Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Thema ouders en kinderen H8

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas havo | 1227 woorden
  • 29 juli 2008
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 6
1 keer beoordeeld

Letterkunde Dossier Lezen Rogier

Thema’s in de literatuur.
Thema: Ouders en kinderen.
Hoofdstuk 8.

Opgave 1:
Ik weet niet heel veel over de opvoeding van mijn ouders. Mijn oma’s spreek ik bijna nooit, natuurlijk weet ik wel iets:

Ik ben zonder geloof opgegroeid. Ik leer om te gaan met mijn geld. Ik leer voor mezelf en voor andere op te komen.

Mijn ouders zijn anders opgevoed: Zij zijn Katholiek opgevoed. Zij kregen heel veel van hun ouders. Wat de pastoor zei was altijd goed
Verschillen zijn: Ik mag uitgaan met wie ik wil. Ik mag de kleren aan doen die ik wil. Ik hoef niet naar de kerk. Als je het ergens niet mee eens bent mag je dat zeggen.


Opgave 2
: Daar heb ik nog nooit over nagedacht.

Opgave 3: Lastig te begrijpen.

Opgave 4: Strijdlustig zijn, onderdanigheid, zich minder voelen.

Opgave 5: Dat hij het meent, dat hij wil laten zien dat hij de beste is.

Opgave 6
: Ik zou zeggen dat hij moet ophouden en heel boos worden.

Opgave 7
: In het eerste opzicht niet, maar naderhand wilde ik toch wel weten hoe het nou echt af loopt.

Opgave 8: Een gek verhaal. Ik snap het niet echt.

Opgave 9: Omdat als zijn vader te weten komt dat hij gezegd heeft tegen zijn moeder dat hij van zijn vader allemaal dingen moest doen (boom klimmen) dan zou die moeder dat tegen zijn vader zeggen en zou die vader hem een watje vinden.

Opgave 10: Hij vindt dat ze maar dood moet omdat ze toch alleen maar stomme dingen doet. Hij denkt dat alles zijn eigen schuld is.


Opgave 11: Ik zou het niet pikken. Ik zou mij niet zo laten behandelen, ook al is het je eigen vader.

Opgave 12
: Nee, ik denk dat ik nu wel ongeveer weet hoe het gaat aflopen. Ik zou niet de moeite nemen om daarvoor nog het hele boek te gaan lezen en ik vind het ook niet een heel leuk verhaal.

Opgave 13: Een verhaal om lekker in weg te lezen.

Opgave 14: De vader: Een heel gelovige man, er heerst een patriarchale gezinsstructuur want de vader is heel erg heersend en heeft alles te zeggen.
De moeder: Lijkt mij een meeloper. Ze luistert alleen naar haar man en doet alsof hij beter is dan haar. Maar ze zegt er niks van.
De zus: Dat lijkt me een rotzus. Ze doet expres stom tegen haar broertje en ze zegt alles wat hij fout doet tegen haar vader.
De broer: Die is de liefste van het gezin, die kan niks fout doen. Logisch want hij is ook nog maar klein.
De ikpersoon: Dat is een jongen die ruzie heeft met mijn zijn zus en zijn vader ook niet de aardigste vind, en volgens mij ook wel een beetje bang voor hem is. Zijn moeder vindt hij wel aardig omdat hij haar nog een kus op de wang geeft terwijl zij zich van hem afduwt.

Mijn sympathie ligt bij de ikpersoon. Hij heeft een moeilijk leven omdat hij zelf misschien wel de hele tijd tegenwerkt maar zijn ouders ook heel stom tegen hem doen en hij mag niets.

Opgave 15: Met zijn moeder is die goed, maar met zijn vader slecht. Hij mag niks van zijn vader, zijn vader slaat hem en dat is sowieso niet goed voor de relatie die je met hem hebt.

Opgave 16
: Ja, ik zou dit boek wel willen lezen, het is niet moeilijk te begrijpen en je leest er makkelijk in weg, vooral omdat je met de persoon meeleeft.

