Chemie - Proeven van hoofdstuk 3

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • Klas onbekend | 1731 woorden
  • 5 februari 2009
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
27 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Calcium (Ca) in water (H2O)

1 De samenwerking
De proef heb ik uitgevoerd met Merlin. We hebben allebei apart aantekeningen gemaakt en ook apart het verslag gemaakt.

2 De onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag van deze proef is: Gebeurt er iets verwachts of onverwachts als je calcium aan (gedestilleerd) water toevoegt?

3 De uitvoering van de proef

Benodigdheden:
- calcium (s) in een reageerbuis
- nog een reageerbuis
- gedestilleerd water
- een reageerbuisrekje
- een porseleinen schaaltje
- een roerspateltje
- een metalen tang
- een driepoot met een gaasje
- een gasbrander (en een gasbron)
- lucifers
- een trechter
- een filter
- een wasknijper om de reageerbuis vast te houden

Proefbeschrijving:
Neem een reageerbuis en doe er een schepje calcium in. Zet de reageerbuis in een reageerbuisrekje en giet de reageerbuis voor ¼ deel vol met (gedestilleerd) water. Filtreer de suspensie. Vang het filtraat op in een reageerbuis. Damp het filtraat in. Kijk wat er overblijft in het porseleinen schaaltje.

4 De resultaten van de proef

Toen we water bij het calcium goten, begon het te bruisen, er kwam damp vanaf, het werd een witte, melkachtige vloeistof, sommige calciumdeeltjes gingen omhoog en bleven aan het glas kleven, de vloeistof was heet en het stonk.
Toen de vloeistof een beetje was afgekoeld en niet meer bubbelde, filtreerden we het.
Het residu was een wit papje met hier en daar een paar stukjes calcium.
Het filtraat was een heel klein beetje kleurloze vloeistof. Die vloeistof hebben we ingedampt. Aan de randen van het porseleinen schaaltje bleef een witte vaste stof over.

5 De conclusie van de proef
Als je calcium aan water toevoegt, gebeurt er iets onverwachts.
Het gaat met elkaar reageren.
Als je dat dan vervolgens indampt, houd je een stof over die wit is, en daarom geen calcium is. Daarom gebeurt er iets onverwachts als je calcium aan water toevoegt.

6 De vragen uit het boek
- Beschrijf hoe de stof calcium eruit ziet.
De stof calcium ziet er uit als een grijze vaste stof (in kleine stukjes).

- Stel dat calcium net als krijt niet oplost. Voorspel dan hoe het resultaat er zal uitzien.
Het resultaat zal een suspensie zijn, met stukjes calcium erin.

- Stel dat calcium net als zout wel oplost. Voorspel dan hoe het resultaat er zal uitzien.

Een heldere, lichtgrijze of kleurloze vloeistof (oplossing).

- Wat zul je waarnemen, als je de oplossing bij de vorige vraag indampt?
Er zal een grijze vaste stof overblijven (calcium).

- Beschrijf de stof die na het indampen achterblijft.
Een witte vaste stof aan de randen van het porseleinen schaaltje.

- Leg uit of de vaste stof die je overhoudt na het indampen calcium is.
Het is geen calcium, want als het wel calcium zou zijn geweest, dan moest de stof die je overhield grijs zijn, en niet wit, want kleur is een stofeigenschap en de kleur van calcium is grijs en de kleur van deze stof wit.

Het verhitten en afkoelen van kaarsvet en kippeneiwit

1 De samenwerking
De proef heb ik samen uitgevoerd met Merlin. We hebben allebei apart aantekeningen gemaakt en ook apart het verslag gemaakt.

2 De onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag van deze proef is: Gebeurt er iets verwachts of onverwachts bij het verhitten en afkoelen van kaarsvet en kippeneiwit?

