Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Module 9, Tweede Wereldoorlog en Koude oorlog

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 4303 woorden
  • 14 januari 2008
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
19 keer beoordeeld

§ 1.1. Oorlog in Europa

In de periode 1939 tot 1940 gebeurde er in het Westen weinig. Er was een spookoorlog.
- Frankrijk kon in offensief opzicht weinig doen. Verdedigen wel (Maginotlinie),
- Groot-Brittannië was de Duitse marine wel de baas, maar had daar weinig aan.

In 1940 nam Hitler het initiatief. In periode van april – juli 1940 versloeg hij achtereenvolgens: Denemarken, Noorwegen, Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk.
Nederland was eerst nog neutraal, maar werd toch bezet. Ze werden onder de voet gelopen door:

- de angst voor een aanval vanuit het westen,
- het belang van Rotterdam. Rotterdam werd gebombardeerd.
In West-Europa had Hitler al zijn tegenstanders uitgeschakeld, op de Britse eilanden na.

In Nederland veranderde er veel, o.a.:
- Er kwam een Duits burgerlijk bestuur,
- Wilhelmina vluchtte naar Engeland waaruit zij het grondgebied in de Oost (Nederlands-Indië) en in de West (Antillen en Suriname) ging besturen.

Spanje, Zweden, Zwitserland en Portugal bleven neutraal. Italië was bontgenoot van Duitsland door de As Rome-Berlijn (1936).
De Duitsers bezetten het gedeelte van Frankrijk tussen Duitsland en de Atlantische kust. Het onbezette deel heette Vichy-Frankrijk, dat geregeerd werd door Pétain.

Battle of Britain

De eerste grote tegenvaller van Hitler was de Battle of Britain. Hitler wilde eerst het Britse luchtruim vervoeren en daarna het leger aanvallen. De luchtwaffe had tweemaal zoveel vliegtuigen als de RAF. Dit liep anders dan Hitler had gedacht, want toen de Duitsers Britse steden gingen bombarderen werd de vastberadenheid versterkt.

Operatie Barbarossa


In het boek ‘Mein Kampf’ had Hitler zijn doelen beschreven. Onder andere:
- Strijd tegen het jodendom,
- Duitsland moest richting Oost-Europa koloniseren om Slavische volkeren te onderwerpen,
- Er was ontvolking nodig om plaats te maken voor Duitse kolonisten.
Deze drang nach osten kon de Duitsers ‘lebensraum’ (leefruimte) geven.
De Tsjechen en Polen waren al verslagen. De Slowaken waren Slavisch, maar bontgenoot van Duitsland (!)

Hitler wilde de SU aanvallen, maar dit was iets later dan gepland. Hij moest Mussolini helpen bij een Italiaanse oorlog op de Balkan. Op de Balkan versloeg Duitsland (m.b.v. Slowakije, Roemenië en Hongarije) Griekenland en Joegoslavië.
In 1941 viel Duitsland de SU aan (operatie Barbarosso) . Het Rode Leger van Stalin was onvoorbereid, want hij had zijn beste mensen laten vermoorden.
Hitler wilde vóór de strenge winter Leningrad, Moskou en Stalingrad hebben. Dit lukte niet door de vroeg intredende winter.
Ondanks dat Stalin’s schrikbewind niet erg geliefd was in de Sovjet-Unie, wist hij toch alle Russen bij elkaar te krijgen om zich te verzetten tegen Duitsland in de Grote Vaderlandse oorlog.

In 1942 boekten de Duitsers weer wat resultaat, maar de winter was opnieuw een bontgenoot voor de SU.

In 1943 werden de Duitsers verslagen. Ze moesten Duits terrein afstaan tot aan Berlijn toe.

§ 1.2 De grote Alliante

De SU sloot na de aanval van Duitsland een bontgenootschap met Groot-Brittannië. Het was uit nood geboren: ‘De vijand van de vijand is een vriend’. Ze keken nu niet naar de tegenstellingen tussen kapitalisme en communisme, democratie en totalitaire dictatuur.
Ook de Nederlandse regering sloot zich aan bij deze Grote Alliante.

