Militaire acties in Indonesië

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 1974 woorden
  • 6 juli 2004
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
23 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud 1. Inleiding
2. Uitwerking vraag a: Om welke reden hield Nederland
twee militaire acties? 3. Uitwerking vraag b: Kun je deze acties zien als oorlogsmisdaden? 4. Uitwerking vraag c: Hoe is de huidige relatie tussen
Nederland en Indonesië? 6. Standplaatsgebondenheid
7. Planning
8. Logboek Inleiding Na aanleiding van het hoofdstuk over de VOC hebben wij de opdracht gekregen om hier een kleine opdracht over te maken m.b.v. van een aantal vragen, namelijk: - Om welke reden hield Nederland twee militaire acties op 21 juli en 4 augustus 1947 en op 19 december en 3 januari 1949 in het voormalige Nederlands-Indië? - Kun je deze acties zien als oorlogsmisdaden? - Hoe is de huidige relatie tussen Nederland en Indonesië? Deze drie vragen proberen wij in deze opdracht zo goed mogelijk te beantwoorden m.b.v van de volgende bronnen: Een encyclopedie, het handboek, een artikel, een studie en het internet. Elke vraag wordt in een apart hoofdstukje uitvoerig besproken en beantwoord. Antwoord vraag a: Om welke reden hielt Nederland twee militaire acties op 21 juli en 4 augustus en op 19 december en 3 januari? De eerste politionele actie: De eerst politionele actie vond plaats na de ondertekening van de Overeenkomst van Linggadjati. Volgens de Nederlanders wilde de Indonezen niet voldoende meewerken. De onderhandelingen, over de de orde in Indonesië, tussen Nederland en de Republiek raken keer op keer in de knel. Nederland wil Nederlands-Indië niet laten gaan en Nederlands-Indië wil zijn onafhankelijkheid doorzetten. Bovendien dreigt Nederland begin 1947 aan de hoge legerkosten failliet te gaan. Hierdoor gaat Nederland tot actie over. De eerste politionele actie werd het Produkt genoemd. Ook waren er naast het product 2 ander plannen, namelijk: Het plan Amsterdam en Het plan Rotterdam . Uiteindelijk bleek het plan product het meest efficiënt te zijn. Onderleiding van Spoort werd deze operatie uitgevoerd. Het doel van deze actie was: In een snelle opmars plantagegebieden, olievelden en kolenmijnen te bezetten. Deze gebieden waren economisch gezien erg belangrijk voor Nederland . Ook waren deze belangrijk om het Nederlands gezag te herstellen. Deze gebiedsuitbreidingen waren vooral het geval op Java en Sumatra, waarbij tijdens de opmars veel doden vielen. Op Sumatra werden bijvoorbeeld bij Palembang de Boekit-Asemmijnen bezet en een deel van het aardoliegebied. Deze eerste politionele actie werd gestaakt op 5 augustus 1947 vanwege zware internationale druk, vooral van de V.S. . De tweede politionele actie: De opmars naar Djokjakarta ging verder onder leiding van Generaal Spoor. Deze was ook weer om de Indonezen te dwingen om samen te werken met de Nederlanders volgens de overeenkomst van Linggadjati. Deze 2e politionele actie ging onder de naam Operatie

Kraai .Het doel van de tweede politionele actie was heel anders dan die van de eerste. Deze was namelijk het liquideren van de Republiek hier was bij de eerste actie geen sprake van. Drie katholieke politici hebben er voor gezorgd dat de tweede politionele actie een feit werd. Dit ging niet zo gemakkelijk omdat het kabinet er niet gelijk mee eens was. Nadat alles was goed gekeurd is alles zeer efficiënt verlopen. In maar liefst anderhalf uur was de hele stad Djokjakarta in Nederlandse handen. Hier werden talkrijke Indonesische leiders opgepakt en gevangen gezet, waaronder Soekarno en Hatta. De opmars van de Nederlanders was niet overal even soepel verlopen. In sommige gebieden werd flinke tegenstand ondervonden, bijvoorbeeld van de Siliwangi-divisie van generaal Nasution. Op 28 december dacht de legerleiding hun doel bereikt te hebben. De bezetting van de Republiek in Midden-Java was een feit. Vanuit de ogen van de legerleiding gezien waren de acties zeer geslaagd. Dit kwam onder andere door de in de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde technieken. Zoals de luchtlanding van parachutisten en een bliksemactie op de grond door para’s en commando’s. Ook