3 De uitvoering van de proef
Benodigdheden:
- kaarsvet (s) in een reageerbuis
- kippeneiwit (l) in een reageerbuis

- een bekerglas van 250 ml
- water (koud stromend)
- een driepoot met een gaasje
- een gasbrander (en een gasbron)
- een reageerbuisrekje
- 2 wasknijpers om de reageerbuizen vast te houden

Proefbeschrijving:
Neem het bekerglas en vul het voor de helft met water. Zet het op de driepoot. Sluit de gasbrander aan op de gaskraan en steek hem aan, zodat je een kleurloze vlam hebt. Breng het water aan de kook. Als het kookt, doe het gas dan uit en zet de twee reageerbuizen in het water. Als er een duidelijke verandering is opgetreden, koel de reageerbuizen dan af (vasthouden met wasknijpers!) met koud stromend water. Zet de reageerbuizen weer in het water en steek het gas aan. Haal ze er weer uit (met een wasknijper) zodra er een duidelijke verandering is opgetreden. Zet ze in het reageerbuisrekje en doe het gas uit.

4 De resultaten van de proef

De resultaten heb ik in een tabel gezet.

Tabel 1: Kaarsvet en Kippeneiwit.
Actie. Kaarsvet (s). Kippeneiwit (l).
De 2 reageerbuizen in het warme water. werd vloeibaar en kleurloos. werd vast en wit.
De 2 reageerbuizen afkoelen met koud water. werd weer vast en wit/geel. blijft hetzelfde, het koelt alleen af.
De 2 reageerbuizen weer in het warme water. werd weer vloeibaar en kleurloos. blijft hetzelfde, het werd alleen warm.

5 De conclusie van de proef
- Als je kaarsvet verwarmt, wordt het vloeibaar en kleurloos. Als je dan afkoelt, wordt het weer vast en wit. Dat is verwacht. Het is omkeerbaar
- Als je kippeneiwit verwarmt, wordt het vast en wit. Als je het daarna weer afkoelt en weer verwarmt, gebeurt er niets (alleen de temperatuur veranderd natuurlijk). Dat is onverwacht. Het is onomkeerbaar.

Verhitten van suiker (C22H11O22)

1 De samenwerking.
De proef heb ik samen uitgevoerd met Merlin. We hebben allebei apart aantekeningen gemaakt en ook apart het verslag gemaakt.

2 De onderzoeksvraag

De onderzoeksvraag van deze proef is: Kun je water ontleden door elektrolyse met

3 De uitvoering van de proef
Benodigdheden:
- een oude reageerbuis met suiker
- een reageerbuisrekje
- een wasknijper om de reageerbuis vast te houden
- een gasbrander (en een gasbron)
- lucifers

Proefbeschrijving:
Sluit de gasbrander aan op de gaskraan en steek hem aan zodat je een kleine blauwe vlam hebt. Neem de oude reageerbuis met suiker erin en houd hem met de wasknijper vast. Begin met verwarmen door de reageerbuis in de vlam te houden. Zodra je een gekleurde vloeistof hebt kun je iets harder verhitten. Na een tijdje komt er een walm vanaf. Onderzoek of deze brandbaar is door er een brandende lucifer bij te houden. Als datgene wat in de reageerbuis zit helemaal zwart is, doe dan het gas uit en zet de reageerbuis in het rekje.

4 De resultaten van de proef

De suiker is wit en vast. Toen we het gingen verwarmen, ontstond er eerst een bruine vloeistof. Toen we bij de walm die er vanaf komt een lucifer hielden, begon de walm te branden. Na een tijdje ging die vlam weer uit. Aan de binnenkant van de reageerbuis zaten ook een paar druppeltjes van een vloeistof. De bruine vloeistof werd langzaam zwart. Toen hij helemaal zwart was, deden we het gas uit en zetten de reageerbuis in het rekje. Toen het af was gekoeld zagen we dat er een zwarte vaste stof overbleef.

5 De conclusie van de proef
Als je suiker verwarmt, ontstaat er eerst een bruine vloeistof, daarna een zwarte vaste stof (waarschijnlijk koolstof). De walm die er tijdens het proces van afkomt, is brandbaar. De druppeltjes aan de binnenkant van de reageerbuis zijn waarschijnlijk waterdruppeltjes.

