koude oorlog

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 2095 woorden
  • 21 juni 2010
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Februari 1945- Conferentie in Jalta

Juni 1945- Oprichting Verenigde Naties

Juli-augustus 1945- Conferentie in Potsdam

Juni 1947- Marshallplan

Juni 1948- Duitse mark in westzone

Juni 1948-mei 1949- Blokkade van Berlijn. En de luchtbrug.

April 1949- Oprichting NAVO

Oktober 1949- Twee aparte staten. Oost- en West-Duitsland


1949- Sovjet-Unie heeft een atoomwapen

1950-1953- Korea Oorlog

1955- West Duitsland in de NAVO. Oprichting Warschaupact.

1957- Lancering Spoetnik

1961- Bouw Berlijnse muur.

1962- Cubacrisis.

1965-1975- Vietnam Oorlog


1985- 1) Gorbatsjov leider Sovjet-Unie. 2) Invoering Perestrojka.

1987- Ontwapenings verdrag Sovjet- Unie met de VS.

1988- 1) Demonstratische veranderingen in grondwet Sovjet- Unie. 2) Sovjet troepen weg uit Afghanistan.

September 1989- IJzeren Gordijn gaat open.

9 november 1989- Val van de Berlijnse Muur.

Eerste maanden van 1990- 1) Vrije verkiezingen in Oost- Duitsland. 2) invoering West Duitse mark in Oost Duitsland.

3 oktober 1990- Eenwording van Duitsland.

1991- De Sovjet- Unie valt uiteen. Gorbatsjov wordt overbodig.


Juni 1989 Polen

September 1989 Hongarije

9 november 1989 Oost- Duitsland

November 1989 Tsjecho-Slowakije

November 1989 Bulgarije

December 1989 Roemenië

§1:

4 februari 1945: de drie wereldleiders komen bij elkaar in Jalta.

Amerika – President Roosevelt.

Engeland- minister president Churchill.

Rusland- leider Stalin.

De leiders kwamen samen om afspraken te maken voor Europa na de oorlog. Roosevelt zat vol idealen. Hij vond dat bevrijde volken in Europa recht hadden op hun vrijheid. Ook moesten ze democratische regeringen krijgen die ze zelf zouden kiezen. Churchill maakte zich zorgen. Hij was bang dat alle Europese landen communistisch werden. Stalin wilde juist voorkomen dat de Sovjet-Unie opnieuw werd aangevallen vanuit het westen. Hij vond ook dat je niet op afspraken kan vertrouwen. Dat bleek in 1941 toen Hitler ondanks duidelijke afspraken toch de Sovjet- Unie aanviel. Het leek of de grote Drie eensgezind waren maar uiteindelijk werden ze het maar over een paar dingen eens:

• Duitsland en Berlijn zouden na de oorlog verdeeld worde in bezettingszones.

• In het bevrijde Europa zouden vrije verkiezingen komen.

• Er zou een internationale vredesorganisatie komen om de wereldvrede te bewaken.

3 maanden later was de oorlog in Europa voorbij. Na zware gevechten gaf Duitsland zich over op 8 mei 1945. Het land en Berlijn werden zoals afgesproken verdeeld in bezettingszones. Maar in Roemenië, Hongarije en Bulgarije kwamen geen vrije verkiezingen. Hier kwamen communistische regeringen aan de macht. In juni 1945 werden wel de Verenigde Naties ( VN ) opgericht. Hier werden 51 landen lid van. Ze beloofden vrijheid te bevorderen en een toekomstige oorlog te voorkomen. De 5 machtigste landen de: VS, Sovjet-Unie, Engeland, Frankrijk en China kregen in de Veiligheidsraar van de VN het Vetorecht. Dit was het recht om besluiten te blokkeren. De afspraken van Jalta kregen grote gevolgen. In juni 1945 kwamen de wereldleiders opnieuw bij elkaar. Nu in Potsdam, om te praten over de toekomst van Duitsland. Er waren 2 nieuwe gezichten. Roosevelt was in april 1945 overleden -> Truman volgde hem op. Churchill was verslagen bij de verkiezingen -> Attlee. Truman kwam ermee dat de Amerikanen een atoombom hadden. Stalin was ervan overtuigd dat er een oorlog zou komen tussen kapitalistisch en communistisch. Afspraken in Potsdam.

