Pieta's Michelangelo

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Schilderijverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2332 woorden
  • 30 april 2004
  • 58 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
58 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Pieta's Michelangelo Het bekendst is toch wel de Pietà van Michelangelo in de St. Pieter. Het beeld past in een piramidevormig schema, wat de goddelijkheid kan symboliseren. Door de plooien in het gewaad van Maria neemt het volume van de schoot toe waardoor de Christusfiguur goed ondersteund wordt. De Madonna bekijkt noch de toeschouwer, noch haar dode zoon. Zij is een eenzame vrouw die de wil van God aanvaardt. Het bijzondere aan de stijl van Michelangelo is dat hij zo’n realistisch beeld kan creëren. Uit zijn werk spreekt verschrikkelijk veel gevoel, maar dit komt niet door een overdreven hoeveelheid aan dramatische effecten. Hij kan de emoties op een subtiele manier weergeven waardoor het beeld veel rust uitstraalt en nog natuurgetrouwer en levendiger wordt. In dit beeld kwam het eigen genie van Michelangelo voor het eerst volledig tot gelding. Het is het eerste beeld wat hij echt in zijn eigen stijl heeft gemaakt, zonder klassieke beelden na te maken. Maar zijn eigen stijl zal nog wel veranderen in de loop van zijn leven. Het was hier nog in de beginfase. Het beeld is gemaakt in de jaren 1498 en 1499. Michelangelo was toen 24 jaar. Hij heeft het dus op vrij jonge leeftijd gemaakt (Al was hij al vanaf zijn 14e jaar bezig met beeldhouwen) Dit is het enige beeldhouwwerk dat Michelangelo van zijn naam heeft voorzien. (In de band die vanaf Maria’s linker schouder over haar borst naar haar heup loopt heeft hij: ‘Michel Angelus Bonarotus Florent Faciebat’ gegraveerd. ) Dat deed hij normaal gesproken namelijk niet. De reden hiervoor kan zijn dat dit het eerste beeld in zijn eigen stijl is. Een ander verhaal is dat Michelangelo pelgrims had horen zeggen dat het beeld gemaakt was door Cristoforo Solari. Om misverstanden te voorkomen heeft hij toen ’s nachts zijn naam in de band gezet. Dit is echter een leuk verhaal, men weet niet zeker of dit ook echt de waarheid is. In de Renaissance was het in de mode om de klassieke oudheid na te apen. Men bracht de christelijke ideeën en geloofsovertuiging op een klassieke manier tot uitdrukking. Dit is bij dit beeld ook het geval. De menselijke anatomie kwam ook erg in de mode. Schilders en beeldhouwers maakten een hele studie van het menselijk (en dierlijk) lichaam, om zo de spieren, botten, pezen, houdingen en verhoudingen goed weer te kunnen geven. Hier was ook Michelangelo heel sterk in. Alle vormen en verhoudingen kloppen en alles is zo precies en gedetailleerd. Als je je daarbij bedenkt dat dit beeld is gemaakt uit één stuk massief marmer (uit Carrara), zie je in hoe talentvol Michelangelo was. Dit eerste beeld in zijn eigen stijl is bij velen in de smaak gevallen en veroorzaakte Michelangelo’s doorbraak en naamsbekendheid In Italië. Bij het zoeken naar informatie over dit beeld ben ik twee opdrachtgevers tegen gekomen. Kardinaal Bilhères del Lagraulas en de Franse kardinaal Jean de Villiers de la Groslaye. Welke van de twee de echte opdrachtgever is weet ik niet. Zeker is wel dat dit beeld oorspronkelijk was bedoeld als praalgraf. Ook dit was mode in de Renaissance. Mensen lieten een geweldig praalgraf voor zichzelf maken. Dit was bedoeld om te imponeren, om te laten zien hoe rijk en hoe modern je was en om het nageslacht te herinneren aan de ‘grandeur’ en ‘glorie’ van de familie of het land. De opdrachtgever heeft echter niet van het resultaat kunnen genieten; hij stierf voor het beeld af was. Zelf zie ik een bepaalde symboliek in het beeld die ik erg mooi vind. Ik weet niet of dat ook een symboliek is die de bedoeling was. Jezus ligt nu hij is gestorven op dezelfde plaats als waar hij het leven heeft