Rusland

Rusland rond +/- 1900
Autocratie/ tsarisme
Autocratie is zelfbestuur, 1 man heeft koningsschap. Auto = zelf
Cratie = bestuur
Geen koning maar een tsaar, tsaar is een ander woord voor keizer. +/- 1500 groothertogen van Moskou zich geleidelijk losmaken van de Mongoolse overheersing. De mongolen waren in die tijd een groot rijk, die hele dele van Azië en Rusland in bezit hadden rond 1380. +/- 1700 Peter De Grote tsaar van Rusland wil het rijk groter maken. Hij sticht St. Petersburg en hij wou een groot en sterk rijk hebben. Hij haalde als het informatie uit de westerse landen. Hij veroverd westers gebied. Vanaf 1815 is Rusland in vrij grote macht. In de 19e eeuw was Rusland de graanschuur van Europa. Maar kent nog geen handel en industrie, Rusland was een erg achtergebleven gebied. Alle landen kennen burgerij. Burgerij = gaat zich zelf besturen,mensen gaan zelf besturen. In Rusland is dit niet zo alleen de tsaar regeert hier. De tsaar zegt dat hij god vertegenwoordigt. In Rusland rond 1900 heeft Rusland alleen een aantal simpele boertjes als inwoners. Rond 1900 is Rusland nog steeds op zoek naar een manier om met hun vloot wereldzeeën te bevaren. 1850/1853 de Krimoorlog, de Krimoorlog was weer een van de vele oorlogen om de Zwarte Zee te bevaren met hun vloot. De oorlog was tegen de turken, Rusland verloor deze strijd. 1861 Alexander word tsaar. Hij zei: ”ik moet mijn land modelliseren.’’ Op die manier wilde hij de achterstand op het westen inhalen. Hij neemt drie belangrijke maatregelen. Zijn doel was modaliseringen en de achterstand wegwerken. 1. Beperkte verbetering van het onderwijs à stichting universiteit. 2. Verbeteringen van de landbouw door middel van afschaffing van lijfeigenen, à dan sticht hij de zogenaamde mir op. Betekenis afschaffing lijfeigenschap
Doel: middelen vrij maken in landbouw, meer export naar het buitenland. Dat houdt in dat er meer geld is voor de financiën voor de modaliseringen. Hij wil meer graan verbouwen, en wil dan dat het graan dat teveel is exporteren naar het buitenland. Het geld wat hier dan mee verdient word is voor de modaliseringen van Rusland. Instelling van de mir: gemeenschappelijke grondbewerking door boeren voor 40 jaar lang moeten ze het geld wat ze hiermee verdienen aan de tsaar geven zodat hij ze later allemaal een eigen stukje grond kan geven wat ze dan zelf mogen bewerken en hun eigen winst houden. De mir word een collectieve groep; Collectief: volledige groep, iedereen samen. De boeren waren teleurgesteld ze hadden dit niet verwacht, ze hadden direct al hun eigen lapje grond willen hebben waar ze op konden leven. De tsaar wou op deze manier het land modelliseren. Gevolg: boeren lasten in feit omhoog, ze moeten meer producten verbouwen. En de boeren zijn ontevreden ze wouden eigen grond hebben. Politiek: na de veranderingen van de tsaar ontstaan aan de universiteiten – zeer kleine – oppositiegroepjes van studenten, die onder invloed van westerse democratie-ideeën het tsarisme weg willen hebben. In rusland moet een democratie komen, de tsaar moet zijn macht gaan delen. Belangrijkste groepje – de toppopulisten +/- 1870/ 1880. Ideeën: 1. boeren moeten wel gezamenlijk grond bewerken: landbouw een soort agrarische socialisme, samen eigenaar van de grond zijn en samen het handhaven van de mir. 2. democratie: invoering van een democratie. De tsaar wou daar niks van horen. Ze wouden door middel van eigen gekozen dorpsraden, zichzelf besturen. Ze probeerden in hun vakantie’s naar de boeren te gaan en ze proberen over te halen. +/- 1880/1890 komt het land in wanhoop vanwege de tsaar. Er komt veel terreur. Veel tsaren worden opgeblazen, maar elke keer kwam er weer een nieuwe. Rond 1890 komt een nieuw groepje populisten, de communisten.in deze tijd begint ook een beetje industrie in Rusland te komen, dankzij de tsaar. +/- 1880/1890 à populisme