President Roosevelt (Amerika) was aanhanger van het isolationisme. Toch steunde hij de Britten en vanaf 1941 ook de SU. Deze steun was niet ongunstig voor de, want Roosevelt was van mening dat Amerika toch niet buiten de oorlog kon blijven door Japan (Japan was bontgenoot van Duitsland en Italie, anti-Komintern pact)

Japan veroverde grote delen van China en wilde zich uitbreiden. De VS kondigde een economische boycot af. Japan vernietigde een groot deel van de Amerikaanse vloot bij de verrassingsbombardementen op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbour bij Hawaii.

11 december verklaarde Duitsland de oorlog aan de VS

Japan veroverde de ene Europese kolonie naar de andere (waaronder: Frans Indo-China en Nederlands Indië) -> oorlog met Nederland.
Nederlandse kolonisten werden naar concentratiekampen gestuurd, de nationalisten werden door Japan ‘bevrijd’. (De nationalisten streefden (o.l.v. Soekarno) voor onafhankelijkheid in Indonesië)

Noord-Afrika en D-day

In 1942 drongen de geallieerden de Duitsers terug.
In Noord-Afrika verloren de Duitsers de slag bij El-alamein tegen de Britten.
Amerikaanse troepen landden in Algerije en Marokko, zodat Hitler Noord-Afrika moest opgeven (1943)


In 1943 landden Amerikanen en Britten in het zuiden van Italië om de Duitsers tegen te houden.
Stalin vond dat het te lang duurde en eiste een tweede front in Europa. In 1994 kwam dit tweede front er.

Op 6 juni 1944, op D-day, kwam dat tweede front er.
De geallieerde troepen landden op de stranden van Normandië -> de opmars richting Duitsland kon beginnen!

Hitler probeerde met het Ardennenoffensief de geallieerden terug te dringen. 30 april pleegden Hitler en zijn bruid Eva Braun zelfmoord. Zijn land lag in puin. 2 mei 1945 veroverde het Rode Leger Berlijn.

Hiroshima

In Azië nam het Japanse fanatisme toe naarmate de geallieerden dichterbij kwamen.
- Japanners beschouwden sterven voor de keizer als een grote eer
- Kamikaze piloten vlogen zich vrijwillig te pletter op Amerikaanse schepen.

De VS wilden de oorlog snel beëindigen, want het kostte grote verliezen. De VS deden dat door het inzetten van hun geheime wapen: De atoombom.
- De eerste bom werd afgeworpen boven Hiroshima, waardoor deze stad van de aardbodem verdween (6 augustus 1945)
- De Japanners wilden zich niet onvoorwaardelijk overgeven, dus de VS wierpen een tweede bom. Nu op de stad Nagasaki.
15 augustus gaf Japan de strijd op -> Tweede Wereld oorlog ten einde!


De geallieerden wilden de gedane misdaden niet onbestraft laten gaan:
- In Neurenberg en Tokyo werden speciale rechtbanken ingericht om oorlogsmisdadigers te berechten;

§ 1.3 Nederland bezet

Na enkele dagen van dapper verzet moest generaal Winckelman zich overgeven. Na het bombardement op Rotterdam dreigden de Duitsers nog meer steden te verwoesten.

De oostenrijker Seys Inquart werd Reichskommissar.
De Duitse doelen waren in het begin niet duidelijk, maar hielden in:
- nazificatie van de Nederlanders;
- gebruikmaken van de Nederlandse economie;
- deportatie van Joden.

(!) 1940 – De Nederlandse Unie werd opgericht om naar ‘nieuwe Nederlandse saamhorigheid te streven’. Veel mensen werden lid uit afkeer van de NSB & Duitsers.
Er kwam door de Nederlandse Unie steeds meer kritiek op Jodenvervolging  Nederlandse Unie werd verboden.

Alle partijen werden verboden – behalve de NSB van Mussert. Tot teleurstelling van Inquart bleef de NSB tot een kleine minderheid.
- Censuur

- Tal van verenigingen werden opgeheven
- De vakbonden moesten opgaan in het Nederlandse Arbeidsfront
- Padvinderij werd verboden -> ‘Jeugdstorm’ van de NSB
Nederland werd zo een gelijkgeschakelde dictatuur o.l.v. de Duitsers.

Jodenvervolging

Ambtenaren moesten bewijzen dat ze geen Joodse voorouders hadden d.m.v. een Ariërverklaring.
Joden uit de overheidsdienst/onderwijs kregen ontslag.
Kerken & universiteiten protesteerden, maar de ‘zuiveringen’ gingen door.

