Doodstraf Kant/Bentham

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 1630 woorden
  • 24 oktober 2003
  • 89 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
89 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
FILOSOFIE ESSAY
Onderwerp: De doodstraf

Inleiding en probleemstelling:
De doodstraf is, in juridische termen, een gerechtelijke executie. Van doodstraf is sprake wanneer iemand van het leven wordt beroofd op grond van een vonnis dat is uitgesproken door een bevoegde rechter na een strafrechtelijk proces.

Een veelgebruikt argument voor de doodstraf is dat deze afschrikwekkender is dan enige andere straf en daarmee een preventieve werking heeft tegen criminaliteit. Meerdere onderzoeken hebben echter aangetoond dat er geen verband is tussen de doodstraf en het aantal ernstige misdaden dat gepleegd wordt.

Een ander veel gehoord argument is dat de doodstraf de enige manier is om moordenaars en verkrachters definitief onschadelijk te maken. Dit is echter in strijd met een belangrijk rechtsbeginsel: straffen kunnen alleen betrekking hebben op misdrijven die zijn gepleegd, niet op misdrijven die nog gepleegd kunnen worden.


Een derde argument is dat van het "oog om oog, tand om tand". Dat is in een modern rechtsstelsel een oneigenlijke redenering. Straffen worden niet opgelegd uit wraak, maar om de samenleving een signaal te geven en de schuldige met harde hand te dwingen tot verbetering van zijn gedrag. Een rechter dient een zorgvuldige afweging te maken om de juiste straf te bepalen, in het volle besef dat dit voor de slachtoffers niet altijd een genoegdoening kan zijn.

Een voor de hand liggend argument tegen de doodstraf is dat de straf onomkeerbaar is. Altijd bestaat het risico dat een onschuldige wordt geëxecuteerd. In de Verenigde Staten zijn tussen 1976 en 1999 in totaal 79 personen uit de dodencel vrijgelaten nadat was gebleken dat zij ten onrechte veroordeeld waren tot de doodstraf. In 23 zaken in de 20e eeuw kwam deze vaststelling helaas pas na de executie.

Daarnaast blijkt de doodstraf onevenredig vaak zwakkere groepen van de samenleving te treffen. Zo wordt in de VS veel vaker de doodstraf geëist tegen een zwarte dat tegen een blanke dader. Een recent onderzoek toonde aan dat in Philadelphia (VS) de kans op de doodstraf vier keer hoger is voor een zwarte verdachte dan voor een blanke. En terwijl het aantal zwarte en blanke slachtoffers van moord in de VS ongeveer even hoog is, was 82 procent van alle geëxecuteerden sinds 1977 veroordeeld voor moord op een blanke.

Dit zijn allemaal voorbeelden van argumenten die men voor of tegen de doodstraf kan hebben. Maar hoe kunnen we nu uit filosofisch standpunt gezien bepalen welke argumenten de juiste zijn, en hoe kunnen wij tot een conclusie komen of de doodstraf goed of slecht is?

