Hoofdstuk 11, De overheid grijpt in

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 920 woorden
  • 13 maart 2004
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 11 §11.1 De plaats van de overheid in de economie gemengde economie=> Een economisch stelsel waarbij de overheid de resultaten van het marktmechanisme aanvult en corrigeert om bepaalde doeleinden te bereiken. Onze economie wordt ook wel een overlegeconomie genoemd omdat in Nederland zoveel wordt overlegt. Er is tot op grote hoogte vrijheid van handelen door gezinnen en bedrijven, maar wel binnen door de overheid vastgestelde grenzen.Overheidstaken worden uitgevoerd door de centrale overheid(het Rijk), de lagere overheid (provincies, gemeenten en waterschappen) en de instellingen die zijn belast met de uitvoeringen van de sociale voorzieningen.het overheidsbeleid komt tot stand door een aantal groeperingen. Deze spelen in ieder geval een rol: - kabinet - ambtenaren - parlement - adviesorganen - pressiegroepen
De eerste groepen staan in het centrum van de besluitvorming, de adviesorganen worden af en toe om hulp geroepen, de pressiegroepen proberen vanaf een zijlijn de besluitvorming te beïnvloeden. Het kabinet bestaat uit ministers. Zij geven leiding aan ambtenaren.Voorstellen worden door de ambtenaren voorbereid en vervolgens door het kabinet aan het parlement (2e + 1e kamer) voorgesteld. Als de voorstellen worden aangenomen moeten de ambtenaren voor de uitvoering zorgen.In de troonrede geeft de regering aan welk beleid zij in het komende begrotingsjaar wil gaan voeren.In de Miljoenennota wordt informatie gegeven over de financiële en economische situatie in ons land. De wetenschappelijke onderbouwing van het toekomstbeeld dat de regering heeft, gebeurt door het Centraal Planbureau(CPB), het rekeninstituut van de regering. In de macro-economische Verkenning geeft het CPB een verwachting van de ontwikkeling van de werkloosheid, de inflatie, het saldo op de betalingsbalans.Het Centraal Bureau voor Statistiek verzameld alle statistische gegevens, waar de regering en ook het CPB gebruikt van maakt.
§11.2 Waarom grijpt de overheid in? Verschillende redenen waarom de overheid de resultaten van het marktmechanisme wil corrigeren: 1. De producent moet worden beschermd. 2. De consument moet worden beschermd. 3. Er zijn externe effecten. 4. Het is noodzakelijk collectieve goederen aan te bieden. 5. De overheid wil het gebruik van bepaalde goederen stimuleren en dat van de andere afremmen. 6.Overheid heeft veel geld nodig en haalt dat uit belastingen §11.3 Minimumprijzen: bescherming van de producent minimumprijs=>Dan mag een product niet beneden een bepaalde prijs worden verkocht. Een vervelend gevolg van een minimumprijs is het ontstaan van overschotten. Om ervoor te zorgen dat het beoogde doel – een redelijk inkomen voor de producenten – wordt bereikt, moet het overschot tegen de minimumprijs worden gekocht. We spreken daarom ook wel van interventieprijzen, interventie betekent ‘ingrijpen’. Verreweg het belangrijkste voorbeeld van het gebruik van minimumprijzen vinden we bij het Europese landbouwbeleid, meestal aangeduid als gemeenschappelijk landbouwbeleid. Al vele jaren worden de boeren in de Europese Unie gesteund met minimumprijzen, de laagste prijs waarvoor een product verkocht mag worden (dit geldt voor: melk, graan, suiker en rundvlees). Het gemeenschappelijk landbouwbeleid had en heeft verschillende doelstellingen: 1. Zelfvoorziening op voedselgebied. 2. Een redelijk inkomen voor de landbouwers. 3. Stabiele consumentprijzen. Inkomenssubsidie is het aanvullen van het inkomen wanneer iemand te weinig verdient. De aanbieder ontvangt de minimumprijs uit een productenfonds, dat wordt gevoed doordat over elke transactie een percentage voor dit productenfonds wordt geheven §11.4 Maximumprijzen: bescherming van de consument Om de consument te beschermen, worden soms voor bepaalde producten maximumprijzen ingesteld. Een maximumprijs is de hoogste prijs waartegen een product mag worden verkocht. Als de gevraagde hoeveelheid bij een maximumprijs groter is dan de aangeboden hoeveelheid, ontstaat er een tekort. Om het geringe aanbod toch nog enigszins eerlijk te kunnen verdelen, zal voor die goederen waarvoor de tekorten erg nijpend zijn geworden, rantsoenering worden gevoerd. Voor het huren (en soms ook kopen) van een goedkope woning heeft men in sommige steden dan bijvoorbeeld een woonvergunning nodig. Als er veel mensen zijn die meer willen en kunnen betalen dan de maximumprijs, ontstaat er een zwarte markt. §11.5 Nog meer overheidsingrijpen Hoewel bedrijven op veel verschillende manieren met elkaar concurreren, komen ook veel vormen van samenwerking voor. Zo kan de samenwerking gedeeltelijk of volledig zijn. Gedeeltelijke samenwerking beperkt zich tot onderdelen van het bedrijfsproces (vb. is een kartel). Kartels hebben in elk geval voor de deelnemende bedrijven voordelen. Het kartel biedt zekerheid: bedrijven hoeven elkaar niet te concurreren. Ze zijn zeker van een bepaalde prijs of een gedeelte van de marktomzet. Kartels hebben ook nadelen: 1. De afnemers moeten vaak een hogere prijs betalen dan zonder kartelafspraken. 2. De flexibiliteit van de marktwerking wordt door kartels aangetast. Behalve de maatregelen die tot nu toe in dit hoofdstuk zijn genoemd, beschikt de overheid over een flink aantal andere instrumenten, zoals: - Kostprijsverhogende belastingen - (kostprijsverlagende) subsidies, waaronder ook huursubsidies - verbodswetgeving - het stellen van kwaliteitseisen aan producten en productieprocessen - het maken van afspraken met het bedrijfsleven (convenanten) Kostprijsverhogende belastingen moeten door de aanbieder (meestal de winkelier) aan de belastingdienst worden afgedragen. Hij dient deze heffingen vervolgens aan de klant in rekening te brengen. We spreken dan van afwenteling. Subsidies kan de overheid verstrekken op merit goods, goederen waarvan de overheid het gebruik wil stimuleren. We kunnen twee soorten subsidies onderscheiden: 1. subsidies aan de producent, met het doel de (kost)prijs laag te houden. 2. subsidies aan de consument. Om te bereiken dat de producenten meer aanbieden en de vragers minder betalen, betaalt de overheid van bepaalde producten een deel van de prijs. Dit gebeurt door middel van subsidie. Individuele huursubsidie is voor mensen die in een huurwoning wonen van een bepaalde prijsklasse en zich beneden een bepaalde inkomensgrens bevinden. Premies voor koopwoningen deze krijg je wanneer je een huis van een bepaald door de overheid aangewezen type koopt, dan krijg je een aantal jaren subsidies.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.