Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1, migratie en vervoer

Beoordeling 3.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 2031 woorden
  • 31 oktober 2007
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 3.9
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting atlantis migratie en vervoer

Blz 1
&1 Wat is migratie en wanneer krijg je als migrant de Nederl. Nationaliteit/

Verhuizen: het wisselen van woning binnen een gemeente.

Migratie: verhuizen van de ene naar het andere gemeente of provincie
Binnenlandse migratie: men blijft in het zelfde land.
Buitenlandse migratie: over de landgrens.
Intraregionale migratie: binnen een provincie
Interregionale migratie: wisselen van woonplaats tussen 2 provincies.

Migratiesaldo: het verschil tussen het aantal mensen dat zich in een gebied vestigt en het aantal dat vertrekt.

Buitenlands migratiesaldo: je vermindert het aantal migranten met het aantal emigranten (dus die binnen komen en die eruit gaan.)
Absolute cijfers: is het totaal aantal migranten
Relatieve cijfers: ongeveer aantal migranten
Vreemdelingen: mensen die niet de Ned. nationaliteit bezitten, maar wel in Ned. wonen.
Naturalisatie: vreemdelingen kunnen de Ned. Nationaliteit krijgen als ze aan een aantal voorwaarden voldoen. Zie blz. 9
Allochtonen: mensen met een buitenlandse achtergrond, tenminste 1 ouder is in het buitenland geboren.
Eerste generatie allochtonen: zijn in het buitenland geboren
Tweede generatie allochtonen: zijn hier geboren.
Niet westers allochtonen komen niet uit Europa, bijv. Turkije Afrika Azië
Etnische minderheid: allochtonen van een bep.nationaliteit, binnen een gebied vormen zij een minderheid, bevinden zich in een sociaal ec. achterstand. Denk aan achterstand in wonen, onderwijs en arbeid. Voorbeelden, Marokko Suriname, Ned. Antillen, maar ook woonwagenbewoners al zijn ze van Ned. Afkomst.
Autochtonen: mensen met een Ned. Achtergrond, beide ouders zijn in Nederland geboren, ongeacht hun eigen land van geboorte.


Blz 2
& 2 Hoe komt migratie tot stand.

Waarom mensen verkassen?: oorlog honger,overbevolking, betere baan, beter huis, politieke of religieuze redenen.
Daar hebben een aantal mensen zich mee bezig gehouden en een aantal theorieën ontworpen.
Theorie 1: Interactietheorie van Ullman. Er moeten 3 voorwaarden zijn:
1) complementariteit, gebieden vullen elkaar aan, het ene land heeft een tekort aan arbeidskrachten, het andere land komt helpen, denk aan de polen.
2) Intervening opportunity: een tussenliggende mogelijkheid, bijv, de polen gaan naar Duitsland,dat is dichterbij.
3) Trasferabilty: migranten moeten zich kunnen verplaatsen, afstand speelt een rol.
Het Push-pull model: aantrekken en afstoten.
Het besluit om te migreren hangt volgens deze theorie af van 3 soorten factoren.
1. Kenmerken van vertrek en vestigingsgebied, allebei hebben aantrekkende en afstotende factoren , voorbeeld van push is: gebrek aan werk, oorlog, armoede. Bij pullfactoren kun je denken aan: goede soc. voorzieningen.
2. tussenliggende hindernissen: kosten van migratie, familiebanden enz.
3. Persoonlijke kenmerken: opleiding, leeftijd ervaring en eventueel informatie die men verkregen heeft van andere emigranten

Mensen verhuizen niet om een reden, ze wegen lange tijd de voor en nadelen tegen elkaar af.
Migratie naar motief of reden, zie b.z 14 bron 10
& 3 Binnenlandse migratie
De meeste Nederlanders migreerden in de 20e eeuw doordat :ze ander werk of een betere woning of omgeving wilden hebben
Begrippen
Tot 1960: urbanisatie. Van platteland naar stad
19606-1975 Suburbanisatie: van stad naar platteland rond de stad
1975-1980 desurbanisatie: steeds verder van de stad. Ouderen niet
na 1980 re-urbanisatie: men migreert weer naar de steden.

