Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Abraham Kuyper

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • 4e klas vwo | 2792 woorden
  • 18 juli 2006
  • 71 keer beoordeeld
Cijfer 6
71 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inhoudsopgave

Inleiding

Biografie van Abraham Kuyper

Politieke Ideeën

Tijdsbeeld

Conservatisme

Antirevolutionairen

Liberalen

Conclusie

Bronvermelding

Inleiding

Wij maken een werkstuk over Abraham Kuyper, omdat deze man veel in z’n leven heeft gedaan op politiek gebied in de 19de eeuw. Er is dan ook voldoende informatie over hem te vinden.
Ons doel van het maken van dit werkstuk is om te kijken of Abraham Kuyper een conservatief, een liberaal, een radicaal of een socialist is. Wij kijken hierbij onder andere naar zijn ideeën, zijn geschriften etc.
Om hier inzicht in te krijgen zullen we zijn biografie beschrijven. Bovendien zullen wij hierbij rekening houden met de tijd waarin hij leefde.
Zo hopen wij meer over Abraham Kuyper te weten te komen.

Biografie van Abraham Kuyper

Abraham Kuyper werd geboren op 29 oktober 1837 in Maassluis. Hij was de zoon van de Nederlandse hervormde predikant Jan Fredrik Kuijper en Henriette Huber.
Na zijn basisschoolperiode ging hij naar het gymnasium in Leiden. Op 6 september 1855 deed hij eindexamen, waarop hij hele goede cijfers haalde. Op de Universiteit van Leiden ging hij Theologie studeren. De studie die hij hier volgde was rationeel. Met die ideeën was Kuyper het meestal eens. Deze waren de opvattingen van de gegoede burgerij van de hervormde kerk.
Op 6 december 1861 deed hij zijn kandidaatsexamen Theologie en op
20 september 1862 promoveerde hij tot doctor in de Theologie.

Op 1 juli 1863 trouwde hij met Johanna Hendrika Schaaij in Warmond. Hij kreeg samen met haar drie dochters en vijf zonen.

Hij werd op 9 augustus 1863 door zijn vader tot Abraham Kuyper predikant van de hervormde kerk van Beesd in de Betuwe bevestigd. Hier kwam hij voor het eerst in contact met de eenvoudige kerkbevolking. Hij had veel gesprekken met orthodoxe boeren. Dat zorgde ervoor dat hij het geloof vanuit een ander opzicht ging bekijken, vanuit het gevoel. “Abraham de Geweldige”, zoals hij door het volk werd genoemd, werd de leider van die mensen die weer terug wilden naar het orthodoxe geloof. Dit is de leer van Calvijn. Hierin wordt vooral de nadruk gelegd op het ‘absolute gelijk van de Bijbel’ en dat God oppermachtig is. Verder wilde Kuyper dat de eenvoudige gelovigen gelijk waren aan de gegoede burgerij.

Op 10 november 1867 werd hij predikant van Utrecht, waar hij een groot aantal preken, brochures en populaire geschriften publiceerde. Daarin gaf hij zijn mening over de slechte toestand van de Hervormde Kerk. Op 7 augustus 1870 werd hij leider van de orthodoxe groepering in Amsterdam, waar zijn prediking evenals in Utrecht grote interesse opwekte.

