Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Psychiatrie

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 3931 woorden
  • 8 december 2004
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
62 keer beoordeeld

Inleiding:
Het onderwerp van dit werkstuk is: Hoe is het werken in de psychiatrie?
Ik heb dit gekozen omdat het mij interessant leek , en omdat ik later waarschijnlijk iets in de psychische zorg wil gaan doen. Het lijkt me leuk om zo met mensen om te gaan en om ze te kunnen helpen.
Dit onderwerp hoort bij de sector zorg en welzijn. We moesten dit werkstuk maken omdat het een onderdeel van het examen is. Ik doe dit werkstuk alleen omdat dat mij het handigste leek.
De onderzoeksvraag van dit werkstuk is: Wat kun je allemaal worden als je de opleiding psychiatrie af hebt?

De deelvragen zijn:
1. Welke opleiding(en) moet je doen?
2. Hoe is het om te werken in de psychiatrie?
3. Wat verdien je?
4. Wat voor ziektebeelden krijg je mee te maken?
5. Wat voor voorwaarden zijn er bij opneming in een psychiatrisch ziekenhuis?

Hoofdinhoud:
Deelvraag 1: Welke opleidingen moet je doen?
Na de Theoretische leerweg, kun je het beste naar het Friesland College en dan de Opleiding tot Verpleegkundige.
Als verpleegkundige werk je met Patiënten en cliënten op vele gebieden van de gezondheiszorg.
Behalve in een algemeen ziekenhuis kan je gaan werken in een psychiatrisch ziekenhuis, verpleeghuis, bij een thuiszorginstelling of in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Als verpleegkundige verleen je zorg aan mensen. Niet alleen aan zieke mensen maar ook aan gezonde mensen, bijvoorbeeld op een consultatie-bureau of bij een GGD.
Je moet zelfstandig kunnen werken. Je ontvangt patiënten en cliënten en je bent betrokken bij het stellen van een verpleegkundige diagnose. Je maakt verpleeg-plannen, waakt over de toestand van de patiënten en rapporteert aan collega’s, artsen en familie. Als verpleegkundige moet je sterk in je schoenen staan, je moet beschikken over verantwoordelijkheidsgevoel, beslissingen durven en kunnen nemen. Je moet niet alleen goed kunnen samenwerken met collega’s, artsen en paramedici, maar ook gesprekken kunnen voeren met patiënten / cliënten en de familie. Dit vraagt goede communicatieve vaardigheden. Verpleegkundige is een veelzijdig beroep.

De opleidingen bestaan uit verschillende Deelkwalificaties:
• ontwikkelingen in de maatschappij
• plannen van verpleegkundige zorg
• basiszorg
• interactie in beroepssituaties
• preventie en GVO (gezondheidsvoorlichting)
• verpleegtechnische handelingen
• coördinatie en continuïteit van zorg
• kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering
• verplegen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden
• verplegen van zorgvragers voor en na chirurgische ingreep, onderzoek of behandeling
• verplegen van geriatrische zorgvragers
• verplegen van verstandelijk gehandicapten
• verplegen van zorgvragers met een psychische ziekte
• verplegen van zwangeren, barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen

• verplegen van kinderen en jeugdigen

In het laatste jaar moet je kiezen welke richting je op gaat:
• klinische zorg
• kraam-, kind- en jeugdzorg
• psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg
• chronisch zieken

Deelvraag 2:
Hoe is het om te werken in de psychiatrie?
Ik heb op internet een site opgezocht (www.gobnet.nl dé landelijke voorlichtingssite over opleidingen en beroepen in de sector zorg & welzijn) en daar stonden allemaal mensen op met verschillende beroepen in de psychiatrie zoals: Sociotherapie (is het methodisch hanteren van het leefmilieu van een groep cliënten, gericht op de behandeling van deze groep) , verpleegkundige, sociaal psychisch verpleegkundige, psychiatrisch verpleegkundige.
In het kort gaat het beroep in de psychiatrie over dit: Je hoofdtaak bestaat uit het begeleiden en het verlenen van hulp aan mensen die tijdelijk in een zorginstelling zijn opgenomen of aan mensen die er wonen. De hulp en begeleiding die je biedt, is gebaseerd op een geloofs- of levensovertuiging.


