Slavenhandel

Inhoudsopgave 1. Inleiding
2. Plantages en het vervoer van slaven
3. De slavenhandel in Suriname
4. De slavenhandel in Afrika
5. De ABC- en de SSS eilanden
6. Conclusie 1. Inleiding Door de vrede met Spanje hoefde de WIC geen oorlog meer met Spanje te voeren. In plaats daarvan begonnen ze in 1648 met de slavenhandel. Nederland was niet het enige land dat zich met de slavenhandel bezighield. Portugal, Spanje, Engeland en Frankrijk waren andere landen die zich met de slavenhandel bezighielden. De Spanjaarden begonnen met de slavenhandel toen ze de ABC eilanden (Aruba, Bonaire, Curaçao) en de SSS eilanden (Sint-Eustatius, Sint-Maarten, Saba) veroverden. De eilanden hadden weinig rijkdommen. Daarom starten de Spanjaarden de bewoners als slaven te verhandelen. Toen de Nederlanders het Portugese fort Elmina veroverden begon de slavenhandel pas echt voor ze. De slaven werden over de hele wereld gehaald. De meeste slaven kwamen uit Afrika. De Nederlanders begonnen in de 17e eeuw grote slavenmarkten op Curaçao en Sint-Eustatius. In 1826 schafte de Nederlandse regering de slavenhandel af. De slaven Werden echter niet vrij gelaten. Slaven houden mocht nog steeds, alleen de handel was verboden. 2. Plantages en het vervoer van slaven In Brazilië werden veel slaven ingezet op plantages. Ook in andere werelddelen werden slaven gebruikt. De slaven werden tussen 1500 en 1870 over de Atlantische Oceaan vervoerd door de Portugezen, Nederlanders, Engelsen en Fransen. Deze slaven werden op grote slavenmarkten verhandeld, zoals op Curaçao en Sint-Eustatius. De meeste slaven werden via 'de driehoeksroute' vervoerd. De handelsweg van de slaven heette 'de driehoeksroute' omdat van Europa goederen naar Afrika werden vervoerd. Die goederen werden in Afrika verhandeld om slaven voor te kopen. De slaven werden naar Amerika gebracht. Daar werden de slaven verkocht voor producten die weer mee terug naar Europa gingen. Voordat de slaven vertrokken werden ze op de borst gebrandmerkt omdat de slaven van verschillende handelaren anders niet uit elkaar gehouden konden worden. Zoals op het onderstaande plaatje te zien is werden er zoveel mogelijk slaven op een schip gezet. De slaven op een schip waren de hele reis naakt. De mannen en vrouwen waren van elkaar gescheiden. Gemiddeld overleefde maar 80% van de slaven de tocht. De slaven die overbleven waren er meestal slecht aan toe. Als de slaven aankwamen werden ze op grote slavenmarkten verkocht. De meeste slaven moesten dan op plantages komen werken. Op plantages moesten ze erg zwaar werk verrichten. De slaven werden vaak niet als mensen behandeld. Ze werden door de meeste eigenaren als werk- en lastdieren gebruikt. Veel Amerikaanse producten kwamen in die tijd van plantages. De definitie van een plantage is: een groot landbouwgebied, waar veel slaven werken en waar een paar Europeanen de leiding hebben. Op een plantage werden producten verbouwd als: suiker, katoen, koffie en cacao. Elke plantage kende maar een product. In Europa kwam steeds meer vraag naar de Amerikaanse producten. Toen de plantages begonnen en de bazen de oorspronkelijke bewoners als slaven wilde gebruiken trokken de bewoners zich terug en gingen in de dichte bossen in het binnenland wonen. Daarom haalden de Europeanen de slaven uit Afrika. Als een slaaf iets had gedaan wat niet mocht kreeg hij een straf. Een voorbeeld daarvan is van een slaaf die geld had gestolen. Omdat de slaaf geld had gestolen werd een hand afgehakt en zijn armen en benen werden met een metalen staaf bewerkt tot ze gebroken waren. De slaven waren niet altijd gehoorzaam aan hun meesters. Af en toe kwam er een slavenopstand maar die werd meestal bloedig neergeslagen.
