Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het klassieke van de oudheid

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 615 woorden
  • 20 december 2007
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 6
2 keer beoordeeld

Module 1: Het Klassieke van de Oudheid

Hoofdstuk 1 Hellas, een beschaving van menselijke maat


Herverdelingseconomie: Boeren leverden hun producten aan de vorsten, die met dit ‘kapitaal’ de ingevoerde grondstoffen lieten betalen.
Polis: De gemeenschap die de Hellenen overzee en in het moederland vormden.
Autarkie: Economisch streven naar zelfgenoegzaamheid
Autonoom: Zelf-wettig, eigen regels bepalen.
Orale cultuur: De pratende cultuur van de Hellas. Praten was de manier van leven geworden.

Politikos: De man die actief was in het openbare leven.
Retor: Een man die jonge jongens leerde hoe ze moeten spreken in het openbaar.
Retorica: Welsprekendheid
Hoplon: Bronzen schild
Hoplitai: Mannen die een bronzen uitrusting konden betalen.
Oikos: Huis en hof.
Agora: Het mannendomein, de centrale open ruimte.
Strategoi: Legerleider
Boulé: Raad van 500
Demos: Verzamelde politai.
Ekklesia: Volksvergadering
Isegoria: Gelijkspreekrecht
Demokratia: Volksmacht
Oligarchia: Weinigen-macht
Aristokratia: besten-macht
Demagogos: Een volksleider, een man die de demos aan zijn trekken wilde laten komen.
Volkssoevereiniteit: Het volk bestuurt zichzelf en niets staat boven het volk.
Ostracisme: Staatsgevaarlijke personen verbannen.
Tyranos: Persoon die de macht zelf in handen neemt. (monarchie)

Tirannendoders: Harmodios en Aristgeiton hadden de laatste tyranos gedood, die tijd beschouwen de Hellenen als het begin van hun vrijheid. H & A hebben een standbeeld op de Agora gekregen.
Directheid en participatie: Kenmerken van de antieke politiek.

Hoofdstuk 2 Het hellinisme, een nieuwe wereld

Hellenisme: Griekse wereldcultuur sinds Alexander de Grote.
Gymnasion: De plaats waar de mannen oefenden voor de spelen.
Oikoumene/oecumene: De wereld waarin mensen beschaafd in steden leven.
Faros: De 120 meter hoge vuurtoren van Alexandrië.
Metropool: Wereldstad
Ptolemaios: Vorsten die afstamden van één van Alexanders generaals.
Mouseion: Muzenheiligdom/museum waar geleerden, die door de koning uit de hele oikoumene werden getrokken, verrichten daar wetenschappelijk onderzoek.
Filologoi: Taal-lievenden
De schroef van Archimedes: Doelmatig werktuig dat water uit de Nijl op hoger niveau kan brengen.
Pastorale: Dicht- of prozastuk over het herdersleven.
Renaissance: Wedergeboorte

Cynisme: Eenvoudige manier van leven.
Hedone: Het ware genot.
Vacuüm: De materie en leegte van een mens.
Epicurisme: Mensen die het goede leven zoeken in vriendschap en bevrediging van natuurlijke behoeften.
Stoïci: De stoïci vond dat de mens niet het recht had om over zichzelf te beschikken. Alleen als er overduidelijke aanwijzingen waren dat er voor zijn nietige bestaan geen plaatst meer is in het grote systeem was, mocht hij een einde aan zijn individueel bestaan maken. De filosofische school Stoïci wilde dat men opgewassen was tegen alle spanningen: aandoeningloosheid (Apatheia).
Logos: Een groot goddelijk plan.

Hoofdstuk 3 Rome, een republiek en een rijk

De rex De vorst van Latium
Patricii: De aristocraten die macht kregen na de afschaffing van het koningsschap in Latium. Zij noemden zichzelf de vaderen, de patricii.
Consuls: De 2 hoogste leiders van de partricii
Collega: De twee consuls waren elkaars collega, een woord dat is afgeleid van com: samen en leges: wetten.
Magistraat: Rechterlijk ambtenaar
Dictator: Voor hoogstens 6 maanden werd er in een noodsituatie een dictator (staatshoofd dat alle macht aan zich getrokken heeft) aangewezen.
Cives: Burgers

De Plebeii: De niet patriciërs.
Tribuni Plebis : Volkstribunen (een volkstribuun is een ambtelijke beschermer van de belangen van de volksklasse in het oude Rome)
Vetorecht: Volkstribunen hadden het recht om ‘ik verbied’ te zeggen wanneer ze de maatregelen van de officiële magistraten wilden dwarsbomen.
Res Publica: Een staat zonder vorst en met grote burgerzin.
Republiek: Een staat zonder monarch
Monarchie: Staatsvorm met een erfelijk vorst aan het hoofd => koningschap.
Keizer: Vorst van de hoogste rang.
Pax Romana: Romeinse vrede
Brood en Spelen: Augustus wilden zijn volk rustig houden daarom gaf hij hen brood en spelen. Brood voor de honger en de spelen voor hun agressiviteit. Agressie konden zij tijdens de spelen eruit gooien en zouden ze dan niet doen tegen hem.
Roma Aeterna: In het eenvoudig dé stad, de Urbs, die voor altijd over de kring van landen, de Orbis terrarum, zou regeren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.