• De verdeling van Duitsland en Berlijn mocht niet te lang duren.

• Duitsland zou een economische eenheid blijven.

• De Duitse fabrieken werden buiten bedrijf gesteld -> machines + onderdelen -> herstelbetalingen.

De VS in Duitsland ging al snel samenwerken met Engeland + Frankrijk. Deze 3 bezettingszones werden samengevoegd tot 1(westerse) zone -> er ontstond blokvorming tussen oost en west. Volgens Truman zouden landen waar een communistisch bestuur was minder kans krijgen. Daarom kwam de VS in juni 1947 met het Marshallplan. Stalin wilde hier geen gebruik van maken en hij noemde het Dollarimperialisme. In juni 1948 kreeg de westerse zone van Duitsland een nieuwe munt. De Duitse Mark. Stalin blokkeerde alle wegen naar West-Berlijn maar de Amerikanen + Britten gaven niet zomaar op. Ze bevoorraden de stad met een luchtbrug. Nog voor de blokkade voorbij was sloten de West- Europese landen met de VS een militair bondgenootschap. De NAVO. Zij beloofden steun bij aanval op 1 van hun. In oktober 1949 was de splitsing van oost en west Duitsland definitief. In 1955 werd west Duitsland ook lid van de NAVO.

§2:

Dwars over Europa van noord naar zuid, is een ijzeren gordijn neergelegd. Dit zei de vroegere Engelse minister-president Churchill in 1946. Churchills angst was uitgekomen. De landen in Oost- Europa waren communistisch geworden en de Sovjet- Unie had veel invloed op deze landen. Hierdoor was Europa bovendien in tweeën gedeeld. De grens was afgesloten met prikkeldraad en wachtposten. In Churchills woorden: het ijzeren gordijn. Churchill had gelijk. Duitsland was ook in tweeën gedeeld. West Duitsland had wel de Marshallhulp aangenomen en de economie ging daar nu beter. In Oost Duitsland ging het slechter daar kwam een communistisch bestuur gebaseerd op 5 jarenplannen. De tweedeling was op zich niet zo ernstig maar de voortdurende confrontaties tussen Oost en West waren wel gevaarlijk. De eerste harde confrontatie tussen Oost en West was de blokkade van Berlijn in 1948-1949. Er kwam nog geen echte oorlog maar de dreiging nam toe: de Koude Oorlog was begonnen. Berlijn werd door de geallieerden bestuurd. Hier was de grens tussen oost en west niet dicht. Maar in de jaren 50 vluchtten steeds meer ontevreden Oost-Duitsers via Berlijn naar West-Duitsland. De Oost-Duitse regering besloot daarom ook om hier de grens af te sluiten. In augustus 1961 werd de Berlijnse Muur gebouwd. Deze muur stond in de Sovjetzone en liep dwars door alles heen. Mensen raakten hun banen kwijt en konden hun familie leden aan de andere kant van de muur niet meer spreken. Op 16 juli 1945 slaagde de eerste Amerikaanse kernproef in de woestijn van Nieuw Mexico. Drie weken later werd de atoombom afgeworpen boven Japan. Er vielen heel erg veel doden en gewonden. Maar de VS kreeg met dit massavernietigingswapen wel een enorm militair overgewicht. De Sovjet –Unie kon niet achterblijven. Jarenlang werkte dit land in het diepste geheim aan de ontwikkeling van de atoombom. Iets dat in 1949 tot succes leidde. De bewapeningswedloop tussen de VS en de Sovjet- Unie zou nog tot 1987 duren. Gevaren van de bewapeningswedloop:

• Wapens inzetten tegen de ander en zijn bondgenoten.

• Een simpel conflict kan leiden tot een wereldoorlog.

• Kon andere overbluffen. Dit probeerde de Sovjet-Unie na de lancering v.d. Spoetnik in 1957.

• De wapens konden steeds effectiever worden ingezet.

• Er zouden vele slachtoffers kunnen vallen.

