Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 871 woorden
  • 20 augustus 2008
  • 96 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
96 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 3 Chemische reacties

3.1 Mengen van stoffen
-

3.2 Verwarmen van vaste stoffen

Fase-overgangen:
Om te beoordelen of alleen maar een fase-overgang heeft plaatsgevonden kun je het beste de stoffen voor en na het proces bekijken bij dezelfde temperatuur.

3.3 Chemische reacties

Chemische reactie: als de beginstoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan
-  nieuwe stoffen heten reactieproducten.
Reactieschema: een schema van de reacties die plaatsvinden
- Beginstoffen (toestand) —> Reactieproducten (toestand)

Als er zeer bijzondere omstandigheden zijn waaronder de reactie verloopt, zoals ‘licht’ of ‘gelijkstroom’, vermelden we dat boven de pijl.
hv: licht
∆ (T): warmte
~ : AC wisselspanning
… : DC gelijkspanning

3.4 Sorteren

Vormingsreactie: meer stoffen - één stof
Ontledingsreactie: één stof - meerdere stoffen
- Ontledingsproducten: de reactieproducten bij een ontledingsreactie
- Ontleedbare stoffen: beginstof van een ontledingsreactie
Niet-ontleedbare stoffen: stoffen die helemaal niet te ontleden zijn
Een ontleedbare stof is één stof die je uit elkaar kunt halen.
Een mengsel zijn meerdere stoffen die je uit elkaar kunt halen.

Het verband tussen de begrippen ‘mengsel, scheiden, zuivere stof’ en ‘ontleedbare stof, ontleden en niet-ontleedbare stof’:

Verschil tussen een ontleedbare stof en een mengsel: een ontleedbare stof is één stof die je uit elkaar kunt halen en in een mengsel zitten meerdere stoffen die je uit elkaar kunt halen

Ontleedbare stof heeft een smeltpunt, geen smelttraject

3.5 Hoe kun je stoffen ontleden
-
Organische stoffen: stoffen waarbij koolstof ontstaat.
3 manieren om stoffen te ontleden:
- Verwarmen—>thermolyse. De meeste stoffen kunnen hierdoor worden ontleed
- Elektrische stroom—>elektrolyse
- Licht—>fotolyse. Alleen lichtgevoelige stoffen kunnen hierdoor worden ontleed
Bij alle reacties treedt een energie-effect op.
Endotherme reacties: reacties waarbij we voortdurend energie moeten blijven toevoeren.
- Het koken van water en het smelten van ijs
Exotherme reacties: reacties waarbij energie vrijkomt.
- Het bevriezen van water en het condenseren van waterdamp
Elektrolyse van water: Toestel van Hofmann

stroom

Water(l) ---> waterstof(g) + zuurstof(g)
Waterstof toon je aan door het in een vlam te houdenkeffertje
Zuurstof toon je aan met een gloeiende houtspaander die fel opgloeit

3.6 Zeep en reinigingsmiddelen

Emulgator: stof die het uitzakken van een emulsie voorkomt (zeep)
Een emulgator heeft de eigenschap dat het zowel met water als met olie wil mengen.

Proeven:

1. Calcium (grijs, vast, beetje glimmend) in water:
- Begint te bruisen
- Water wordt troebel
- Damp ontstaat
- Blokje gaat omhoog en verdwijnt
- Bekerglas voelt warm aan
Nadat je deze suspensie hebt gefiltreerd en het filtraat hebt ingedampt, houd je
een witte, vaste stof (korrelig) over.
2. Zout en kopersulfaat: mengen - iets lichter van kleur, verder niet speciaal
3. Kopersulfaat en kaliumjodide: mengen - bruine drab ontstaat
- Op grensvlak ontstaat verkleuring (bruin)