Relevante visie van een toonaangevend persoon:
Immanuel Kant was een aanhanger van de plichtethiek. Men moet in deze ethiek handelen volgens principes van morele plicht ongeacht de gevolgen, en zonder een bepaald doel na te streven. Het vervullen van die plicht is een doel op zichzelf. De plichtethiek is ook generaliseerbaar tot de vuistregel: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet u ook de ander niet".
Sommige filosofen binnen deze ethiek geloofden dat er regels gemaakt moesten worden die er voor moesten zorgen dat zaken zoals strafrechtelijke processen (om maar even een voorbeeld te noemen) eerlijk zouden verlopen. In de inleiding staat een voorbeeld van zo'n regel: "Straffen kunnen alleen betrekking hebben op misdrijven die zijn gepleegd, niet op misdrijven die nog gepleegd zouden kunnen worden." Deze visie waarin men verhaaltjes en voorwaarden voorschotelt waarvoor iets ethisch correct zou moeten verlopen, wordt het hypothetisch imperatief genoemd. Kant geloofde niet in het hypothetisch imperatief. Hij bepleitte dat het systeem niet werkte omdat men er simpelweg voor kan kiezen zich niet te houden aan de "verhaaltjes". Kant was juist op zoek naar altijd en overal geldende morele wetten. Bevelen die los van elke inhoud onvoorwaardelijk opgevolgd moeten worden, onvoorwaardelijke geboden je plicht te doen terwijl je je handeling toetst op de vraag of hij een algemene wet geacht kan worden. Kant streefde juist naar het categorisch imperatief.
Kant is voor de doodstraf. Het is volgens hem je plicht om iemand anders te doden die gedood heeft. Je kan toch niet toelaten dat een moordenaar ongestraft blijft rondlopen? Als we niet zouden straffen zou iedereen ongestoord zijn gang kunnen gaan, en om dit te voorkomen moet de moordenaar de doodstraf krijgen. De enige straf die volgens Kant een moord kan evenaren is de doodstraf. Kant ziet dit als een altijd geldende morele wet; een categorisch imperatief.

Kritische bespreking eerste toonaangevende visie:
Ik kan me aan de ene kant inleven in de visies van Kant, aan de andere Kant trek ik zijn visies sterk in twijfel. Met name het categorisch imperatief. Ik acht het namelijk niet mogelijk onvoorwaardelijk geldende morele wetten te formuleren. Een categorisch imperatief is volgens mij in wezen niets anders dan opnieuw een "verhaaltje". Om een onvoorwaardelijk geldende morele wet te kunnen formuleren moeten wij rekenschap genomen hebben van alle mogelijke gevolgen van die wet, en daar zijn wij naar mijn mening simpelweg niet toe in staat. Een categorisch imperatief is in mijn ogen in feite niet veel anders als een hypothetisch imperatief.

En tenslotte: Kant zegt dat de doodstraf de enige straf is die een moord kan evenaren. Maar hoe weet hij zo goed dat de dood überhaupt een straf is? Misschien is de dood wel een feest!

Tweede relevante visie van een toonaangevend persoon:
Jeremy Bentham was een aanhanger van de gevolgenethiek, ook wel het utilisme genoemd. Binnen het utilisme gelooft men dat de daad die meer goede dan slechte gevolgen heeft de juiste daad is.
Bentham was tegen de doodstraf. Hij was een van de eersten die openlijk het nut, zeg maar de doeltreffendheid, van de doodstraf als zwaarste en meest aanjagende straf in twijfel trokken. In zijn tijd waren er in Engeland wetten die geen betekenis of orde hadden. Bentham geloofde dat pijn en geluk de instrumenten waren waar wetgevers misdadig gedrag mee moesten controleren. Het belangrijkste is dus dat door middel van een straf voorkomen wordt dat de misdaad opnieuw begaan wordt. Dit moet echter wel gedaan worden zonder uit te gaan van een bepaalde gevoelswaarde of emotie. Wraakgevoelens mogen dus geen rol spelen, en men moet bij het straffen een uitgebreide rationele afweging van de begane daden maken. Op deze manier worden er zo min mogelijk slechte gevolgen opgewekt.
De doodstraf is volgens Jeremy Bentham in elk geval geen optie om te voorkomen dat een misdaad opnieuw begaan wordt. Bentham pleitte voor een straf die in zo’n mate onaangenaam is dat hij de misdadiger beroofd van het genoegen dat voortkwam uit de criminele activiteit. Aangezien de dood dan wel het ontbreken is van alle genoegens, maar belangrijker: ook van alle pijnen, is een efficiënter afschrikmiddel om slechte gevolgen zoals het begaan van een misdaad te voorkomen bijvoorbeeld harde arbeid. Dood is een gemakkelijke uitweg en bovendien misschien niet onaangenaam genoeg om bij de misdadiger het genoegen van zijn daad weg te nemen. Volgens hem wordt de impact van de straf dus niet zozeer bepaald door de strengheid ervan, maar door de duur. Een levenslange opsluiting is dus in hoge mate te verkiezen boven een bloedstollende executie.