Op 8 oktober 1869 publiceerde Kuyper zijn eerste artikel “eerlijke discussie” in heb blad “de Heraut”, die in 1850 was opgericht door de orthodoxe stroming in de Hervormde Kerk. Op 6 januari 1871 werd hij hiervan redacteur, waarin hij tot zijn dood artikelen schreef.
Van veel groter belang, was dat hij op 1 april 1872 het antirevolutionaire dagblad “De Standaard” oprichtte. Daarin schreef hij onafgebroken zijn kritiek op de politiek.
Op 21 januari 1874 werd Kuyper tot lid van de Tweede Kamer gekozen voor het district Gouda. Hij nam ontslag als predikant. Hij deed actief mee aan de kamerdebatten, vooral de debatten op sociaal, koloniaal, onderwijs- en kerkelijke gebied. Daarnaast bleef hij als publicist op politieke en kerkelijke gebied actief. Zijn sterke kamerredevoeringen, interesseerden de ander kamerleden niet, waardoor zijn Kamerlidschap, een teleurstelling werd.
Hij werd in 1876 zo ernstig overspannen dat hij al zijn werk neer moest leggen en naar het buitenland moest gaan om te genezen.
Het dagblad De Standaard kon in stand worden gehouden, door A.F. de Savornin Lohman, die maandenlang als vervanger optrad.
Toen Kuyper in mei 1877 naar Nederland terug kwam, zette hij zijn werk als publicist voort, maar nam hij op 1 juli 1877 ontslag als kamerlid. Zo kon hij zich concentreren op de politieke strijd van de antirevolutionairen en de kerkelijke strijd van de calvinisten.
In maart 1879 verscheen Kuypers politiek programa in een boekwerk van ongeveer 1300 bladzijden, “Ons Program.” Hiervan werden maar een paar honderd exemplaren gepubliceerd. Het was wél zo belangrijk, dat het bijna een halve eeuw de politieke ideeën van de Anti-Revolutionaire Partij bepaalde. Kuyper had vooral politieke aandacht voor het onderwijs. Van het begin van de jaren zeventig was er een strijd tussen openbaar en bijzonder onderwijs (de schoolstrijd). In 1878 werd de schoolwet in de Tweede Kamer behandeld. De nationale openbare school zou overheidssubsidie krijgen en de bijzondere scholen niet. Hier was de christelijke bevolking niet blij mee. Onderwijs was een middel voor sociale vooruitgang voor iedereen. De groep die voor zowel openbaar als christelijk onderwijs was, kon rekenen op veel stemmen van kiezers. De anti-revolutionairen kregen door de schoolstrijd veel aanhangers en in 1879 wordt de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) opgericht. De ARP was de eerste landelijk georganiseerde politieke partij van Nederland.
Op 20 oktober 1880 stichtte Kuyper samen met F.L. Rutgers de stichting Vrije Universiteit. Dit was een reactie op de “Hooger Onderwijswet” van 1876, waarin volgens Kuyper tekort werd gedaan aan het onderwijs aan de universiteiten. Door de oprichting van de universiteit moest Kuyper sommige geschriften verdedigen, onder andere door de hervormde theologen A.W. Bronsveld en J.J. van Toorenenbergen. Hij werd zelf hoogleraar op de Vrije Universiteit. Zo kreeg hij de kans, om theologische leerlingen met zijn ideeën op te leiden.
In augustus 1898 ging Kuyper naar Amerika, om daar lessen te geven op de Universiteit van Princeton over het calvinisme.

In 1886 ontstaat er een breuk binnen de hervormde kerk. Een groep scheidde zich af, en noemde zich de gereformeerden. Binnen de calvinistische partij van Kuyper ontstond ook ruzie. Deftige en meer koningsgezinde gereformeerden vormden hun eigen partij (CHU).