Samen met de patiënt, cliënt of bewoner (of diens familie en vrienden) richt je je op fundamentele vragen over ziekte en gezondheid, dood en leven, en op de verwerking van hun situatie.

Deelvraag 3: Wat verdien je?

Als beginnend geestelijk verzorger kun je rekenen op een bruto maandsalaris van minimaal zo'n € 2.365,-. Dit kan oplopen tot ruim € 4.340,-.

En, leuk om te weten: als je onregelmatige werktijden hebt, komt er een onregelmatigheidstoeslag bovenop je salaris. De toeslagen voor de uren die als onregelmatig worden beschouwd, liggen tussen de 22% en 60%. Dat kan dus behoorlijk oplopen!

Dit zijn salarisindicaties voor 2004.

Deelvraag 4: Wat voor ziektebeelden zijn er ongeveer?

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
Patiënten met deze persoonlijkheidsstoornis zijn geneigd op anderen te leunen. Meestal gaat het om patiënten die altijd goedkeuring van anderen vragen en onzeker zijn. Deze patiënten zijn bang om hun vrienden of familieleden te verliezen. Ze zijn kwetsbaar doordat ze zo weinig durven. Ze hebben een schuldgevoel en zijn altijd bang dat iemand boos op hen wordt.
Autisme
Bij autisme gaat het om een contactstoornis als gevolg van een communicatieprobleem. Patiënten met deze stoornis missen het vermogen om informatie te verwerken. Zij herkennen geen non-verbale signalen (uitdrukkingen). Door de contactstoornis is de autistische patiënt kwetsbaar, hij kan weinig verdragen en is snel geneigd zich terug te trekken in zijn of haar eigen wereld.
Borderline persoonlijkheidsstoornis

Een borderlinestoornis heeft als kenmerken stemmingswisselingen en impulsief gedrag, maar daarnaast kunnen zich ook nog veel andere verschijnselen optreden. De belangrijkste verschijnselen van borderline zijn: stemmingswisselingen, impulsiviteit, identiteitsprobleem, hoog oplopende spanningen, psychotische verschijnselen, een diepe angst, niet kunnen aanpassen aan de realiteit en contactstoornissen. Meestal is er sprake van verschillende factoren, maar de precieze oorzaak van een borderlinestoornis is niet bekend. Factoren die een rol kunnen spelen:

Aanleg; impulsiviteit en stemmingswisselingen kunnen al aanwezig zijn.
Psychologische factoren: in het verleden zijn er ingrijpende dingen gebeurd.
Maatschappelijke omstandigheden: wegvallen van familieleden, vrienden enzovoorts.

Dementie
vooral toenemende geheugenproblemen met als gevolg desoriëntatie, het kan zijn dat patiënten niet meer weten wie ze zijn of waar ze zijn.
Belangrijke vormen van dementie zijn:
De ziekte van Alzheimer
Deze vorm van dementie wordt als een "primair" dementeringsproces gezien, doordat er een aantal specifieke kenmerken zijn die niet veel met gewone ouderdomsverschijnselen te maken hebben. Deze ziekte kan zich al vroeg in een leven openbaren. Het is dus niet, zoals veel mensen denken, een ziekte die alleen maar bij oudere mensen voorkomt.
Vasculaire dementie
Deze vorm van dementie komt na Alzheimer het meeste voor. Het gaat om stoornissen die de bloedvoorziening in bepaalde hersengebieden (tijdelijk) uitschakelen. Zo geven ze aanleiding tot het afsterven van hersenweefsel. Deze ziekte begint plotseling en verloopt schokkend. Meestal laat deze ziekte niet op alle terreinen achteruitgang zien.
De ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson is een hersenziekte die vooral het bewegingsapparaat aantast. Bij ongeveer de helft van de patiënten komen geheugenstoornissen, problemen met planning en vertraagde informatieverwerking voor.
De ziekte van Pick
Bij deze vorm van dementie wordt vooral het voorste deel van de hersenen aangetast. Kenmerkend voor deze ziekte zijn: problemen met planning, verminderd abstractievermogen, kritiek- en oordeelstoornissen en vlakke emoties.
Depressie
Patiënten die depressief zijn, gedragen zich neerslachtig en somber. Dit is niet altijd langdurig, ook bij gewoon verdriet is iemand depressief gestemd. Als je iemand verliest van wie je houdt, ben je soms weken of maanden depressief gestemd, maar op een gegeven moment kom je weer in actie. Dit is een normale reactie. Bij een depressie lukt het iemand niet om zijn verdriet te verwerken. Deze patiënt blijft verdrietig en is niet in staat zijn of haar leven weer op de rails te krijgen. Bij depressieve stoornissen gaat het dus om een verandering van de stemming waarbij iemand zo somber is geworden dat hij of zij tot niets meer in staat is.

