Farao's

Inleiding In mijn werkstuk ga ik vertellen over farao’s. Ik heb genoeg informatie gevonden om een compleet werkstuk te maken. Ik heb mijn informatie vooral gevonden op internet en in de bieb zie Bronvermelding. Waarom ik voor dit onderwerp gekozen heb: Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik graag meer te weten wil komen over Farao’s. En omdat het onderwerp mij best veel interesseert, en omdat er best veel informatie over farao’s is te vinden. Mijn hoofdvraag die ik ga onderzoeken is: Wat waren farao’s? Mijn deelvragen zijn: 1 Wie was Cleopatra? 2 Wat hadden de Egyptenaren voor een geloof? 3 Hoe zag het schrift van de Egyptenaren eruit? 4 Wat waren piramides ? op deze vragen hoop ik een redelijk antwoord te kunnen geven. Veel plezier met het lezen van mijn werkstuk. Hoofdvraag: Wat waren Farao's? Wat waren farao’s? Farao`s waren de koningen van Egypte. Farao’s waren erg machtig ze hadden de macht over Egypte. Een farao nam belangrijke beslissingen, bijvoorbeeld belangrijke beslissingen over oorlog of over vrede. De farao’s maakten van Egypte een rijk en machtig land. De farao leefde apart van de gewone mensen in een groot paleis. Het woord farao betekent in het Egyptisch grootste huis. Alles wat de farao gebruikte werd speciaal voor hem gemaakt, de wil van de farao was de wet, de farao was de baas over het leger, handel, rechters, godsdienst enzovoort. Alles en iedereen in Egypte was van hem. Een farao kon doen en laten wat hij wou, hij mocht bijvoorbeeld als enige de doodstraf opleggen. Een farao was te herkennen aan de afbeelding van een giftige slang op zijn voorhoofd dat was het teken van de machtige cobragodin Wadjet. De Egyptenaren geloofden dat de slang de farao kon beschermen en vuur zou spuwen naar zijn tegenstanders. De farao had verder een valse baard,die droegen de allereerste farao’s ook, dat hoorde er gewoon bij,ook droegen de farao's een stierenstaart,dit was een teken van macht en vruchtbaarheid. De farao had meerdere vrouwen,maar één vrouw was de Grote Koninklijke Vrouw of Grootste Vorstelijke Vrouw. Haar zoon werd de opvolger van de farao, en dus ook de heerser over Egypte. De Egyptenaren geloofden dat de wereld werd beheerst door goden, en dat de wereld was ingericht volgens de wil van goden, en dat zij moesten zorgen dat alles bij het oude bleef, het volk geloofde ook dat de farao macht had over het weer. Als er een farao stierf dachten de mensen dat zijn geest in Egypte bleef en zijn kracht over het land verspreidde. De vrouw van de farao was ook erg belangrijk, maar slechts enkele vrouwen kwamen ooit aan de macht. Maar de vrouwen van de farao’s werden wel als goddelijk beschouwd. Hatshepsoet was de enige vrouwelijke farao. Vrouwen konden land bezitten maar bemoeiden zich niet met staatszaken. Ik noem een aantal godinnen en goden: Anoekis: Godin van de jaarlijkse Nijl-overstromingen, waar ook haar hoge kroon van riet op wijst, komt oorspronkelijk uit Nubië. Samen met Chnoem en Satet vormde ze de beschermde godenfamilie van de

