Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Kinderen in de tweede wereldoorlog

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 2458 woorden
  • 26 mei 2006
  • 160 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
160 keer beoordeeld

Inhoudsopgave Inleiding
Hoofdstuk 1
Evacuatie in Groot-Brittannië Hoofdstuk 2
Een kind in het verzet
Hoofdstuk 3
Anne Frank
Interview
Informatie bronnen en conclusie Inleiding Dit werkstuk gaat over Kinderen die de tweede wereld oorlog hebben meegemaakt. Ik heb het hierover gedaan omdat ik zelf blij ben dat ik gewoon een kind kan zijn zonder zorgen, terwijl er in de tweede wereld oorlog kinderen waren die het heel zwaar hadden omdat er mensen om hun heen werden vermoord. Ze hadden geen eten of ze werden opgepakt met heel de familie. Dat is toch erg als je dat als kind meemaakt, een kind hoort lol te maken en lekker op straat te spelen. Vandaar dit onderwerp. Het gaat over kinderen die de oorlog meemaken in alle landen die meededen aan de tweede wereldoorlog. Hoofdstuk 1 Evacuatie in Groot-Brittannië Op 1 september 1939 vielen de Duiters Polen binnen. Op dezelfde dag ging in Engeland Operatie Pied Piper van start. . Zo werd de evacuatie van kinderen uit steden, die door Duitse bommenwerpers werden bedreigd genoemd. De Britse regering had plannen gemaakt om ongeveer 3,5 miljoen kinderen veiligheid te bieden door ze naar het platteland te laten verhuizen, In het begin van deze evacuatie reisden de kinderen met hun broers en zussen en neven en nichten per trein. Het was voor veel kinderen een verschrikkelijke ervaring. Sommige kinderen werden op de verkeerde trein gezet, na die trein reis werden ze in bussen gezet en werden ze naar verschillende bestemmingen gebracht. Omdat de bus chauffeurs de opdracht hadden om meteen weg te rijden als de bus vol was werden veel kinderen van broertjes en zusjes gescheiden. Sommigen hebben elkaar daarna nooit meer gezien. De meeste kinderen kwamen hongerig, vuil en vol heimwee aan bij nieuwe gezinnen en ontdekten dan dat die gezinnen alleen kinderen namen die er schoon en netjes uitzagen. Dus mochten ze er dan niet wonen. Ondanks de vreemde omgeving en de scheiding van hun ouders pasten veel kinderen zich best makkelijk aan bij het leven op het platteland. Maar in de zomer van 1940 gingen veel kinderen toch weer terug naar huis. Veel kinderen hadden namelijk heimwee en de Britse regering vroeg aan de ouders geld voor het verblijf van hun kinderen op het platteland.. De Duitsers begonnen in de herfst van 1940 de Britse steden te bombarderen. Veel kinderen waren bang en konden niet naar school, want die waren door de bommen vernield.
Hoofdstuk 2 Een kind in het verzet Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland, Frankrijk en België binnen. Het is een moeilijke tijd geweest in deze landen. De Duitsers hadden de macht en dat was voor de Nederlanders, Fransen en Belgen moeilijk te verdragen. Er waren mensen die in het verzet gingen, maar er waren ook mensen die bereid waren voor de Duitse overwinnaars te werken. Zij sloten zich aan bij de SS. Jacques Daman was meesterschoenmaker, zijn vrouw Stephanie had een kruidenierswinkel in het huis waar zij woonden. Zij hadden samen vier kinderen, Twee van hen gingen in het verzet. De oudste zoon François, had zich bij het Belgische Partizanleger (BAP) gevoegd dat door de communisten werd geleid. In de zomer van 1942 ging Hortense, een opgewekt, roodharig jong meisje van 15, dienst nemen in het BAP. Het BAP was geen gewoon leger, er waren geen uniformen en geen kampen, maar toch waren ze goed georganiseerd. Hortense begon haar leven in het verzet als koerierster, Zij bracht eerst berichten over en daarna wapens en explosieven naar de verzetsgroepen. De wapens en explosieven verstopten