In 1941 werd de Joodse Raad door de Duitsers ingesteld, die de maatregelen van de Duitsers moest uitvoeren.
De februaristaking (1941) was een protest tegen de manier waarop Joden werden behandeld.
De reactie van de Duitsers: 425 Joodse mannen werden opgepakt en naar Mauthausen gevoerd.

In bezette gebieden leefden de Joodse burgers in getto’s. In SU werden Joden geëxecuteerd door ‘Einsatzgruppen’.

Na 20 februari 1942 kwam er een systeem tegen de joden.

Op de Wannsee-conferentie besloten de nazi’s tot een ‘endlösung der Judenfrage’ [definitieve oplossing voor het Jodenprobleem]
- Joden werden in kampen gestopt
- Slavenarbeid voor Duitse industrie
- In vernietigingskampen omgebracht (Auschwitz, Chelmno, Belzec, Sobibor en Treblinka)
Deze massamoord wordt ook wel shoah of holocaust genoemd.

Niet alleen Joden werden vervolgd -> zigeuners, homoseksuelen, communisten, Jehova’s getuigen, ‘asocialen’ of (verstandelijk) gehandicapten.

Verzet en aanpassing

Wilhelmina verving premier de Geer, want hij wilde het vanuit Londen met de Duitsers op een akkoordje gooien. In zijn plaats kwam Gerbrandy.

Voorbeelden van verzet:
- Bernard IJzerdraad gaf het eerste verzetsblad uit.
- Illegale bladen werden opgericht als Trouw, Het Parool en Vrij Nederland.
- Er was een landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers (L.O.)
- De knokploegen (K.P) ondernamen gewelddadige acties tegen de bezetters.
- De P.C.D (Persoonsbewijzen Centrale) vervalste persoonsbewijzen.


April/mei 1943 – grote staking. Waarom?
- Militairen die in 1940 uit krijgsgevangenschap waren vrijgelaten moesten alsnog naar Duitsland.
- 300.000 mensen moesten in Duitsland gaan werken als vervangers van de soldaten die in Rusland vochten.

In 1944 was er een spoorwegstaking die het hele vervoer lamlegde.
Een keuze maken in de oorlog is moeilijk. Er hebben ong. evenveel Nederlanders deelgenomen aan verzet als met de Duitsers.
Veel mensen kozen voor accommodatie: zich aanpassen.

Na D-day

In september 1944 ging het gerucht door ons land dat de bevrijders bij Breda waren. Het was dolle dinsdag: NSB’ers en andere verraders vluchtten naar de oostgrens. Het mislukken van de Slag om Arnhem was een grote teleurstelling.

De aandacht van de geallieerden richtte zich op het veroveren van het Ruhrgebied.
In de loop van 1944 waren Limburg, Brabant en Zeeland bevrijd.
Omdat de aandacht van de geallieerden verslapte, kwam er een hongerwinter. Vanuit de Randstad werden hongertochten ondernomen naar het platteland.

5 april 1945 – Bevrijd


2. Van Truman-doctrine tot Cubacrisis

Na de Tweede Wereldoorlog hadden Duitsland en Japan minder macht. SU en VS waren de nieuwe grootmachten.

§ 2.1 Internationale afspraken

Roosevelt en Churchill sloten het Atlantische Handvest. Het was een nieuwe wereldorde voor na de oorlog. Elk land zou een aantal vrijheden moeten hebben:
- zelfbeschikkingsrecht,
- deelname aan wereldhandel,
- vrije toegang tot zeeën en grondstoffen,
- internationale geschillen niet meer oplossen met wapens,
- er moest een internationale vredesorganisatie komen. 1942 – 26 landen sloten een verdrag dat tot oprichting van zo’n organisatie besloot.

Teheran

1943 – Churchill, Roosevelt en Stalin kwam bijeen in Teheran.
a) Stalin kreeg het Tweede Front.
b) De SU mocht de veroverde gebieden (1939) houden die in de tijd van de tsaar deel uitmaakten van het Russische rijk.

Het was vreemd dat Groot-Brittannië akkoord ging met b, want ze was in oorlog geraakt omdat ze de grenzen van Polen niet schond.


Churlich en Stalin handelden uit strategische overwegingen:
- Churchill hield de belangen van het Britse koloniale rijk in de gaten,
- Stalin wenste vooral veiligheid aan de grenzen.