Blz 3
Urbanisatie tot 1960 gebeurde niet veel, maar wel in provincies, dit kwam door:
1) mechanisatie van de landbouw, er was geen werk meer op het platteland
2) huisnijverheid verdween op het platteland
3) industriële werkgelegenheid ontstond in de steden >beter betaald werk en betere voorzieningen.
Expulsiegebied: hebben een vertrekoverschot

Attractiegebied: aantrekking van migranten, het Westen bijv.
Door deltawerken werd werk verkregen en daardoor migreerden mensen naar het zuid westen van Ned.
Suburbanisatie, nieuwbouwwijken kwamen in randgemeenten, iedereen had een auto, dus makkelijk vervoer.
Agglomeraties ontstonden: dat zijn vastgegroeide gemeenten
Groeikernenbeleid: men wilde niet dat de het groene hart in de randstad zou dichtslibben ,daarom werden een aantal dorpen aangewezen die mochten groeien zoals purmerend.
Compacte stadsbeleid, : de stad moest weer aantrekkelijk gemaakt worden, men ging wijken renoveren. Vooral na 1980 werd re-urbanisatie weer sterker.
Vinex-locaties: nieuwbouwwijken buiten de steden met goed openbaar vervoer.
Lees blz 20 , dat kan ik niet samenvatten.
Gevolgen van urbanisatie op nationaal en regionaal nivo
1) toename van mensen in het westen
2) toename hierdoor van econ. groei
3) doordat er veel mensen van het platteland verdwenen, ontstond er daar geen werkeloosheid
4) vertrek jongen mensen leidt tot vergrijzing, wordt minder aantrekkelijk voor het bedrijfsleven
5) kleine kernproblematiek, kleine winkels verdwijnen en maakt het niet leefbaarder in dorpjes
6) door opkomst fabrieken bij de steden veel overlast van stank en geluid.

7) Huur en koopprijzen stegen

Blz 4
Gevolgen van suburbanisatie
1) mensen kwamen terecht in een rustige woonomgeving met veel ruimte
2) meer verkeer> milieuproblemen en tekort aan wegen
3) rijke mensen vertrokken waardoor de arme mensen bleven, koopkracht ging achteruit in die wijken.
4) Wijkvoorzieningen verdwenen hierdoor.
Gevolgen van re-urbanisatie
1) verkeersstroom wordt minder
2) meer woningen en wijkvoorzieningen in de binnenstad
3) inwonersaantal neemt toe

&4 Is Ned. een immigratieland?
Vragen:
hoe verliep de migratie vanuit en naar Ned. vanaf 1945 en welke rol speelde de overheid daarbij?
Hoe zijn de migranten verspreid op verschillende sachaalnivo`s en wat zijn de gevolgen?
1945-1960 emigranten naar canada, Australië en New zeeland, ddor grote werkeloosheid na de 2e WO en door de bevolkingsgroei. De regering voerde een bewuste emigratiepolitiek, je kon gratis vervoer krijgen naar Australië bijv. Ned werd minder aantrekkelijk ook door de koude oorlog.
Immigranten in die tijd: uit Ned. Indië, molukkers (knil-militaieren) Indische halfbloedjes,

1960-1973: er ontstaat een tekort aan laaggeschoold personeel> gastarbeiders uit Spanje en Italië, later komen Marokkanen en turken. Ook kwamen Surinamer en Ned. Antillen inwoners. Zij kozen voor de betere voorzieningen van Ned.
1973-1985: twee immigratiegolven na de oliecrisis van 1973.
1) gezinshereniging van gastarbeiders
2) onafhankelijkheid van Suriname, mensen werden bang, omdat ned geen invloed meer had.kozen zij voor Ned.

