Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Regionale beeldvorming H5 t/m H9

Beoordeling 3.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2558 woorden
  • 13 oktober 2007
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 3.9
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Regionale beeldvorming H5 t/m H9 Samenvatting

Europa: eenheid in verscheidenheid.
Europa’s grenzen zijn de zee en de gebergten de Oeral en de Kaukasus.
De Europese cultuur is in beweging. Daarbij kun je 2 ontwikkelingen waarnemen.
- De cultuurverschillen in Europa vervagen. Dit komt 2 redenen.
* internationaliseringprocessen
* beweging van economische en politieke eenwording en intergratie.
- Sommige culturen gaan meer van elkaar verschillen. Dit heeft te maken met etniciteit, taal, historische erfenis, religie en economische achterstelling.
Dit noemt men verbrokkeling en desintegratie.

Een woord wat samenvat wat Europa onderscheidt van andere gebieden is diversiteit.
Door oorlogen is in Europa het nationalisme gegroeid. Je kan Europa verdelen in een centrumregio en een randgebied.
Deze zogenaamde periferie, het randgebied, is gekenmerkt door een groot aantal mensen werkzaam in de primaire sector, een veel mensen die op het platteland wonen.
Ook andere kenmerken van de cultuur vallen op door diversiteit, bijvoorbeeld taal en godsdienst. Binnen Europa is er ook een groot verschil tussen de fysische kenmerken.
Veel landen liggen vlak bij de zee. Hoe meer je naar het oosten gaat, hoe meer kenmerken je vind van het landklimaat. Het verschil in klimaat heeft ook te maken met de geografische breedte. Europa is te verdelen in 4 delen:
- Europese laagvlakte. Dit ligt lager dan 500 meter onder zeeniveau.
- Het Alpiene plooiingsgebergte. Dit is een jong gebergte van hoger dan 1500 meter.
- De oude middelgebergten.
- De westelijke hooglanden.
Veel natuur heeft plaatsgemaakt voor landbouw. Door de houtkap ontstaat overal in europa erosie. Bijvoorbeeld in wintersportgebieden op de berghellingen. Deze gebieden raken na verloop van tijd ontvolkt.
In mediterrane gebieden is droogte in de zomer een groot probleem. Dit werd opgelost door het verbouwen van diepgewortelde bomen en struiken. Alleen inde winter werd graan verbouwd.
Door het massatoerisme raakt de watervoorziening in gevaar. Het gevolg daarvan is verdroging en verzilting.

Stuwdammen hebben nu voor veranderingen gezorgd in heel Europa, vooral in semi-aride gebieden.
Vooral in het Europese Oostblok gaat het met het milieu slecht. Dit komt door veel bestrijdingsmiddelen en verbranding van bruinkool.
Er zijn verschillende redenen waarom de milieuproblemen moeilijk op te lossen zijn.
- de overheid wilt niet meewerken
- weinig financiële mogelijkheden
- westerse investeerders willen geen geld uitgeven aan vervuilde industrieterreinen.
- Er is geen milieuwetgeving en/of de toezicht die je daarvoor nodig hebt.
- Sommige staten werken niet goed samen
In veel landen is een hoger sterftecijfer dan in een geboortecijfer. Dit komt vooral door de vergrijzing. In oosterse landen komt dit ook door een slechte gezondheid. De medische kwaliteit is daar de laatste jaren achteruit gegaan.
Veel landen uit de hele wereld willen graag naar west Europa vanwege de hoge leefstandaard.
Sommige landen zien deze instroom als een manier om het tekort aan arbeiders op te vullen.

Australië : ‘down under’
Australië ligt geïsoleerd van de rest van de wereld. De absolute en relatieve afstanden met de andere continenten zijn erg groot. De afstanden in het continent zelf zijn ook zeer groot. Het gevolg is dat Australië overal zijn eigen koers heeft kunnen varen. Vroeger werd het door GB gebruikt als strafkolonie voor misdadigers. Je had in de outback weinig regels. Tot 1976 lieten ze bijv. alleen blanken toe. Van west naar oost kun je Australië indelen in 3 grote gebieden:

