Apartheid in Zuid- Afrika

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 3867 woorden
  • 29 oktober 2009
  • 95 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
95 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding
Voor geschiedenis moeten we een presentatie houden over een onderwerp dat ons erg aanspreekt. We hebben gekozen voor het onderwerp apartheid in Zuid- Afrika, omdat het een onderwerp is wat we allemaal erg interessant vinden en waar we graag meer over willen weten.
Als hoofdvraag hebben wij: ‘Welke ontwikkelingen hebben geleid tot apartheid in Zuid- Afrika?’

Voor ons is het onbegrijpelijk dat iets als de apartheid kon bestaan. Toch is het nog maar 15 jaar geleden dat de apartheid officieel werd afgeschaft. En hoewel het dan misschien officieel is afgeschaft hebben de mensen in Zuid- Afrika nog dagelijks te maken met de gevolgen van de apartheid, zoals de grote economische achterstand & de discriminatie die er nog dagelijks plaats vindt.
In onze presentatie proberen we u een beeld te geven van de voorgeschiedenis van de apartheid en de gevolgen ervan.


Wat is Apartheid?
Apartheid was het officiële sociale en politieke systeem van rassenscheiding dat tussen 1948 en 1990 in Zuid-Afrika in werking was. Apartheid werd voor het eerst ingevoerd vanaf 1948 onder premier D.F. Malan, de leider van de Nationale Party.
Onder apartheid werd het mensen van verschillend ras verboden met elkaar te trouwen of seksuele relaties te hebben. Ook werden de publieke gelegenheden voor blank en zwart apart geregeld, zoals het openbaar vervoer. Daarnaast woonden de blanken in een apart gebied, het zogenaamde ‘blanke gebied.’ Hier hadden de zwarte Zuid-Afrikanen de status van gastarbeider en hadden zij slechts stemrecht in zogenaamd onafhankelijke ‘thuislanden,’ meestal de armste gebieden op het platteland.
Enkele andere apartheidswetten zijn:
• De ontuchtwet (1950)- verbod op seksuele relaties met iemand van een ander ras.
• De wet op bevolkingsregistratie (1950) – het registreren van ras was verplicht.
• De wet op verbod van gemengde huwelijken (1949).

Dit zijn slechts enkele wetten.
In Zuid- Afrika leidde de apartheid tot verschillende leefgebieden. Er was zowel een gebied waar alleen blank in leefde en er was een gebied waar alleen zwart in leefde. Vanwege de apartheid kreeg Zuid- Afrika met buitenlandse economische sancties te maken. Dit houdt in dat de import en export niet langer werd toegestaan.
De apartheid werd in 1990 formeel opgeheven doordat Nelson Mandela in 1990 na 28 jaar uit de gevangenis werd vrijgelaten en met zijn ANC in 1994 aan de macht kwam.


Zuid Afrika voor de

Apartheid.
Zuid-Afrika werd vanaf het begin van onze jaartelling door verschillende groepen mensen bewoond. Daarvan waren de belangrijkste de Khoihoi en de San. Khoihoi en de San hadden een lichtbruine huidskleur en waren erg klein. De San was een nomadenvolk van jagers die geen vee hielden. De Khoihoi waren herders die in de ogen van Hollanders kostbare veestapel hadden.
In 1652 stuurde de VOC een aantal handelaren om op het zuidelijkste puntje van Zuid-Afrika (Kaap de Goede Hoop) een fort te bouwen. Hier konden de schepen zich voorzien van verse groenten, vlees, water en andere behoeften, waarmee ze bijvoorbeeld die zieken aan boord konden genezen. De leider van deze missie was Jan van Riebeeck.
In 1657 wist hij de VOC ertoe over te halen om voor het bewerken van de grond negen boeren over te laten komen. Deze boeren kregen grote stukken land toegewezen bij de Tafelbaai om er groenten, fruit en tarwe te gaan verbouwen voor de VOC.
In dit zelfde jaar veranderde de situatie door de boeren. Er ontstonden conflicten met de oorspronkelijke bevolking, omdat zij steeds meer weidegebied van de Khoihoi inpikten. Door dit alles sneuvelden er veel leden van de Khoihoi bij de verdediging van hun land. Ook veel werden slachtoffer van ziekten zoals pokken en mazelen, deze ziektes werden veelal overgebracht door de blanken.
De San werden in de 19e eeuw systematisch uitgeroeid door boeren die jacht op hen maakten. Degenen die deze uitroeiing overleefde trokken noodgedwongen naar het noorden.
Maar niet alleen de San maar ook de Boeren vertrokken naar het noorden, zij kwamen later in conflict met de donkere Afrikaanse volkeren die daar leefden, dit waren ondermeer de Xhosa’s, Zoeloes, Sotho en Tswana.

Engels bewind
Het zuiden van Afrika werd in de loop van de negentiende eeuw gezien als een kolonie van de Engelsen. In 1795 kwamen de Britten naar het gebied van Kaap de Goede Hoop om te zorgen dat het niet in de handen van de Fransen zou komen.
De Xhosa’s, Zoeloes en de andere volken werden door het Engelse leger onderworpen. Hierdoor ontstonden veel conflicten tussen de oorspronkelijke bewoners van Zuid Afrika en de Engelsen. Het Zoeloe volk was een gevaarlijk volk, want in het verleden hadden zij al voor vele ruzies en oorlogen gezorgd. Toen de Engelsen hen in de weg gingen zitten, probeerde Shaka (een groot Zoeloe-krijgsheer) de Zoeloe-legers beter en sterker te maken. Dit heeft wel geholpen, het was namelijk erg lastig voor de Engelsen om de Zoeloes te overwinnen. De strijd duurde 8 jaar – van 1879 tot 1887 – voordat de Engelsen erin slaagden om de Zoeloes definitief te verslaan en ze van Zoeloeland een kroonkolonie konden maken. En dat terwijl dat de Zoeloes een leger hadden met alleen maar schilden en speren.
De komst van de Engelsen in Zuid Afrika leidde al erg snel tot conflicten tussen de Boeren en de Engelsen. Het Engels werd de taal voor de handel, rechtspraak, de overheid en het onderwijs. Bovendien werd in 1834 in het hele Britse rijk de slavernij afgeschaft. Aan het begin van de 19e eeuw was het vrij normaal om een zwarte slaaf te hebben in Zuid-Afrika. Het werd een deel van de cultuur. Ze dachten allemaal dat God hun zwarte slaven had gegeven om voor hun te laten werken. Maar toen dit later niet meer mocht, waren de boeren woest en voelden ze zich bedreigd. Zesduizend boeren verlieten in de jaren 1836 en 1837 Kaapstad. Dit was het begin van de Grote Trek. De boeren trokken steeds verder landinwaarts en stichtten hun eigen republieken, Transvaal en Oranje-Vrijstaat. In 1886 werd in Transvaal de eerste goudmijn ontdekt. Achteraf gezien zijn ze er dus weinig mee opgeschoten. Als ze daar waren gebleven hadden ze het daardoor natuurlijk heel goed gehad. De Engelsen deden er alles aan om de gebieden onder controle te krijgen, zodat het, dus ook de winst, alleen van hun bleef.

Uiteindelijk kregen de Engelse bedrijven de mijnen in handen, en namen ze zwarte mannen aan als mijnwerkers, steenbakkers, waterdragers en handelaren. De mijnwerkers kwamen uit alle streken van zuidelijk Afrika. Ze kregen slecht betaald maar ze moesten wel, want verder was er weinig werk wat ze konden doen. De mannen verlieten hun huis en haard om in de mijnen te gaan werken en werden gehuisvest in aparte huizen waar alleen zij mochten wonen. Ze moesten hun gezin achter laten, en het verdiende geld moest ze naar huis opsturen.
Het was een onzeker bestaan want als ze ziek of te oud werden, konden ze zomaar zonder geld naar huis gestuurd worden. De mijneigenaren gaven niets om de arbeiders, het waren voor hun gewoon goedkope arbeiders die toch niets konden eisen of wat dan ook, want ze hadden geen enkel recht.
In 1877 probeerden de Engelsen Transvaal te veroveren, dit mislukte en leidde tot de eerste Boerenoorlog (1880-1881), waarna de Engelsen gedwongen werden om zich uit Transvaal terug te trekken. Toen er goud gevonden werd in het hart van de Boerenrepublieken liepen de spanningen nog hoger op, wat uiteindelijk tot een tweede Boerenoorlog leidde die begon in 1899 en eindigde in 1902. De boeren werden verslagen, wat leidde tot anti-Engelse haatgevoelens.
In 1910 behaalden de generaals van de Boeren een politieke overwinning toen de Engelsen Transvaal, Oranje-Vrijstaat, Natal en de Kaap zelfbestuur gaven. De vier verenigden zich in de Zuid Afrikaanse Unie. Dit zorgde er in feite voor dat Zuid Afrika tweedelig werd. Er werd namelijk een gebied door de Engelsen en een gebied door de Boeren gecontroleerd. Wat de zwarte bevolking betreft, zij werden er de dupe van en bleef met lege handen achter.
De nieuwe leiders waren verantwoordelijk voor het opstellen van de nieuwe apartheidswetten. De meest gehate maatregel was de Naturellegrond-Wet van 1913, want het overgrote deel kwam in handen van blanken en maar een klein deel kregen de zwarten in handen. Er waren nog een aantal maatregelen waarbij de blanken meer werden voorgetrokken dan de zwarten. Bijvoorbeeld bij de Paswetten, waarbij de zwarten altijd een document bij zich moesten hebben om te kunnen aantonen dat ze de stad in mochten. In de Kaapprovincie voerde men een wat liberaler beleid. Daar kregen namelijk de zwarte mensen en kleurlingen, stemrecht maar ze mochten zich niet kandidaat stellen voor het parlement.
De maatregelen om een officieel onderscheid te maken tussen blanken en niet-blanken waren in die tijd heel gewoon. Het verschil met Zuid-Afrika was dat daar het onderscheid in de vorm van apartheid bleef bestaan terwijl andere landen het koloniale systeem al lang had afgeschaft, en dat de blanken geenszins van plan waren om de macht over te dragen aan de zwarte bevolking die een grote meerderheid vormde.



Begin & verloop
van de apartheid
De Engelsen hadden Transvaal, Oranje Vrijstaat, Natal en Kaap de Goede Hoop een zelf bestuur gegeven in. Deze vier gebieden werden samen de Zuid-Afrikaanse Unie genoemd. Deze staat werd geregeerd door Louis Botha. Hij en zijn aanhangers richtten de Suid-Afrikaans Partij op. Uit deze partij kwamen J.B.M Hertzog en Smuts in het kabinet. Smuts, Hertzog en Botha waren het in 1913 over heel veel dingen niet meer met elkaar eens, waardoor Herzog besloot om uit de regering te stappen zijn eigen partij op de richtten, namelijk de Nasionale Partij.
Malan, de toenmalige minister-president van de Zuid-Afrikaanse Unie, wilde een samenleving waarbij de blanken gescheiden leefden van de zwarten en waarbij de blanken ook nog eens alles voor het zeggen hadden. In het begin had Malan niet veel mensen die ook zo over zijn uitspraak dachten, maar daar kwam al snel wat verandering in doordat Botha oorlogen aankondigde. In 1919 stierf Botha, dus Smuts volgde hem op. Ook dit duurde niet lang, want al snel volgde Hertzog, Smuts op in 1924.