Depressieve stoornissen zijn er in allerlei verschillende soorten en maten. Het kan om een lichte depressie gaan die lijkt op overspannenheid, maar het kan ook een zware depressie zijn. De zwaarste depressies gaan samen met lichamelijke klachten, zoals gewichtsverlies en slaapstoornissen. Kenmerken van een depressie in het algemeen: De stemming is gedrukt en de patiënt moet steeds aan onheil denken; de patiënt is besluiteloos en kan niet in actie komen; de patiënt is geremd en zit de hele dag voor zich uit te staren; de patiënt heeft geen eetlust, is voortdurend vermoeid door de slapeloze nachten; de patiënt heeft het gevoel dat alles uitzichtloos is; de patiënt voelt zich schuldig en denkt te kort geschoten te zijn; soms is hij ook bezig met de gedachte over zijn gezondheid.
Dissociatieve stoornissen
Dissociatieve stoornissen hebben als kenmerk een verlaagd bewustzijn. Bij een dissociatieve stoornis kan ook het verschijnsel optreden dat in de volksmond bekend staat als een meervoudige persoonlijkheid.
Bij de dissociatieve stoornis wordt de persoonlijkheid opgesplitst in fragmenten. Het bewustzijn is over het algemeen vaag. De patiënt zit glazig en vaak zelfs wezenloos voor zich uit te staren. Het is niet mogelijk de patiënt 'wakker te maken'. Soms zijn de patiënten in deze toestand ook angstig en radeloos. De patiënt is in deze situatie de controle over zichzelf kwijt.
Dwangstoornissen

Een dwangstoornis wordt gezien als een manier om wensen uit het onbewuste onder controle te houden. Mensen die een dwangstoornis hebben gaan angstige situaties uit de weg, vragen altijd geruststelling of herhalen voortdurend bepaalde handelingen. Er zijn verschillende soorten dwangstoornissen: fobie; impuls controlestoornissen; dwangmatige persoonlijkheidsstoornis.
Eetstoornissen :
Anorexia nervosa
Anorexia Nervosa betekent letterlijk “gebrek aan eetlust door een nerveuze oorzaak”. Dit is eigenlijk een ongelukkige benaming. Patiënten met anorexia nervosa hebben wel eetlust, maar negeren die meestal. Patiënten met deze stoornis eten te weinig, omdat ze bang zijn dik te worden.
Vaak sporten deze patiënten ook nog eens heel veel, om nog meer gewicht te verliezen. De oorzaak van deze ziekte is niet helemaal bekend, wel dat biologische, sociale en psychologische factoren van invloed kunnen zijn. Anorexia begint dan ook vaak met gewoon lijnen, maar op een gegeven moment wordt dun zijn een obsessie.
Boulimia Nervosa
Boulimia nervosa betekent letterlijk “honger hebben als een rund”. Deze definitie klopt niet helemaal, omdat patiënten in een korte periode heel veel eten en daarmee doorgaan, ook als ze geen honger meer hebben. Iemand met boulimia nervosa heeft vreetbuien. Deze mensen kunnen zichzelf op het gebied van voedsel niet beheersen. Omdat ze niet dik willen worden, wekken ze het braken zelf op. Deze patiënten misbruiken ook vaak laxeermiddelen of doen heel veel aan lichaamsbeweging. Eten en lichaamsgewicht is een obsessie voor deze mensen.