gekregen. Maria’s jonge uiterlijk beeldt het verband nog duidelijker uit. Het is erg frappant dat Maria een jong gezicht heeft. Michelangelo kan daarvoor gekozen hebben om de bovengenoemde reden. Ook kan hij daarvoor gekozen hebben om de maagdelijke uitstraling van Maria te versterken. Een andere mogelijke reden is dat Michelangelo voor Maria, de moederfiguur, zijn eigen moeder als voorbeeld heeft genomen. Zijn eigen moeder stierf toen hij zes jaar oud was. "Hoe keert gij weer na drie en dertig jaren, Op deze schoot mijn Kind, waar gij waart klein, Uw hart was groter dan de zonde waren; De zonden wreder dan de mensen zijn. " De Pieta van Michelangelo Michelangelo heeft de Pieta gemaakt in de jaren 1498 en 1499, de Pieta staat in de St.- Pieter in Rome. Het is een van de bekendste kunstwerken van Michelangelo. Marmer, hoogte174 cm, breedte 195 cm

Basilica di San Pietro (Sint Pieter basiliek), Vatican
De "Piëta" is een van Michelangelo's belangrijkste werken, dit werk staat in de Sint-Peter Basiliek in Rome
Historisch: Dit is het enige werk dat door Michelangelo getekend is, misschien omdat het zijn eerste echt persoonlijke werk was dat niet nagemaakt is uit de antieken. Kardinaal Bilhères del Lagraulas gaf hem in 1498 te opdracht voor dit werk. Het bestaat uit een massief stuk marmer (uit Carrara) Stijl en techniek: het volume van de schoot van Maria is toegenomen door de plooiing van het gewaad zodat het lichaam van Christus zonder moeilijkheid ondersteund wordt. Het beeld is perfect op elk vlak: compositie, schoonheid, harmonie en eenheid. Dit is zijn enige gesigneerde werk. Het thema van de pietà is geen typisch Italiaans thema, maar is uit het Noorden afkomstig. In dit schijnbaar rustige beeld leven twee tegengestelde gevoelens : vrede en angst. De dode Christus rust in de schoot van de Madonna als een slapend kind : een zoete herinnering aan een vredevol verleden. Maar nu ervaart de jonge moeder reeds het angstig voorgevoel van de passie, die zij met haar linkerhand in de toekomst aanwijst. Michelangelo vat in dit beeld dus verschillende momenten samen. Hij staat niet stil bij het actuele tijdsgebeuren, maar spant een tijdsboog van het verleden naar de toekomst, over het heden heen. Het gezicht van de Maagd werd heel jong weergegeven en dat van Jezus toont geen tekens van pijn. In het woordenboek staat dan ook voor piëta: voorstelling van Maria met het dode lichaam van Jezus op haar De "Piëta" is christelijk want deze geeft een voorstelling van Maria met een dood lichaam van Jezus. De Madonna bekijkt noch de toeschouwer, noch haar dode zoon. Zij is een eenzame vrouw die de wil van God aanvaardt. Het is het enige werk van Michelangelo dat gesigneerd is
De Pietà zijn op een uiterst verfijnde manier afgewerkt. Met zijn troppo finito wil Michelangelo de overkant van de aardse werkelijkheid bereiken, een neoplatonisch geïnspireerd middel op weg naar de zuivering.Wanneer zijn opdrachten te Rome zijn vervuld, keert hij in 1501 naar zijn vaderstad Firenze terug. Hij verblijft er vier jaar.De Onze-Lieve-Vrouwekerk te Brugge bewaart ook een werk van Michelangelo uit die tijd, de Madonna met Kind. (De Brugse kooplui Jan en Alexander Mocheroen kochten het beeld en zonden het naar hun Brugse parochiekerk, in 1506.) De tweede Pietà (1550-1553) wordt bewaard in het Museum van de Dom (Museo dell’Opera del Duomo) In dit werk stelt Michelangelo zichzelf voor als Jozef van Arimathea. Heel het werk wijst op het tragische van de kruisafneming. Het beeld is een duidelijk voorbeeld van de voorliefde van Michelangelo om een goed aangesloten, geometrisch geheel te maken, met een voorkeur voor de piramidale constructie. Dezelfde opbouw vinden wij ook terug in de Sint-Pietersbasiliek. Hij had het beeld bestemd voor zijn eigen grafmonument, maar, ontevreden over de kwaliteit van het marmer, laat hij het onafgewerkt. Hij beschadigt het zelfs : het linkerbeen van Christus is verdwenen. Na zijn dood werd het door een leerling, Tiberio d'Assisi, bijgewerkt, wat duidelijk is in de kleinere Maria Magdalena. Pieta Rondanini, 1564. Marmer. Castello Sforzesco, Milaan, Italie