Opgave 17: Een vaag verhaal vind ik het. Het begin vind ik lastig te begrijpen. Het is moeilijk om je voor te stellen hoe het nou allemaal is gegaan.

Opgave 18: De vader: Het is een vader die een beetje raar is en houd volgens mij niet meer van zijn vrouw omdat ze ruzie hebben om kleine dingen en niet wilt luisteren naar haar en er een gespannen sfeer hangt.
De moeder: Dat is een moeder die veel om haar kinderen geeft en volgens mij ook iets te veel.
Want ze wil alleen dat haar kinderen iets doen waar totaal geen risico bij is.
Albert: Het is een jongen die luistert naar zijn ouders maar ze te bemoeiing vindt. Hij weet niet hoe hij om moet gaan met zijn ouders en doet ook dingen zonder te overleggen. Hoewel hij 26 is geworden zou het dat toch zelf mogen weten.

Opgave 19: De relatie tussen man en vrouw vind het kind gek. Hij snapt niet waarom ze zo vijandig tegen elkaar doen en ze willen beide de ander niet gelijk geven. Hij zegt er niks van omdat hij bang is voor de reactie die hij dan terug krijgt.


Opgave 20: Hij vindt zijn vader gek. Hij doet rare dingen en is bang voor hem. Zijn moeder vindt hij wel aardig en is heel bezorgt over hem. Dat blijkt als hij in Amsterdam wilt gaan studeren.

Opgave 21: Nee, ik vind het een lastig boek en het leest niet makkelijk weg. Je moet er echt bij gaan nadenken.

Opgave 22: Het is een verhaal waarin je kan lezen hoe het eraan toe ging in een joods gezin.
De vader en moeder zijn beide een beetje ontspoort. Het is geen moeilijk verhaal.

Opgave 23: De vader: Hij drinkt veel en geeft de indruk dat hij geen baan heeft. Hij vindt alles maar stom en de jongen mag alles van zijn vader.
De moeder: Zij vindt niks meer belangrijk. Zij ziet er heel onverzorgd uit. En is heel pessimistisch over alles.

Opgave 24: Goed, het maakt hem allemaal niet uit en hij kan gewoon zijn gang gaan. Hij heeft ook geen slechte relatie met zijn ouders.

Opgave 25: Ja, ik vind zulke boeken altijd wel leuk om te lezen. Het leest makkelijk en ik snap het helemaal. Je wilt gewoon weten waar dit verhaal naartoe gaat.


Opgave 26: Het is een triest gedicht en ik weet niet precies wat ik ervan moet denken.

Opgave 27: Volgens mij is het de vader of moeder die het gedicht vertelt en vind het heel erg dat zijn/haar kinderen nu uit het huis zijn. En hij/zij verlangde terug naar vroeger.

Opgave 28: In een droevige stemming. Hij wou dat zijn dochters weer terug waren en hij mist ze.

Opgave 29: En gevoel en geroken als ze me kusten, een huid en haar die niet meer voor mij waren bedoeld, niet als vroeger, toen we nog tijd hadden..
Deze vind ik goed omdat je ziet dat de vader heel erg droevig is.

Opgave 30
: Het is wel een mooi gedicht, maar ik ben daar niet zo een fan van.

Opgave 31: Fragment 3: het was een boek die ik nog wel verder zou willen lezen omdat ik benieuwd ben hoe het gaat aflopen.

Opgave 32: De plezierigste sfeer was in het laatste verhaal. Het maakte namelijk niet uit wat de jongen ging doen. Alles was toch wel goed en niemand maakt ze ergens druk over.

De ergste vond ik fragment 3: het was dan wel een goed verhaal maar die ouders waren zo erg, ik zou daar niet mee kunnen leven.

Opgave 33
: Ja, daar kun je wel uitspraken over doen. Bij bijna elk fragment laten ze duidelijk weten dat de ouders de baas zijn. Ik vind het normaal dat jij met je ouders in discussie mag gaan of met wie dan ook, als je dat maar op een nette manier doet en die ander ook niet gelijk agressief gaat doen of je een pak slaag gaat geven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.