Nijl-cataract. Ze gold ook als heerseres van het zuidelijke grensgebied. Amaoenet: Amaoenet was de vrouw van de god Amon,samen vormden ze een godenpaar. Amaoenet, dat 'de verborgene' betekend werd voor het eerst genoemd in de zogenaamde Piramideteksten. Later in het Nieuwe Rijk werd ze samen met haar partner Amon in de tempels van Karnak vereerd. In Hermopolis werd ze ook gezien als schepper van de aarde samen met Amon; daarom gold ze ook als oergodin. Heket: De godin met de kikkerkop was een van de beschermsters van de zwangerschap en de geboorte. Ze stond in verbinding met Chnoem en Osiris en was verantwoordelijk voor de schepping en regeneratie van alle levende wezens. In de piramideteksten hielp ze de koning op zijn reis langs de hemel,als vrouw van Chnoem, die op zijn draaischijf zijn eerste mensen maakte, schonk ze het leven aan de beeldjes die hij maakte. Edjo: De cobragodin uit de delta werd vooral in Buto vereerd. Edjo had de verschijningsvorm van een slang of vrouw met de rode kroon van Neder-Egypte. Ze werd afgebeeld als de 'ureaus-cobra' die de farao op zijn voorhoofd droeg en wier dreigende houding de koning tegen zijn vijanden moest beschermen. Apophis: Apophis was de god van de duisternis en donkere krachten ten tijden van Aton en heeft de verschijningsvorm van een reusachtige slangendemon. Volgens de mythe valt Apophis elke ochtend en avond de zon aan waardoor de lucht rood kleurt,telkens probeert hij de vaart van de zon te verminderen maar telkens wordt hij overwonnen door Seth met zijn magische krachten. Vaak werd Apophis vergeleken met Seth, de vijand van de goden en de heerser van de vernietigende krachten. Sobek: Deze god werd als krokodil of in de klassieke mengvorm met krokodillenkop vereerd. Tot de belangrijkste cultusplaatsen behoorde sinds het Middenrijk het oude Sjedet (Crocodilopolis) in de Fayoum en in de Grieks-Romeinse tijd Kom Ombo in
Boven-Egypte. Overeenkomstig zijn levensruimte gold Sobek als vruchtbaarheidsgod en het water en werd hij ook als oer-scheppergod vereerd. Deelvraag 1: Wie was Cleopatra? Wie was Cleopatra? Zij was de bekendste Egyptische koningin. Cleopatra was de dochter van Ptolemaeus. De familie kwam oorspronkelijk uit Macedonië, in 51 v. Chr. overleed haar vader. Zij had nog drie zussen: Cleopatra VI, Berenice IV, en Arsinoë IV en ze had ook nog twee broers: Ptolemaeus XIII en Ptolemaeus XIV. Cleopatra sprak negen talen een paar voorbeelden daarvan zijn: Egyptisch, Arabisch, Hebreeuws, Grieks enzovoort. Ze was bijzonder intelligent, zeer beschaafd, had kennis van literatuur, wiskunde, astronomie, en geneeskunde. Cleopatra trouwde op haar 18e met haar broertje Ptolemaeus XIII dat moest volgens hun Ptolemeïsche traditie. Ze bestijgt de troon nadat ze getrouwd was en ze bleef twintig jaar aan de macht. Ze sprak Egyptisch en liet zich als de nieuwe Isis-godin aanbidden. Zij werd uiteindelijk de meest charmante godin genoemd, en sommige mensen noemden de zevende koningin van Egypte, bijgenaamd "koningin van de koningen". Cleopatra is rond 69 jaar voor Christus geboren, in het stadje Ra- Kadet. Haar vader, Ptolemaeus de twaalfde, was farao van Egypte. De jonge Cleopatra heeft haar jeugd in het koninklijke vrouwenverblijf doorgebracht. Op de middelbare school heeft ze als een beschaafde leerling leren tekenen, de zevensnarige lier bespelen en leren zingen. Ze heeft ook veel lichamelijke opvoeding geleerd. Ook kan Cleopatra heel goed paardrijden. In 51 jaar voor Christus gaat haar vader Ptolemaeus de twaalfde dood. In 50 en 49 jaar voor Christus brak er hongersnood uit in de stad van Cleopatra, en de boeren in de stad braken in opstand uit. Omdat een groot deel van de oogst aan Rome wordt gegeven, zijn de boeren heel boos. In het begin van 48 jaar voor Christus wordt de situatie zo dreigend, dat Cleopatra moet vluchten uit