In 1901 behaalde Kuyper zijn grootste verkiezingsoverwinning. De rechtse partijen hadden opnieuw de meerderheid in de Tweede Kamer. Kuyper vormde samen met Schaepman het tweede coalitiekabinet. Het kabinet is een conservatief kabinet.
Kuyper werd eerste minister in het kabinet-Kuyper (1901-1905). Hij had ook de taak van Binnenlandse Zaken op zich genomen.
Van Kuypers plannen om de sociale wetgeving een belangrijke stap vooruit te helpen is weinig terechtgekomen. De belangrijkste oorzaak was, dat er niet een apart departement voor de Arbeid was. Zo moest Kuyper zijn aandacht verdelen op verschillende gebieden. Onderwijs ging boven de sociale wetgeving.
Kuyper was een eigenzinnige man en was niet echt tactisch. Hierdoor kreeg hij veel tegenstand binnen de politiek. Zijn buitenlands beleid was te pro-Duits en zijn binnenlands beleid was te grof. Dit was te zien in 1903 bij de grote spoorwegstakingen. Hij maakte een wet, waarin stond, dat overheidspersoneel niet mocht staken (worgwet). Zo kreeg hij bij de socialistische arbeidersbeweging een slechte naam. De arbeiders waren zeer teleurgesteld in de persoon Kuyper. Ze stemden dan ook bij de verkiezing in 1905 niet op Kuyper. De socialistische arbeiders stemden liever op een liberaal, dan op Kuyper.
Met moeite werd een links kabinet samengesteld waarbij Th.H. de Meester de leiding. Deze trad op een veel bescheidener manier op dan Kuyper. In plaats dat Kuyper steun gaf aan de regering, verliet hij als demissionair minister-president vaak het land voor enkele maanden om een buitenlandse reis te maken. Hoewel hij zag hoe zwak het kabinet-de Meester was, onderschatte hij het feit, dat vele mensen het niet wilden dat Kuyper opnieuw minister-president werd. Toen het kabinet-de Meester in december 1907 kwam te vallen, bleek dat alleen de ARP wilde dat Kuyper opnieuw minister-president werd. Daarom liet de koningin Th. Heemskerk, zonder met Kuyper te overleggen, optreden als minister-president.
Kuyper bleef, na de uitspraak van de koningin, op afstand van het kabinet dat hem niet of nauwelijks om advies vroeg.
Als publicist oefende hij veel invloed uit op het landsregering en vooral op de machtige Anti-Revolutionaire Partij, waarvan hij de erkende leider bleef. Hoewel de rechtse partijen in 1909 de meerderheid behaalden, wilde niemand Kuyper opnieuw als minister-president. Daarom bleef het kabinet-Heemskerk bestaan tot 1913, toen links de verkiezingen won.
Sinds oktober 1908 was Kuyper weer voor het kiesdistrict Ommen lid van de Tweede Kamer en voorzitter van de antirevolutionaire fractie geworden. Maar de werkzaamheden in de Tweede Kamer interesseerden hem maar gedeeltelijk, waarom hij in 1912 wegens toenemende oorpijn ontslag nam. Daarna werd hij in 1913 lid van de Eerste Kamer, waar hij lid bleef tot 21 september 1920.
Uit latere publicaties van Kuyper bleek dat hij Heemskerks optreden als minister-president nooit vergeven en vergeten heeft. Veel geestverwanten vonden dat raar, omdat zij ervan overtuigd waren dat Heemskerk alleen heeft gehandeld naar het landsbelang. In 1910 werd Kuyper door de linkse pers beschuldigd als minister van Binnenlandse Zaken aanzienlijke sommen geld uit de partijkas gehaald te hebben, dat koopman R. Lehmann had gestort, bracht Kuyper in grote moeilijkheden. Deze ruzie waarover dagenlang in de Tweede Kamer werd gepraat, deed Kuypers naam niet goed. Al vonden veel mensen dat de linkse pers dit alleen deed om voor altijd Kuypers politiek weg te krijgen.
Van 1905 tot zijn dood in 1920 schreef hij veel boeken, onder andere ‘De Antirevolutionaire staatkunde’.
Kuyper is op 8 november 1920 overleden. Hij is begraven in op 12 november 1920 op ‘Oud-Eik-en-Duinen’ in Den Haag.

Politieke Ideeën

Abraham Kuyper was een echte Anti-revolutionair met conservatieve ideeën. Hij was tegen snelle veranderingen en hield alles het liefst zoals het was.
Maar toch had Abraham Kuyper redelijk veel socialistische ideeën.

In 1879 richtte Abraham Kuyper samen met Groen van Printerer de Anti-Revolutionairepartij op (de ARP). Dit was een conservatieve partij, één van de voorlopers van het CDA. Kuyper zat van 1874 tot 1912, met onderbrekingen, in de Tweede Kamer. Hij was van 1901 tot 1905 Minister-president en ook minister van buitenlandse zaken.

Zijn partij, de ARP, heeft deze naam gekregen, omdat Kuyper tegen de liberale Franse Revolutie was. De ARP was de eerste christen-democratische politieke partij in Nederland. De partij werd opgericht door Abraham Kuyper in 1879. Het belangrijkste strijdpunt van de ARP was de gelijkstelling van het openbaar en bijzonderonderwijs. Kuyper begreep dat hij meer zetels nodig had om invloed uit te oefenen en pleitte daarom voor uitbreiding van het kiesrecht, hetgeen daadwerkelijk geschiedde in 1917.
Partijleiders na Kuyper waren Hendrik Colijn, Jan Schouten, Sieuwer Bruins Slot en Willem Aantjes.