6 De vragen uit het boek
- Waarom is het beter om voor deze proef een oude reageerbuis te gebruiken?
Omdat het heel moeilijk is na afloop de zwarte vaste stof uit de reageerbuis te krijgen. Daarom kun je beter een oude gebruiken en hem na afloop weggooien.

- Met hoeveel beginstoffen ben je begonnen?
Met 1 stof, namelijk suiker.

- Beredeneer hoeveel stoffen minstens zijn ontstaan bij deze proef.
Minstens 3:
● koolstof (C) (de zwarte vaste stof die in de reageerbuis achterbleef)
● water (H2O) (de druppeltjes in de reageerbuis die later zijn verdampt)
● een kleurloze brandbare vloeistof (de walm tijdens het proces die je kon aansteken)

- Geef het reactieschema.
Suiker (s)  C (s) + H2O (g) + een kleurloze brandbare vloeistof.

Ontleding van water (H2O)

1 De samenwerking

De proef heb ik uitgevoerd met Merlin. We hebben allebei apart aantekeningen gemaakt en ook apart het verslag gemaakt.

2 De onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag van deze proef is: Kun je water ontleden door elektrolyse met het toestel van Hoffman?

3 De uitvoering van de proef
Benodigdheden:
- “het toestel van Hoffman” gevuld met water
- een transformator
- 2 reageerbuizen
- een gloeiende houtspaander

Proefbeschrijving:
Neem het toestel en sluit het aan op de transformator. Schakel de stroom in. Als er voldoende gas bij de linker en de rechter buis is ontstaan, schakel de stroom dan uit.
Vang een beetje gas dat bij de anode is vrijgekomen op in een reageerbuis en houd er een gloeiende houtspaander in. Doe dit hetzelfde, maar dan met de kathode. Let goed op wat er gebeurt.

4 De resultaten van de proef

Zodra de stroom was ingeschakeld, begon het water in de buitenste 2 buizen te borrelen. Ook ging het waterpeil (van de buitenste 2 buizen) iets omlaag. Het waterpeil van de middelste buis ging omhoog. Toen de docent een gloeiende houtspaander in een reageerbuis met het gas van de anode hield, begon de houtspaander even heel fel te branden. Toen hij de gloeiende houtspaander in een reageerbuis met het gas van de kathode hield, hoorden we een typerend blafgeluid.

5 De conclusie van de proef
Je kunt water dus ontleden door elektrolyse met het toestel van Hoffmann. Bij deze reactie ontstaan 2 gassen: zuurstof, waarvan het kenmerk is dat het noodzakelijk is voor vuur; daarom brandde de houtspaander ook zo fel, en waterstof, waarvan het kenmerk dat typerende blafgeluid is.

6 De vragen uit het boek
-Hoeveel cm³ gas is bij elk van de elektroden ontstaan?
Bij de rode elektrode (de anode) is 25 cm³ gas ontstaan.
Bij de zwarte elektrode (de kathode) is 50 cm³ gas ontstaan.

- In welke volumeverhouding zijn de gassen ontstaan?
2:1 (2 staat tot 1).

- Elk gas dat bij de elektroden ontstaat, wordt opgevangen in een omgekeerde reageerbuis. De uiteinden van deze reageerbuizen houdt de docent in een vlam. Wat neem je waar?
Door het gas van de rode elektrode gaat de vlam feller branden. Door het gas van de zwarte elektrode ontstaat er een typerend blafgeluid.

- De stroom wordt nog een keer ingeschakeld tot voldoende gas is ontstaan. Hij houdt bij het gas dat bij de positieve elektrode is ontstaan een gloeiende houtspaander. Wat neem je waar?
De houtspaander gaat feller branden.


- Hoe kun je zien dat het water verdwenen is?
Als je begint met de proef, moet je op de middelste buis een streepje zetten bij het waterpeil. Dan voer je de proef uit. Als je met de kraantjes al het gas uit het apparaat hebt laten lopen, zul je zien dat het waterpeil in de middelste buis gezakt is, het ligt nu namelijk onder het streepje. Zo kun je zien dat het waterpeil gezakt is, want bij de buitenste 2 buizen zat het water aan het begin tot aan het kraantje, een aan het eind ook weer.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.