haar land,ze gaat dan naar Syrië, ze richt daar een leger op en met Cleopatra aan het hoofd gaan ze op weg naar het eigen land. Onderweg wordt Cleopatra tegengehouden door de troepen van de jonge koning, haar broertje. De beide legers zouden gaan vechten als zij niet werden tegen gehouden door Pompeius. Pompeius was net verslagen door de troepen van Julius Caesar in Griekenland. Julius Caesar was de leider van de Romeinen. Vlak daarna vielen Caesar en zijn troepen ook de stad binnen en wist deze te veroveren. Cleopatra voelt dat haar macht minder wordt en bedenkt een list,ze laat zich in de haven in een stuk Julius Caesar tapijt rollen, dat bestemd is voor het paleis van Caesar. De rol tapijt wordt voor de ogen van Caesar uitgerold, waarna Cleopatra verschijnt. Caesar blijkt dit heel origineel te vinden en Cleopatra heeft zijn hart gestolen. Caesar en Cleopatra worden minnaars,Cleopatra krijgt op deze manier de macht over haar land terug. 27 maart, 47 jaar voor Christus wordt Julius Caesar Cleopatra’s man. Cleopatra is 21 jaar als ze de minnares van Caesar, dan 54 jaar, wordt. Caesar wordt haar beschermer en erkent haar als koningin van Egypte. Cleopatra raakt tijdens een cruisetocht op de Nijl zwanger van hem. Ze schenkt hem een zoon op 23 juni in 47 v. Chr, Caesarion, ook wel genoemd "de kleine Caesar" of "Ptolemaeus XV Caesarion Horus") zoon van Cleopatra-Isis en Caesar-Amon. Caesar had al een (geadopteerd) kind, Octavianus. De macht van Caesar wordt steeds groter en hij benoemt zichzelf tot Dictator en Censor. Op 15 maart 44 v. Chr. maakt hij zich op om van de Senaat de titel van Koning (met Cleopatra als Koningin) te krijgen, als hij plotseling wordt vermoord. Cleopatra verlaat dan snel Rome en vertrekt naar Alexandrië. Cleopatra is overleden door een beet van een adder. Deelvraag 2: Wat hadden de Egyptenaren voor een geloof? Wat hadden de Egyptenaren voor een geloof? De Egyptenaren aanbaden een groot aantal goden en godinnen, die in verschillende vormen voorkwamen. De gelovige mensen uit Egypte bouwden reusachtige tempels voor hun goden en geloofden dat de goden er in zouden gaan wonen. Elke dag werd een beeld van een god of Godin aangekleed en ontving eten en drinken. Vanaf 1600 v.C. tot 1938 v.C. geloofden de Egyptenaren dat iedereen na zijn dood bleef voortleven. Als iemand dood ging, werd het lichaam naar de werkplaats van de balsemers gebracht. De balsemers haalden de organen, hart en hersenen uit het lijk en stopte er speciale specerijen, kruiden, oliën en reukstoffen. Daarna strooiden ze er zout over, om het te consumeren, dus dat ze het goed konden bewaren. Daarna werd het lichaam ingepakt in linnen. Na zeventig dagen werd de begrafenis gehouden. De Egyptenaren geloofden dat de ziel van de overledene tijdens de plechtigheid de rivier van de dood zou oversteken, naar het dodenrijk. Als er een belangrijk iemand was overleden, werd hij gemummificeerd en werd het lichaam in een mooi versierde kist gelegd. Bijvoorbeeld farao’s en politieke leiders werden dan in speciaal voor hun gegraven graven begraven. Zulke graven waren in het oude rijk de grote stenen piramides. Piramides werden vaak al gemaakt voor een farao als de farao zelf nog heel jong was, omdat zo’n enorm gebouw maken in die tijd vele jaren in beslag nam,binnenin de piramides werden veel van de kostbare bezittingen van de Farao’s gelegd, zodat hij ze zou kunnen terug krijgen als hij weer was herleefd. Sommige