ze eerst in de kruidenierswinkel van haar moeder. Op haar fiets bracht zij ze dan weer weg. Dit was gevaarlijk werk. Hortense dacht dat niemand van haar zou denken dat ze in het verzet zat omdat ze nog een kind was. Maar juli 1943 werd ze aangehouden bij een Duitse wegblokkade. In de mand met eieren had ze explosieven verstopt. Ze gaf de soldaat een paar eieren, deze waren heel kostbaar in de oorlog. Ze mocht toen verder fietsen, ze had de soldaat omgekocht. Hortense heeft de oorlog gelukkig overleefd. Er zijn ook kinderen die in de oorlog zijn overleden. Er was honger en er waren ook concentratiekampen waar bijvoorbeeld joodse kinderen opgesloten werden en veel daarvan werden vermoord. Hoofdstuk 3 Anne Frank Anne Frank (haar echte naam is Anneliese Maria Frank ) was een joods meisje, dat op 12 juni 1929 in Duitsland geboren wordt. Ze heeft een oudere zus Margot Frank, zij is geboren op 16 februari 1926. Op 13 maart 1933 zijn er verkiezingen in Duitsland, waarbij de Nazi’s (de aanhangers van Hitler) veel stemmen winnen. Hitler komt aan de macht. Haar ouders zien voor henzelf en de kinderen geen toekomst meer in Duitsland en ze vluchten naar Nederland in 1933. Ze groeit tot haar 11e op in Nederland. Vanaf 1940 moeten alle Nederlanders zich laten registreren en opgeven of hij Jood is of niet. Er komen steeds meer maatregelen tegen de Joden. Op 29 juni staat er in alle Nederlandse kranten dat de Duitse bezetter besloten heeft om de Joden over te brengen naar werkkampen in Duitsland. Margot is een van de eerste die te horen krijgen dat ze naar een werkkamp moet. Anne hoort van haar vader dat ze gaan onderduiken. Achter het bedrijfsgebouw aan de Prinsengracht 263 staat een kleiner huis aangebouwd, dat leeg staat. Het heet het Achterhuis en is het achterste deel van het bedrijf Opekta (een bedrijf waar suiker voor jam wordt gemaakt ) waar Otto Frank, de vader van Anne directeur is. Op zes juli 1942 verstoppen zij zich in dat huis. Zij zijn niet de enige. Samen met Hermann van Daan, Petronella van Daan, Peter van Daan. Zo noemt Anne ze in haar dagboek. In het echt heten ze: Hermann van Pels, Auguste van Pels, Peter van Pels. Later komt er nog iemand bij. Dat is Fritz Pfeffer. Anne noemt hem in haar dagboek Albert Dussel. Door de week werken er mensen in Otto Frank zijn bedrijf. Zij mogen niet weten dat zij daar ondergedoken zitten. Vier mensen weten er wel van: Miep Gies, Bep Voskuijl, Meneer Kleiman en Meneer Kugler. Miep Gies zorgde voor het eten door middel van voedselbonnen en de schoolboeken voor Margot Frank, Anne Frank en Peter van Pels, Met die voedselbonnen kon je vlees, textiel, brood, melk, boter, diversen, versnaperingen en algemene dingen kopen. Schuilen in het Achterhuis
Ze maken gordijnen voor de ramen en ze moeten heel stil zijn, zodat de mensen die overdag in het bedrijf werken ze niet kunnen horen. Ze weten dat er zware straffen staan op het onderduiken. Voortdurend is er angst voor ontdekking. Niemand weet hoe lang de oorlog zal duren. Anne schrijft regelmatig in haar dagboek. Het wordt haar beste vriendin. Die noemt ze Kitty. In Nederland zijn er duizenden Joden die willen onderduiken. Maar onderduiken is moeilijk. Er zijn maar weinig mensen die Joden durven te helpen, want dat is strafbaar. Joden moeten meestal ook kostgeld betalen, maar de meeste joden hebben daar niet genoeg geld voor. Meer dan twee jaar lang zit Anne daar onder gedoken. Twee jaar waar ze nooit naar buiten mag. De onderduikers leven met angst om ontdekt te worden. De meeste dagen zijn echt vreselijk saai. Soms horen de onderduikers verhalen over wat er buiten allemaal gebeurt. Miep Gies de vrouw die er voor gezorgd had dat ze konden onderduiken, vertelt over de jodenvervolging en over het voedsel, dat steeds schaarser en duurder wordt. Ze horen ook dat de meeste Nederlanders steeds meer hekel aan de Duitse bezetter krijgen. Maar bijna iedereen houdt zijn mond, want anders kun je gearresteerd of mishandeld worden. De draaikast
