Slangen

Inleiding. Ik ga mijn werkstuk houden over slangen. Ik heb dit onderwerp gekozen, ant ik wist veel over slangen, dus kreeg ik het idee om een werkstuk over te maken.Eerst wou ik over reptielen, maar ik vond weinig informatie over reptielen. Wat is een slang. Een slang is een reptiel. Een reptiel bestaat al miljoenen jaren. Reptielen leven meestal op het land en zijn gewerveld ( ze hebben skeletten met botten en een ruggengraat).Sommige slangen zijn giftig,maar weer sommige niet. Slangen hebben drie algemeen lichaamstypes en lengtes: klein en dun, kort en dik en groot en cilindervormig.dit waren de lichaamstypes en de lengtes. Allerlei soorten en maten. Er zijn bijna 2400 soorten slangen, van de 20 cm lange draadwormslang tot de enorme anaconde (soort slang), die wel 11m lang kan worden en 200 kilo zwaar. Slangen eten alles:mieren, eieren, slakken, en zelfs dieren die zo groot zijn als kaaimannen en gieten.Sommige slangen zijn erg giftig: een beet van een taipan, (een Australische kraagslang), is in 80% van de gevallen, wanneer niet tijdig een behandeling volgt, dodelijk.Een aantal cobra's spugen gif om hun aanvallers te verblinden en de niet-giftige pythons wikkelen zich om hun prooi en verstevigen hun greep tot de prooi geen weerstand meer biedt.
Voedsel zoeken. Alle slangen eten dieren. Sommige besluipen, achtervolgen of wachten hun prooi op. Andere eten ´makkelijk` prooi, zoals eieren van vogels en reptielen (ook die van andere slangen). Een paar soorten eten slakken (die ze uit hun huisje halen), wormen en krabben. Vele, zoals de python en de boa constrictor, doden hun prooi door wurging. De python wentelt zich om zijn slachtoffer heen en verstevigt zijn greep telkens als de prooi uitademt. Uiteindelijk zal de prooi dan stikken. Meer dan de helft van de slangen doodt met gif. Dat gif komt uit sterk ontwikkelde klieren inde bek en wordt via holle, of gegroefde giftanden in het slachtoffer gespoten. Ratelslangen hebben kleine putjes vooraan in hun snuit en veel python en sommige boa's hebben die in hun lipschubben. Ze bevatten sensoren die warmteschommelingen registeren tot op een duizendste van een graad. Zo weet de slang hoe ver zijn de prooi is en zelfs waar dienst hart (het warmste deel van een dier) zit! Een slang kan dus met dodelijke precisie toeslaan. Het kroost. Slangen beginnen te paren in de lente bij gematigd klimaat en et voor het regenseizoen in de tropen. Bij de meeste eierenleggende soorten gaat het wijfje op zoek naar een veilig, warm en licht vochtig plekje (in een rottende boomstam of onder een rots) om eieren te leggen. Als ze de eieren gelegd heeft, bedekt ze die en laat ze verder aan hun lot over. Er zijn echter enkele soorten die bij hun eieren blijven tot dat ze uitkomen. Pythonwijfjes houden hun eieren warm met hun lichaam en bij de cobra's beschermt zowel het mannetje als het wijfje de eieren. Maar als hun jongen eenmaal uitkomen zijn, staan ze er alleen voor. De meeste adders en een groot aantal waterslangen baren volgroeide jongen. Deze ´ levendbarende´ slangen leven doorgaans in een koel
klimaat of een waterrijk milieu. Verdedigingstrucs. De meeste mensen zijn bang van slangen. Voor ons zijn het dodelijke, koelbloedige moordenaars die op allerlei dieren jagen. Maar ze worden zelf ook gejaagd. Ze worden gegeten door vissen, hagedissen, andere slangen, roofdieren, ze vormen de hoofdschotel op het menu van sommige adelaars en ijsvogels) en zoogdieren. Slangen verdedigen zich op verschillende manieren: Ze hebben felle kleuren die waarschuwen dat de eigenaargiftig is. Ongevaarlijke slangen bootsen die kleuren zelf na. Ze begraven zichzelf als er gevaar dreigt. Ze verrassen hun vijand door zichzelf groter te maken. Ze sissen of doen uitvallen met hun lichaam. Of ze blijven roerloos zitten, want veel rovers zien hun prooi pas als die beweegt.