Eind 1944 – Churchill ging naar Moskou, waar hij met Stalin de invloedssferen verdeelde.

Jalta en Potsdam

Februari 1945 – de ‘grote drie’ (Churlich, Roosevelt en Stalin) kwamen bijeen in Jalta.

Ze spraken af:
Duitsland werd in vijven verdeeld.
1. Eén stuk voor Polen en SU, waardoor Polen als het ware ‘opschoof’ op de landkaart tot aan de rivieren Oder en Neisse.
2. VS 4. Frankrijk
3. SU 5. Groot-Brittannië

Er werd ook zo’n plan gemaakt voor Oostenrijk en Berlijn.

Juli/augustus 1945 – Conferentie van Potsdam.

Er was wel het één en ander veranderd:
• Roosevelt was overleden en vervangen door Truman.
• Churchill had na een verkiezingsnederlaag plaats moeten maken voor Attlee.

Truman stond veel wantrouwender tegenover Stalin en van het zelfbeschikkingsrecht kwam in de door de Sovjet Unie bevrijdde gebieden niets terecht. Er was sprake van een ‘omgekeerd’ cordon sanitair, want de landen werden compleet afhankelijk van de SU. Tijdens deze conferentie werden de belangentegenstellingen al duidelijk.
De Amerikanen waren bang dat Stalin zijn macht in Azië verder ging uitbreiden:
Tijdens de conferentie in Potsdam, ontplofte de Hiroshima-bom  Stalin verklaarde onmiddellijk de oorlog aan Japan. Door de aanslag op Nagasiki kon Stalin minder uitbreiden.

Neurenberg en Tokyo

Voor het eerst werd het internationaal recht boven het nationaal recht geplaatst.
In de stad Neurenberg werden Duitse oorlogsmisdadigers door een internationale rechtbank berecht.
Drie soorten vergrijpen:
• Misdaden tegen vrede,
• Oorlogsmisdaden – waarbij het oorlogsrecht geschonden werd,
• Misdaden tegen menselijkheid – uitroeien/vervolgen van mensen op basis van hun politieke overtuiging, ras, geloof, etc.

In Tokyo werden oorlogsmisdadigers berecht.

§2.2. Het IJzeren Gordijn

Op Jalta hadden ‘de grote drie’ besloten dat Duitsland verdeeld werd in vier geallieerde bezettingszones. Dit gold ook voor Berlijn.

In Jalta was afgesproken dat Duitsland in vier geallieerde bezettingszones werd verdeeld. Dat gold ook voor Berlijn (lag in de Russische zone).


In Oost-Europa was Stalin druk bezig met de Cordon Sanitair, want in het ene na het andere land kwamen communisten aan de macht die in Moskou waren opgeleid. Dit was in strijd met het Atlantische handvest.

Albanië (’46), Bulgarije (’46), Roemenië (’47), Polen (’47), Tsjechoslowakije (’48) en Hongarije (’47) werden volksdemocratieën. Deze landen waren ondergeschikt aan SU. Dit werd tegengesproken door de SU, want het kapitalisme – dát was uitbuiting.

Ongerustheid geallieerden was niet helemaal terecht:
1. Stalin was vooral geïnteresseerd in veiligheidsgaranties en breidde om die reden zijn gebied en invloed uit. Een marxistisch-leninistische wereldrevolutie had geen voorrang.
2. In 1944 had hij met Churchill afspraken gemaakt.

Churchill sprak van een ‘IJzeren Gordijn’: een fictieve scheidingslijn tussen het communistische oosten en kapitalistische westen.
Stalin vond dit hypocriet, want hij bemoeide zich ook niet met Groot-Brittannië:
Churchill had met Stalin geregeld dat Griekenland in handen was van de Britten. Stalin steunde de Griekse communisten niet toen ze in burgeroorlog raakten.

De Britten vonden verkiezingen riskant en hielden het bij gewelddadig anticommunistisch optreden (deed SU ook in Polen!)

De Amerikaanse president Truman kondigde een politiek van containment (indamming) af, want de communisten in Griekenland probeerden de macht over te nemen. Zo ontstond de truman-doctrine. Enkele weken erna het Marshall-plan: Hulp om in Europa de wederopbouw te financieren.
SU weigerde de hulp -> Oost-Europese economieën kregen ook geen hulp.

