Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Verhalen

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 3e klas vwo | 1759 woorden
  • 7 februari 2005
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 5
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1: Eindelijk, had ik me door de grote menigte heen gewrongen. Vooraan stond ik nu, vooraan vlak bij het houten toneel waar “het” zo dadelijk zou gebeuren. Na een kwartier werden de eikenhouten deuren van het stadhuis door de wachters open gedaan en een stoet mensen liep naar buiten: de magistraten, allemaal met hetzelfde chagrijnige hoofd. Ze gingen zonder hun gezicht te vertrekken zitten op de grote stoelen die speciaal voor hen waren neergezet. Nadat ze allemaal zaten ging de deur van het stadhuis weer open en kwam de pastoor Balthazar uit het stadhuis. Met z'n lange witte gewaad en met een paarse doek om z'n nek kwam hij naar voren en begon te praten. Uit zijn gewaad haalde hij een boekje. Ik herkende het meteen, het was een bijbel. Balthazar begon te spreken op een toon die precies zijn karakter verried: een hoge en scherpe toon. Precies zoals Balthazar is dacht ik. Een echt haantje, altijd het laatste woord willen hebben, nooit een ander gelijk kunnen geven. Altijd terugkomen op het feit dat hij pastoor is, dus dat hij God met zich had. Nadat Balthazar was uitgepraat gingen de deuren weer open. Er kwamen vijf personen uit het stadhuis lopen. Voorop liep de schout gevolgd door de beul. Achter hen liepen drie personen, een wachter, Willem en achteraan weer een wachter. Mijn Willem sprak ik in mezelf. Terwijl ik dat zij droop de eerste traan langzaam uit mijn oog. Ik kon het nog steeds niet geloven. Willem, mijn verloofde. Over drie weken zouden we gaan trouwen. Ik boog mijn hoofd naar voren en dacht aan alle mooie dingen die we samen hadden meegemaakt. Onze eerste ontmoeting onder de treurwilg aan het grote meer. Hoofdstuk 2: Willem, een knappe jonge van 23, de zoon van Jan den Backer. De beste bakker van de stad. Iedereen kende Jan en zijn familie. Ik was met mijn familie zes jaar geleden uit Engeland hier heen gevlucht. Willem en zijn familie hadden ons toen onderdak verleend totdat we een eigen huis hadden gevonden. Na drie weken hadden we ons eigen huis gevonden. Gek genoeg hadden we daarna bijna geen contact meer met Jan en Willem. Tot twee jaar geleden. Tijdens het boodschappen doen op de markt liep ik Willem tegen het lijf. Eerst herkende ik hem helemaal niet meer, maar na een aantal seconden goed gekeken te hebben zag ik het. We raakten aan de praat en besloten een keer af elkaar te ontmoeten. We spraken af om over een week bij het grote meer onder de treurwilg af te spreken. Met een goed gevoel liep ik terug naar huis. Een week later ging ik naar het meer toe. Daar zat Willem al op mij te wachten. Met een grote glimlach liep ik naar hem toe en ging naast hem zitten. We begonnen te praten en een raar gevoel kwam op in mijn buik. Ik wist niet wat het was maar het voelde goed. We spraken de week erop weer af op dezelfde plek. De hele week had ik me er op verheugd Willem weer te zien. Zo ging het een paar weken door totdat hij op een dag bij zonsondergang een roos te voor schijn haalde. Hij ging op zijn knieën zitten. Met een onzekere stem van hem die ik totaal niet gewend was, begon hij te praten. Eerst ging het helemaal nergens over. Ik kon hem bijna niet verstaan maar de laatste zin verstond ik wel. Deze zal ik ook nooit meer vergeten. "Katherina, wil je met me trouwen". Dit moest de mooiste dag van mijn leven zijn. Ik vloog in zijn armen en begon gigantisch over mijn wangen te huilen. Tranen van geluk stroomden. Stotterend fluisterde ik Willem in zijn oren:" Natuurlijk wil ik met je trouwen".
