De Franse Revolutie

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 808 woorden
  • 18 augustus 2005
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 6
61 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1e fase: de bourgeoisie komt in verzet (1789) Naast grote ongelijkheid in de samenleving, waren er nog andere grote problemen. De regering had grote schulden en door vele oorlogen was de schatkist bijna leeg, het ambtenarenapparaat werkte slecht, de recht spraak was oneerlijk, de straffen te zwaar (hoe lager de stand, hoe zwaarder de straf). De koning (Lodewijk XVI) bestuurde het land en nam vaak verkeerde beslissingen. Het gevolg was: ontevredenheid onder de Franse bevolking. De koning besloot dat de edelen meer belasting moesten gaan betalen.. De adel protesteerde en vroeg de statengeneraal om goedkeuring voor deze nieuwe belasting. Niemand wist wat de precieze regels van de statengeneraal waren. De koning besliste dat er per stand beslist moest worden. De vertegenwoordigers van de 3e stand, vonden dat alle mensen tijdens de vergadering voor zich zouden moeten stemmen en hoopten een meerderheid te krijgen voor hun plannen. En niet alleen de financiën. De koning weigerde dit. Daarop riep de 3e stand zichzelf uit tot de nationale vergadering (parlement). Er werd besloten dat Frankrijk een grondwet moest krijgen, waarin werd opgesteld dat de macht van de koning werd beperkt en alle rechten & plichten van alle Fransen. De koning was kwaad op de 3e stand vanwege de invoer van grote veranderingen, hij verbood dat de 3e stand verder mocht vergaderen. De 3e stand weigerde dit. De koning liet troepen naar de rand van Parijs komen. Uit angst voor de soldaten, bestormden arme Parijzenaars, de Bastille (wapenopslagplaats). Toen besloot de koning de soldaten weg te sturen en vele edelen vluchtten daardoor het land uit. De boeren kwamen in opstand, en plunderden de landgoederen van de adel. De edelen werden gedwongen afstand te doen van hun voorrechten. De nieuwe gebeurtenissen dwingen de koning zijn verzet op te geven. De nationale vergadering gaat verder met hervormen. Afschaffing van bevoorrechte van Adel en geestelijkheid. De bourgeoisie, aangevallen door reactionairen en radicalen. De radicalen wilde nog meer hervormingen, zoals: monarchie vervangen voor republiek, stemrecht voor iedereen, verhoging van de lonen en verlaging van de prijzen. De vlucht van de koning en zijn gezin naar het buitenland mislukt. Gevolg: - De meeste mensen waren nu tegen de koning - Angst voor een buitenlandse aanval om de koning te helpen groeide. Frankrijk raakt in oorlog met andere landen. De Franse regering hoopte dat andere volken de zelfde rechten brengen als de Fransen. Frankrijk verklaarde Oostenrijk, de oorlog. Pruisen (andere naam voor het vroegere Duitsland) kwam Oostenrijk te hulp, en samen vielen ze Frankrijk binnen. De inval kostten Lodewijk XVI en zijn vrouw de troon en hun leven. De koning werd beschuldigd van landverraad, een werd onthoofd. 2e fase: radicalen verslaan hun vijanden (1793-1794) Er kwam een strijd tussen de radicalen en de gematigde revolutionairen. De radicalen wonnen de strijd, en begonnen de terreur. Bijna heel de bevolking kreeg de doodstraf. De radicalen kregen steun van het grootste deel van de Fransen.Het leger en het bestuur in Frankrijk verbeterde ze. Ook versloegen ze buitenlandse vijanden. Tijdens de terreur werden veel mensen van zomaar iets beschuldigd. Nu vonden niet alleen de gematigden, maar ook veel radicalen dat er een einde moest komen aan de terreur. De radicalen wilden een nieuwe grondwet maken, maar door de dood van Robespierre en zijn radicale aanhangers kwam er niets van deze plannen terecht. De bourgeoisie kreeg de macht weer in handen. Maar de adel kwam in opstand. Door het leger werd de opstand neergeslagen onder leiding van een jonge officier, Napoleon Bonaparte. Hij werd binnen enkele jaren generaal en besloot zelf de macht in handen te nemen. 3e fase: Napoleon de nieuwe heerser van Frankrijk
Napoleon staat vooral bekend als groot veroveraar. Maar sommige ideeën van de Franse Revolutie heeft hij verbreid over een groot deel van Europa. In de landen die hij veroverde, veranderde hij de wetgeving. Onder de naam Code Napoleon werd zijn nieuwe wetgeving bekend. Belangrijke punten in die wetgeving waren dat iedereen was gelijk voor de wet en dat mensen niet meer gevangen worden genomen zonder dat er een rechtszaak op volgde. De koningen in Europa moesten niets hebben van de meeste ideeën van de Franse Revolutie. Bang hun macht kwijt te raken. Maar napoleon benoemde overal in Europa familieleden en vrienden tot koning. De onderworpen volken liet hij zware belasting betalen. In 1814 werden Napoleon en zijn soldaten verslagen door een groot aantal staten. Hij werd gevangengezet op de Elbe. Hij wist te ontsnappen, en was binnen korte tijd was hij weer heerser van Frankrijk. De vorsten van voor de Franse revolutie kwamen weer bijna helemaal op de troon. Maar sommige dingen uit de Franse Revolutie bleven bestaan: hervormingen, zoals Code Napoleon, en er kwamen in veel Europese landen grondwetten. Hierdoor werd de macht van de koningen kleiner. Ze moesten hun macht verdelen met een parlement. De bourgeoisie en de adel waren in een beperkt kiesrecht vertegenwoordigd.

REACTIES

D.

D.

het is niet echt samen gevat maar meer in een tekst geschreven en dus is het ook niet echt erg handig

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.