In 1934 werden de Nasionale Partij en de Suid-Afrikaanse Partij samen 1 partij, de Verenigde Partij. Hertzog werd de leider en Smuts de onderleider. De Verenigde Partij heeft er daadwerkelijk voor gezorgd dat er een wet op het naturellenkiesrecht kwam. Hierdoor kregen de Kaapse Afrikanen geen kiesrecht meer. Daniël Malan
De nationalisten, waaronder Malan, waren tegen de Verenigde Partij. Malan was dominee van Nederlands Hervormde Kerk. Toen de nationalisten voor het eerst meededen aan de verkiezingen, werden ze blindelings verslagen door de Verenigde Partij, dit zei dus al genoeg over hoe populair de partij was.
Nadat er in 1939 oorlog uitbrak tussen Engeland en Duitsland, kwamen er problemen tussen Hertzog en Smuts. Smuts wou namelijk mee doen met de oorlog en Hertzog wou neutraal blijven. Doordat het voorstel van Smuts werd aangenomen trad Hertzog af en volgde Smuts hem op. Hertzog wou toch in het parlement blijven dus sloot hij zich samen met zijn volgelingen aan bij de Nasionale Partij maar de naam veranderde naar Herenigde Nasionale Partij.
In 1948 haalde de partij bij de nationale verkiezingen, waar maar liefst 2 miljoen blanken en enkele kleurlingen mochten stemmen. Na de uitslag riep partijleider Daniël Malan ‘ Vandaag is Zuid-Afrika weer van ons’.
Na deze grote overwinning begonnen de Nasionalisten met het instellen van allerlei wetten die zouden leiden tot de apartheid. De apartheid kon je nu wel officieel noemen. Het was al in veel meer landen maar daar was het meestal alweer afgeschaft. Zuid-Afrika was nog één van de weinige landen waar rassenscheiding echt officieel in de grondwet was vastgelegd.
Na de Groepsgebiedenwet kwam er nog een wet, namelijk de Wet op gescheidenvoorzieningen. In de buitenwijken van de steden moesten de minderheden gaan wonen, zodat de blanken de vrije ruimte kregen om te gaan en staan waar ze wouden. Deze wet zorgde er ook voor dat er onderscheid kwam in de minder belangrijke dingen, zoals blanken en niet blanken werden gescheiden in treinen, restaurants, bibliotheken enz.
In de 19e eeuw was er de paswet die al was ingevoerd door de Engelsen, waarbij de bewegingen van de niet-blanken in Zuid-Afrika werden gecontroleerd. In 1952 werd dit een officiële wet die aangescherpt werd door de Natives Abolition of Passes Act. Deze wet bood de mogelijkheid om zwarte mensen te straffen als ze hun pasje niet bij zich hadden. Hoewel de Nasionalisten beweerden dat het om een versoepeling van de bestaande wet ging, was die nieuwe veel strenger. De niet-blanken moesten namelijk hun pasje altijd bij zich dragen en op verzoek aan de politie tonen.
In 1953 kwam de regering met de wet op het Bantoe-onderwijs. Dit onderwijs werd gegeven op missiescholen, die gesteund werden door de overheid. Het werd ook een onderdeel bij het Departement van Naturellesake dat geleid werd door de gedreven dr. Hendrik Verwoerd. De Wet op het Bantoe-onderwijs was één van de wetten die het meest werd gehaat door de zwarte mensen in de apartheidsregime. De kinderen van deze niet blanken kregen nu gescheiden onderwijs en dat betekende voor hun kinderen hetzelfde als voor hun. Ze hadden dus eigenlijk helemaal geen kans op een baan.
De Kerkelijke scholen daarentegen was het enige onderwijs waarbij de zwarte kinderen tenminste redelijk onderwijs kregen. In 1958 werd de apartheidspolitiek nog verder uitgebreid toen Hendrik Verwoerd president werd. Hij werd ook wel de grondlegger van de ‘Grote Apartheid’ genoemd. Hij werd geboren in Nederland en was 2 toen hij naar Zuid-Afrika vertrok. Als niet-Afrikaner voelde hij een sterke behoefte om zich met de Afrikaners te identificeren en hij werd een fanatiek Afrikaner Nasionalist.