economisch gezien is het een geslaagde actie geweest want er zijn veel olievelden en plantages bezet geweest waar veel geld mee verdiend is. Politiek gezien is de actie minder geslaagd. Uit veel landen is er scherpe kritiek geleverd en er zouden sancties komen. Dit heeft bijvoorbeeld de V.S gezegd. Zij hebben gedreigd met dat ze de Marshall-hulp zouden stop zetten als Nederland op deze weg verder zou gaan Ook deze 2e politionele actie is dus gestaakt vanwege felle kritiek van vooral de V.S. Antwoord op vraag b: Kun je deze acties zien als oorlogsmisdaden? Dit is een hele persoonlijke vraag. Het is dus ook moeilijk om hier een enigszins objectief antwoord op te geven. Het is namelijk zo dat zeker toen die tijd de Nederlanders in Nederlands-Indië het absoluut niet zagen als oorlogsmisdaden, maar als verbetering voor Nederlands-Indië en Nederland zelf. Ook nu nog vinden zij dat deze politionele acties goed waren voor Indonesië. Een Nederlands militair: ‘De overgrote meerderheid van de Nederlands bevolking was overtuigd van onze roeping in Indonesië. Toen wij daar arriveerden werd deze roeping bevestigd. In onze ogen werd er ontzettend veel gedaan aan de wederopbouw in Indonesië. Er werd iets groots gedaan door Nederland. Toch waren er ook weer van die rare soldaten die probeerden om de brand erin te steken en de bevolking onder druk te zetten. Die arme mensen in de kampong werd dan door allerlei gezagsondermijnende elementen het hoofd op hol gejaagd .’ Poncke Prinsen was één van de Nederlandse militairen die de politionele acties uitvoerde. Hij was overgelopen naar de kant van Indonesië, omdat hij vond dat Nederland fout bezig was. Poncke word tot op de dag van vandaag nog gezien als verrader. Vooral door de veteranen . De Indonezen dachten hier duidelijk anders over dan de Nederlanders. Grootse leiders van partijen werden opgepakt en mensen werden bij bosjes vermoord. Ook werden Indonezen ondervraagd en wanneer zij niet meewerkten voelden de Nederlanders zich genoodzaakt dit hardhandig aan te pakken met behulp van veel geweld. Hierbij moet men denken aan martelingen e.d. Hoe kan het inheemse volk dit anders zien dan een oorlogsmisdaad. Volgens ons zijn deze politionele acties wel degelijk onder de categorie oorlog in te delen. Tijdens deze acties en vooral de tweede, werd veel geweld gebruikt en vielen veel doden. Zoals je hier boven ook kunt lezen traden de Nederlanders vaak hardhandig op tegen de Indonezen, door middel van verscheidene martelmethoden. Deze methoden hadden ze van de Duitsers en dat waren ook oorlogsmisdaden. Deze dingen zijn dus erg tegenstrijdig met de argumenten die Nederland gaf voor de politionele acties, namelijk: De wederopbouw van Indonesië te bevorderen. Hoe kan je die bevorderen als je een van dit soort oorlogsmisdaden pleegt. Antwoord op vraag c: Hoe is de huidige relatie tussen Nederland en Indonesië? Volgens het ministerie van buitenlandse zaken is de relatie op dit moment sterk, in vergelijking met vroeger. Er zijn echter nog genoeg dingen die verbeterd kunnen worden in deze relatie. Dit komt door de nog steeds historische gevoeligheden. Toch denkt Nederland dat de relatie op het moment zo evenwichtig genoeg is om elkaar als partners op de wederzijdse verantwoordelijkheden te wijzen. Nederland wil ook dat de tijdelijke aanpak die nu geld zal worden veranderd in meerjarige relatie. Nederland wil hierbij Indonesië helpen met haar economische crisis. Ook proberen zij Indonesië te helpen bij het beter benutten van haar grondstoffen. Nederland wil ook het vredesproces in Atjeh financieel ondersteunen . Het is dus wel duidelijk dat na deze bezetting van Nederland in Indonesië er nu wel goede contacten zijn tussen deze twee landen. Nederland wil Indonesië ondersteunen zodat zij economisch kan groeien en zo de schade enigszins vergoed word die tijdens de bezetting was aangebracht. Standplaatsgebondenheid Bron 1: De studie, Wij de jongens over zee. Het boek is geschreven door de ogen van Nederlandse soldaten in Indonesië. Deze bron is dus niet heel betrouwbaar want de soldaten zullen echt niet gaan zeggen welke martelmethodes ze hebben toegepast bij een verhoor bijvoorbeeld. In deze studie