- Na mengen ontstaat bruine brij (vochtig door vorming van water)
- Beginstoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan - CHEMISCHE REACTIE
4. Magnesium in de vlam:
- Stukje magnesium in vuur houden
- Er ontstaat een fel schijnsel - fel wit licht
- Verbrande stukje is wit
5. Platina in de vlam:
- Platina in de vlam houden
- Het gaat gloeien in de vlam - oranje kleur
- Uit de vlam: platina ziet er nog steeds hetzelfde uit als van tevoren
- Met het platina gebeurt niks
6. Kaarsvet verwarmen en afkoelen:
- Verwarmen - kaarsvet ‘smelt’ - kleurloze vloeistof
- Afkoelen - kaarsvet stolt - witte, vaste, klomp kaarsvet
- Als je dit steeds herhaalt, gebeurt er ook steeds hetzelfde.
7. Kippeneiwit verwarmen en afkoelen:
- Eiwit: vrijwel heldere, geelachtige vloeistof

- Verwarmen - eiwit wordt vast en wit
- Afkoelen - het blijft vast en wit
Deze bovenstaande proeven (1 t/m 7):
- Alleen heet: platina in vlam
- Faseovergang: kaarsvet verwarmen en afkoelen
- Chemische reactie: calcium+water, eiwit, magnesium in vlam
8. Salmiak
oplossing van zoutzuurgas (g) + ammoniaoplossing  salmiak (s)
(= kleurloos, helder) (= kleurloos, helder,
sterke geur)
- 2 gassen reageren tot een witte, vaste nevel; salmiak
9. Het verwarmen van kopersulfaat (=blauw, vast, korrelig)
- kopersulfaat wordt wit en het krijgt een poedervorm na het verwarmen
- tijdens het verwarmen ontstaat condens
- kopersulfaat (s) - waterdamp (l) + vaste, witte stof (s)
10. Zwavel met zuurstof

- zwavel (= geel, vast) + zuurstof (= kleurloos, gas)
- zwavel (s) + zuurstof (g) - zwaveldioxide (g)
- wn: nevel in erlenmeyer, water condenseert op hygroscopisch SO2
11. Verhitten van suiker (= wit, vast, korrelig)
- in blauwe vlam: wordt geel, dan bruin en vloeibaar en dan begint het te bruisen en wordt het zwart
- er komt damp uit
- het wordt steeds meer - volume groter
- in de ruisende vlam: damp verdwijnt
- stof is vast geworden
- suiker (s)  koolstof (s) + brandbare walm (g) + afbraakproducten (l/s) + water (l)
Deze bovenstaande proeven (8 t/m 11):
- Vormingsreactie: zwavel + zuurstofgas, zoutzuurgas + ammoniagas
- Ontledingsreactie: suiker, kopersulfaat
12. Fotolyse van zilvernitraat
- Zilvernitraat-opl. + natriumchloride-opl. geeft een zilverchloride suspensie
- Zilvernitraat (aq) + natriumchloride (aq)  zilverchloride (s)
licht

- Zilverchloride (wit) ----> zilver (s) + chloor (g) (= paars)
- Zilverchloride (wit) ----> zilverchoride (wit)
13. Thermolyse van hout
Waarnemingen:
- Geel/zwarte afbraakproducten in de reageerbuis
- hout gaat gloeien en wordt zwart  houtskool (koolstof)
- ontstaan walmen, die brandbaar zijn, condensvorming
Reactieschema:
warmte
- houtskool (s) -----> koolstof (s) + water (l) + afbraakproducten (l/s)
Water thermolyseren: reactieschema: water (g) - waterstof (g) + zuurstof (g)
Warmte-effect v/d reactie van wit kopersulfaat + water
warmte
Kopersulfaat ----> wit kopersulfaat (s) + water (l) endotherm
14. Olie en zeep
- olie lost slecht op in water: blijft op het water drijven, ze mengen niet, na schudden = emulsie
- olie lost beter op in water als je zeep toevoegt: de olie gaat minder snel naar boven dan als je geen zeep toevoegt

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.