1. falen, winnen boeren
2. falen, terreuraanslagen
ondertussen is door het tsarisme toch bescheiden industrie in Rusland. Kleine groep jongeren intellectueel volgens hun is de leer van Marx ook in Rusland mogelijk. Ze willen de ideeën van Marx over het communisme in Rusland overnemen. Het kernidee/kernleer is socialisme
Socialisme ook wel communisme
1. productiemiddelen van de gemeenschap (ze denken door dit te zeggen dat dan de ongelijkheid de wereld uit gaat, doordat dan iedereen overal de eigenaar van is). 2. klasse verschillen (de ene mens is rijker dan de ander) wegwerken. Ze willen een samenleving waarin de financiële verschillen verdwenen zijn en een klasse loze maatschappij worden. De bezittende klasse (het kapitalisme) hebben meer geld en meer productiemiddelen dan de niet-bezittende klasse (iedereen is niet rijk en hebben geen productiemiddelen) dit verschil moet de wereld uit. Dit verschil moet eerst gelijk worden om het weg te werken. Socialisme kent in de economie planning, je weet van te voren wat er precies allemaal nodig is en bij wie er wat gehaald moet worden. Bij ieder word nu wat gehaald om de verschillen weg te werken. +/- 1900 in procenten stijgt de industrie het snelst in Rusland. Maar het loopt nog wel steeds achter op de westerse landen. Theorie van Marx – klasse strijd je hebt wel productiemiddelen, bezittende klasse. Je hebt ook een niet bezittende klasse deze hebben geen productiemiddelen. Dit verschil moest weg. Kapitalisme = 1 iemand heeft productiemiddelen en geld (of een kleine groep mensen). Dat is onrechtvaardig hij gebruikt de niet-bezittende klasse voor zelf beroemd te worden. Klassenstrijd - een bezittende klasse die de productiemiddelen is er altijd, die de niet bezittende klasse gebruiken voor hun eigen belang. Dit moet weg hij wil dat iedereen even veel geld heeft en de productiemiddelen moeten van iedereen worden
Ontwikkeling kapitalisme volgens Marx
Kapitalen ßà arbeid
Kapitaal stelsel accumulatie – verelendung concentratie – crisisleer Ontstaan van de revolutie van het proletariaal en dat loopt uit op veranderingen. Dit systeem brengt zichzelf in moeilijkheden
Accumulatie – vermeerdering. Verelendung – ellende, steeds slechter gaan. Concentratie – steeds meer grote fabrieken. Marx zei dat de kapitalist wel moest, anders gaat hij er zelf op achteruit. Een kapitalist moet altijd vermeerderen, altijd accumuleren (zijn bezit steeds groter maken). Dat gaat ten koste van de arbeider, omdat de kapitalist veel moet verdienen voor de accumulatie, krijgt de arbeider het steeds slechter hij krijgt steeds minder loon. Hierdoor ontstaat meer concurrentie, ze concurreerden elkaar kapot. Hierdoor komt concentratie, steeds meer grote fabrieken met minder kapitalisten als eigenaar. Steeds meer kapitalisten worden weg geconcurreerd, op die manier neemt de hoeveelheid kapitalisten af en neemt de hoeveelheid arbeiders toe. Steeds minder mensen kunnen werken er ontstaat crisis. Op den duur zou volgens Marx revolutie ontstaan omdat de arbeiders het niet meer pikken. In de revolutie nemen de arbeiders de fabrieken over. Op deze manier worden waarschijnlijk alle mensen eigenaar van de productiemiddelen, aldus Marx. Proletariaat – ander woord voor de grote arbeidersmacht. In 1903 komt binnen een klein Russisch