staan van vele soldaten allemaal dagen uit de dagboeken. Maar er staat ook wat informatie in die je overal terug vind bijvoorbeeld de informatie die wij hebben gebruikt bij de politionele acties. Deze informatie staat bijna precies hetzelfde in het handboek in bron 5. Ook staat deze informatie op encarta dus hiervan zou je weer kunnen zeggen dat deze bron wel betrouwbaar is. De mening van ons over deze bron is dat het een goed boek was met vele soorten belevingen van mensen. We hebben er echt wat aan gehad vooral ook door de stukken informatie die er in stonden. Bron 2: Memo handboek bron 5. Deze bron is zeker betrouwbaar want anders dan zouden ze deze bron niet in een studieboek zetten. De bron is wel weer door een Nederlander geschreven want er wordt nog gewoon over politionele acties gepraat. Als een Indonesiër hierover had geschreven dan had hij/zij hier misschien welk gepraat over oorlogsmisdaden. De mening over deze bron is dat we er ook weer veel aan hadden vooral omdat je weet dat er geen onzin in een leerboek verteld word dus dan kun je andere bronnen daarmee vergelijken. Bron 3: Krantenbericht uit de Tubantia. Bronnen uit de krant hoeven niet altijd betrouwbaar te zijn. Bijvoorbeeld als je kijkt naar de Telegraaf in deze krant worden sommige dingen gewoon erg aangedikt om te zorgen dat het goed verkoopt. En soms als je praat over een transfer van een voetballer dan word er veel gespeculeerd en dan zeggen de redacteuren van een krant bijvoorbeeld dat een speler naar Ajax gaat maar dan gaat hij naar Arsenal. Hier klopt dus niet altijd wat van. Toch hebben we stukken van het krantenknipsel vergeleken met andere stukken en dat was redelijk hetzelfde. Je kunt er dus vanuit gaan dat het met de rest ook wel in orde is. Bron 4: Encarta encyclopédie. Ook dit is een bron zoals die van het handboek in een encyclopedie daar zetten ze echt geen onzin is dus deze informatie is betrouwbaar. Hier hebben we dus ook veel aangehad alles word uitvoerig verteld en je snapt er ook nog veel van. Bron 5: Handboek bron 6. Bij deze bron kunnen we eigenlijk hetzelfde vertellen als bij de tweede bron die we gebruikt hebben. Bron 6: Kroniek van Nederland. Dit is weer een vergelijking met encarta want het is een geschiedenisencyclopedie. Hierin stond dus ook weer veel wat we konden gebruiken. Bron 7: Memo handboek bron 3. Deze bron komt ook uit het handboek maar is minder betrouwbaar dan de vorige twee dit komt omdat er een Nederlandse militair aan het woord is. Deze vertelt over zijn belevingen in Indonesië. De militair zegt dat er veel aan wederopbouw word gedaan maar als je dit zou vragen aan een Indonesiër dan zou deze denk ik geantwoord hebben dat alles alleen maar kapot word geschoten dit geeft dus een vertekend beeld. Aan deze bron hebben we dus ook niet heel veel gehad. Je kunt er alleen uithalen hoe sommige soldaten dachten over de gang van zaken daar. Bron 8: Krantenbericht uit de Gelderlander. In deze bron wordt beschreven wat de veteranen vinden van het ‘verraad’ dat Poncke Prinsen had gepleegd. Deze bron is ook weer een krantenartikel. Het nadeel van dit artikel is dat het op meningen gebaseerd is. Dit kwam echter wel weer goed uit bij de beantwoording van vraag b. Bron 9: Memo werkboekbron 10. Deze bron is geschreven door een militair deskundige deze is dus aardig betrouwbaar want hij schrijft over de gebeurtenissen. Hij zegt bijvoorbeeld dat er nog veel Duitse verhoormethodes zijn gebruikt door de Nederlanders in de oorlog in Indonesië. Hij heeft dus al aardig harde kritiek op de dingen de soldaten hebben gedaan in Indonesië. Aan deze bron hebben we aardig wat gehad omdat er dingen worden verteld die de Nederlandse soldaten zelf niet snel zouden vertellen omdat dit hun imago kapot maakt. Dit is natuurlijk heel logisch maar het is wel goed om te weten voor dit werkstuk. Bron 10: Brief van ministerie van buitenlandse zaken. Deze bron lijkt ons weer heel erg betrouwbaar want brieven naar ministers zijn echt wel officieel en hier staat dus echt geen foute informatie in. Deze bron heeft ons heel goed geholpen bij vraag c voor de relatie tussen Indonesië en Nederland nu.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.