Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 7

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1213 woorden
  • 25 oktober 2004
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Anw Hoofdstuk 7 Blok 1. Omstandigheden Mars Venus Aarde
Temperatuur -70 tot 0°C ± 450°C ± 15°C
Samenstelling
Atmosfeer 2,7% stikstof
0,2% zuurstof
95% koolstof- dioxide 3,5% stikstof
0,0% zuurstof
95% koolstof-dioxide 78,1% stikstof
21% zuurstof
0,03% koolstof-dioxide
Aanwezigheid water Nauwelijks (bevroren) Geen Wel
Luchtdruk (atmosfeer) 1/100 90 1
De afstand tussen de aarde en zon is voldoende om de temperatuur op aarde zo te laten zijn dat er vloeibaar water kan voorkomen. Beschermend schild. Elke dag komen er vele tonnen aan materiaal uit de ruimte op de aarde af. Meestal gaat het om heel kleine steentjes Hun snelheid wordt in de bovenste luchtlagen afgeremd, daar komt veel warmte vrij een door de warmte verdampen ze. Alleen grote brokstukken,meteorieten, kunnen door de atmosfeer heendringen en op de aarde terechtkomen. Behalve zonlicht zendt de zon ook allerlei schadelijke stralingen uit, zoals de ultraviolette straling. Gelukkig dringt deze starling niet door tot het aardoppervlak, de atmosfeer absobeert deze straling. Dat gebeurt vooral in de ozonlaag, op ± 30km hoogte. De aardatmosfeer beschermt het leven op aarde op twee manieren, zonnebril waardoor de schadelijke stralingen worden tegengehouden en paraplu tegen ruimtepuin. De gemiddelde teperatuur op aarde verandert niet omdat de aarde evenveel energie uit als ze van de zon ontvangt. Waterkringloop. Zonne-energie die het oppervlak van de aarde bereikt, wordt opgenomen in het water dat gedeeltelijk verwarmt.Boven de oceanen verdampt veel water en als de wolken uitregenen, stroomt het water via de rivieren weer terug naar de zee. Na de verdamping van het water boven de evenaar zorgen luchtstromingen voor het transport van van deze waterdamp, samen met de daarin opgenomen warmte naar andere delen van de aarde. Koelt de luchtmassa af, dan condenseert de waterdamp tot wolken. Biosfeer. Biosfeer is het dunne schilletje aan het oppervlak van de aarde waarin leven voorkomt. In de biosfeer staat het aardse leven in wisselwerking met de omgeving. Voortdurend worden stoffen rondgepomt en vaak aangedreven door zonne-energie.De waterkringloop is een van de belangrijkste kringlopen in de biosfeer, een ander belangrijke kringloop is die van zuurstof. Je ademt zuurstf in uit de lucht, bij het uitademen verlaat koolstofdioxide je lichaam, koolstofdioxide wordt weer opgenomen door bomen en planten en daaruit wordt weer zuurstof gemaakt. Biosphere ²² Biosphere ²² is de enorme kas die zich in de woestijn van Arizona bevindt. In de kas is een gevarieerd landschap aangelgd met een mini-oceaan, een regenwoud, een woestijn en andere landschapsvormenin miniformaat. De kas wordt gebruikt voor experimenten om de aardse biosfeer beter te leren kennen. Kringlopen. Er zijn verschillende bronnen waaruit koolstof vrijkomt (bv. uitademen), verschillende ‘buffers’ (bv. gefossiliseerd planten) waarin het tijdelijk wordt opgeslagen en verschillende transportprocessen waarmee het uiteindelijk wordt teruggevoerd naar de bronnen. Dagelijkse en jaarlijkse veranderingen. Als de zon schijnt, stroomt er veel zonne-energie de atmosfeer in.Aan het oppervlak van de aarde stijgt de luchttemperatuur, verder is de hoeveelheid aan bevolking en aan waterdamp in de lucht van invloed op de temperatuur. Water beperkt temperatuurschommelingen. Zolang er water kan verdampen, zal de temperatuurstijging minder groot worden. De oceaan als waterdamp. Oceanen fungeren als ‘koelelement’. Ze zorgen ervoor dat in de tropen de temperatuur niet extreem oploopt. Oceanen kunnen ook fungeneren als ‘verwarmingselement’. Ze nemen warmte uit de lucht op voor het verwarmen van zeewater, vanaf de evenaar stroomt het verwarmde zeewater naar de gematigde streken en poolgebieden. Het economisch belang van klimaatmodellen. Als we weten hoe het klimaat gaat veranderen, kunnen we misschien tijdig maatregelen treffen. Zulke maatregelen zijn erg duur en hebben grote gevolgen voor de wereldeconomie. Klimaatmodellen zijn daarom van groot politiek en economisch belang.Klimaatmodellen zijn computerprogramma’s waarin met allerlei invloeden (bv. zonnestraling, de samenstelling vd atmosfeer, rampen zoals vulkaanuitbarstingen) op het klimaat