Manisch-depressieve stoornis
Er is sprake van een manisch-depressieve stoornis wanneer de stemming van een patiënt op het ene moment opgewekt is en dan weer somber. Er zijn sterke schommelingen in de stemming, waarbij de stemming gedurende langere periodes of uitgelaten of zeer somber is. De verschijnselen van manie en depressie zijn eigenlijk tegenovergesteld.
Bij manie is de stemming te goed, iemand is druk en overactief,lichamelijk voelt iemand zich optimaal. De patiënten voelen zich zekerder dan normaal, hierdoor kunnen patiënten lichamelijk uitgeput raken.
Bij een depressie is de stemming juist somber, de patiënt heeft geen plezier meer en voelt zich vermoeid. De patiënt voelt zich erg onzeker. Een depressie kan samen gaan met psychotische verschijnselen en de wens om dood te gaan.

Het is van groot belang dat patiënten erkennen dat ze ziek zijn en zich laten behandelen, anders kan deze ziekte levensbedreigend zijn. Je kunt in de meeste gevallen geen oorzaak aangeven van stemmingsstoornissen, meestal is het een combinatie van verschillende factoren.
Paniekstoornis & fobieën
Bang zijn is een normale reactie op gevaar, maar sommige mensen zijn heel erg bang. De angst komt dan van binnenuit, bijvoorbeeld bang zijn om te falen, of bang zijn om in de steek gelaten te worden. Paniek is heel plotseling, bijvoorbeeld als je opeens schrikt. Een paniekstoornis gaat samen met lichamelijke verschijnselen. Bij meerdere onverwachte paniekaanvallen is er sprake van een paniekstoornis. Een fobie is een vrees voor iets, dit kan een ding zijn, maar ook een levend wezen of een situatie, waarvoor men normaal gezien niet bang voor zou hoeven te zijn.
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Bij een paranoïde persoonlijkheidsstoornis is de patiënt voortdurend bezig met de vrees door een ander achtergesteld of bedrogen te worden. Deze patiënten hebben een starre houding en houden voortdurend anderen in de gaten. Hierdoor worden mensen bitter en overdenken elke opmerking van een ander.
Posttraumatische stressstoornis
Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontstaat altijd na een traumatische ervaring. PTSS kan zich meteen na de ervaring openbaren, maar ook pas na maanden of jaren.
Bij het ontstaan van PTSS kunnen verschillende zaken meespelen, bijvoorbeeld de betekenis van het trauma voor de persoon, de opvang en steun die iemand wel of niet krijgt en de wijze waarop iemand geleerd heeft opgewassen te zijn tegen problemen.

Psychose
Patiënten met schizofrenie hebben als grootste probleem dat zij meestal niet in staat zijn een onderscheid te maken tussen de werkelijkheid zoals wij deze waarnemen en de werkelijkheid die zij vanuit hun gestoorde denken waarnemen. Er zijn veel verschillende verklaringen voor een schizofrene stoornis. Het gaat vaak om het samenspel van factoren: lichamelijke kwetsbaarheid, psychologische en sociale factoren en erfelijkheid.
Volledig herstel van deze ziekte is uitgesloten. Wel kan ruim een derde van alle patiënten die aan schizofrenie lijden, een vrij normaal leven met een relatief goede sociale aanpassing leiden.

Ongeveer een derde van de patiënten is beperkt in het sociaal functioneren en een derde wordt regelmatig voor kortere of langere tijd opgenomen.
Slaapstoornissen
Slapen is voor bijna iedereen vanzelfsprekend, bijna niemand staat stil bij de functie van slapen. Slapen is een primaire levensbehoefte, net zoals eten en drinken. Slaapstoornissen kunnen behoorlijk hinderlijk zijn.
Er zijn drie soorten slaapstoornissen: stoornissen die niet samenhangen met een andere ziekte, slaapstoornissen die samenhangen met een psychiatrisch probleem en slaapstoornissen die duidelijk samenhangen met lichamelijke ziekten en het gebruik maken van medicijnen, drugs of alcohol.
Verslaving
Als mensen verslaafd zijn is dit meestal aan genotsmiddelen zoals alcohol en drugs, maar gokken kan ook verslavend zijn. Bij verslaving gaat het erom dat patiënten niet kunnen stoppen met het gebruik van een bepaald middel.
Verslaving werd lang gezien als een keuze van de mens zelf, maar daar is in de loop van de jaren verandering in gekomen. Nu wordt verslaving gezien als een ziekte. Verslaving gaat vaak samen met andere problemen

Deelvraag 5: Wat voor voorwaarden zijn er bij opneming in een psychiatrisch ziekenhuis?

Wettelijke eisen voor onvrijwillige opneming:
Voor onvrijwillige opneming gelden de volgende voorwaarden:
• De betrokken persoon heeft een geeststoornis ( of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens)
• De geeststoornis veroorzaakt gevaar voor zichzelf, voor anderen of in het algemeen.
• Het gevaar kan niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis worden afgewend.
• De persoon vind dat hij zelf niet hoeft te worden opgenomen

De persoon geeft geen blijk van de nodige bereidheid om zich te laten behandelen.
Als aan één van deze voorwaarden niet is voldaan, kan de onvrijwillige opneming niet doorgaan.
Volgens jurisprudentie van de Hoge Raad kan onder gevaar worden verstaan: zelfmoord neigingen , zelfverminking, een gevaarlijke staat van zelfverwaarlozing, gevaar voor het maatschappelijk of sociaal bestaan van de patiënt, gevaar voor zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid van buren van de patiënt en het creëren van chronisch explosieve situaties in de sociale omgeving, waardoor verdergaand geweld onafwendbaar lijkt.

Verlof en ontslag
Wanneer het gevaar zover is verminderd dat (tijdelijke) terugkeer in de maatschappij verantwoord is, kan de geneesheer-directeur de patiënt verlof verlenen. De geneesheer-directeur is dus degene die officieel het verlof verleent en weer intrekt, maar in feite is dit gedelegeerd aan de behandelaar. Met verlof wordt een verblijf buiten het ziekenhuisterrein bedoeld. Verlof van meer dan 6o uur is slechts twee keer per jaar mogelijk, voor maximaal twee weken. Kortdurend verlof, zoals weekend- en avondverlof, kan vaker worden toegekend. Aan verlof kunnen voorwaarden voor het gedrag van de patiënt worden verbonden, bijvoorbeeld bezoeken van bepaalde ambulante hulpverleners en/of het gebruik van medicatie. Bij gebleken gevaarlijkheid of overtreding van de voorwaarden kan de geneesheer-directeur het verlof intrekken. Deze intrekking kan door de patiënt of anderen aan de rechter worden voorgelegd. De geneesheer-directeur kan de patiënt ook voorwaardelijk ontslag verlenen. De voorwaarden kunnen dezelfde zijn als bij verlof. Bij intrekking van het voorwaardelijk ontslag is beroep op de rechter mogelijk. Bij weigering van voorwaardelijk ontslag kan dat nog niet, maar deze mogelijkheid zal door middel van een wetswijziging worden toegevoegd.
Het onvrijwillig verblijf wordt beëindigd als de patiënt niet langer voldoet aan de vereisten voor zo'n verblijf. De geneesheer-directeur kan op eigen initiatief of op verzoek van de patiënt of anderen tot ontslag besluiten. Hij zal ook tot ontslag besluiten als de termijn voor een lopende machtiging verstreken is zonder dat een nieuwe machtiging is aangevraagd. Bij afwijzing van een ontslagverzoek door de geneesheer-directeur kan de Officier van justitie worden verzocht de beslissing van de rechter te vorderen.
Zo mogelijk en nodig dient aangaande verlof en voorwaardelijk ontslag overleg gevoerd te worden met naasten van patiënt, ambulante behandelaar en huisarts. Er moeten afspraken betreffende de duur en voorwaarden van het verlof met de patiënt gemaakt worden en er moet een schriftelijke verklaring aan de patiënt verstrekt worden namens de geneesheer-directeur dat verlof is verleend.
Bij intrekken van verlof krijgt de patiënt eveneens een schriftelijke, gemotiveerde beslissing binnen vier dagen na de intrekking. De regelingen van voorwaardelijk ontslag zijn zelfs nog iets scherper.
De rechten van de patiënt tijdens de onvrijwillige opneming
Onvrijwillig opgenomen patiënten hebben in principe dezelfde rechten als andere staatsburgers. Op deze rechten mag geen inbreuk worden gemaakt, tenzij de wet daartoe uitdrukkelijk de bevoegdheid verleent. De Wet BOPZ regelt de mogelijkheid om op deze rechten inbreuk te maken. De rechtspositieregeling is, behalve op personen met een BOPZ-titel, ook van toepassing op personen die op grond van een uitspraak van de strafrechter in een psychiatrisch ziekenhuis verblijven (art. 37 lid 1 Sr). Verder ook op personen die ter beschikking (TBS) zijn gesteld met verpleging van overheidswege, voor zover zij deze verpleging in een psychiatrisch ziekenhuis ondergaan, en op personen aan wie de maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor jeugdigen (pij) is opgelegd, als het gaat om een psychiatrisch ziekenhuis. Op laatstgenoemde categorieën zijn de verlof- en ontslagbepalingen niet (onverkort) van toepassing.
De Wet BOPZ kent aan de patiënt een aantal rechten toe, zoals het recht op bijstand door een advocaat en het recht om een klacht tegen de behandeling in te dienen.