Kuyper was is strijd tegen het liberalisme. Hij was een conservatief. Hij maakte slim gebruik van de dingen die door de liberale democratie verkregen was, zoals vrijheid van vergadering, van drukpers en van onderwijs. Om armere mensen ook wat meer invloed te geven was hij ook voorstander van de kiesrechtuitbreiding.

Kuyper was het wel eens met de liberalen dat de overheid zich zo min mogelijk moest bemoeien met het maatschappelijk leven. In plaats van individuele vrijheid trachtte Kuyper voor “Soevereiniteit in eigen kring”. Hiermee bedoelde hij dat maatschappelijke organisatievormen hun eigen regels mochten opstellen.

Abraham Kuyper was officieel de eerste minister-president van ons land. Nadat hij in 1901 een coalitie had gevormd, liet hij wijzigingen in het reglement van orde van de raad van ministers aanbrengen. Deze wijzigingen hielden in, dat hij elk jaar door de koning of koningin van Nederland tot voorzitter van de raad kon worden benoemd.

In de tijd dat Abraham Kuyper minister-president was, was hij ook minister van binnenlandse zaken. Maar desondanks had hij toch grote invloed op het bestuur uit het buitenland. Als regeringsleider is Kuyper pas echt berucht geworden bij de socialisten door de “worgwetten”. Dat hield in dat overheidspersoneel niet meer mochten staken. Dit was een reactie op de spoorwegstaking van 1903 (toen was het spoor nog van de overheid).
Deze wetten zijn pas in 1980 opgeheven.

In 1905 verliezen de “rechtse” partijen de verkiezingen en Kuyper keert niet meer terug in de Kamer. “Rechtse” partijen zijn voornamelijk behoudend en “linkse” partijen zijn voornamelijk progressief.

Tijdsbeeld

Koning Willem II (1840-1849) was bang dat er in Nederland net zo’n revolutie zou plaatsvinden als in Frankrijk. Koning Willem II was een conservatief. Hij moest niet veel hebben van hevige veranderingen. Maar omdat er steeds meer ontevredenheid onder de arbeiders kwam is hij liberaal geworden. De arbeiders werden steeds ontevredener, omdat er veel mensen in de fabriek werkte. Ook de lonen waren erg laag en de werkomstandigheden waren slecht. Omdat de conservatieven vanwege verdeeldheid niks konden verrichten, kregen nieuwe groepen binnen de burgerij, onder de aanvoering van de liberale staatsman Thorbecke, steeds grotere invloed in de politiek.
De absolute macht van de koning was in 1848 voorgoed Koning Willem II
voorbij. De ministers kregen het voor het zeggen in het land.
Met de overwinning van het liberalisme in 1848 begon in Nederland het tijdperk van de liberale staathuishoudkunde. Dit hield in dat de overheid niet hoefde in te grijpen in de economie. Volgens de liberalen zou de vrijemarkteconomie zelf uitmaken wat goed en slecht was voor de consument en producent.
Van officiële partijen in de regering kon men toen nog niet spreken. In grote lijnen kon je wel vier stromingen onderscheiden met verschillende ideeën: Liberalisme, conservatieven, antirevolutionairen en katholieken.
Na 1848 veranderde er bij de overheid weinig op sociaal gebied. Financiële uitkeringen, voedseluitdelingen en zorgen voor onderdak voor de armen was vooral een taak van liefdadigheidsinstellingen. De overheid hielp alleen wanneer er ontevredenheid dreigde te komen. Armoede werd namelijk door de regering als een dramatisch probleem gezien, maar zij dachten dat verschil in rijkdom Gods wil was. Er waren wel mensen die vonden dat het anders moest, maar daar werd nauwelijks aandacht aan gegeven. Inkomsten uit de koloniën en de aanleg van spoorwegen waren veel belangrijker.
Aan het eind van de 19de eeuw werd de positie van de arbeiders steeds belangrijker. Zij werkten vaak in slechte omstandigheden voor weinig geld. De “politieke stromingen” kregen in de gaten, dat zij, door op te komen voor de rechten van de arbeiders, meer stemmen zouden krijgen. Dat betekende dus meer politieke macht

Conservatisme:

Het conservatisme betekend letterlijk behoudend. Dat wil zeggen, dat je behoudend bent met de beslissen die je neemt. Ook vonden zij dat de mens onvolmaakt is en geleid wordt door emoties. Je krijgt dan een organische samenleving. Conservatieven vonden tradities heel belangrijk. Alles wat jou voorouders hadden gedaan moest je nog steeds naleven.

