Hoofdstuk 4

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1303 woorden
  • 1 juli 2008
  • 81 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
81 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 4

§13 Verandering op het platteland
-natte rijstbouw: de rijst die wordt verbouwd op sawa’s: akkers die onder water staan
-arbeidsintensief: op één stukje grond werken veel mensen
-Groene Revolutie:grote verandering in landbouw, veroorzaakt door externe oorzaak - rijstsoorten die sneller groeien
2 gevolgen:
-commercialisering= de verandering van zelfverzorgende boeren naar commerciële boeren
-mechanisering= de machines vervangen de arbeid van mensen en dieren

-family-planning: het afremmen van de bevolkingsgroei, succes:
-voorlichting geboortebeperking
-gebruik voorbehoedsmiddelen
-aantal kinderen per gezin daalt

B51 Klimaatsysteem van Köppen
-eerste indeling:
1. humide klimaten: klimaten waarbij gemiddelde jaarlijkse neerslag groter is dan gemiddelde jaarlijkse verdamping
2. droge klimaten: klimaten waarbij gemiddelde jaarlijkse neerslag kleiner of gelijk is dan gemiddelde jaarlijkse verdamping
-tweede indeling:
Humide klimaten:
-A-klimaat: koudste maand hoger dan 18 graden
Af-klimaat: tropisch regenwoud klimaat; droge tijd ontbreekt, neerslag
hele jaar
Aw-klimaat: savanne klimaat; droge winters dus zomerregens

-C-klimaat: koudste maand lager dan 18 graden en hoger dan -3 graden, warmste maand hoger dan 10 graden
Cf-klimaat: gematigd klimaat met hele jaar neerslag

Cw-klimaat: gematigd klimaat met zomerregens
Cs-klimaat: Middellandse Zeeklimaat; droge zomers en winterregens

-D-klimaat: koudste maand lager dan -3 graden en warmste maand hoger dan 10 graden
Df-klimaat:landklimaat met neerslag het hele jaar
Dw-klimaat: landklimaat met zomerregens

-E-klimaat: warmste maand lager dan 10 graden
ET-klimaat: toendraklimaat, warmste maand tussen 0 en 10 graden
EF-klimaat: poolklimaat, warmste maand lager dan 0 graden
EH-klimaat: hooggebergte klimaat, warmste maand lager dan 10 graden
-derde indeling:
Droge klimaten:
BS-klimaat: steppe klimaat, jaarlijkse neerslag gelijk aan jaarlijkse
verdamping
BW-klimaat: woestijnklimaat, jaarlijkse verdamping groter dan jaarlijkse neerslag

B96 Aantal, spreiding en dichtheid
Voor de inrichting is van belang: aantal, spreiding en dichtheid
-bevolkingsdichtheid: gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer

- berekening inwoners/oppervlakte
-bevolkingsconcentratie: een opeenhoping van mensen in een bepaald gebied
-spreiding: de manier waarop de bewoners over land zijn verdeeld
-zuigeling: 1e 12 maanden
Zuigelingsterfte: als je na dag 1 tot 12 maanden sterft

§14 ‘Booming’ China, een Aziatische tijger
China:1,3 miljard inwoners  - nieuwe tijger, eerst economisch ver achter
Tot 1980: China communistisch land - dictator Dong; geen vrijheid voor mensen en bedrijven, westerse cultuur en bedrijven waren is China verboden
1980: economie van kapitalisme, vrije markteconomie - westerse invloeden voor bedrijven
Economische vrijheid alleen toegestaan in speciale economische zones (SEZ)
- buitenlandse bedrijven droompakket: hardwerkende arbeiders, lage lonen, goedkope grond, lage belastingen, vrijheid mensen aannemen en ontslaan.
- Westen van China dunbevolkt, oosten dichtbevolkt ; waarom?