Informatie
Zo spoedig mogelijk na opname moet de onvrijwillige opgenomen patiënt in het bezit worden gesteld van allerlei informatie, waaronder de in het ziekenhuis geldende huisregels (art. 37). Dit geldt tevens voor de echtgenoot, wettelijk vertegenwoordiger en naaste (familie)betrekkingen. Patiënt en familieleden moeten bij een gedwongen opname zo veel mogelijk weten waar ze aan toe zijn. Derhalve zal er per afdeling schriftelijk informatiemateriaal moeten klaar liggen dat bij opname wordt uitgereikt.

Verhaal van iemand die in een psychiatrisch ziekenhuis heeft gezeten:

Dit verhaal gaat over iemand, iemand zoals ik. De een rijdt tegen een boom, de ander krijgt een hersenbloeding en ik heb de aandoening schizofrenie. Dat betekent voor mij dat ik een rustig en regelmatig leven moet leiden en medicijnen slik omdat ik anders weer kans heb een psychose te krijgen.
Ik ben vaak opgenomen geweest in psychiatrische ziekenhuizen en steeds kwam daarin voor dat ik een soort spanningsaanvallen had, die duurde dan een tijd en dan had ik geen spanningen meer. Ik had daarbij ook een soort smetvrees en moest veel naar de wc. Van de angst vermoed ik, 'je schijt in je broek van angst', soms was ik woedend, soms verdrietig, soms voelde ik niks van mezelf, alleen die spanning. Ik weet nu dat ik schizofrenie heb maar dat schijnt met die aanvallen niets te maken te hebben. Bij schizofrenie ben ik overgevoelig voor prikkels van buitenaf. Iedereen doet indrukken op, alleen kan ik ze niet zo naast me neerleggen, 't overspoelt me.
En dan is er een stofje in mijn hersenen die die indrukken versneld doorgeeft aan mijn denkgedeelte waardoor ik dus, van at die prikkels, overspannen kan raken. Of erger een psychose kan krijgen.
Een psychose is dat je in een toestand bent dat je waarnemingen en gedachten niet meer kloppen met de realiteit. Daarvoor is een opname in een inrichting zoals het in de volksmond heet, een opname dus in een psychiatrisch ziekenhuis niet altijd noodzakelijk, maar bij mij was dat meestal wel het geval.
Ik heb tegen mijn ouders gelogen en ik heb ze uitgescholden in het crisiscentrum. Ik heb ze achterdochtig benaderd en ze zwart gemaakt bij anderen. Ik heb bij ze ingewoond en ik was toen heel kwetsbaar en heel moe lange tijd. En maar gesprekken met een psychiater tot het niet meer ging.
Ik had zo'n heftige spanningsaanval dat ik dacht en zei - schreeuwde bijna - dat ik uit het raam zou springen en toen ben ik weer opgenomen in Joris.
Ik had inmiddels een vriendin die me steunde en op Joris ben ik goed opgeknapt. Toen ik weer opgeknapt was ging ik weer op mijn kamer wonen in de stad en dat ging een tijdje goed.