dieren waren ook belangrijk voor hun. De mensen dachten dat dieren de boodschappers van de goden waren en veel dieren waaronder kalveren, krokodillen en katten, werden gemummificeerd. Ze werden gemummificeerd en in gepleisterde stenen of houten doodskisten gedaan. Er zijn ooit eens duizenden kattenmumies gevonden in een groot aantal graven. Deelvraag 3: Hoe zag het schrift van de Egyptenaren eruit? De Egyptenaren gebruikten schrifttekens die hiërogliefen worden genoemd. Dit schrift bestaat uit ongeveer 750 tekens waaronder afbeeldingen van mensen, voorwerpen en planten. De laatste priesters die zo schreven stierven rond 400 na Christus en na hun dood was er niemand meer die hiërogliefen kon lezen. Hiërogliefen kunnen van links naar rechts van rechts naar links en van boven naar beneden kunnen geschreven. De naam hiëroglief komt van de Griekse woorden hieros ( heilig) en gluphein (inkerven). Het schrift heeft die naam gekregen omdat het meestal gaat om teksten op muren van tempels, graven, paleizen en op beelden. Als een persoon in de tekst afgebeeld is met het gezicht naar links gericht, dan betekent dit dat je de tekst van links naar rechts moet lezen. Zo ook omgekeerd; is een persoon met zijn gezicht naar rechts gericht dan moet je van rechts naar links lezen. Een teken kan staan voor een bepaald geluid of voor een bepaalde naam. Ieder tekeningetje kon ook staan voor een woord. Dus als je een vogel tekende, bedoelde je ook vogel. Getallen
Er waren maar zeven cijfertekens, dus om 999 te schrijven was je wel even bezig

De nul, vermenigvuldigen en delen kenden de Egyptenaren niet. Om te vermenigvuldigen schreven ze het getal net zo vaak op als ze het nodig hadden en dat telden ze het bij elkaar op. De stengels van papyrusplanten werden in repen gesneden om er vellen van te maken waarop men kon schrijven, van de vellen werd een rol gemaakt. Voor zijn pen sneed een schrijver een rietstengel af, hij doopte de pen in water, ging ermee langs een blokje pigment en begon te schrijven. Later maakten schrijvers met een insnede een soort punt aan de rietstengel. Het zwarte pigment werd het meest gebruikt en voor koppen en data werd meestal rode inkt gebruikt. Men schreef meestal staande of in kleermakerszit gezeten op een matje, met een pen
klaar voor gebruik achter het oor. Er zijn drie verschillende soorten schrift namelijk hiërogliefenschrift, hieratischschrift, en het demotischschrift. Deelvraag 4: Wat zijn Piramides? Elke piramide is een graftombe, gebouwd door een farao, een koning uit die tijd. Het diende voor als laatste rustplaats voor zijn lichaam. De piramide moest de dode farao helpen met eeuwige leven na de dood. Bij de bouw van een piramide waren ongeveer 200.000 mensen betrokken. Elk blok steen woog ongeveer evenveel als een mannetjesnijlpaard. De arbeiders gebruikten gladde ronde balken, besmeurd met dunne modder om het gesmeerd te laten verlopen, zo rolden ze de stenen dwars door de woestijn. Op een kleine afstand van de piramides werden dorpjes en velden aangelegd om de piramides van noodzakelijke dagelijkse producten te voorzien een paar voorbeelden daarvan zijn voedsel, potten, en bouwmateriaal. De binnenkant van een piramide was van kalksteen uit steengroeven. De drie belangrijkste typen van piramides zijn de trappiramide, de knikpiramide en de rechte piramide. Niemand weet precies waarom ze voor de piramidevorm gekozen hebben, het is wel een stevige