Deze Piëta verschilt veel van de gepolijste Piëta in de Sint-Peter kerk in Rome. Zijn uiterlijk is ruw en onafgewerkt. Staat in Castello Sforzesco te Milaan
Aan de Pietà Rondanini werkte Michelangelo tot enkele dagen voor zijn dood. Onvoltooid en toch volkomen treden de beide gestalten uit de steen. Het origineel was groter, maar Michelangelo sneed stukken weg en begon opnieuw te beeldhouwen. Het resultaat is een onafgewerkt standbeeld van de staande figuren van Jezus en zijn moeder. Zijn laatste Pietà en beeldhouwstuk is voor zijn eigen graf bestemd. Het wordt zijn marmeren testament. Tot zes dagen voor zijn dood beitelt hij met liefde aan zijn laatste werk. Maar de twee subtiele figuren, Christus en Maria, blijven onafwerkt. Hij kapte de Christus uit het stuk marmer dat oorspronkelijk alleen voor Maria bestemd was. Omdat het beeld nie helemaal af was leek het alsof met al in het marmer zat. Michelangelo Michelangelo, voluit: Michelangelo Buonarroti (Caprese, Toscane, 6 maart 1475 ­ Rome 18 febr. 1564), Italiaans beeldhouwer, schilder, architect en dichter, is ­ naast Leonardo da Vinci, Bramante en Rafaël ­ een dominerende figuur in de Italiaanse hoge renaissance en de incarnatie van de "uomo universale", de universele mens. Al vroeg zag Lorenzo de Medici de uitzonderlijke begaafdheid van Michelangelo en nam hem in zijn huis op. 1. Beeldhouwwerken Michelangelo leerde in Florence de beginselen van de beeldhouwkunst van Bertoldo, een leerling van Donatello, en bestudeerde de verzameling klassieke beelden van zijn beschermheer. Zijn vroegste werken tonen dan ook invloeden zowel van de klassieken als van Donatello; het eerste is o.m. het geval in zijn reliëf Centaurenstrijd (ca. 1492), het tweede in de Madonna della Scala (ca. 1490­1493; beide in Casa Buonarroti, Florence). In 1494, vlak voor Piero de Medici uit Florence werd verdreven, vluchtte hij naar Bologna, waar hij in aanraking kwam met het werk van Jacopo della Quercia, dat een brug trachtte te slaan tussen de klassieken en het realisme. Hij vervaardigde er een knielende engel en twee heiligenfiguren voor de Arca di San Domenico. In 1496 was hij in Rome en dat bracht hem terug in de sfeer van de antieken. Daar ontstond zijn eerste grote beeldhouwwerk, Bacchus (1496­1497; Bargello, Florence), dat nog sterk aan de klassieke conceptie gebonden is. In de kort daarna ontstane Pietà (St.-Pieter, Rome) kwam het eigen genie van Michelangelo voor het eerst volledig tot gelding. Verwant hieraan is de Madonna met Kind, ontstaan in de eerste jaren van de 16de eeuw (O.-L.-Vrouwekerk, Brugge). Zij vormt de overgang naar de beroemde staande David (1501­1503), in Florence gekapt uit een reusachtig blok marmer. In 1505 vertrok hij opnieuw naar Rome, waar hem een gigantische opdracht wachtte: het praalgraf, versierd met veertig marmeren figuren, dat paus Julius II voor zichzelf wilde doen oprichten onder de koepel van de in aanbouw zijnde nieuwe Sint-Pieter. Het zou nimmer in zijn oorspronkelijke opzet voltooid worden. In 1523 ontving hij van de Medici's een nieuwe grote opdracht, die hem, na jaren als schilder werkzaam te zijn geweest, tot de beeldhouwkunst terugvoerde: de grafmonumenten tegen de wanden van de Sacrestia Nuova van San Lorenzo te Florence. Het gold hier niet alleen de zittende beeltenissen van Giuliano, broer van paus Leo X en van Lorenzo, hertog van Urbino, maar tevens vier allegorische figuren aan hun voeten: de Dag en de Nacht, de Dageraad en de Schemering. Het merendeel van zijn latere werken bleef onvoltooid: de Brutus (1538; Bargello, Florence), de Kruisafneming (1553­1555) in de dom te Florence en de Pietà Rondanini (beg. ca. 1555; Castello Sforzesco, Milaan).