De SU verweet de VS dat ze hun economische macht zo uit gingen breiden.

Blokkade van Berlijn

West Berlijn (bestond uit drie westerse sectoren) was kapitalistisch. De westelijke bezettingszones kregen een nieuwe munt. Dit was volgens Stalin in strijd met de afspraken over Duitsland -> hij sloot de toegangswegen voor het Westen af: De blokkade van Berlijn.
Dit mislukte door de VS, want zij onderhielden een luchtboog. Elke drie minuten landde er een vliegtuig met voorraden voor West-Berlijners.
In 1949 ontstond de BRD gesteund door de westelijke geallieerden en de DDR gesteund door de Sovjet Unie.

1949 richtten de VS en een aantal andere Westerse landen de NAVO op.
NAVO: ‘Noord-Atlantische verdragsorganisatie’, militair bontgenootschap dat het vrije Westen moest beschermen tegen de SU.

3 september 1949 – De Amerikanen ontdekten een atoomontploffing boven Azië door de SU.
De Amerikanen hadden hier niet op gerekend, de politiek van containment had gefaald.
De wereld had nu twee supermachten.
Een maand na deze ontdekking riep Mao Zedong de volksrepubliek China uit, waardoor de bontgenoot van Amerika teruggedreven werd naar Taiwan.

Verenigde Naties

24 oktober 1945 – De Verenigde naties.

Anders dan de Volkenbond:

1. Ze kreeg de mogelijkheid om conflicten af te dwingen wanneer zij bemiddelde in conflicten
2. Naast een Algemene Vergadering ook een aparte veiligheidsraad: VS, SU, China (pro-Westers), Groot-Brittannië en Frankrijk kregen een zetel en vetorecht (verbieden van beslissingen)

De VN –als wereldregering- stonden niet boven de supermachten. De VS domineerden de veiligheidsraad en de SU maakten veel gebruik van hun vetorecht.

De wereldorganisatie is geen mislukking geworden:
1. De algemene vergadering werkt als internationaal forum voor problemen en conflicten.
2. De invloed is vanaf 1945 herhaaldelijk van betekenis geweest.

§2.3 Vijandbeeld in de jaren vijftig

De SU beschikte over een atoombom naar Amerikaans ontwerp. Daarom werd de FBI ingeschakeld. 1953 – echtbaar Rosenberg werd op de elektrische stoel gezet.

1950 - De republikeinse Joseph McCarthy ontketende een heksenjacht tegen communisten.
Dit ging 4 jaar door, tot dat hij het leger wilde gaan zuiveren.

Koreaanse oorlog

De jaren ’50 begon met een oorlog tussen:
- Noord- en Zuid-Korea
- Oost(blok) en West. (& hun bontgenoten)

De SU had het noorden veroverd – op Japan. De VS had het zuiden veroverd.

De Commissie van de VN mocht in het noorden haar werk niet doen.

1948 – Er ontstonden twee staten: Westers georiënteerd Zuid-Korea en een volksrepubliek Noord-Korea.
Zuid-Korea was niet democratisch, maar de VS waren blij dat ze een anticommunistische bontgenoot hadden.
De VN erkenden alleen Zuid-Korea, want SU had geen stem in de Veiligheidsraad – Stalin boycotte die vanwege China. De VN weigerden communistisch China.

1950 – Noord-Koreaanse troepen vielen het zuiden binnen. Ze veroverden het grootste deel ervan (incl. de hoofdstad Seoul).

Twee dagen na de aanval kwamen de VN met militaire hulp aan de Zuid-Koreanen. Dit kon, omdat de SU geen gebruikmaakte van haar vetorecht (vanwege de boycot). De Chinezen dreven het front weer terug, want ze hielpen de noorderlingen. In 1951 liep de oorlog vast en werd er een grens getrokken tussen het noorden en het zuiden.
1953 – Wapenstilstand Koreaanse oorlog.

1955 – West-Duitsland mocht herbewapenen en Moskou richtte een militaire alliantie tegen de NAVO op: Warschaupact.

De nieuwe president Eisenhower beloofde militaire hulp tegen agressieve communisten, desnoods met kernwapens. ‘Containment’ ging over in een politiek van ‘roll back’ (communisme terugdringen).