vorm en een vorm die lang mee kan gaan. De piramide moest het lichaam van de koning voor eeuwig beschermen. De afmetingen van piramides zijn zeer nauwkeurig berekent. De stenen aan de buitenkant van de piramide passen zo goed op elkaar dat er niet eens een haar tussen kan. In de woestijn staan zelfs vandaag nog vele oude Egyptische monumenten in steen. Hoewel de piramides door vocht, wind, zandstormen en toeristen beschadigt zijn, kunnen ze ons nog wel een goed beeld geven van de geschiedenis van de Piramides. Graftombes hadden valse deuren, versiert met gebeden en namen van de afgestorven. Voor de levenden waren dit heilige plaatsen, waar ze offergaven voor de doden achter konden laten. De basis van een piramide was een vierkant, de vier zijden waren precies even lang. Eerst bouwden de arbeiders de kern, daarna sleepten ze de blokken voor de buitenkant aan. Ze werkten van boven naar beneden. Conclusie Door dit werkstuk te maken ben ik echt veel meer over farao’s te weten gekomen. Nu weet ik wat het zijn, wat ze deden, hoe ze eruit zagen, en nog veel meer. Ik vond het ook een leuke opdracht omdat ik er veel van over te weten ben gekomen en ik vond het leuk om in de boeken van de bibliotheek te lezen over dit onderwerp. Ik heb dit onderwerp altijd al leuk gevonden, maar ik wist er weinig van af, daarom heb ik ook mijn werkstuk over dit onderwerp gedaan. Ik heb veel voor dit werkstuk moeten doen, maar dat was zeker de moeite waard. Conclusie Hoofdvraag + deelvragen Mijn hoofdvraag was: Wat waren farao’s? De Farao’s waren goden van Egypte, voor de Egyptenaren waren ze koningen. Ze dachten dat als de goden er niet waren, Egypte in een chaos zou veranderen. Een farao nam belangrijke beslissingen, bijvoorbeeld belangrijke beslissingen over oorlog of over vrede. Alles wat farao’s gebruikten werd speciaal voor hun gemaakt. Cleopatra was de bekendste Egyptische koningin,Cleopatra sprak negen talen een paar voorbeelden daarvan zijn: Egyptisch, Arabisch, Hebreeuws, Grieks enzovoort. Ze was bijzonder intelligent, zeer beschaafd, had kennis van literatuur, wiskunde, astronomie, en geneeskunde. Cleopatra word verliefd op Julius Caesar, Julius Caesar was de leider van de Romeinen. 27 maart, 47 jaar voor Christus wordt Julius Caesar Cleopatra’s man. De Egyptenaren geloofden in Goden en Godinnen, en èèn daarvan was Cleopatra. De Egyptenaren aanbaden de goden en godinnen, er werden beelden van de Goden en Godinnen gemaakt en die werden elke dag aangekleed en ze ontvingen elke dag eten en drinken. Er werden ook piramides voor d goden en Godinnen gemaakt, die werden al gemaakt toen de goden en godinnen zelf nog heel klein waren. Want de bouw van een piramide duurde heel erg lang. Als de Egyptenaren gingen schrijven gebruikten ze schrifttekens, en die schrifttekens worden Hiërogliefen genoemd. Dit schrift bestaat uit ongeveer 750 tekens, de naam hiëroglief komt van de Griekse woorden hieros (heilig) en gluphein (inkerven). Een teken kan staan voor een bepaald geluid of voor een bepaalde naam. Ieder tekeningetje kon ook staan voor een woord. Als een farao dood gegaan was, werd hij naar een piramide gebracht, de piramide moest de dode farao helpen met eeuwige leven na de dood. Het diende voor als laatste rustplaats voor zijn lichaam. Bij de bouw van een piramide waren ongeveer 200.000 mensen betrokken, het zijn enorme driehoekige gebouwen waar ook de sieraden en juwelen van de farao inlagen.