Op 6 juli 1942 ging de familie Frank in het Achterhuis wonen. Ze gingen dan door een grijze deur, de deur die toegang gaf tot het Achterhuis. Later werd er een kast voor gezet. Anne schreef daarover in haar dagboek: 'Onze schuilplaats is nu een echte schuilplaats geworden. Mijnheer Kugler vond het namelijk beter om voor onze toegangsdeur een kast te plaatsen, maar dan natuurlijk een kast die draaibaar is'. In de kast lagen allemaal mappen, en er hing een kaart boven. Zo leek het een gewone kast. De kamer van Anne was redelijk dicht bij de draaikast. Onder kantooruren moesten ze helemaal stil zijn in het Achterhuis. Ze mochten geen schoenen aan hebben, en ze mochten ook niks laten vallen, anders zouden ze verraden kunnen worden. Haar huisgenoot Peter was even oud als Anne, en Anne was verliefd op Peter. Ze ging ook vaak naar hem toe, ook al mocht dat niet van haar ouders. Als Anne naar Peter wou, moest ze eerst de trap op. Als ze de trap op was gegaan, kwam ze gelijk bij de kamer van Peter. De favoriete plek van Anne was de zolder. Daar kon ze rustig nadenken, en ze kon daar uit het raam kijken. Anne zat er heel vaak. Op de zolder lagen allemaal etensvoorraden. Anne Frank en familie worden opgepakt. Op 4 augustus 1944 kwamen plotseling 5 mannen het huis van de familie Frank binnen. Eén van hen in het uniform van de Duitse politie. De andere zijn in burgerkleren. Waarschijnlijk waren het Nederlandse nazi’s. De mannen wisten alles. Victor Kugler moest meekomen. Ze gingen naar boven. Bij de boekenkast trokken de mannen hun revolver. De kast werd opengemaakt en ze gingen naar binnen. Alle onderduikers werden ontdekt. De onderduikers mochten nog wat kleren inpakken. Daarna worden ze in een vrachtauto naar het gebouw van de Duitse politie gebracht. Later worden ze in een kamp opgesloten. Otto Frank is de enige die terug komt uit de kampen. Twee maanden nadat hij bij het huis is teruggekomen, ontvangt hij bericht, dat zijn beide dochters zijn overleden. De dood van Anne en haar familie
Anne en de onderduikers worden naar een concentratiekamp over gebracht. Anne leeft een halfjaar. In maart 1945 sterft ze. Anne is een van de zes miljoen joden die in de oorlog zijn vermoord. In de concentratiekampen zijn Edith, Margot en Anne overleden. Edith in Auschwitz en Margot en Anne in Bergen-Belsen. Edith was zwak en erg mager en overleefde dat niet. Margot en Anne in Bergen-Belsen aan vlektyfus. Vlektyfus is een infectie ziekte. Haar vader Otto Frank is de enige van de onderduikers uit het achterhuis die het concentratiekamp heeft overleefd. Als hij terug komt geeft Miep Gies hem Anne's dagboekpapieren. Later is hij ook nog hertrouwd met Elfriede Markovits. Zij was getrouwd met Heinz Geiringer. Die had het kamp ook niet overleefd. Otto Frank is een paar jaar geleden ook gestorven. Hij wilde niet naar de toneelstukken kijken en het boek niet lezen en de film niet kijken.
Interview Dit interview gaat over Riet Stolker die verteld over de eerste oorlogsdag hoe zij die ervaren heeft en over hoe het was om in die tijd een kind te zijn want daar ging natuurlijk mijn werkstuk over! 10 mei 1940. Ik werd die ochtend heel vroeg wakker van een oorverdovend vliegtuiglawaai. M'n moeder kwam mijn kamertje binnen "Rietje opstaan", riep ze met tranen in haar ogen. t ís oorlog! De Duitsers zijn toch gekomen!M'n moeder had mijn zusje van 9 maanden op haar arm
Ze riep ook gauw m'n andere broers en zussen. Ik was 9 jaar oud en ik keek met verbijstering naar al die vliegtuigen die heel laag overvlogen. Ze gooien bommen op Schiphol, zei m'n vader. Ze schakelen de Nederlandse vliegtuigen uit. Het was nog maar 4 uur in de morgen, en ons laantje stond vol met mensen. sommigen huilden
