
Werknemers
Banken
Taken accountant:
Jaarrekening en jaarverslag volgens wettelijke regels.
Jaarrekening en jaarverslag niet in strijd met elkaar.
Overige gegevens ook werkelijk opgenomen.
p.4
Niet-commerciele organisaties twee keuzes:
Systeem van ondernemingen
Registratie volgens de specifieke richtlijnen voor een niet-commerciële organisatie.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden