Grammatica

Engels hoofdstuk 1 grammatica Bij voorwaardelijk bijzinnen zit meestal het woord if in. Het zijn dan voorwaardelijke zinnen (conditional clauses) In sommige voorwaardelijke bijzinnen geven aan dat iets niet gebeurd is maar wat wel gebeurd zou zijn als het een bepaalde voor waarde was voldaan. In de hoofdzin staat dan meestal would have+ het voltooiddeelwoord en in de if bijzin staat had + voltooiddeelwoord. Niet altijd word het werkwoord would gebruikt maar ook should, could, might have. To kun je vervangen door ander werkwoordsvormen zoals will, can en must. Je krijgt ook de hele ww-vorm na een ww zoals make en have als ze dwang uitdrukken, en na let als het toestemming uitdrukt. Na ww zoals see en hear, ww die een zintuigelijke waarneming uitdrukken krijg je eveneens de hele ww-vorm. Weer andere ww worden gevolgd door to en de hele ww-vorm zoals be able en be allowed. Je krijgt ook te en he hele ww-vorm na ww zoals promise, offer en refuse, force en get, choose en decide, want, expect, hope, intend, mean en plan. Hoofdstuk 2 grammatica In het Engels hebben bijv. nw. (adjectives) en bijwoorden (adverbs) meestal verschillende vormen. · Een bijwoord maak je meestal door er –ly achter het bijv.nw. te plakken · Soms verandert er iets aan de spelling · Er zijn ook een paar uitzonderingen

Vb.: bad à badly Ready à readily Good à wel Let op!! you look good = je ziet er goed uit./ je bent knap you look well = je ziet er gezond/beter uit · een bijwoord zegt iets over een ww · een bijwoord zegt iets over een bijv. nw · een bijwoord zegt iets over een ander bijwoord
Een aantal of wat kun je in het engels vervangen met some en any. Some: · in bevestigende zinnen · in vraagzinnen als je (bijna) zeker weet dat het antwoord ja is · in vraagzinnen als je iemand iets vriendelijk aanbied
Any: · in ontkennende zinnen · in zinnen met hardly, baraly, scarcely en never · in alle vraagzinnen, behalve de vraagzinnen die bij some zijn genoemd. Any en some kunnen ook worden gebruikt in samenstelling met –one, -body, -thing, -where en –time(s). Hoofdstuk 3 grammatica · In de t.t krijg je am, are of is met een volt.dw. · In de v.t krijge was of were met een volt.dw. · In de voltooide tijd krijg je have of has met been het en volt.dw. · In de toekomde tijd krijg je will of shall met be en het volt.dw · Na andere hulp ww zoals can, could, should, may, might en must, krijg je ook be en het volt dw. Als je twee zinnen aan elkaar wil plakken moet je dan met voegwoorden doen: relatie Voegwoord
Gevolg, resultaat So
Keuze Or, whether….or, either….or
Opsomming And, both…and, neither….nor
Reden Because, since, as, for
Tegenstelling But, yet, althought, thought, however, nevertheless
Tijd When, while, as
Vergelijking As….as, not as/so….as like
voorwaarde If, unless
Let wel op…. As kan allerlei betekenissen hebben. Hoofdstuk 4 grammatica Als je wilt zeggen dat iets gebeurde gebruik je de past simple. Deze maak je met hele
ww-vorm met –(e)d. Soms veranderd er iets aan de spelling. Het ww kan ook helemaal onregematig zijn. Je gebruikt de past simple ook als aan je wilt geven dat de gebeurtenissen elkaar snel opvolgden. Als je wilt zeggen dat iets gebeurde wat een tijde duurde of leek te duren, gebruik je de past continuous . Deze maak je met was of were, devolgd door de hele ww-vorm met –ing. Soms veranderd er bij de hele ww-vorm met –ing iets aan de spelling. Je gebruikt de past continuous ook als je de achtergrond schetst van een gebeurtenis. Als het belangrijk en bekend is wie iets doet, gebruik je de bedrijvende vorm (active). Als het niet bekend of belangrijk is door wie iets gedaan wordt, geruik je de lijdende vorm (passive). De lijdende vorm kun je ok gebruike als je ‘men’of ‘er’ wilt vertalen
tijd Bedrijvende vorm Lijdende vorm

TT reports Is reported
VT broke Was broken
Voltooid Has stepped Has been plagued
Toekomend Will investigate Wil be asked
Met andere hww May talkshould May be persuadedShould be paid Hoofdstuk 5 grammatica Als je wilt zegen dat iets het resultaat of het gevolg is van niets dat in het verleden is gebeurd, gebruik je de present perfect. Deze maak je met has of have, gevolgd door het volt.dw. Het volt.dw. maak je, net als de verleden tijd, door –(e)d aan het hele ww-vorm te plakken. Je gebruikt de present perfect ook als je wilt aangeven dat iets in het verleden is beginnen en nu nog steeds voortduurt. Als je wilt zeggen dat iets had kunnen gebeuren wat niet gebeurd is, kun je could of might met have en een volt.dw. gebruiken. Als je wilt zeggen dat iets had moeten gebeuren wat niet gebeurd is, kun je should met have en een volt.dw. gebruiken. Als je wilt zeggen dat iets gebeurd zou zijn als aan bepaalde voorwaarden was voldaan, kun je would met have en een volt.dw gebruiken. Extra!!! VT 2e + have
For, since, has, have + 3e
Van………tot = have +3e
Would = zou, zouden
Should = zou moeten
Could = zou kunnen
Toekomst = zonder have