- Westelijk Plateau. Half Australië bestaat hieruit. Het is een oude landmassa die ooit deel was van Antarctica. Het ligt op een hoogte van 300 tot 500 meter.
- Centrale Laagland. Van de Golf van Carpentaria in het noorden via het Grote Artesiche Bekken uitstrekt naar de rivieren Murray en Darling Het is op een aantal bergketens en rivieren na een grote droge vlakte.
- Oostelijk Bergland. Centraal is de Great Dividing Range. Oud geërodeerd gebied dat de waterscheiding vormt tussen de rivieren die afwateren op de Grote Oceaan en aan de andere kant centraal Australië. Dit gebergte word ook gezien als de vruchtbare vlaktes van de oostkust en de ‘outback’.
Great Barrier Reef is de het grootste koraalrif ter wereld voor de kust van Australië.
Australië is rijk aan delfstoffen. Australië is exporteur van steenkool, bauxiet, koper, diamant, ijzererts, mangaan, nikkel en vele andere mineralen.
85% Van de inwoners leeft in de steden. 40% daarvan leeft in Sydney of Melborne. De reden hiervoor is het klimaat.
Aan de oostkust is ook de akkerbouw. De rest is te droog hiervoor.
In het westen is veel extensieve veeteelt.
Vroeger leefde veel mensen nog op het platteland. Door de mechanisatie en de groeiende industrie- en dienstensector is het precentage op het platteland sterk gedaald.
In het midden van de stad is het zakengedeelte, in de buurt van de havens, met daaromheen vele woonwijken. Er is een goed wegennet en weinig criminaliteit of slechte wijken.
40000 Jaar geleden trokken mensen vanuit Zuidoost-Azie naar Australië toe. Deze mensen worden aboriginals genoemd. Pas eind 18e eeuw kwamen nieuwe immigranten uit Engeland.
In 1788 arriveerde de eerste criminelen in Sidney.

Na de gevangenen kwamen de Ieren en Engelsen, zij begonnen de extensieve veeteelt landinwaarts. Na de ontdekking van goud begon de regering mensen aan te moedigen om naar het nieuwe continent te gaan door te kosten te betalen.
De Aboriginals werden naar reservaten gedreven.
50 Jaar geleden was 95% van de bevolking Europees, en 75% daarvan Brits-Iers.
Sinds 1945 kwamen er 5.7 immigranten het land in. Vooral na de 2de wereld oorlog kwamen er veel immigranten.
Met de White Australian Policy kregen Europeanen voorrang om in Australië te wonen. Sinds de jaren ’70 zijn ze overgegaan op mensen selecteren op hun opleidingsniveau en geschatte kans op economisch succes. Toen steeg het aantal immigranten.
De laatste 20 jaar komen er steeds meer mensen uit Azie naar Australië. Dit heeft gevolgen voor de samenleving.
In de multiculturele stad Sydney, wonen nu meer Chinezen en Indiërs waar ooit alleen Europeanen woonden. Ook worden andere religies belangrijk. Tijdens slechte economische tijden zijn er veel spanningen in het multiculturele karakter.
Er is niet bekend hoeveel aboriginals er in het begin leefden. Voor de Engelsen bestonden ze niet, want het land werd als onbewoond beschouwd. Ze verdwenen snel na de komst van de Engelsen. Er werden zelfs wetten gemaakt dat ze gescheiden moesten blijven van de Engelsen. Nog 35% van de aboriginals woont nog als jager- verzamelaar. De rest heeft slecht betaalde baantjes in de grote steden.
Door meer aanzien krijgen de aboriginals met rechtzaken steeds meer gronden terug, en ze worden beschermd tegen economische exploitatie.
Het aantal Aboriginals begint ook meer toe te nemen dan de Australiërs, maar de Australiërs worden ouder.

Australië word vaak de New Declining Country genoemd, vanwege de export van wol, vlees en delfstoffen en mineralen , wat typerend is voor ontwikkelingslanden.Tot is het BBP hoog. Door weinig banen in de industrie en landbouw, zijn er veel banen ontstaan in de dienstensector, bijv. bij banken of verzekeringsmaatschappijen.
Vanwege de grote afstanden, waren transportkosten hoog. Ze ontwikkelden dan ook een importvervangende industrie. Na de doorvoering van lagere transportkosten kwamen er importtarieven om eigen producten te beschermen. Het geld voor deze bescherming werd gehaald uit winsten van export van mineralen en landbouwproducten.
Vanwege wisselende prijzen op de wereldmarkt en de toenemende concurrentie van landbouwproducten en olie import, kon Australië dit niet volhouden. De werkloosheid nam toe en de staatsschuld en de inflatie groeide.
Om dit te veranderen, ging Australië zich meer richten op grondstoffen, om te verkopen aan de tijgerlanden en Japan, en kochten ze meer producten in van het buitenland, omdat de industrie van Australië niet geweldig was.
Of succes verzekerd is, weten we niet. De importtarieven van de tijgerlanden en Australië zijn hoog, en Australië is geen goede afzetmarkt, met 18 miljoen mensen, vergeleken met Indonesië met 220 miljoen mensen.