wordt gerkend. Fossiele brandstoffen. Planten en dieren maken met behulp van zonne-energie voedingsstoffen die ze omzetten in houtvezels. Als je het hout in het bos laat liggen, dan verrot het en de opgeslagen energie komt dan vrij bij het rottingsproces. Soms wordt dit proces niet agfemaakt en in de halfvergane resten blijft dan nog zonne-energie opgeslagen. Daaruit zijn fossiele brandstoffen ontstaan. Als je fossiele brandstoffen verbrandt, komt dus eigenlijk opgeslagen zonne-energie vij. Duurzame oplossing. De dreigende energiecrisis kun je alleen voorkomen door tijdig over te schakelen op andere energiebronnen, het liefst duurzame, dat wil zeggen dat ze nooit uitgeput raken (bv.wind- of waterkracht en zonne-energie). Windenergie. De meest gebruikte duurzame energiebron is de windmolen. De draaiende beweging van de propeller wordt overgebracht naar een dynamo die daardoor stroom opwekt. Op boerderijen zind je veel windmolens. Is er onvoldoende wind, dan wordt er energie afgenomen van het elektriciteitsnet. Energiebesparing. Energiebesparing is een kwestie van gedrag en techniek. Iedere avond staan in Nederland ruim 500.000 tv’s aan, als ze per avond een haf uur korter aan zouden staan, dan zou een klein dorp een jaar lang van de energie verwarmd kunnen worden. Een voorbeeld van besparing d.m.v techniek is de spaarlamp. Natuurlijk evenwicht. De ozonlaag bevindt zich in de stratosfeer en beschermt ons tegen de ultraviolette straling.Wanneer de ozon de ultraviolette straling opvangt komt er warmte vrij. Vorming en afbraak uit balans. Uit metingen blijkt dat de ozonlaag sinds 1970 geleidelijk aan dunner is geworden. Wetenschappers ontdekten al snel dat chloorfluorkoolwaterstoffen, CFK, daarvan de oorzaak zijn. CFK komt niet in de natuur voor, ze werden gebruikt als koelmiddel voor koelkasten en diepvriezers en voor de productie van piepschuim. Als de ultraviolette straling in de stratosfeer op CFK’s valt, komen losse chlooratomen vrij, elk chlooratoomzet veel ozon om in zuurstofmoleculen zonder dat daarbij ook zuurstofatomen ontstaat. Daarom kan er dan minder ozon worden teruggevormd. Zo wordt de ozon steeds dunner. Ook uit natuurlijke bronnen, zoals vulkanen en zeewier, ontsnappen chloorhoudende gassen naar de atmosfeer maar de hoeveelheid chloorhoudende stoffen die ontstaat door menselijke activiteit, is minstens 5x zo groot. Ozon-politiek. CFK’s moeten worden vervangen door onschadelijke alternatieven, dat kost geld en lijkt in strijd met economische belangen.Inmiddels zijn landen met een sterk ontwikkelde industrie overeengekomen dat er geen CFK’s meer geproduceerd worden. Het gevaar is dat bedrijven nu uit kunnen gaan wijken naar 3e wereldlanden omdat daar minder streng wordt gecontroleerd en elk economische impuls welkom is. Twee standpunten. De oorzaak van de gemiddelde temperatuurstijging in de 20ste eeuw is volgens sommige wetenschappers dat we nu een tussenijstijd doormaken. Volgens hen is het normaal dat de temperatuurwat oploopt. Anderen nemen aan dat de temperatuurstijging het gevolg is van menselijke activiteit.Door uitstoot van koolstofdioxide wordt de natuurlijke broeikaseffect versterkt en dreigt het klimaat te ontsporen. Koolstofdioxide als broeikaseffect. De stijging van de temperatuur op aarde gaat gelijk op met de stijging van het koolstofdioxidegehalte in de atmosfeer.Het begin vand eze stijging valt ook samen met het begin van de industriele revolutie. Sinds de industriele revolutie neemt het verbruik van fossiele brandstoffen sterk toe. Koolstofdioxide kan in de atmosfeer warmtestraling vasthouden. Komt er meer koolstofdioxide in de atmosfeer, dan zal de afgifte van warmtestraling ’s nachts worden belemmerd met als gevolg dat het op aarde ’s nachts minder afkoelt. Broeikaseffect en politiek. Als de atmosfeer verder opwarmt, zal zeewater uitzetten en kunnen de poolkappen smelten. Grote delen van Nederland dreigen onder te lopen want uit modelberekeningen blijkt dat de stand van de zeespiegel in het jaar 2010 wel een meter hoger kan zijn dan nu. Andere effecten van versterkt broeikaseffect zijn: verschuiving van klimaatzones en een andere loop van oceaanstromingen. (blz.107 + 108 in boek!)

REACTIES

E.

E.

Volgens mij is dit hoofdstuk 8, ik was namelijk op zoek naar hoofdstuk 7 en heb de hele verkeerde stof uitgeprint..onhandig!

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.