partijtje (communistisch) ruzie. Lenin stond aan het hoofd van dit partijtje. Na de ruzie ontstaan er twee groepen vanuit deze partij de mensjewieken, zij hebben de minderheid en de bolsjewieken, deze bestond uit meer leden. De ruzie in de partij was ontstaan door meningsverschillen over revolutie en over wie er allemaal lid van hun partij mocht worden. · Revolutie volgens de Mensjewieken, zij vonden dat Rusland rustig communistisch moest worden, eerst moest er kapitalisme komen en dan tegelijk een groot arbeidersproletariaat. Zij wilden dat Rusland vanzelf in revolutie laten uitbreken. Zij bleven het eens met de leer van Marx, ze volgden zijn raad op. · Revolutie volgens de Bolsjewieken. Lenin paste de leer van Marx aan, aan de situatie in Rusland. Lenin wou directs revolutie. Hij wou elke moment dat de kans ervoor was om revolutie te maken gebruiken, en dan de kapitalistische fase overslaan. Volgens Lenin was dit beter voor Rusland en zijn inwoners. · Partijlidmaatschap volgens de Mensjewieken. Als het gaat over wie lid mag worden, mag iedereen die het met hun ideeën eens is zich bij hun partij aansluiten. Ze willen samenwerking met andere clubjes. · Partijlidmaatschap volgens de Bolsjewieken. Er mogen volgens hun weinig mensen lid worden van hun partij. Hij wil een eliteclubje die de baas is in Rusland en die voor en na de revolutie op de arbeiders let. Lenin wou niet samenwerken met andere clubjes. Lenin wou geen boeren en arbeiders bij zijn club omdat hij hen dom vond. Lenin paste de leer van Marx aan. Lenin zegt dat Rusland een achterlijk agrarisch land is. Ook de boeren moeten in beweging komen om die tsaar eruit te gooien. Als er een kans is moeten de boeren en arbeiders samenwerken om de tsaar weg te krijgen. In 1905 komt er in Rusland weer een revolutie veroorzaakt door oorlog, die oorlog ging over een stukje land in China, Rusland verliest deze oorlog, Japan de vijand was te sterk. Dit was de schuld van de tsaar. Iedereen kwam in opstand tegen de tsaar. Na aanleiding van de revolutie in 1905 ontstonden twee nieuwe hervormingen. Nieuwe hervormingen: · Hij gaat een parlement instellen de Doema genaamd, hij deed dit voor de burgers maar de burgers hadden nu nog steeds weinig zeggenschap. De tsaar deelt na veel jaren een heel klein deel van zijn macht. · De boeren begonnen een chaos te maken, ze zochten allemaal hun eigen stukje grond op en gingen daar wonen. De tsaar was daar niet blij mee, maar hij moest mensen hebben die achter hem zouden staan. Een adviseur van de tsaar zei dat hij de boeren hun eigen stukje grond moest geven op die manier zouden de mensen weer een beetje vertrouwen in de tsaar krijgen. Begin individueel grondbezit boeren, boeren met eigen grondbezit werden de Koelakken genoemd. Enkele 10.000 boeren kregen hun eigen lapje grond. Het doel hiervan was dat de boeren weer wat vertrouwen kregen in hun tsaar, hij had hun steun nu namelijk nodig. De boeren met eigen grondbezit zijn een soort kapitalisten. Nu gebeurt er dus het verkeerd, er ontstaat kapitalisme en de Bolsjewieken en de Mensjewieken wouden juist het kapitalisme weg hebben. 1914 à Eerste Wereldoorlog à Rusland krijgt hier erge problemen mee. De duisters nemen een groot deel van Rusland in. In deze oorlog zijn vele russen gestorven omdat rusland niet ontwikkelt genoeg was, het Duitse leger was veel te sterk. Dit was de schuld van de tsaar hij had er niet voor gezorgd dat Rusland goed uitgerust was voor de oorlog. In 1917 breekt daarom opnieuw revolutie uit. · De februari revolutie à de Doema schuift de tsaar aan de kant, en neemt de macht in Rusland over. De Doema kiest een aantal mensen uit die de voorlopige regering gaan leiden. · De oktoberrevolutie à Lenin en zijn partij (de Bolsjewieken) plegen in de nacht van 6 op 7 november een staatsgreep een gooit het voorlopige parlement eruit. Door deze ingreep word Rusland socialistisch. Falen van de voorlopige regering: 1. Het doorzetten van de oorlog, ook al ging het heel slecht met Rusland. 