Noord- Afrika en Zuidwest-Azie: godsdienst en olie
Dit noemt men ook wel de Islamitische wereld. Het is moeilijk om de grenzen te noemen, omdat het gebied zo uitgebreid is, op de grens van verschillende continenten.
In het gebied ligt veel olie en aardgas. De gevolgen van het exporteren zijn:
- Het gebied heeft een hoog BNP. Zelfs bij dalende olieprijzen horen ze nog bij de rijkste van de wereld.
- De haven- en hoofdsteden zijn gemoderniseerd. Hierdoor zijn tegenstellingen ontstaan tussen het moderne en het traditionele.
- Een gedeelte van de winst is geinversteerd in olieraffinaderijen en petrochemische industrie.
- Migranten zijn van de arme naar de rijke gebieden getrokken.

- Vooral vrouwelijke migranten van buiten de regio zijn aangetrokken tot de dienstensector.
- De tegenstelling tussen de olie en niet-oliegebieden is toegenomen. Bijv. de moderne oostkust en de woestijn in Saudi- Arabie.
- Er zijn buitenlandse investeringen, en dus meer nationalisering.

Er zijn veel ecologische problemen, zoals ontbossing, verzilting en verwoestijning, door grote bevolking en veel industrie.
De regio is een politieke brandhaard. In veel landen leidt islamitisch fundamentalisme, of tegenstellingen in de bevolking tot problemen. In 1948 riep GB Palestina uit tot Israel, en direct daarna hadden de Joden geen staat meer. Het land is nu verdeelt.
De Arabische stad:
In het midden de moskee, met daaromheen de markt.
Daaromheen woonwijken met daarin kleine centrums, met lokale moskeeën en badhuizen enz. Daaromheen een stadsmuur met stadspoort, met iets daarbuiten begraafplaatsen en veemarkten.

Noord-Amerika: krachten van buitenaf
Door uitbreiding van goederen en diensten is de zijn de nationale economieën overal ter wereld verbonden geraakt. Hierdoor zijn de communicatiemiddelen beter ontwikkelt, en is de relatieve afstand kleiner geworden.
2 Belangrijke multilaterale instellingen zij de GATT ( General Agreement on Tariffs and Trade) en de

WTO ( wereldhandelsorganisatie).
Beide gaan uit van het principe dat landen moeten produceren waar ze goed in zijn, en vrije handel, zonder tariefmuren.
Het proces van internationalisering word gekenmerkt door groeiende productie, distributie en marketing.
Economische, en politieke grenzen verminderen en de markten smelten samen tot 1 internationale markt.
De NAFTA heeft tot doel om de tariefmuren tussen de VS, Canada en Mexico af te breken. De NAFTA is ontstaan vanwege de toenemende dreiging van de West-Europese en Aziatische tijgerland.
IN de Eu ontstaat een steeds groter vrijhandelblok met een grote interne afzet. De NAFTA is de tegenhanger van de EU.
De positieve kant van de NAFTA is dat de totale werkgelegenheid zal toenemen en dat het inkomen omhoog zal gaan. De stroom illegalen vanuit Mexico zal ook afnemen.
Critici in de VS zeggen dat er een verlies zal zijn van werkgelegenheid. Meer bedrijven zullen zich in Mexico gaan vestigen vanwege lagere lonen en minder milieuregels.
Andere zeggen juist dat vanwege een betere economie, en een betere financiele draagkracht, veel bedrijven minder risico in de VS lopen.
De immigratieperiode kan je onderverdelen in 4 delen:
- 1. Veel west- Europeanen kwamen om een vrij bestaan op te bouwen.
- 2. Er kwamen meer migranten uit West- en Zuid- Europa. Er was in Europa weinig werk vanwege de industriële revolutie. Vanwege de hongersnood gingen veel mensen naar de VS. Door de vele goede berichten kwamen er nog meer mensen, om boer te worden of goud te zoeken.

- Er kwamen 1,2 miljoen mensen bij in de 1ste wereldoorlog.
- De relatieve afstand werd verkort door het stoomschip. Het werd goedkoper en makkelijker om in de VS te komen. De mensen konden zich makkelijk aanpassen aan de Amerikaanse cultuur. Veel families bleven bij elkaar wonen in de Noordoostelijke delen van de stad. De Amerikaanse overheid perkte de migratie in.
Van1930 tot 1965 was er een migratiepauze. Pas in 1965 kwam er een nieuwe migratiegolf, met de nieuwe toelatingsbeleid. Er werd meer nadruk gelegd op familiebanden, en kwaliteiten op kunstzinnig gebied, of wetenschappelijk gebied, en minder op de nationaliteit.
Uit veel landen zullen veel goed opgeleide mensen naar de VS gaan, vanwege de hoge salarissen. Als Ook vanwege natuurrampen of godsdienst zal men hierheen gaan.
Lithosfeer: de aardkort, bestaande uit 7 platen die drijven op de asthenosfeer, de onderliggende laar gedeeltelijk vloeibaar gesteente.
De lithosfeerplaten bestaan uit oceaankorsten en continentale korsten, die van graniet zijn, en dus lichter dan de oceaan korst, en daarom drijft de continentale korst boven.
Convectiestromen zorgen voor de verschuivingen in de asthenosfeer, waardoor de platen schuiven.
Aan de westkust van Noord-Amerika, schuift de Pacifischeplaat onder de Noord-Amerikaanse plaat.
Elk jaar verschuift de Pacifische plaat 4.5 centimeter noordwaarts. Hierdoor ontstond de San-Andreasbreuk.