Blz 5

1985-tot nu:
1) gezinsvormende migratie, 2e generatie buitenanders haalt vrouw uit eigen land.
2) Asielzoekers en vluchtelingen komen (per jaar ongeveer 100.000 )

Het migratiebeleid
Voor 1970 kon men gewoon arbeidskrachten aantrekken uit andere landen. Mar daarna niet meer. De grens werd gesloten voor buitenlandse werkkrachten.alleen als er onder de ned. Geen werkkrachten te vinden waren, en dan alleen nog uit de EU landen.
Verdrag van Maastricht 1991
Eu -lidstaten mogen zich in Ned. vestigen en werken.
Akkoord van Schengen: 1985

Afschaffing van grenscontroles door en aantal Europese landen
Verdragen i.v.m. gezinsvorming,asielzoekers en vluchtelingen
1) verdrag voor de rechten van de mens, wel moet je een doel hebben, bijv. gezinshereniging, arbeid, studie of asiel
2) verblijfsvergunning krijg je na keuring en dan wordt het elk jaar bekeken en verlengd.na 5 jaar aar kun je een vestigingsvergunning aanvragen, deze geldt voor altijd.
3) Vluchtelingenverdrag van Geneve 1951, er staat omschreven wat een vluchteling is.: iemand die op goede redenen vreest voor vervolging vanwege: godsdienst, politiek, nationaliteit, ras, of soc. groepering. Het verdrag geeft geen recht op toelating in het land waar asiel wordt aangevraagd, dat maakt het voor de asielzoeker erg onzeker.
4) Verdrag van Dublin. 1997 Hier wordt het beleid veranderd, het eerste land waar de vluchteling asiel aanvraagt heeft de verantwoordelijkheid.
5) Nieuwe vreemdelingenwet: mag nu iedereen Ned. in? Nee dus, wanneer wel?-arbeidsmigranten die nodig zijn,- verdragen die daartoe verplichten,-oorlogsslachtoffers.
Aan het eind van de jaren 80 komen er steeds meer asielzoekers, de overheid bedacht een opvangsysteem in 4 aanmeldingscentra, voorbeeld: Schiphol en ter Apel. Als toegelaten asielzoeker kun je een van de verblijfstitels verkrijgen
1) A- status, Hiermee verkrijg je de meste rechten volgens het verdrag van Geneve.
2) C-status, vergunning tot verblijf (vtv), als je moeilijk terug kan i.v.m. vervolging in land van herkomst.

Blz 6
3) Voorwaardelijke vergunning tot verblijf: als er nog oorlog heerst in je eigen land mag je hier blijven , daarna weer terug

4) AMA`s: Alleenstaande minderjarige asielzoekers. Krijgen meestal een verblijfsvergunning.
Iedereen die toegelaten wordt krijgt dezelfde rechten, zoals een woning en een uitkering.en scholing. Als je afgewezen wordt moet je het land uit, maar velen komen dan in de illegaliteit.
Spreiding van immigranten over Ned.
· Waar is het meeste werk?
· Waar zij de andere landgenoten, denk aan little Italië
· Hoe verspreid de overheid de asielzoekers, molukkers kregen bijv. een woonsituatie bij elkaar aangeboden.
Hoeveel procent behoort tot de niet westers allochtonen: in Den Haag en Rotterdam en de randstad 30 % daar buiten slechts 3 %
Ruimtelijke segregatie: ze concentreren zich in een gebied, chinatown, dit komt door: *goedkope huizen aldaar,
*-beleid om huurwoningen aan deze groepen te geven-
*ze zoeken elkaar op,-
* aanwezigheid van moskeeën en bep. winkels
Wanne lees blz 34er is men welkom? Wanneer is een land te vol/ Dat ligt aan de normen en waarden van een land.
Vergrijzing: de collectieve uitgeven voor de ouderen worden te hoog, pensioen, ziekte, de jongeren moeten dit geld opbrengen. Velen zien immigranten als de oplossing, maar dat is niet eens duidelijk.
De multiculturele samenleving

Een maatschappij waarin versch.bevolkingsgroepen naast elkaar leven op gelijk voet.
Is Ned. Een m.c samenleving?? Nou de westerse cultuur heeft nog steeds de overheersende plaats.
Voorbeelden van de westerse cultuur zijn: democratie , gelijkheid van man en vrouw, scheiding van staat en godsdienst.
Acculturatie:culturen veranderen doordat ze contact met elkaar hebben. Voorbeeld pizza eten, uit Italië.