2. Ze wouden Rusland democratisch maken, ze waren al bezig met voorbereidingen van verkiezingen. Het volk wilde juist een eind aan de oorlog en het volk wou voedsel hebben . Lenin maakt hier gebruik van in de oktoberrevolutie. Hij begint het volk wakker te maken en probeert het volk ervan te overtuigen dat de voorlopige regering weg moet. In 1917 beloofd Lenin aan iedereen een lapje grond en herverdeling van de grond. Hij zegt alleen niet dat die grond eigen wordt. Hij noemt het bruikleen. Oorlogscommunisme 1918 t/m 1921
Lenin sticht oorlogscommunisme, men noemt dat zo omdat Lenin in tijden van oorlog communisme sticht. De redenen hiervan zijn: 1. deels praktische noodzaak in burgeroorlog 1. 2. deels theorie ideaal meteen naar communisme. 1. Lenin pikt alle fabriekjes in, de grond en alles. Hij doet dit vanwege de burgeroorlog. Het ging in de burgeroorlog tussen de Bolsjewieken en de andere mensen en partijen. 2. Direct word Rusland communistisch. In de praktijk erg veel verzet van de boeren en van de Mensjewieken. Niet alleen dezen waren vijanden ook de Roden en de Witten deze twee streden tegen elkaar. De club van Lenin won deze strijd maar net. Lenin besluit de oorlog met Duitland stop te zetten. Hij staat daarbij een groot deel van Rusland af. Eind 1921/1922 als de burgeroorlog vrijwel gewonnen is door Lenin en zijn makers. Heeft Lenin eindelijk de boel terug gewonnen, maar het land is totaal uitgeput, besluit Lenin tot een nieuwe koers. De invoering van het N.E.P (nieuwe economische politiek). Het hoofdkenmerk is dat boeren weer beperkt kans hebben op winst van hun eigen grond. Hij wil nog wel een klein dele van de winst maar de rest mogen ze houden. Hierdoor zouden de boeren weer gaan werken op hun eigen land en andere ambachtsbedrijven zouden ook hun winst zelf mogen houden. De redenen hiervoor waren; 1. Herstel populariteit Lenin en Bolsjewieken. 2. Economische verval, Lenin staat klein kapitalisme toe. Hij geeft toe dat hij te hard van stapel ging. Lenin wou met het N.E.P de economie is Rusland weer laten groeien. En hij wou zijn partij weer populairder maken bij het volk. Zijn populariteit was namelijk erg gezakt vanwege de vele oorlogen en terreur. Lenin schroeft als het ware het socialisme dicht en liet klein kapitalisme weer toestaan. Boeren mochten in beperkte mate weer zelf winst maken. De boeren mochten de lapjes grond die ze van de tsaar in bruikleen hadden houden. Maar ze moesten nog wel een klein deel van de winst afstaan aan de tsaar. Voor hoelang dit was, was niet duidelijk Lenin had het daar nooit over gehad. Dankzij deze verandering van Lenin gaat de economie en landbouw in grote stappen vooruit. De productie neemt toe en herstelt zich weer helemaal en is weer gelijk aan het peil voor de WO1. Alleen de grote bedrijven blijven in eigendom van de staat. Dus eigenlijk is Rusland nu communistisch en kapitalistisch. Binnen de partij en van Lenin (de Bolsjewieken) blijft de vraag:’’wanneer komt er echt communisme’’ in de weg zitten. Als Lenin in 1924 overlijdt zit de partijtop met de handen in haar want wat moet er nu met Rusland gebeuren. Moet het N.E.P blijven of moet het weg zodat Rusland communistisch kan worden. Gevolgen; 1924/1928 – machtsstrijd