1951 – De VS ontwikkelde een waterstofbom, kort daarop volgende de SU.
De volgende stap was een raket.
1957 – SU had een voorsprong met de Spoetnik ‘kunstmatige satelliet’.


§2.4 Vreedzame coëxistentie

1953 – Stalin overleed.
In Oost-Berlijn kwamen de arbeiders in opstand. Deze werd onderdrukt.

Nikita Chroesjtsjov kwam aan de macht en pleitte voor vreedzame coëxistentie met het westen.
Eisenhauwer was niet bereid in te grijpen achter het IJzeren Gordijn, gezien de situatie in de DDR.
1955 – Chroesjtsjov had een vredesverdrag met Oostenrijk. Oostenrijk kreeg zijn onafhankelijkheid terug, maar moest wel neutraal blijven.

1956 – Chroesjtsjov stelde de misdaden van Stalin aan de kaak. Er was sprake van destalinisatie.
Veel landen zagen hun kans op vrijheid. In Polen was een arbeidersopstand tegen het communisme. De Stalinisten besloten – met toestemming van Moskou - wat minder communistische partijleden in hun midden op te nemen.
De gematigde Gomulka nam het partijleiderschap over  Dit had Moskou echter niet bedoeld. Het liep niet uit de hand, want Gomulka verzekerde dat Polen communistisch was en lid was van het Warschaupact.

In Hongarije kwamen ook rellen  de gematigde premier Imre Nagy werd aangesteld.

In Polen werden er politieke afspraken gemaakt met Moskou, en de Hongaarse leiders gingen ervan uit dat de SU ook in Hongarije zo zou reageren.
Imre wilde zorgen voor: Democratie, vertrek van sovjettroepen uit het land en hij wilde uit het Warschaupact treden.

Engeland en Frankrijk merkten dat de VS en de SU het veel te druk hadden met hun eigen conflicten, zodat ze niet op hun zouden letten.
Engeland en Frankrijk vielen samen met Israël Egypte aan.
De Amerikaanse president was hier woedend over en de SU vond dit een excuus om in Hongarije in te mogen grijpen.
Toen Hongarije hulp vroeg aan de VS, hielp deze niet. Want ze wilden geen kernoorlog riskeren voor conflicten achter het ‘ijzeren gordijn’.
1960 – De Amerikanen kozen John F. Kennedy als president.
Kennedy hoopte met Chroesjtsjov naar vreedzame coëxistentie te streven, maar dit lukte niet:
In 1961 sloot Chroesjtsjov alle staten, die Oost- en West Berlijn met elkaar verbonden, af.

De Berlijnse muur was eigenlijk bedoeld om het ‘facisme’ af te weren, maar eigenlijk was het omdat een heleboel Oost-Berlijners via West-Berlijn naar het Westen gingen vluchtten.

1963 – president Kennedy sprak tijdens een bezoek de beroemd geworden woorden ‘Ich bin ein Berliner.’

Cuba


De cubacrisis bracht de supermachten tot elkaar.
In 1959 werd Batista –dictator van Cuba- afgezet door Fidel Castro. Catro ging zich steeds meer bezighouden met het communisme.
Hier waren de Amerikanen erg boos over.
1961 – Een aanval van Cubaanse ballingen op de Varkensbaai, gesteund door de CIA. Dit mislukte, omdat het slecht uitgevoerd was.
Castro vroeg de SU om steun. Dit vond de SU een goed idee (een bontgenoot vlak voor de kust van de vijand was welkom). De VS hadden namelijk raketten in Turkije.

16 oktober 1962 – De president van Amerika kreeg foto’s te zien waarop af te leiden was dat de SU raketbases op Cuba aan het bouwen was.
In ruil voor deze steun mocht de SU raketbasissen op het eiland bouwen.

Al snel ontdekte de VS wat er aan de hand was en legde een blokkade om Cuba heen, zodat de Russische boten geen spullen meer naar Cuba konden brengen. Chroesjtsjov vond het onacceptabel, maar greep niet in.

De crisis was niet voorbij: Nieuwe foto’s meldden dat de raketten op Cuba binnen drie dagen gebruiksklaar waren. De VS gingen zich voorbereiden op een aanval.
Nadat de SU en Amerika hadden onderhandeld, haalden de US en VS hun raketten weg.