Kritische bespreking tweede toonaangevende visie:
Ook in de visie van Jeremy Bentham kan ik mij goed inleven. Ik heb alleen het idee dat Benthams visie slecht tot uitvoering gebracht kan worden. Hij pleitte namelijk voor een straf die in zo’n mate onaangenaam is dat hij de misdadiger beroofd van het genoegen dat voortkwam uit de criminele activiteit. Maar ik vraag mij ernstig af, hoe hij zich voorstelt een straf te bedenken die zwaar genoeg is om de genoegdoening teniet te doen. Hoe bereken je zoiets? Hoe kun je precies formuleren wanneer er meer goede als slechte gevolgen zijn, en wanneer meer geluk als pijn? Hij spreekt hier over subjectieve waarden, en naar mijn mening kan hier nooit een rationele afweging over gemaakt worden. Pijn en geluk is niet herleidbaar tot een simpele optelsom.

Eigen standpunt:
Zoals uit de Kritische besprekingen van de toonaangevende visies is gebleken ben ik het met beide filosofen niet geheel eens. Ik twijfel aan het categorisch imperatief van Kant en aan de gelukscalculus van Bentham. En aangezien deze twee zaken kenmerkend zijn voor die filosofen kan ik niet zeggen dat mijn standpunt betreft de doodstraf in overeenstemming is met hun visies.
Ikzelf denk dat ik mij betreft dit onderwerp het meeste verwant voel met de deugdethiek:
Natuurlijk ben ik het er mee eens dat een misdadiger gestraft moet worden. En het is in hoge mate belangrijk dat de gevolgen van een straf zo veel mogelijk goede gevolgen zijn. Maar zoals men in de deugdethiek gewend is te doen, moet er ook gelet worden op de persoon die de misdaad begaan heeft; zijn karakter motieven en intenties. Er moet een rationele afweging gemaakt worden van alle factoren die een rol hebben gespeeld in de gebeurtenissen. Ik ben tegen de doodstraf omdat wij als mens nooit in staat zijn om alle factoren van een bepaalde situatie te onderscheiden. Als we iets vanuit steeds meer standpunten bekijken zullen we steeds meer te weten komen, maar een compleet objectief beeld zullen we er nooit van krijgen. Bij veel straffen zal blijken dat iemand onterecht bestraft is doordat wij niet alle factoren juist ingeschat hadden. De cijfers liegen er niet om zoals in de inleiding al duidelijk werd: In de Verenigde Staten zijn tussen 1976 en 1999 in totaal 79 personen uit de dodencel vrijgelaten nadat was gebleken dat zij ten onrechte veroordeeld waren tot de doodstraf. In 23 zaken in de 20e eeuw kwam deze vaststelling helaas pas na de executie. Dit is natuurlijk vreselijk, maar er is nog over te praten wanneer een misdadiger niet veroordeeld is tot de doodstraf, de persoon bij wie de straf onterecht is opgelegd, is dan nog in leven en in staat dit leven tot een gelukkig einde te brengen. Bij de doodstraf is dit echter niet het geval: De doodstraf is onomkeerbaar!

REACTIES

D.

D.

wie heeft dit essay over de doodstraf geschreven omdat ik eruit wil citeren.
groet Dirck van Bekkum

18 jaar geleden

S.

S.

hoi rosanne,

mag ik weten wat voor bronnen je hebt gebruikt. Ik moet een essay schrijven over filosofie en vindt de doodstraf wel een interresant onderwerp.

hoor het graag van je

groetjes sandra

19 jaar geleden

S.

S.

Hallo Rosanne,

Onlangs is mij een opdracht gegeven een essay te schrijven over de doodstraf. Nou wil ik aan jou vragen of je me wat adressen of sites kunt mailen waar ik enige informatie kan vinden.

Gr. Sabah

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.