2. Schilderwerken Op het gebied van de schilderkunst was Domenico Ghirlandaio Michelangelo's eerste leermeester, maar hij onderging tevens de invloed van Massaccio en van het werk van Luca Signorelli. In 1505/1506 schilderde hij een H. Familie voor Angelo Doni (Uffizi, Florence); ongeveer terzelfder tijd werkte hij in wedkamp met Leonardo da Vinci aan kartons voor muurschilderingen, de Slag bij Cascina, voor het Palazzo Vecchio, die verloren zijn gegaan. Zijn hoofdwerk op het gebied van de schilderkunst werd de decoratie van de Sixtijnse Kapel (1508­1512), waarmee hij alles achter zich liet wat tot dan toe op soortgelijk terrein was gepresteerd, terwijl hij voor de schilderkunst nieuwe mogelijkheden opende. In 1534 werd hij door Paulus III aangezocht de altaarwanden van de kapel te beschilderen; het resultaat was het Laatste Oordeel, waaraan hij van 1534 tot 1541 werkte (de naakte figuren werden in 1559 door Daniele da Volterra, de 'broekenmaker', van gewaden voorzien). Ten slotte voltooide hij nog twee grote fresco's in de Cappella Paolina van het Vaticaan (1542­1550). Een groot deel van zijn tekeningen bevindt zich in Groot-Brittannië, verdeeld over het British Museum, Londen, het Ashmolean Museum, Oxford en Windsor Castle. 3. Architectuur Als bouwmeester was Michelangelo, naast Bramante, de grootste kunstenaar van het Italiaanse Cinquecento. Zijn eerste grote opdracht, de façade voor de San Lorenzo te Florence, kwam niet verder dan het ontwerp en de voorbereidende werkzaamheden (1516­1520). In 1521 werd begonnen aan de bouw van de Sacrestia Nuova van dezelfde kerk, bestemd om de Medicigraven te huisvesten. In hetzelfde complex bouwde hij vanaf 1524 aan de Biblioteca Laurenziana, die echter eerst door zijn leerlingen Giorgio Vasari en Ammanati zou worden voltooid. Immers, in 1529 werd het werk onderbroken door het beleg van de stad, waarbij hij de leiding kreeg over de versterkingen. In 1535 werd hij door Paulus III benoemd tot hoofdarchitect van de apostolische paleizen, maar voorlopig werd hij geheel in beslag genomen door zijn werk in de Sixtijnse Kapel. Na de hoogste verdieping van het Palazzo Farnese te hebben voltooid (1546), werd hij architect van de St.-Pieter, waarvan hij de opzet diepgaand veranderde: hij handhaafde de plattegrond in de vorm van een Grieks kruis, maar wijzigde de koepel; ook dit plan bleef onvoltooid. Andere bouwwerken in Rome door hem uitgevoerd zijn het Capitoolplein met de monumentale trap (1547) en de kerk Santa Maria degli Angeli in het tepidarium van de thermen van Diocletianus (1560­1561). 4. Dichtkunst Als dichter is Michelangelo bekend gebleven door zijn verzen en sonnetten gericht aan zijn vriend Cavalieri en aan Vittoria Colonna. Liefde, schoonheid en godsdienst zijn er de thema's van. Soms ook (zoals in een befaamd kwatrijn op zijn beeld de Nacht) keerde hij zich fel tegen de bestaande politieke en maatschappelijke toestanden. Verreweg de meeste schreef hij tussen 1534 en 1564 in Rome; door vreemden achterhaald, zijn ze in 1623 door zijn achterneef en naamgenoot in sterk verbasterde vorm gepubliceerd. Pas in de 19de eeuw zijn ze naar de originele manuscripten uitgegeven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.