Zuidoost-Azie: Kruispunt van culturen
Azie bestaat uit eilanden, mooie rivierdalen en kustvlaktes, en berggebieden.
Er kwamen vanuit alle gebieden immigratiegolven waardoor verschillende culturen bij elkaar kwamen. Er is een grote variatie uit landen, arm en rijk, weinig of veel inwoners.
Gemeenschappelijke elementen:

- Behalve Thailand zijn alle gebieden een keer door een westers land gekoloniseerd.
- Behalve Laos en Birma, liggen alle landen aan zee.
- In alle landen kan je handelen als je Engels en Maleis kan spreken.
- In elk land is een Chinese minderheid, die afgunst en agressie oproepen bij de rest van de bevolking.
- Alle landen zijn al een beetje betrokken bij het globaliseringproces.
- Er is overal een toegenomen kloof tussen arm en rijk, en tussen hoogontwikkelde kerngebieden, centrum, en achtergebleven randregio’s, periferie.
In alle landen is er last van bodemuitputting, erosie en overstroming, door de vele houtkap om aan geld te komen. Ook de nieuwe grote steden en industrie zorgen voor de nodige water- , lucht- en bodem vervuiling.
In zuidoost-azie zijn veel Primate cities, dat zijn grote steden, vaak slecht ontwikkelt, die andere steden qua grote en inwonersaantal ver achter zich laten.
De noodzakelijke voorzieningen zoals riool en waterleiding is er vaak ook niet.
Alle landen hebben zich aangesloten bij ASEAN. Dit is opgericht met de VS. Dit was tegen de communisten. Later is de organisatie overgegaan op een economische invalshoek.
Indonesië werd in 1949 onafhankelijk van Nederland. Vanaf toen liep de opbloei gelijk aan die van Thailand.

Eerst werd Indonesië gebruikt als exploitatiekolonie. Er werd weinig tijd gestoken in onderwijs of vervoersinfrastructuur. De landen waren vooral Islamitisch en veel mensen deden aan zelfvoorzienend landbouw. Deze verdween dankzij de Groene Revolutie. Een groot migratieprogramma zorgde ervoor dat alle landlozen mensen een lapje grond op een eilandje of in de buitengewesten kregen.
In Indonesië waren er veel grondstoffen zoals olie en hardhout, die ze goed konden verkopen in de wereld.
Veel multinationale ondernemers gaven de inwoners werk in de fabrieken en er was een grote afzetmarkt, waardoor het inkomen van de mensen steeg.
Vooral Singapore profiteert van het landje ten zuiden, waar veel arbeid word verricht.
De economische groei in Indonesië beperkt zich vooral tot Jakarta, en het eiland Sumatra. De rest vormt een periferie van onderontwikkelde landen.
In de jaren ’90 is er een economische teruggang door de corruptie. Deze uit zich in voedselschaarste, politieke problemen en etnische spanningen.
In ’80 Maakte Thailand een economische groei door.
Volgde de oude tijgers. Het land gooide de industriepolitiek om, het land was gewend om een importsubstitutie te volgen. Dat betekend zo weinig mogelijk producten importeren.
Ze gingen over op exportgeoriënteerde industrialisatie.
Er kwamen ook hier veel mulitinationals, en een grote productie van bijv. auto’s en motors, zorgt voor een technische ontwikkeling.
Magneet voor bedrijven:
- Thailand word door het succes gezien als een stabiel succesvol land.
- Het land is democratisch en er zijn weinig etnische spanningen.

- Er was uiteindelijk in de Aziecrisis ook een terugval voor Thailand. Stap 3 en 4 moesten toen worden uitgesteld, namelijk het overnemen van onderaannemers, en later een onafhankelijke exporteur worden.
De nadelen zijn dat de groei zich heeft beperkt tot de hoofdstad, en de rest van het land het nog slecht heeft. Veel ongeschoolde mensen gaan hierheen en krijgen slecht werk met een slecht loon.
Er zijn ook slechte werkomstandigheden, grote milieu problemen en ze leunen eenzijdig op de internationale handel, waardoor ze kwetsbaar worden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.