Blz 7
Assimilatie: immigranten passen zich aan aan de cultuur
Integratie: wederzijdse beïnvloeding van de cultuur

& 5 Internationale migratie
Waarom komen en gaan er zoveel migranten?
In elk land zijn er versch. soorten migranten, bijv. in Nederland veel Zuidoost Europese en Afrikaanse landen. Duisland heeft de meeste immigranten, Griekenland niet.zoveel.
Migratiegeschiedenis van Europa heeft bijna dezelfde kenmerken als Ned.
Verdeling over de Europese landen werd sterk beïnvloed door 4 factoren. Lees blz 39 en 40. Er zijn 4 factoren van belang, maar die moet je wel eerst gelezen hebben.
1) verdeling van industrie en diensten

2) de oude koloniale banden
3) aanwezigheid van allochtone landgenoten in de latere migratiefasen
4) De ligging van de Unielanden t.o.v. de herkomstlanden. ( dit snap ik niet)
Mondiale migratiepatronen (wereldlijk)
Welke zijn de traditionele attractiegebieden? (Waar mensen naar toe migreren) noord –Amerika en de pacifistische eilanden
Het oude afstotingsgebied: inmiddels een attractiegebied: =west Europa
Oude aantrekkingsgebied, nu afstoting>Latijns Amerika
Afstotingsgebied nu: Afrika en Azie heeft een wisselend beeld
Welvaartskloof is de oorzaak van de mondiale migratie
Om de internationale migratie te kunnen verklaren gebruik je het push-pullmodel . Er is sprake van een gigantische welvaartskloof tussen zuid en noord.

Verschillen tussen VS en Europa wat toelatingsbeleid betreft.
· Aanvankelijk was het beleid niet zo streng in beide continenten,
· In VS werd er een migratiequota vastgesteld: zelfs voor familieleden, dit zorgde wel voor illegalen, vooral uit Mexico.
· Europa wordt Fort Europa genoemd, omdat ze niets doen aan de econ. ontwikkeling van de omringende landen, dit doet de VS wel. Ze hebben een vrijhandel met Mexico.


Veel mensen uit de derdewereldlanden migreren vaak zonder succes naar de rijke delen van de wereld.Er verander echter weinig als het verschil tussen rijke en arme landen zo groot blijft.

Blz 8
De migranten hebben vaak al een lange weg achter de rug, ze beginnen meestal met het migreren van platteland naar kleine steden, dit noem je:
ruraal-urbane migratie ruraal=platteland, urbaan = stedelijk. De pushfactoren zij hiervan de oorzaak, ( tekort aan voorzieningen en te weinig werk).Ze verwachte daar werk, maar meestal is dat niet zo. = krottenwijken. Dan vertrekken ze opnieuw naar grotere steden, deze migratie tussen steden noem je:
urbaan-urbane migratie
Je kan ook spreken van getrapte migratie, als dit zich een aantal malen herhaalt, totdat je in de hoofdstad komt. Dit kan zich over verschillende generaties voordoen.
Men spreekt wel van een Primate city, als dit een gigantisch grote stad betreft.Ze krijgen vanuit zo`n stad veel meer informatie over het migreren naar andere landen, het wordt aantrekkelijk gemaakt

De gevolgen voor vestigings-en vertrekgebied.

Gevolgen voor het vertrekgebied
· vertrek van mensen met kennis, dit noem je brain drain
· er wordt geld overgemaakt naar het vertrekland, denk aan Turken die hier wonen en geld aan familie vermaken.
Gevolge voor het vestigingsgebied bij getrapte migratie
· veel mensen gaan in de steden wonen, er is niet genoeg werk> overurbanisatie
· er ontstaan krottenwijken
· de plattelanders krijgen met culturele verschillen te maken ( denk aan Turkse meisjes die hier naar school gaan en thuis niets mogen) dit kan problemen geven.

Gevolgen voor het vestigingsgebied bij internationale migratie:
· vroeger was het zeer voordelig om werkers uit noordwest Europa te halen, nu zijn de kosten gestegen om deze mensen te onderhouden, veel werkeloosheid bijv. en ziekte onder oudere werknemers.
· Dragen de migranten nog bij aan het betalen van de soc. voorzieningen? Hoger opgeleiden dragen wel hun steentje bij.
· Land van vertrek wordt de omvang van de bevolking kleiner en in het land van vestiging groter.
· De samenstelling van de bevolking verandert, vooral in het vestigingsgebied.Als Turken naar Ned. verhuizen, verander het in Turkije niet, maar wel in Ned.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.