§3.2 onderhandelingen en ontspanning

1963 – De SU en de VS sloten een overeenkomst dat ze geen bovengrondse kernproeven meer gingen gebruiken.


1968 – beide landen sloten het non-proliferatieverdrag. Dit ontnam andere landen de mogelijkheid kernwapens te maken.

1972 – SU en VS sloten het salt-I-verdrag. Ze spraken af om een groot gedeelte van hun (kern)wapens te vernietigen (Richard Nixon en Leonid Brezjnev)
China erkende het leiderschap van Mouskou over de communistische wereld niet meer, want in de ogen van Mao was de SU niet revolutionair genoeg.

1972 – Nixon bracht een bezoek aan China. Dit was een manier om de SU onder druk te zetten, want de SU en China zagen liever niet dat ze vrienden werden met de VS.

De Duitse Bondskanselier Willy Brandt zorgde d.m.v. zijn Ostpolitik voor ontspanning in Oost-Europa. De Oost-West tegenstelling verplaatste zich naar de periferie.

1970 – hij sloot een vredesverdrag met de SU en Polen.
Hij legde zich neer bij de nieuwe grenzen ten oosten van Duitsland .

§3.3 midden oosten

Engeland en Frankrijk hadden na de Eerste Wereldoorlog de landen van het Midden Oosten onder elkaar verdeeld via de mandaatgebieden. Na de oorlog waren er veel spanningen tussen joodse immigranten en de Palesteinen in Palestina.
De joodse immigratie werd o.a. versterkt door: opkomst van Hitler-Duitsland, vervolgen van joden in de SU.

Na de Tweede Wereldoorlog verliet Engeland het gebied.
De Verenigde naties stelden een verdelingsplan op: Er kwam een joods en een Palesteins deel.

De Engelsen trokken zich terug  David Ben Goerion riep de staat Israël uit.

1956: De Egyptische leider Nasser wilde van Egypte een zelfstandig land maken, dat zijn eigen richting op kon gaan tussen Oost en West.
De VS en Engeland zetten hem als volgt onder druk:
• Ze zouden hem niet meer financieel steunen om een grote stuwdam in de Nijl te bouwen.
• Leveringen van wapens stopzetten.
Nasser zijn reactie: Hij kocht zijn wapens in het Oostblok en maakte het Suezkanaal tot zijn eigendom.
Frankrijk, Engeland en Israël hadden een militair plan opgezet.
Eisenhower steunde dit plan echter niet. De SU dreigde Parijs en Londen te bombarderen als straf.

Engeland was geen grootmacht meer, want financieel konden ze zich al niet redden.

De Sovjetunie had voet aan grond gekregen bij het Midden-Oosten.
1964: De Palestijnse gingen zelf de strijd aan. De ‘Palestijnse Bevrijdingsorganisatie’ van Arafat hanteerde vooral terreur als wapen.

Latere oorlogen

1967: In de Zesdaagse oorlog verloren Egypte, Jordanië en Syrië van Israël.
Israël breidde zijn grondgebied uit;

• Westelijke Jordaanoever,
• Oost-Jeruzalem,
• De Golanhoogten,
• De Sinaï,
• Gazastrook.

1973 – Egypte en Syrië wilden op de joodse feestdag ‘Jom Kipoer’ terugslaan, maar dit lukt niet.
De Arabische staten gingen nu gebruikmaken van een olieboycot tegen het Westen – ze steunden namelijk Israël.

Vredesproces

1977: De Egyptische president Anwar Sadat bezocht Israël.
1979: Het kwam tot een vredesverdrag, toen de Amerikanen bemiddelden.
Daardoor kreeg Egypte de stad Sinaï terug.
1981 – Sadat kwam om het leven. Waarschijnlijk omdat hij niks voor de Paleisteinen gedaan had.
Sinds 1987 was er een volksopstand van de Palesteinen. De Israëlische regering heeft gesproken met de Palesteinen:
1993: De regering van Yitzhak Rabin sloot met de PLO kregen de paleistenen zelfbeschikkingsrecht op Israëlische grondgebied.

Dit vredesproces werd verstoord door de Israëlse premier Bejamin Netanjahu.

In de door Israël bezette gebieden in 1967 werden steeds meer joodse nederzettingen gebouwd.