Toen de Sovjet-Unie in 1949 een atoomwapen had richtte de VS met de West –Europese landen de NAVO op. Toen West-Duitsland in 1955 lid werd van de NAVO richtte de Sovjet-Unie samen met de Oostblok landen het Warschaupact op. In Korea, Cuba en Vietnam waren ook confrontaties. In Korea was de situatie in 1945 net zoals die van Duitsland. In 1948 ontstonden 2 landen: noord en zuid- Korea. 2 jaar later viel noord Korea zuid Korea binnen om het land te herenigen. Noord Korea kreeg wapens van de Sovjet-Unie. Zuid-Korea kreeg steun van de VS, die militaire stuurden. Toen in 1953 een wapenstilstand werd gesloten, was de grens tussen noord en zuid Korea nog hetzelfde als in 1950. De VS was bang dat het ene na het andere land communistisch zou worden. Zij gebruikten deze dominotheorie om militair in te grijpen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de Cubacrisis in 1962. Fidel Castro had in Cuba het communisme ingevoerd. Cuba vroeg de Sovjet-Unie om hulp tegen een nieuwe Amerikaanse aanval. De Sovjet-Unie plaatste daarop kernwapens op Cuba, die een groot grondgebied van Amerika konden bereiken. De Amerikanen blokkeerde toen met marineschepen het eiland en eisten dat de kernwapens verwijderd moesten worden. Na 6 spannende dagen gaf de Sovjet-Unie toe. De wereld was aan een atoomoorlog ontsnapt.

In Azië ontstond nu ook weer het één en ander. Na China en Noord-Korea werd ook een del van Vietnam communistisch. Dit land werd in 1954, nadat de Fransen er waren vertrokken, opgedeeld in een communistisch Noord-Vietnam en een kapitalistisch Zuid-Vietnam. Noord-Vietnam kreeg financiële steun van China en de Sovjet-Unie. Zuid-Vietnam kreeg steun van de VS. In 1965 stuurden de VS troepen naar Zuid-Vietnam om het communisme een halt toe te roepen. Maar zij konden de guerrillaoorlog niet winnen. In 1973 tekenden de VS en Noord-Vietnam een vredesverdrag. De Amerikaanse troepen gingen naar huis. In 1975 werd ook Zuid-Vietnam communistisch. De VS had het communisme hier niet meer kunnen stoppen.

§3:

In 1985 werd Michail Gorbatsjov leider van de Sovjet-Unie. Gorbatsjov kwam met duidelijke voorstellen. Hij vond dat er een Perestrojka moest komen in de Sovjet-Unie. Dat is een verandering van het communisme. Die verandering moest op twee gebieden plaats vinden: economisch en politiek.

• Op economisch gebied voerde Gorbatsjov een beperkte vorm van een markteconomie in. Gebaseerd op vraag en aanbod. Hij stimuleerde de oprichting van kleine privé-bedrijven. Ze bepaalde zelf hun prijzen en zo konden ze met elkaar concurreren. Maar de bedrijven moesten zich wel aan de 5 jarenplannen houden. Hij hoopte dat de productie nu omhoog ging en dat arbeiders harder zouden werken.

• Op politiek gebied veranderde Gorbatsjov de grondwet van de Sovjet-Unie. Hij was voor een democratisch gekozen bestuur. Volgens de nieuwe grondwet van 1988 konden de Sovjetburgers van de parlementen en de presidenten van hun deelrepublieken rechtstreeks kiezen. Er mochten ook andere partijen komen naast die van het communisme. Hij wilde meer openheid ( Glasnost ) in de Sovjet-Unie.

De gevolgen waren onverwacht groot. Door de markteconomie stegen de prijzen en ontstonden er tekorten. De eenheid kwam in gevaar omdat burgers zich hiertegen gingen verzetten tegen het centrale bestuur in Moskou. Gorbatsjov veranderde ook de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie omdat hij de militaire uitgaven niet meer kon betalen.

• In 1988 trok hij de Sovjettroepen terug uit Afghanistan. Ze waren daar al sinds 1979 om de communistische regering van dat land te steunen. Maar het Sovjetleger kon de guerrillaoorlog daar niet winnen.