Hoofdstuk 3: Een week geleden, was het precies twee jaar dat Willem mij ten huwelijk had gevraagd. We zaten weer aan het grote meer onder de grote treurwilg. Nadat we wat rustig gezwommen hadden zaten we een beetje te kletsen. We maakten alweer plannen over hoe onze trouwdag er uit zou zien, wie er allemaal mochten komen. Wat er gegeten moest worden en of het nou op zaterdag of op zondag gehouden moest worden. Na een uur gediscussieerd te hebben, waren we het er over eens dat het op zaterdag moest zijn. Deze beslissing hadden we al genomen maar volgens Willem konden we het er beter nog een keer goed over hebben. Het was ondertussen al donker geworden en we vonden het tijd om naar huis te gaan. We liepen hand in hand naar mijn huis. Het was echter al zo donker dat ik niet zag dat ik langs een rozenstruik liep. Mijn jurk bleef er achter haken. Willem bulderde van het lachen en maakte mijn jurk los. Hij moest zelfs zo hard lachen dat hij voorover in de struik viel met als gevolg dat zijn gezicht vol dorens zat. Ook een stukje van mijn jurk was in de rozenstruik blijven haken. Nadat hij was opgestaan en ik alle dorens uit zijn gezicht had gehaald, zei hij dat hij mijn jurk wel zou laten maken. Eenmaal thuis gekomen ging ik snel naar boven om de kapotte jurk uit te doen voordat mijn vader het zag en kwaad zou worden. Dit was vroeger een keer gebeurd toen ik met mijn nieuwe jurk achter een spijker was blijven hangen. Hij was toen zo boos geworden dat ik hem een week lang niet meer in zijn ogen durfde te kijken. Ik gaf de jurk aan Willem zodat hij deze kon repareren en trok zelf snel wat anders aan. Een harde zware stem van mijn vader galmde plotseling naar boven:' Katherina, eten!' Ik gaf Willem snel een zoen en holde vervolgens naar beneden om te eten. Willem sjokte langzaam achter mij aan en verdween, nadat hij iedereen aan tafel gedag had gezegd, het huis uit. Na het eten bedankte ik mijn vader voor het heerlijke maal en liep naar boven om uiteindelijk doodmoe op bed te vallen en vrijwel gelijk in slaap te vallen. Hoofdstuk 4: De volgende ochtend werd ik wakker gemaakt door mijn vader. Ik zag aan zijn gezicht dat er iets aan de hand was. Hij was helemaal in paniek. 'Kom, we moeten snel weg.' Ik snapte er helemaal niks van en kleedde me snel aan. Toen ik beneden kwam stonden mijn vader, moeder, en drie broertjes al in de deuropening geïrriteerd op mij te wachten. "Kom nou, we hebben niet de dag de hele tijd, schiet nou op". Dat waren de verwijten die ik naar mijn hoofd geslingerd kreeg. Buiten stond al een paard en een kar klaar. Ik vroeg wat dit allemaal te betekenen had. Mijn vader zei dat hij het zo meteen allemaal zou uitleggen. Tegen mijn zin klom ik op de wagen gevolgd door mijn moeder en broertjes. Mijn vader had ondertussen plaats genomen achter het paard en sloeg met z'n zweep hard tegen het paard zodat deze begon te lopen. Nadat we de stad uit waren kwam de zon net op en begon mijn vader te vertellen... Hoofdstuk 5: Vannacht is koning Jolmer van Kranenburg vermoord. Zijn lijk is gevonden bij het grote meer onder de grote treurwilg. Jij hebt daar gisteren gezeten met Willem zoals je daar altijd zit. Ze hebben ook nog een klein stukje stof van een jurk in een rozenstruik gevonden. En dat stukje stof komt van jouw jurk af. Als ze die jurk vinden dan hangen we. We moeten zo snel mogelijk de stad uit zien te komen. Ik was met stomheid geslagen. De schout zat achter ons aan. Onmogelijk. Ik vroeg aan mijn vader hoe hij dit allemaal wist. Hij zij dat hij die nacht wakker was gemaakt door Jan de Backer. Ik keek hem met een vragen gezicht aan. “Hoe weet hij dat nou"? vroeg ik. Ik kreeg geen antwoord. Toen drong het pas tot me door. Willem! Willem had mijn jurk. En Willem moest ook gezien zijn bij het meer. Ze zouden ook bij hem huisonderzoek doen en dan zou hij... Daar wilde ik nog niet over na denken. Ik sprong van de kar af en rende terug naar de stad. Ik hoorde nog geschreeuw achter me maar ik keek niet om. Ik was vastbesloten om naar Willem te gaan en hem te waarschuwen. Aan het eind van de middag kwam ik bij het huis van Willem aan. Het enige dat ik daar aantrof was een hoop gloeiende as. Ik zakte door mijn knieën en begon te huilen en vroeg mensen wat er gebeurd was. Een oude vrouw vertelde dat het hele gezin was opgepakt en dat ze zaterdag veroordeeld werden voor het stadhuis. Nog harder begon ik te huilen. Dood, ik zou dood willen gaan als ze Willem maar spaarden. Hoofdstuk 6: En daar stond ik nog steeds. Vlak bij Willem. Hij was zo dichtbij maar toch onbereikbaar voor mij. De schout begon te praten:” Willem de Backer, koningsmoordenaar en landverrader, bettuig spijt van je daden?” Willem zei niks. De schout vroeg het nog een keer en weer zei Willem niks. Nadat Willem de derde keer niks had gezegd maakte de schout een jaknikkend gebaar naar de beul. De beul pakte Willem beet en legde hem op de marteltafel. De schout liep naar hem toe en vroeg hem nog een keer zijn spijt te betuigen. Tot mijn verbazing weigerde Willem opnieuw. Vol afschuw moest ik toezien hoe de beul een mes in Willem's buik stak en het er weer uithaalde. En nog een keer en nog een keer. Voor ook de vijfde keer gaf Willem geen kik. De schout keek de beul streng aan. De beul hief vervolgens zijn bijl hoog boven zijn hoofd en onthoofde Willem. Dat was de druppel. Ik kon het niet meer aanzien. Ik was vol woede en sprong op en pakte het zwaard van de schout af en stak het in zijn buik. De schout keek me recht in mijn ogen aan. Op dat moment stak ik hem nog eens in zijn buik waarna hij in elkaar zakte en dood voor me op de grond viel. Ik keek om en zag het publiek vol afschuw kijken. Ik draaide me om en opeens voelde ik steek in mijn buik. Ik keek naar beneden en zag dat er een pijl in mijn buik geboord was. Een seconde later volgde de tweede en bijna direct daarna de derde. Ik liep naar het lijk van Willem toe, pakte het vast en sloot mijn ogen. Opdat moment voelde ik iets kouds door mijn nek gaan en ik viel in slaap.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.