Tussen Stalin en Trotski. Zij wouden beiden de macht in Rusland overnemen. Ruzie; Eerste ruziepunt; · Trotski zei; “wij moeten proberen via Rusland wereldcommunisme te krijgen’’. Trotski wou over communisme hebben. · Stalin daarentegen zei; “we moeten eerst in ons eigen land het socialisme langzaam opbouwen’’. Tweede ruziepunt; · Trotski zei; “we moeten direct het N.E.P afschaffen anders ontstaat er straks weer kapitalisme en dat moet niet gebeuren hij was bang dat er anders geen communisme meer kon komen in Rusland. · Stalin zei; “we moeten het N.E.P nog even houden (voorlopig)”. Uiteindelijk slaagt Stalin erin deze strijd te winnen, hij heeft Trotski helemaal kapot gemaakt. Waarom Stalin de strijd wint; · Hij kreeg vroeger, toen hij nog in de partij van Lenin zat, de functie partijsecretaris à hij had de beheersing over de benoeming van lagere partijfunctionarissen. Hij mocht bepalen wie wel en wie niet bij de partij kwamen. Op deze manier bouwt Stalin iets op, hierdoor werd Stalin populair en bekend. Veel mensen hadden hun baantje/functie bij de partij aan Stalin te danken daardoor stonden ze achter Stalin. +/- 1928/1929
Nadat Stalin Trotski had weggewerkt en goed in het zadel zit wil hij direct het N.E.P afschaffen. Hij wil de achterstand op het westen wegwerken. Hij gaat in het grote vijfjarenplan (versnelde poging tot communisme) proberen communisme te stichten. In 1929 is het N.E.P afgeschaft. Stalin wou dat de industrie erg hoog werd en dat de achterstand op het westen weg was gewerkt. Hij wou een grote macht van Rusland maken. In deze tijd was het onrustig in Duitsland en hij was bang dat Hitler anders zijn land zou inpikken. Belangrijke jaartallen: 1700 – Peter de Groot tsaar van Rusland wil zijn land modelliseren. 1861 – tsaar Alexander aan de macht wil de achterstand op het westen wegwerken. Hij bedacht de ‘mir’. 1880 – Populisten
1896 – tsaar Nicolaas aan de macht. 1903 – ontstaan Bolsjewieken en Mensjewieken
1905 – Revolutie, gevolg van de oorlog met Japan. Iedereen is in opstand tegen de tsaar. 1914 – Eerste Wereldoorlog. 1917 – tweede revolutie, de tsaar word aan de kant gezet. De Doema neemt de macht over in februarirevolutie. Oktoberrevolutie Lenin neemt de macht over. 1924 – Lenin overleden. 1922/1924 – invoering N.E.P, 1924/1928 – machtsstrijd tussen Stalin en Trotski. 1928/1929 – Stalin aan de macht, wil direct communisme. Begrippen
Autocratie – een bestuursvorm waarbij 1 persoon alle macht heeft. Hij hoeft geen verantwoording af te leggen voor zijn daden. Tsaar – Russisch woord voor keizer. Mir – dorpsgemeenschap in Rusland waarin de boeren samen verantwoordelijk zijn voor de landbouwproductie. De boeren waren gebonden aan de mir. Doema – Russische parlement dat in 1905 werd ingesteld. Bolsjewieken – groep communistische beroepsrevolutionairen die in 1917 de macht grepen in Rusland. Lenin was hun leider. Aprilstellingen – drie uitgaanspunten die Lenin lanceerde bij zijn terugkeer in Rusland als banneling in april 1917. Witten – tegenstanders van de Bolsjewieken in de Russische burgeroorlog (Mensjewieken). Roden – Bolsjewieken. Communistische heilstaat – einddoel van de communisten. Marx had het omschreven als een staat waarin bezit was afgeschaft, iedereen gelijk was en er productie naar behoefte was. Oorlogscommunisme – systeem dat Lenin had bedacht om sneller tot communisme te komen. N.E.P – deze politiek was een aanpassing van het oorlogscommunisme, waarbij de lichte industrie en handel in particulieren handen kwamen.