Westen: -droger
- meer reliëf
- geen grote rivieren
- minder vruchtbare bodems
- de nieuwe tijgers: Zuid-Korea, Taiwan, Singapore, Hongkong, China ; snelle economische groei
- export
- oude tijger: Japan
- global shift: het verschuiven van het economische zwaartepunt in de wereld
- Europa - Verenigde Staten - landen rond de Grote Oceaan

B161 Ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden
- ontwikkelde landen: hoog ontwikkelingspijl
Ontwikkelingslanden: laag ontwikkelingspijl
- ontwikkelingslanden, bepaalde types:
- NIL : nieuw industrieland - Zuid-Korea, Taiwan, Singapore = NIC: newly industrialized country

B184 Multinationale ondernemingen
- multinational: bedrijven met vestingen in verschillende landen;

- productie van goederen
- niet alleen industriële bedrijven, maar ook in dienstverlening (banken,
hotelketens)
- keuze voor vestiging in een bepaald land hangt af van de economische en politieke factoren
- economische factoren: hoogte van lonen, opleiding personeel
- politieke factoren: wetten, regels, medewerking van overheid (in land van vestiging)

B185 Globalisering
- globalisering / mondialisering: het steeds doorgaande proces van internationale uitwisseling van geld, goederen en ideeën
- belangrijkste kracht: economie
- bedrijven breken tariefmuren af - moeten zo goedkoop mogelijk produceren
(ontwikkelingslanden ; lage lonen)
- zorgt voor sterke groei van het goederenvervoer ; in elk product zitten onderdelen uit alle delen van de wereld
- door technische ontwikkelingen is een sneller en beter transport over de wereld mogelijk
- containers

- computers
- global village: op politiek en sociaal terrein worden ideeën uitgewisseld en toegepast. (globalisering beperkt zich niet tot de economie, culturen beïnvloeden elkaar)

B186
Door globalisering ontstaan internationale arbeidsverdeling: de manier waarop bedrijven hun producten maken in veel verschillende landen
- multinationale ondernemingen, drie afdelingen:
- hoofdkantoor (in rijk ontwikkeld land)
- onderzoeksafdeling (in rijk ontwikkeld land)
- fabrieken (in ontwikkelingslanden)
- zo ontstonden kop-staart bedrijven
- oorzaak: lage arbeidskosten
- Multinationale ondernemingen zorgen voor regionale specialisatie
3 fasen productieproces:
Ontwerp en ontwikkeling_ _marketing en distributie
|_ fabricage_|
overige begrippen:
- communisme: de productie wordt geleid door de staat
- kapitalisme: de productie wordt geleid door particuliere ondernemers
- vrijemarkteconomie: kapitalistisch productiesysteem

- ontwikkelingspeil: de ontwikkeling op een bepaald moment meten
- ontwikkelingslanden: landen met laag ontwikkelingspeil
- ontwikkelde landen: landen met hoog ontwikkelingspeil

§15 Japan, een oude tijger
Japan:
- wonen ongeveer 130 miljoen mensen (dichtbevolkt)
- klein deel is vlak en geschikt voor stedelijke bebouwing
- uitgegroeid tot 2e economische wereldmacht van wereld

Natuur zit tegen:
- Japan is een eilandenrijk, het bestaat uit 4 grote eilanden en 39.000 kleine eilandjes - lastig voor verkeer
- eilanden zijn allemaal bergachtig, er is veel reliëf  - Japanse bevolking woont in laagland langs kust, daar liggen alle rijstvelden, industriegebieden en grote steden
- Japan heeft weinig delftstoffen, grondstoffen en geen energiebronnen
- aardbevingen, tsunami’s en taifoens


Ontwikkeling Japanse economie door twee factoren te verklaren:
- Japan had tot 1945 een strenge, dictatoriale regering - zorgde voor vrije markt en hield de lonen laag - zo kon Japan producten exporteren naar Amerika en Europa, ook zorgde de regering voor lage belastingen zodat mensen konden sparen - spaargeld werd gebruikt voor nieuwe investeringen in bedrijven.
- Cultuur van Oost- en Zuid-oost-Azië is de groep belangrijker dan de enkeling, goed je best doen en hard werken is belangrijk. (werd bedacht door Chinese wijsgeer Confucius)

- tijgerlanden hebben het succes van Japan afgekeken - heerst oosterse mentaliteit van hard werken.