Verwoerd’s beeld van Zuid-Afrika was een land waarin de zwarte bevolking helemaal afgezonderd leefde van anderen. Daarom kwam regering Verwoerd in 1961 met het idee van de thuislanden. De reservaten voor de oorspronkelijke inwoners van zuidelijk Afrika waren in 1913 ontstaan en werd hun leefgebied. Deze reservaten waren 13% van het Zuid-Afrikaanse grondgebied, en zwarte mensen mochten alleen binnen die reservaten grond in bezit hebben. Verwoerd richtte 10 thuislanden op voor 10 verschillende ‘etnische nationaliteiten’. Binnen deze grenzen mochten ze zelf alles beslissen. Dit deden ze alleen maar om de wereld te laten denken dat de zwarte bevolking best wel wat te zeggen hadden. Met veel beloftes die toch nooit zouden komen probeerde Verwoerd de miljoenen zwarten in ‘blank’ Zuid-Afrika zover te krijgen dat zin 1978 allemaal in hun eigen thuisland zouden wonen door hen gelijke rechten en een eigen staat in het vooruitzicht te stellen. Dan zouden de townships aan de rand van de steden, vanzelf verdwijnen dacht hij.
Tussen 1960 en 1983 moesten heel veel mensen van de blanke Zuid-Afrikaanse gebieden naar één van de thuislanden of van het ene naar het andere thuisland.
De inwoners van de thuislanden konden niet rond komen. De grond was er arm en er kon weinig eten verbouwd worden. Om het onderhoud van hun gezin te kunnen voorzien gingen de mannen en soms ook de vrouwen in de welvarende blanke gebieden van Zuid-Afrika op zoek naar werk. Als de mannen weg waren moest de ouderen, vrouwen en kinderen heel hard werken om rond te kunnen komen. Er werden soms fabrieken gebouwd waar goederen konden worden gemaakt, maar dit was nooit genoeg om de trek van de zwarte mensen naar de steden te stoppen. In de jaren 1951 waren er anderhalf miljoen mensen op zoek naar werk en in 1980 waren dat er maar liefst 7,5 miljoen. Maar door dat de Tweede wereldoorlog er was kregen de zwarte mensen meer werk. Dit kwam geleidelijk doordat er niets meer vanuit Europa geïmporteerd kon worden en omdat er meer vraag was naar wapens en munitie. Nu kregen de oorspronkelijke Afrikanen de kans om de banen over te nemen van de blanken die moesten vechten in de oorlog. Dit was een heel klein begin van een beter leven voor veel mensen die voor hun families in de thuislanden moesten zorgen.

Het verzet
In 1912 is de eerste zwarte politieke partij opgericht, het ‘South African Native National Congress’. In het begin stelde deze partij alleen beperkte eisen voor de rijke zwarte mensen. Pas vanaf 1923 waren ze ook actief voor gelijkberechting van de Zuid Afrikaanse inwoners. Vanaf toen heette de partij ‘African National Congress’, afgekort ANC. Deze politieke partij hielden actie’s zonder geweld.
Aanhang kreeg het ANC pas in 1940 en kwam voor het eerst met haar politieke programma. Hierin pleitte ze voor de afschaffing van de pasjeswetten, algemeen kiesrecht, betere gezondheidszorg en goed onderwijs voor de zwarte bevolking.
In 1943 richtte het ANC de jeugdliga op die met rad icale actieprogramma’s kwamen. Praten en vreedzame actie’s hadden weinig geholpen en zij voelden zich hiertoe genoodzaakt.
Veel mensen werden hierdoor aangetrokken, waaronder ook Nelson Mandela, Olivier Tambo en Walter Sisulu.
Later, in 1949, besloot het ANC zelf ook met hardere actie’s te ondernemen, net als de jeugdliga.
In 1952 riepen ze alle zwarte mensen op om mee te doen aan een massale ongehoorzaamheidcampagne. Bedoeld was dat niemand zich ging houden aan de apartheidsregels, door de ingang van de blanke mensen te gebruiken en de identiteitpasjes weggooiden en niet meer gebruikten. Aan deze actie deden veel mensen mee en 8500 mensen werden gearresteerd. Dit leidde natuurlijk tot vele arrestaties en wat de overheid dus veel geld zou kostten en voor veel ongemakken zorgden. Toen de ANC leiders opgepakt werden, op grond van de wet en de onderdrukking van het communisme, was er gelijk een einde gekomen aan de campagne. Wel was het ANC- leden enorm toegenomen met wel 100.000 mensen.
In 1955 werd de definitieve versie ‘Handvest van de vrijheid’ in Kliptown aangenomen. Dit stond voor het idee voor een non-raciaal, democratisch Zuid-Afrika. Dit vond de regering niet bepaald leuk en heeft hiervoor 156 afgevaardigden van het congres gearresteerd op beschuldiging van landverraad.

