Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 7

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 636 woorden
  • 19 mei 2006
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6
3 keer beoordeeld

Geschiedenis: Hoofdstuk 7

Deel 1:

Keizerrijk 1871 - 1918 / 1919 (ondemocratisch)
- De Duitse keizer benoemde de kanselier (regeringsleider)
- De Rijksdag (volksvertegenwoordiging) had weinig macht

Weimarrepubliek 1919 – 1933 (democratisch)
Er was parlementaire democratie -> het Parlement was gekozen door de burgers

1933 – 1945 Hitlerdictatuur
- Derde Rijk nationaal socialistisch -> eigen vaderland bovenaan
- Derde Rijk Rijksdag allen nationale socialisten


Elbe


Eng.
+ Russen
Am.

Amerikanen en Russen komen elkaar tegen ; vallen elkaar in de armen

Bohn: hoofdstad van de BRD
Berlijn: Hoofdstad van het Duitse keizerrijk

Bezetting Duitsland, 1945 – 1949

Scheiding Duitsland
Scheidslijn is de rivier Elbe

Links van de Elbe
BRD -> Bondsrepubliek Duitsland  democratisch

Rechts van de Elbe
DDR -> Deutsche Democratische Republiek  ondemocratisch

Gevolg: 2 Duitslanden

BRD democratisch kapitalistisch
DDR ondemocratisch communistisch

1989 Val van de Muur
1990 Vereniging van de twee Duitslanden

Deel 2:

1870 / 1871
Frans – Duitse oorlog
Gewonnen door Duitsland

Onder leiding van Bismarck

De koning van Pruisen (hoofdstad Berlijn), werd keizer van Duitsland.
De koning heette Wilhelm I

Harde vredesvoorwaarde:
- enorme schadevergoeding
- verlies van Elzas-Lotharingen

Hoe was het bestuur van Duitsland sinds dien geregeld?:
- Geringe rol voor de Rijksdag
- De keizer benoemde een kanselier (regeringsleider)
In het begin werd Bismarck tot kanselier benoemd.
- De Pruisen speelden in Duitsland de baas
De Junkers = de Pruisische adels
Zij beheersten de politiek en het leger.

Bismarck streefde naar machtsevenwicht in Europa.

De nieuwe keizer, Wilhelm II, ontsloeg Bismarck en voerde een onvoorzichtige politiek:
- streven naar een wereldmacht
- streven naar koloniën

- vlootbouw
- Duitsland wilde meer macht in midden-Europa
Dit leidde mede tot de eerste wereldoorlog, die door Duitsland verloren werd.

Deel 3:

Spanningen in Europa (nationalisme)
Leidden tot de eerste wereldoorlog
Duitsland en Oostenrijk
tegen
Frankrijk, Engeland, Rusland en de Verenigde Staten.

Rusland -> tot 1917 -> communisten kregen de macht  zij sloten vrede

De VS deed mee vanaf 1917.

1918:
Duitsland legde de wapens neer  11-11-1918
Keizer vluchtte naar Nederland

1919:
Vrede van Versaille
VS -> Wilson
Engeland -> Lord George
Frankrijk -> Clemenceau
Duitsland kreeg de Afkeinschuld.
Duitsland moest betalen  gebiedsverlies

Wilson eiste dat Duitsland democratisch werd
- Weimar: grondwet

- algemeen kiesrecht
- regering is verantwoording schuldig aan de Rijksdag

Maar:
Artikel 48 -> de president (om de vijf jaar gekozen) kon de regering toestaan te regeren met noodverordening

De democratie werd van alle kanten aangevallen
- opgelegde democratie door Wilson
- dolkstootlegende
- armoede (de regering kreeg de schuld daarvan)

Na 1923 ging het beter met Duitsland
De Verenigde Staten leende geld aan Duitsland

1929:
In Amerika klapte de beurs ineen (beurskrach)  de gevolgen troffen Europa -> Duitsland was het eerst aan de beurt

In deze periode kregen extreem linkse en extreem rechtse partijen veel meer aanhang:
Extreem rechts: NSDAP (leider Hitler)
Extreem links: KPD (communistische partij Duitsland)

Regeringen reageerden met noodverordeningen (geen steun meer nodig van andere partijen)


1933:
President Hindenberg benoemde Hitler tot kanselier  de NSDAP was de grootste partij van het land
Duitsland had vanaf 1933 een Hitlerregering

Deel 4:

Februari 1933
Rijksdag brand -> communistische partij werd verboden en een aantal communisten werden naar concentratiekampen gebracht.

Maart 1933
Nieuwe verkiezingen
NSDAP -> 44 % van de stemmen
Machtigingswet -> Het Parlement machtigde Hitler 4 jaar lang als dictator te regeren.
Daarna werd de democratie helemaal afgeschaft:
De onderstaande zaken werden opgeheven/verboden:
- Politieke partijen
- Vakbonden
- Persvrijheid
- Rechtbanken onafhankelijk
Hiervoor in de plaats kwam een soort “gelijkschakeling”
- Goebbels (minister van propaganda)

1934:

- Na de dood van Hindenberg werd Hitler President
- Hitler wordt ook legeraanvoerder

Soort propaganda:
- Gevoel van Volksgemeinschaft
- Du bist nicht, dein Volk ist alles
(jij bent niets, je volk is alles)
- Gehoorzaamheid aan de leider
- De Joden kregen overal de schuld van

Wie waren Hitlers aanhangers?:
- Ondernemers -> orders, subsidies, Hitler was anticommunistisch
- Arbeiders -> werkgelegenheid
- Boeren -> Bloed und Boden
- Middenstanders -> rust en orde in het land
- Rooms Katholieke kerk -> verdrag meegesloten
- mensen tegen het verdrag van Versaille
- jongeren:
- kameraadschap
- Hitlerjugend (jongens)
- Bund Deutschen Mädel (meisjes)
- indoctrinatie

- beïnvloeden met het nationaal socialisme

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.