Japanse bedrijven bouwen actief mee aan de economie in de tijgerlanden - ze verplaatsen onderdelen van productie naar landen in de buurt, zoals Zuid-Korea en Taiwan waar de lonen lager zijn (lagelonenlanden). Toen daar ook lonen stegen, ging die productie naar nieuwe lagelonenlanden, zoals Indonesië, Thailand of China.

Bij het uitschuiven van de industrie ging het eerst om eenvoudige producten, zoals kleding, schoenen en speelgoed - arbeidsintensieve producten - later ook technisch ingewikkelder producten uitbesteed, zoals elektrische apparaten en software, om die producten te maken is vakkennis nodig - kennisintensieve producten.

B6 Natuurlijke en menselijke factoren:
Natuurlijke factoren Menselijke factoren
-Klimaat
-Reliëf
-Bodem
-Opbouw van aardkorst
-Aanwezigheid van rivieren -Aantal mensen
-Ontwikkelingspeil
-Bestaansmiddelen
-Godsdienst
-Indeling in staten

B7 Menselijke factoren:
Menselijke factoren kun je onderverdelen in 4 groepen:
- economie gaat over de manier waarop mensen geld verdienen, Bij de economische factoren kijk je naar de bestaansmiddelen - rijkdom en armoede verklaren (in ontwikkelingslanden slechte toestand van bestaansmiddel meestal landbouw)
- cultuur heeft te maken met taal, godsdienst, geschiedenis en gewoonten van een groep - wij-gevoel een van culturele factoren voor het succes van Japan - spelen bv. ook een rol bij ontstaan van etnische wijken in grote steden

- demografie gaat over omvang en samenstelling van de bevolking, met de demografische factoren immigratie, emigratie, geboorte en sterfte verklaar je bv. de bevolkingsgroei in een land
- politiek heeft te maken met de manier waarop een land word geregeerd
- in West-Europa is welvaart en vrede, dat kun je voor een deel bepalen door politieke factoren. De regeringen van verschillende landen werken samen (in de Europese Unie).

B187 Handels- en betalingsbalans:
Handelsbalans= waardeverhouding tussen de totale invoer van een land en de totale uitvoer.
Betalingsbalans= waardeverhouding tussen al het geld dat een land uitgaat en al het geld dat een land binnenkomt.
Actieve balans= wanneer er meer geld binnenkomt, dan eruit gaat.
Passieve balans= wanneer er meer geld uitgaat, dan binnenkomt.

B189 Economische machtsblokken:
Europese Unie:
-25 landen werken samen
-wil vrede in Europa handhaven (politiek doel)
-wil meer welvaart (economisch doel) - tariefmuren afgebroken
-tussen meeste landen vrije handel

-om de Euromarkt staat nog steeds een forse beschermende tariefmuur: het buitentarief
-economisch heel sterk: er worden veel goederen geproduceerd en er is een grote, koopkrachtige markt

Behalve de EU zijn er op de wereld nog meer machtsblokken bv:

-Japan
-NAFTA (North American Free Trade Association: de economische samenwerking tussen de VS, Canada en Mexico

De economische machtsblokken zijn gunstig voor de eigen bewoners, maar ongunstig voor de landen erbuiten (vooral ontwikkelingslanden krijgen weinig kans om hun producten op de grote rijke markten te verkopen. Om deze situatie te voorkomen wordt er tussen de landen van de wereld veel vergaderd (WTO: World Trade Organisation).

REACTIES

M.

M.

er staat:"Tot 1980: China communistisch land - dictator Dong; geen vrijheid voor mensen en bedrijven, westerse cultuur en bedrijven waren is China verboden
1890: economie van kapitalisme, vrije markteconomie - westerse invloeden voor bedrijven
Economische vrijheid alleen toegestaan in speciale economische zones (SEZ)"

dat 1890 moet 1980 zijn!

13 jaar geleden

M.

M.

egt thanx!!!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.