• Hij streefde naar samenwerking met het westen. In 1987 sloot hij met de Amerikaanse president Reagan een verdrag, dat bepaalde soorten kernwapens afschafte. Andere verdragen over ontwapening volgden.

40 jaar lang bepaalde de Sovjet-Unie het bestuur de economie van de Oostbloklanden. Gorbatsjovs perestrojka-ideeën brachten de regeringen van de Oostbloklanden ook in verwarring. Maar de burgers van die landen hadden de boodschap van Gorbatsjov goed begrepen en gingen massaal demonstreren. Dit leidde tot de volgende democratische veranderingen in het Oostblok:

• In Polen bereikte de vakbond solidariteit dat er vrije verkiezingen kwamen. In juni 1989 wonnen niet-communistische deze verkiezingen.

• Hongarije kreeg in 1989 een meerpartijensysteem. Ook hier verloren de communisten de verkiezingen. Hongarije verwijderde toen ook de grensversperringen bij Oostenrijk: het IJzeren Gordijn was open.

• In Oost-Duitsland vluchtten daarop duizenden mensen via Hongarije naar het westen. Anderen liepen mee in massale demonstraties tegen de Oost-Duitse regering. Toen Gorbatsjov weigerde om de Oost-Duitse regering te helpen, besloot Oost-Duitsland op 9 november 1989 de doorgang in de Berlijnse Muur open te stellen. Dezelfde avond nog begonnen mensen de Muur af te breken.

• Na de val van de Berlijnse Muur demonstreerden in Tsjechoslowakije duizenden mensen voor meer democratie. In november 1989 kreeg Tsjechoslowakije een meerpartijensysteem.

• Ditzelfde gebeurde in Bulgarije in november 1989.

• Eind december 1989 brak in het laatste land van het Oostblok, Roemenië, een bloedige revolutie uit. Na dagenlang vechten werd de communistische leider gevangen genomen en gedood. Hierna kreeg ook Roemenië vrije verkiezingen en een meerpartijensysteem.

In de Sovjet-Unie stegen de voedselprijzen en de tekorten werden groter. In 1991 kozen de burgers in verschillende deelrepublieken van de Sovjet-Unie een eigen parlement en een president. Daarna verklaarden zij zich onafhankelijk. Hierdoor werd Gorbatsjov overbodig. De Sovjet-Unie was verdwenen, Rusland, geleid door de president Jeltsin, werd de grootste republiek. Na de val van de Berlijnse Muur gingen duizenden Oost-Duitsers een kijkje nemen in het westen. Zij verbaasde zich over allemaal dingen omdat zij niet genoeg geld hadden om dat te kunnen kopen. Na 9 november 1989 vertrokken dagelijks 2 duizend mensen naar het westen om daar verder te leven. Deze uittocht dreigde voor beide Duitse staten rampzalig te worden.

Oost-Duitsland -> fabrieken draaiden niet omdat veel mensen weg gingen. En bussen reden ook niet meer. Het land stond hier op economisch gebied op instorten.

West-Duitsland -> weten niet hoe ze de mensen allemaal op moesten opvangen. Al deze mensen moesten ook eten en drinken hebben. Ze hadden ook een woning nodig en werk.

De West-Duitse bondskanselier Kohl zag maar 1 uitweg: het land herenigen, maar niet meteen. Hij wilde dat er eerst democratische verkiezingen kwamen in Oost-Duitsland. De nieuwe regering en het nieuwe parlement konden dan tot de Duitse eenwording besluiten. De tweede voorwaarde van Kohl was dat het verenigde Duitsland lid bleef van de NAVO, zijn voorstel werd besproken met de vroegere bezettingsmachten en met de Oost-Duitse regering. Toen zij akkoord gingen, konden zij vrije verkiezingen houden in Oost-Duitsland. In maart 1990 kozen de Oost-Duitsers een eigen parlement. De partij van Kohl kreeg de meeste stemmen. Als eerste stap in die richting werd de West-Duitse mark ingevoerd in Oost-Duitsland. In augustus 1990 stemde de meerderheid voor de hereniging. Op 3 oktober 1990 werden de twee Duitse staten weer herenigd tot 1 land. Deze dag van de Duitse Eenwording is sindsdien een nationale feestdag in Duitsland.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.