mijn joodse vriendje Wolf stond er ook bij. Zijn ouders waren helemaal van streek. Ze waren immers uit Duitsland gevlucht en dachten in Nederland veilig te zijn. Wat zou er gaan gebeuren, hoe lang zouden de Nederlandse soldaten het volhouden. 5 dagen hielden ze het vol en toen ..........na het vreselijke bombardement op Rotterdam
gaf Nederland zich over. 1 Hoe oud was u tussen 1939/1945? IK was aan het begin van de oorlog 8 jaar en aan het eind 13 jaar. 2 Had u genoeg eten in de oorlog? We hebben niet echt honger geleden, m'n vader had een ruilobject, hij werkte immers bij een wijnfirma. Hij kon nog wel eens jenever ruilen voor tarwe of boter. Boeren waren in die tijd gek op jenever. 3 Waren er dingen die u heel erg miste in de oorlog? (bijv. Met vriendinnetjes spelen enz.) Niet echt, wel vond ik het jammer dat ik niet meer naar de padvinderij kon, de
Oprichter was immers een Engelsman. En we moesten onze auto en onze radio bij de Duitsers inleveren. Kleding en schoeisel begonnen na een paar jaar oorlog een probleem te worden alles ging op punten. Heel positief was de hulpvaardigheid van de mensen onderling. Had je een kledingstuk of een paar schoenen over, je gaf ze meteen weg aan iemand die ze nodig had. 4 Waar heeft u in de oorlog allemaal gewoond? (welke plaatsen) Ik heb alle oorlogsjaren in Amstelveen gewoond
5 Op welke school zat u tijdens de oorlog? Een paar jaar op de lagere school in Amstelveen, daarna op een meisjesschool in Amsterdam. Het laatste oorlogsjaar ging er geen treintje meer naar Amsterdam. Een fiets had ik niet meer. Tweemaal in de week ging ik met de schillenkar mee naar Amsterdam terug moest ik lopen
Of de school nog bestaat, dat weet ik niet. 6 Denkt u nog dagelijks aan de oorlog? Zo ja hoe komt dat(waardoor komt dat naar boven)? Nee gelukkig niet. 7 Wat heeft u het meest aangegrepen in de oorlog? De razzia's hebben mij het meest aangegrepen
en de angst dat je vader of je broer in Duitsland zouden moeten werken. De Duitse mannen waren allemaal onder dienst. Ze hadden veel arbeidskrachten nodig uit de bezette gebieden. 8 Wat vond u nou echt eng in de oorlog? Echt eng vond ik het luchtalarm ‘s nachts, we moesten dan allemaal ons bed uit en wachten tot het weer veilig was. 9 Hebben jullie thuis mensen ook laten onderduiken? Onderduikers hebben wij niet gehad .Wel herinner ik me dat we een paar keer een Joods kindje voor één nachtje in huis hebben gehad, daarna werden ze meestal naar een onderduikadres op het platteland gebracht. 10 Heeft u vaak moeten vluchten? We hebben nooit moeten vluchten
11 Bent u misschien dierbaren verloren? Mijn joodse vriendje Wolf, die ben ik verloren. Hij is met zijn ouders en oma opgehaald en nooit meer teruggekomen.
Informatie Bronnen en conclusie Ik heb veel uit boeken die ik uit de bibliotheek geleend heb. Ik heb het boek van Anne Frank een klein stukje gelezen, was een te korte tijd om zo’n aangrijpend boek te lezen. Ik heb aan Riet een verre tante van me informatie over haar gevraagd en zo ben ik aan dit werkstuk gekomen. Conclusie Als kind had je het niet makkelijk dat is wel te lezen in mijn werkstuk de een moest onderduiken de ander ging in het verzet en de ander werd weer gescheiden van zijn/haar ouders. Elk kind in dit land zou dat moeten beseffen, hoe goed ze het hebben!

REACTIES

G.

G.

precies wat ik nodig heb!!!!!!!! voor werkstuk school tweede wereldoorlog

13 jaar geleden

L.

L.

cool hoofdstuk een kind in het verzet!

12 jaar geleden

A.

A.

echt zow cool en intressant

12 jaar geleden

T.

T.

cool vet kikken!

12 jaar geleden

O.

O.

leuk

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.