Grondproeven

Proef 1:
Bepaling van het percentage water in een grondmonster

We hebben 20 gram potgrond afgewogen in een porseleinen schaaltje en hebben daarna de grond ongeveer 24 uur in een droogstoof gedaan op 105°C. Toen het afgekoeld was hebben we het nog een keer afgewogen. Hierbij constateerde wij dat de grond nu nog maar 11.24 gram woog. Dus er moet 8.76 gram water verdampt zijn.
8.76:20x100  -  43.8% = het percentage water in dit grondmonster

Proef 2:
Het maken van kunstmest

We hebben in een bekerglaasje 10 mL salpeterzuuroplossing gedaan en voegde daar ook nog enkele druppels fenolftaleine aan toe. Ook voegde we ammonia roerend toe aan de salpeterzuuroplossing totdat het blijvend verkleurde. Daarna druppelde we in de gekleurde oplossing ook nog salpeterzuur totdat het weer doorzichtig werd..


Daarna hebben we in een petrischaaltje filtreerpapier gelegd en vochtig gemaakt, ook voegde we hier tuinkerszaadjes aan toe en sloten we het af met een dekseltje.

Na enkele dagen hebben we de helft van de ontkiemde zaadjes in een ander petrischaaltje gedaan met daarin de door ons gemaakte kunstmest om te kijken of kunstmest wel of geen effect zou hebben op het groeien van de tuinkerszaadjes. Na een paar dagen bleek dat de zaadjes met kunstmest erin al veel verder waren gegroeid dan de alleen met water vochtig gemaakte filtreerpapiertjes.

Proef 3:
Bepaling van de aanwezigheid van kalk in een grondmonster

.We hebben verscheidene soorten grond getest (waaronder: zand, kattenbakbodem, potgrond en tuingrond) op het percentage van kalk door middel van het toevoegen van zoutzuur. Hierbij hebben we de informatie gekregen dat als het niet bruist het kalkgehalte 1% of minder is, bij zwak bruisen een kalkgehalte van 1-2%, bij sterk maar kort bruisen het gehalte 2-4% is en bij sterk en langdurig bruisen het gehalte meer dan 5% kalk bevat. Zo hebben wij gemeten dat zand en kattenbakbodem een kalkgehalte hebben van 1-2% en pot- en tuingrond minder dan 1% kalk bevatten.

Proef 4:
Bepaling van het gehalte organische stof

We hebben 10.04 gram potgrond afgewogen in een gloeikroes en hebben dit daarna verhit met een bunsenbrander. We moesten af en toe de bunsenbrander op z’n kop houden om al het organische materiaal volledig te verbranden. Na het afkoelen hebben we de grond nog een keer afgewogen. Daaruit bleek dat er 4,72 gram organisch materiaal was verbrand.
4.72:10.04x100    -       47% = het percentage organische stof in het grondmonster.

Proef 5:
Bepaling van de pH waarde van kalkarme en kalkrijke grond

We hebben 20 gram potgrond afgewogen en in een erlenmeyer van 300 mL. Daarbij hebben we 50 mL van de 1MKCl-oplossing toegevoegd en flink door elkaar geschud. Na het laten bezinken van de grond hebben we met een roerstaafje een paar druppels uit de erlenmeyer gehaald en de pH waarde afgemeten met behulp van een pH-papiertje. Daarbij moest je kijken welke kleur het indicatorpapiertje werd en kon je aflezen wat de pH waarde is van het grondmonster. Daaruit bleek dat potgrond een zuurgraad van 4 heeft.