3. De slavenhandel in Suriname Voor de slavenhandel woonden er op Suriname voornamelijk Arowaken en Cariben. Toen in de 17e eeuw handelsposten van de Nederlanders, Fransen en Engelsen langs de kust gesticht werden, hadden de Arowaken en Cariben daar geen bezwaren tegen. Dit kwam omdat ze er voordeel bij hadden. Ze dreven ruilhandel met de Europeanen. Ze ruilden hout, huiden en oliën tegen textiel en ijzeren werktuigen. Maar toen in 1650 de Engelsen een landbouwkolonie aan de Surinamerivier stichtten en er slaven gingen gebruiken, vonden de Arowaken en Cariben het niet meer fijn dat de Europeanen handelsposten langs de kust hadden. Toen de kolonie Suriname werd gesticht, gingen de Europeanen de Arowaken en de Cariben als slaven gebruiken. Omdat deze dat niet wilden, trokken ze zich terug in het binnenland waar ze in de ondoordringbare bossen gingen wonen. In de bossen leefden ze van de akkerbouw, visvangst en jacht. De landbouwkolonie van de Engelsen werd in 1667 door de Nederlanders veroverd. De kolonie heeft tot de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 bij Nederland gehoord. Omdat de Europeanen de Arowaken en Cariben niet als slaven konden gebruiken werden veel zwarte slaven uit Afrika gehaald om op de plantages te werken. Dit werd via de driehoeksroute gedaan, zie paragraaf 2. Toen de slavernij werd afgeschaft, wilden de in Suriname geboren negers niet meer op de plantages werken. Daarom werden er arme mensen uit andere landen gehaald die dan voor een laag loon op de plantages kwamen werken. Dat is de reden waarom er nu nog steeds veel mensen van verschillende rassen in Suriname wonen. 4. De slavenhandel in Afrika Voordat de Europeanen met de slavenhandel begonnen, werden in Afrika al slaven verhandeld. In Afrika leven veel verschillende volken. Voor de tijd van de slavenhandel gebeurde het wel eens dat een volk mensen van een ander volk meenam, om ze als slaven te gebruiken. De Arabieren hielden zich toen ook al bezig met de slavenhandel tussen Noord- en Zuid-Afrika en het Midden-Oosten. Toen de Europeanen in Afrika kwamen gingen ze de slaven van de Afrikanen opkopen. Daardoor maakten sommige mensen hun beroep van het vangen van mensen. De gevangen mensen verkochten ze aan Europeanen. Er zijn ongeveer 10 miljoen slaven uit Afrika gehaald. Van de 10 miljoen slaven heeft ongeveer 16% de overtocht niet gehaald. De Europeanen kochten alleen maar gezonde goede mensen. De oude, kreupele en onbekwame lieten ze achter. Daardoor kon Afrika zich niet zo goed ontwikkelen als Europa. De mensen die achterbleven wilden geen zware inspanning leveren omdat de Europeanen tocht weer alles roofden. Daarom is Afrika nu nog steeds ver achter met z'n ontwikkeling. 5. De ABC- en de SSS eilanden De Spanjaarden waren de eerste Europeanen die deze 6 eilanden bezetten. Ze vonden er geen grote rijkdommen zoals ze gehoopt hadden. Dat was de reden waarom ze de bewoners van de eilanden als slaven verhandelen. De Nederlanders veroverden de eilanden in de 17e eeuw. Ze begonnen er grote slavenmarkten. Van de oorspronkelijke bewoners is na de slavenhandel maar een klein gedeelte teruggekeerd. Het grootste deel van de inwoners van de 6 eilanden bestaat uit nakomelingen van de Afrikaanse slaven. 6. Conclusie De slavenhandel is ingevoerd door de Europeanen. Deze slaven werden behandeld als werk- en lastdier, het enige recht dat ze hadden was dat ze zichzelf vrij konden kopen. Ook werden de slaven wel eens vrijgelaten door hun eigenaar. Deze mensen werden niet betaald voor hun werk. Nu worden in landen als Indië nog steeds mensen uitgebuit. Deze mensen werken vaak in de textielindustrie en maken lange werkdagen tegen lage lonen. Ook worden kinderen vaak uitgebuit. Ik vind dat slavernij verboden moet worden in de wereld. De VN moet er voor zorgen dat alle vormen van moderne slavernij worden afgeschaft.