Het ANC werkte met zijn blanke tegenhangers samen, het Congress of Democrats, afgekort COD. In 1959 besloot een deel van het ANC zich af te splitsen. Dit omdat zij vonden dat de samenwerking tussen het ANC en het COD niet goed verliep. Dit werd de nieuwe partij, het Panafricanist Congress, afgekort PAC.
In 1960 hielden het ANC en het PAC een geweldloze protesttocht. Dit vond men heel erg bedreigend en de politie opende het vuur naar de demonstranten.
Na het bloedbad in Sharpeville, waar bij 5000 mensen 69 doden en 180 gewonden vielen, had voor veel commotie in de wereld gezorgd en veel Europese regeringen in het openbaar veroordeeld. De voorzitter van het ANC op dat moment, Chief Albert John Lutuli, was bekend om zijn geweldloze verzet. De week daarop werden het PAC en het ANC verboden door de regering. Zij moesten nu wel ondergronds verder.
Nu moesten ook zij wel met geweld verder, na de geweldloze

Belangrijke personen
Nelson Mandela
Nelson Mandela is advocaat en was president van Zuid-Afrika van 1994 tot 1999.
Hij ontving in 1993 de Nobelprijs voor de Vrede.
Nelson Mandela wordt over de hele wereld gerespecteerd om zijn strijd tegen de apartheid, en was de eerste zwarte president van Zuid-Afrika.
Mandela was van 1991 tot 1997 voorzitter van het Afrikaanse Nationaal Congres (ANC).
Nelson werd geboren in Umtata, als zoon van een plaatselijk stamhoofd.
In 1961 werd hij als één van de ANC-leiders beschuldigd van verraad, maar werd vrijgesproken.
In 1964 is hij veroordeeld omdat hij betrokken zou zijn bij de Rivonia-bende, een bende die moordaanslagen plande en ook uitvoerde tegen blanken in Zuid-Afrika.

Hij kreeg een levenslange gevangenisstraf opgelegd, die hij voornamelijk heeft uitgezeten op Robbeneiland, waar hij symbool werd door de wereldwijde anti-apartheidsbeweging.
Zijn gevangenisnummer 46664 werd jaren later het symbool voor zijn aids-project.

Winnie Mandela
Winnie Mandela is een bekend Zuid-Afrikaanse activiste en ex-vrouw van de voormalige president/dissident Nelson Mandela.
Nelson en Winnie trouwden met elkaar in 1958.
Toen Nelson in 1962 werd opgepakt, zette Winnie de strijd tegen de apartheid buiten de gevangenismuren voort, waardoor ze bij de zwarte bevolking van Zuid-Afrika erg populair werd.
Ze werd voorzitter van de vrouwenorganisatie van het ANC, en zat ook in het ondergrondse partijbestuur.
Zij voedde haar dochters op terwijl haar man gevangen zat op Robbeneiland, en strijde samen met Albertina Thetiwa Sisulu voor vrijheid.
Winnie werd wereldwijd in veel landen geroemd vanwege haar inzet tegen de apartheid.
Het imago van Winnie liep in 1991 een behoorlijke deuk op toen ze door de rechtbank schuldig werd bevonden voor haar aandeel in de ontvoering van de 14-jarige Stompie Seipei.
Onder andere door dit gingen Nelson en Winnie in april 1992 uit elkaar.
In april 2003 werd Winnie veroordeeld tot 5 jaar celstraf wegens fraude & diefstal.


