Hoofdstuk 5, §8

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas havo/vwo | 392 woorden
  • 11 juli 2007
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
30 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Sprekend verleden H5 §8 Het christendom - Joden waren bewoners van Palestina en geloofden maar in één god. De godsdienstige opvattingen van de Joden staan in het Oude Testament. Daar staat de Tien Geboden in. Joden werden steeds meer overheerst door andere volken, daarom gingen zij in een verlosser geloven. - Jezus van Nazareth werd in de tijd van Koning Augustus geboren. Op zijn 30e predikte hij over het "Koninkrijk van God". Hij zei dat alle mensen gelijk waren en beloofde de mensen op een beter leven na de dood. Hij kreeg de naam Christus (gezalfde). Na zijn dood zou Jezus volgens volgelingen weer levend zijn geworden en 40 dagen later naar de hemel zijn opgestegen. Dit vieren de op Pasen en Hemelvaart. Daarna zijn de ideeën van Jezus verder zijn verbreid door zijn apostelen. - De bijbel is van het christendom. Het bestaat uit 2 delen: het Oude Testament (het heilige boek van de Joden) en het Nieuwe Testament. In het Nieuwe Testament staan 4 verhalen over het leen van Jezus en wat hij predikte. Die verhalen worden Evangeliën genoemd. Die zijn geschreven door de volgelingen van Jezus. - Het christendom heeft zich verbreid door: * de taal (Grieks en Latijns), daar werd de bijbel in geschreven. * Armen en onderdrukten voelden zich aangetrokken, want Jezus zei dat alle mensen gelijk waren voor God en beloofden een beter leven na de dood * En de Romeinen raakte onder de indruk van de aansporingen op goed gedrag en de regels zoals de Tien Geboden, want andere godsdiensten hadden dat niet. - Keizers vreesden dat christenen niet meer naar de Romeinse regering zouden gaan luisteren maar naar hun eigen leiders. Daarom werd het christendom verboden en vervolgingen begonnen. Maar de ideeën van de christenen werden steeds meer bekend, Toen begon de houding van de Romeinen tegenover het christendom te veranderen. - Vervolgingen hielpen niet, want de aanhang groeide. In 313 zei Keizer Constantijn dat de christenen goede burgers waren en hij werd zelf ook christen. In de 4de eeuw bepaalde keizer Theodosius zelfs dat het christendom de enige toegestane godsdienst was. Alles wat niet met het christendom te maken had werd afgeschaft. Christenen besloten de aanhangers van andere godsdiensten ook gaan de vervolgen. Daar werden ze bij geholpen door de overheid. Ook ketters werden vervolgd. Dat zijn christenen die over belangrijke geloofszaken anders dachten dan de christelijke leiders.

REACTIES

D.

D.

Duidelijk.

8 jaar geleden

B.

B.

Super handig dit!

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.