Algemene Begrippen

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 327 woorden
  • 17 mei 2004
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 5
17 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Algemene begrippen Fictie Verzamelnaam voor alle geschreven teksten waarin verzonnen personages in voorkomen
Faction Amerikaanse aanduiding voor boeken waarin feit en verzinsel door elkaar heen loopt
Lectuur Verzamelnaam voor alle fictionele teksten die niet tot literatuur wordt gerekend
Roman
Over de hoofdpersoon kom je heel veel te weten je maakt de hele ontwikkeling van deze personage mee. Literatuurwerk van enige omvang
Novelle Simpeler dan een roman, novelle is een roman van geringe omvang

parodie Een spottende nabootsing, iets wordt op een grappige wijze verminkt
Intrige Ander woord voor verwikkelde roman verwikkeld = in elkaar verbandstaande gebeurtenissen
Plot Engels woord voor intrige
titelverklaring Iets zinnigs zeggen over de titel, titel heeft met het thema te maken
Motto Uitdrukking die in het kort de bedoeling van een roman aanduidt
thema Kortste aanduiding waar het verhaal over gaat
Motief
Zij geven het thema vorm en zorgt dat de lezer het gevoel krijgt dat het ergens om gaat
Speaking name Als de naam van de personage een extra betekenis heeft. Gesloten eind Slot van roman/verhaal met een duidelijk afloop
Happy end Als het verhaal/roman goed afloopt
Identificatie Vereenverzelviging, dat je je betrokken voelt bij de personage uit het verhaal
Stijl Taalgebruik of opbouw, beeldspraak,woordkeus wat de schrijver gebruikt
Spanning De toestand van de lezer die in onrustige verwachting is over wat er gaat gebeuren

Perspectief + verteller Gezichtspunten, over welke schouder je meekijkt in het verhaal
Er zijn er 3: ‘ik’,’hij/zij’ of ‘alwetend’ perspectief
Tijd Op wat voor tijd het afspeelt (middeleeuwen, nu in de toekomst) Ruimte Waar het zich afspeelt (omgeving), weer, landschap, sfeer…enz
Personage Verhaal of filmfiguur
hoofdpersoon Belangrijkste verhaalfiguur
Karakter Personage waarvan voornamelijk het innerlijk wordt beschreven. Je komt heel veel over deze personage te weten
Type Kun je herkennen aan de kenmerken van de personage, je leert de persoon oppervlakkig kennen
Vertel tijd: Hoe dik het boek is en hoeveel pagina’s het heeft
Vertelde tijd
De gebeurtenissen zich uitstrekken. In nemen van tijd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.