Antirevolutionairen:

De antirevolutionairen zagen geen verschil tussen liberalen en conservatieven. Bij beide richtingen werd er volgens hen te weinig aandacht besteed aan de ideeën van het christelijke geloof. Bij de antirevolutionairen was de bijbel de echte richtlijn. God heeft invloed op het gezin, het bedrijf, de wetenschap, de kerk etc. De Staat of het individu mocht zich daar niet mee bemoeien.

Liberalen:

Liberalen waren “erfgenamen” van de Franse Revolutie. “Vrijheid, Blijheid”. Dat wil zeggen, dat de mens zich individueel moest kunnen ontwikkelen. De Staat moest zich niet bemoeien met maatschappelijke, economische en politiek vraagstukken.
Een bekende uitdrukking van de liberalen was: “Ieder voor zich en God voor ons allen”. Dat betekent dus, dat de mens in staat is om zichzelf te ontwikkelen en daar geen God voor nodig heeft.
Aan het eind van de 19de eeuw kon je de liberalen onderverdelen in twee groepen. De progressieve (radicaal) en de behoudende liberalen. De eerste groep hield zich vooral bezig met sociale problemen. Deze groep was de voorloper van het socialisme.

Conclusie

Onze conclusie is dat Abraham Kuyper een anti-revolutionair was met conservatiefe ideeën, omdat hij tegen heftige veranderingen was. Zo zat hij ook in de Anti-Revolutionairenpartij (ARP). Anti-revolutionairen werden in de 19e eeuw en ook nog wel in de 20-ste eeuw Nederlandse politici genoemd die zich verzetten tegen de beginselen van de Franse Revolutie (met name die van de menselijke soevereiniteit) en daar tegenover de soevereiniteit van God plaatsten.
Ook was Kuyper een man die erg sociaal was hij nam het op voor de kleinere arbeidersgroeperingen, maar Abraham Kuyper was daardoor nog niet gelijk een socialist. Na de spoorwegstakingen in 1903 keerden de arbeiders zich tegen hem, omdat hij het verbood om te staken.

Abraham Kuyper was tegen het liberale kabinet en ook bijna tegen alle ideeën van dat zelfde kabinet. Alleen was Kuyper het eens met het idee dat de overheid zich zo min mogelijk moest bemoeien met het maatschappelijke leven. Dat die mensen ook onderling hun eigen regels opstellen en dat de overheid zich daar dan niet mee gaat bemoeien, maar ze vonden wel dat godsdienst hierbij ook een rol moest spelen.

Kuyper was een echte Anti-revolutionair.

Bronvermelding:

Encarta:
- Encarta 2000
- Encarta 2005

Boeken:
- De Lage Landen bij Zee. Door: Jan & Annie Romein in 1977.
- Sfinx. Door: Marianne Zewald, Anne Bos, Albert Jan Bosch, Wim Duyff, Jan
Greep, Gerard Nijsten, Bregje Pel, Frits Rovers, Ruud Soeter, Marian
Veldkamp in 1998.
- Delta III. Door: J.Th.M. Bank, J.J. Huizinga en J.T. Minderaa in 1992.
- Geschiedenis der Nederlanden. Door: J. Blom in 1993.

Internet:
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Abraham_Kuyper
- http://www.parlement.com/9291000/biof/00766
- http://www.geschiedenis.nl
- http://www.absofacts.com/geschiedenis/data/kuypera.shtml
- http://www.iisg.nl/bwsa/bios/kuijper.html
- http://geschiedenis.vpro.nl/dossiers/24766159/

REACTIES

M.

M.

Jammer dat je hiervoor het boek 'Abraham Kuyper- zijn volksdeel, zijn invloed' hebt overgenomen,
Veel stukken komen ze de plagiaat scanner niet meer door:( Verder wel goed werkstuk

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.