James Barry Munnik Hertzog
James Barry Munnik Hertzog werd op 3 april 1866 geboren in Wellington.
Aan het Victoria College van de Universiteit van Stellenbosch studeerde hij rechten, later studeerde hij aan de universiteit van Amsterdam.
Van 1892 had hij een advocatenbureau, dit heeft hij 3 jaar gedaan tot 1895 daarna werd hij rechter.
Hertzog stapte hij de Suid-Afrikaanse Partij van Botha en richtte in juli 1914 de Nasionale Partij op.
Enkele punten waar de NP naar streef:
• Afrikanercultuur behouden.
• Macht van de Engelse elite te breken.
• Zelfstandigheid van het Afrikaner volk.
• Scheiding van blanken en zwarten.
• Geen kiesrecht voor zwarte Afrikanen en kleurlingen.
In 1924 werd Hertzog premier, in zijn laatste jaren als premier was hij voornamelijk bezig met het uitbreiden van de rassenwetten.
Hierdoor werd het landbezit van zwarte Afrikanen nog verder beperkt, stemrecht afgeschaft en het “thuisland” van de Naturellen werd uitgebreid.

Louis Botha

Louis Botha was de eerste minister-president van de Unie van Zuid-Afrika.
Hij werd gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger tijdens de vredesonderhandelingen.
In 1907 kreeg hij de opdracht een regering te vormen, hij beloofde de welvaart van zijn land te bevorderen zonder te discrimineren naar ras.

Daniël François Malen
Daniel François Malan was minister president van de Unie van Zuid-Afrika.
Hij studeerde aan de Universiteit van Utrecht en behaalde zijn diploma in 1905.
Hij sloot zich in 1914 aan bij de Nasionale Partij, deze partij was tegen samenwerking met de Britten en streefde naar apartheid.
Hij richtte de Gesuiwerde Nasionale Partij op, deze streefde naar het breken met het Verenigd Koninkrijk.
Malan vond dat zwarte Zuid-Afrikanen onderontwikkeld waren en moesten dat ook blijven. Ze moesten in speciale reservaten gaan wonen, omdat het contact tussen de zwarte en de blanken zo min mogelijk moest zijn.

Hendrik Verwoerd
Hendrik Verwoerd was een Zuid-Afrikaans staatsman en hij was premier van Zuid-Afrika.
In 1950 werd hij minister van Naturellen zaken voor de Nasionale Partij.

Hij geloofde erg in de apartheid. Toen hij in 1958 premier werd, mochten de kleurlingen niet meer stemmen en ging hij gebruik maken van het beleid van de thuislanden.
In 1961 lukte het om van Zuid-Afrika een republiek te maken.
Het lukte hem het stemrecht voor de blanken van 21 jaar naar 18 jaar te krijgen.
In september 1966 werd hij Hendrik Verwoerd doodgestoken.


Conclusie
Veel Europeanen kwamen in de zeventiende eeuw naar de Zuid Afrikaanse gebieden. Deze gebieden kwamen vanaf de negentiende eeuw steeds meer onder invloed van de Britten. Door ‘de Grote Trek’ ontstonden er veel burgeroorlogen. Mede door de vondst van diamanten ging het steeds slechter tussen de Britten en de ‘Boeren.’ Dit had tot gevolg twee ‘boeren oorlogen’.
Deze werden gewonnen door de Britten


Nawoord
Voor ons alle vier geldt dat we met veel plezier aan het werkstuk hebben gewerkt. Hoewel het een belangrijk stuk geschiedenis is, wisten we er alle vier weinig vanaf en hebben door dit werkstuk veel over het onderwerp geleerd.
Het samenwerken verliep af en toe best moeizaam omdat de communicatie over wie wat ging doen soms stroef liep. Dan had de één al iets gemaakt, wat de ander oorspronkelijk zou doen. De volgende keer moeten er dus betere afspraken worden gemaakt.
Het informatie zoeken ging heel goed. Er was veel informatie te vinden over het onderwerp. Het is dus uiteindelijk allemaal goed gekomen!




Bronvermelding

REACTIES

S.

S.

ik heb hier heel veel aan gehad!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.