§3.4 oorlog in vietnam

Tot 1954 was Frankrijk de baas in Indo-China, maar er kwamen rellen tegen Franse kolonisten.
In 1954 kwam er een grens tussen noord en zuid-vietnam. Het noorden was communistisch. Het zuiden was nog van Frankrijk, maar het stond onder druk van communisten. Daarom gingen de VS zich ermee bemoeien.
De VS geloofde in de dominotheorie: Als niemand zich ermee bemoeide, werd het ene na het andere Aziatische land communistisch.

Eind ’50 werd in het zuiden de communistische guerrillabeweging ‘Vietcong’ opgericht. Deze kreeg steun vanuit het Noorden.

In 1961 zette de regering Kennedy Amerikaanse soldaten in om Zuid-Vietnam te verdedigen, maar eigenlijk waren ze heel machteloos tegenover Vietnam.
- Vriend en vijand waren niet of nauwelijks te onderscheiden,
- De vijand vocht geen open oorlog en werkte ondergronds (was dus onvindbaar),
- De Amerikanen gebruikten veel geweld en daardoor keerde meer bevolking zich tegen hen.

1968: Tet-offensief van Vietcong boekte grote successen en Noord-Vietnamese troepen.

In 1969 koos de VS uiteindelijk voor ‘Vietnamisering’ van het conflict.
In 1973 trokken de troepen zich terug uit Vietnam  het zuiden werd nu ook communistisch.

Verkilling in de Oost-westbetrekkingen


De SU had een soortgelijk conflict met een buurland. Ze vielen in 1979 Afghanistan binnen. Ze vochten tegen de ‘mujaheddin’.
In de SU was de rol van de media beperkt i.v.m. de Amerikanen.
De inval verstoorde de detente – politieke ontspanning.

1988: De Russen trokken zich weer terug, want Afghanistan moest niks weten van de communisten.

De door Amerikanen gesteunde Sjah van Perzie (Iran) werd afgezet (d.m.v. een islamitische revolutie). Amerika probeerde gijzelaars in Teheran te bevrijden, maar dit mislukte.
Carter had veel aandacht voor mensenrechten en had contact met andersdenkenden. Dit vond Brezjnev maar niks. De onderhandelingen van SALT-II gingen ook moeizaam.
1980: Carter verloor de verkiezingen van Reagan.

Reagan wilde Amerika weer ‘overeind helpen’:
• Hij was tegen de SU,
• Olympische spelen (1980) werden geboycot,
• Defensiebegroting omhoog.

1983: Hij lanceerde SDI . Dit moest Amerika vanuit de ruimte beschermen tegen een atoomaanval.

§3.5. einde van de koude oorlog

1985: Gorbatsjov was voorstander van glasnost en perestrojka (economische hervormingen en openheid) Het communisme functioneerde niet goed, hij wilde het hiermee verbeteren.

1985-1986: (Gorbatsjov) oost en (Reagan) west ontmoetten elkaar -> ontwapeningsvoorstel.

Enige jaren later vernietigden ze de wapens. Rode Leger trok zich terug uit Afganistan en Oost-Europa

1989: Gorbatsjov zei dat hij niet meer ingreep in de binnenlandse problemen van de Oostbloklanden.

De Brezjnev-doctrine had de communistisch staatsbestel in stand gehouden. Wanneer het communisme bedreigd werd, grepen communistische landen in.

Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije en Bulgarije maakten zich los van het communisme. Hongaren ruimden het IJzeren Gordijn op aan de Oostenrijkse grens. Oost-Duitsers vluchtten via Hongarije naar het Westen.
De DDR werd grimmig en onrustig. Partijleider Honecker trad af en binnen enkele weken viel de muur.

9 nov. 1989: feest
1990: De DDR sloot zich aan bij de Bondsrepubliek van Helmut Kohl aan.
1989: Laatste stukje Oostblok viel. De communistische dictatuur van Roemenië (Van het echtpaar Ceausescu).
1989: het jaar eindigde gewelddadig. In Boekarest was een bloedbad tussen de geheime politie en de bevolking. Ceausescu’s werden berecht.

Door de openheid van SU kwamen er veel nationalistische bewegingen die riepen om onafhankelijkheid. De conservatieve communisten zetten Gorbatsjov af -> burgeroorlog dreigde.

1991: Sovjetunie ten einde. Een samenwerkingsverband (GOS): Gemenebest van onafhankelijke staten kwam ervoor in de plaats.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.