Tot mijn vriendin mij bedroog, dacht ik. Ik werd overal achterdochtig voor en de relatie ging uit maar ik bleef haar lastig vallen met brieven en andere gemene dingen, zoals schelden 's nachts door de telefoon. Dat had ik van de radio dat ik dat moest doen. En ik dacht dat ik zenders en camera's in mijn kamer had. En als ik wegging dacht ik dat mijn huisgenoten in mijn kamer konden komen en ik vond daar steeds bewijzen voor, dacht ik.
Ik dacht dat liefde alleen mij kon redden. Op 't laatst hing ik mezelf op, maar 't touwtje brak en ik viel op mijn meubels en op de grond. Toen dacht ik naar zee te kunnen om te gaan zwemmen en nooit meer terug te komen. In de tram ernaar toe deed iedereen blij en verliefd. Jaja, dacht ik, ze willen me laten zien hoe mooi het leven is maar daar is het nu te laat voor, dacht ik. En ik zwom in zee en dacht na een end uit de kust, dit duurt me veel te lang en zwom weer terug. Een andere keer dan maar, moet ik gedacht hebben.
Ik dacht dat iedereen mij kende in de stad. Er zijn nog veel meer vreselijke dingen gebeurd en dit is ook niet chronologisch verteld. Maar op 't laatst was ik zo in de war en in paniek bij het Riagg dat ze besloten me op te nemen. Ik nam die beslissing niet zelf, ik zei steeds maar: 'ik weet het niet'. En toen plaatsten ze me op Rosenburg, waar ik na heel lange tijd, ong. 2 jaar, opgeknapt ben. Nu ben ik weer thuis en doe niks, want ik krijg overal spanningen van, ik rook, ik drink koffie en schrijf verhaaltjes en speel af en toe gitaar en soms teken ik wat, zomaar wat figuurtjes en vormen die ik dan weer inkleur. Ik weet nu dat ik schizofrenie heb en ik doe alles om te voorkomen dat ik een psychose krijg.
P.S. Dit stuk heb ik een tijdje geleden geschreven, toen ik 't nog redde op mezelf. Echter de eenzaamheid was niet meer te bevechten en ik leef nu een tijdje bij mijn ouders om weer bij te tanken en gedachten op te doen 'Hoe nu verder'.
HV

Conclusie:
Als je de opleiding psychiatrie af hebt kun je heel veel worden, o.a: Sociotherapie (is het methodisch hanteren van het leefmilieu van een groep cliënten, gericht op de behandeling van deze groep), verpleegkundige, sociaal psychisch verpleegkundige, psychiatrisch verpleegkundige.
Ik denk dat ik een psychiatrisch verpleegkundige ga worden, want dat spreekt mij het meeste aan.

Bronvermelding:
Ik heb de meeste dingen weg van www.google.nl en dan gewoon de belangrijkste woorden ingetypt. Ook heb ik het weg bij www.gobnet.nl een hele goeie site met goeie voorlichtingen. De plaatjes heb ook bij www.google.nl weg en dan weer het belangrijkste woord en dan op afbeeldingen geklikt. Het plaatje van Frysland College heb ik natuurlijk op de site van www.frieslandcollege.nl weg.

REACTIES

P.

P.

Hey princes of darknes...

Lekker werkstuk hoor ;) nou nog bedankt wante heeft mij veel info verschaft :P Maare prices if darknes? beetje bizare naam :P maare klinkt wel sjexy... Anyways... THNKXXXX

Greetsss Pepe

19 jaar geleden

P.

P.

het is princes of darkness pannekoek niet princess of dakness :O

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.