Nazi-Duitsland

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 6306 woorden
  • 9 maart 2003
  • 85 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
85 keer beoordeeld

Nationaal-socialistische opvoeding op school. Op scholen werden alle leraren gewantrouwd door de nazi’s. Leraren die hun eigen mening gaven werden al snel verdacht. Het was zelfs zo dat na 1933 alle leraren die zogenaamd “onbetrouwbaar” waren meteen werden ontslagen en natuurlijk kwamen er leraren voor in de plaats die trouwe partijgenoten waren van de nazi’s. maar na een tijdje waren de leerlingen zo veranderd dat ze de leraren in de gaten gingen houden en als er iets gebeurde wat niet aan de nazi denkbeelden voldeed dan wezen ze hun leraar daar zelf op terecht. Er waren zelf kinderen die zonder pardon hun leraren en zelf hun ouders aangaven aan de politie. De lessen werden na een tijdje zelfs zo volgens de nazi denkbeelden gegeven dat er tijdens geschiedenis verteld werd dat het lot van Duitsland werd bepaald door grote mannen en veldslagen het “lebensraum”. En bij biologie werd er verteld waaraan de rassen en erf leer van de nazi’s aan moest voldoen. Ook werden er bij rekenen alleen nog maar sommen gegeven waarbij vliegafstanden en bommenwerpers in voor kwamen. Het werd zelf zo gek dat in 1934 de Hitlergroet verplicht werd voor de leerlingen en de leraren, zowel binnen als buiten school. In Duitsland was zaterdag een normale schooldag, maar dat werd voortaan het “Staatsjugendtag”, dat wil zeggen dat het i.p.v. een schooldag, een dag werd dat de jongeren dienst hadden bij de HJ. De kinderen die echter nog niet lid waren van de HJ wel gewoon school hadden op zaterdag en dan werden de nationaal-socialistische denkbeelden behandeld. Maar in het begin konden niet alle leraren in een keer vervangen worden en soms waren er leraren die het niet zo direct zeiden maar het langzaam lieten doorschemeren zodat ze geen argwaan zouden trekken. Toch was er duidelijk verschil tussen het platteland en de stad. Aantal werklozen in Duitsland 1929 – 1939 (bron A, blz. 21, info) Jaar Absolutte aantal (in duizenden) Indexcijfers
1929 1891 100

1930 3076 163
1931 4519 239
1932 5575 295
1933 4804 254
1934 2718 144
1935 2151 114
1936 1593 84
1937 912 48
1938 429 23
1939 284 15 Nationaal-socialistische opvoeding in de jeugdbeweging. Vanaf het begin wilde Hitler dat de jongeren en hun omgeving onder controle werden gehouden. Daarom werd de Hitlerjugend opgericht, dat was ook voor een deel omdat ze de kinderen thuis niet konden controleren, om de kinderen buiten de ouders om tot trouwe nationaal-socialistische volgelingen te maken. Ze maakte er volgelingen van die later in het leger zouden komen en zichzelf zouden willen opofferen voor hun vaderland. Vanaf 1935 was er ook een soort jeugdpolitie (genaamd de Streifendienst) deze politie hield nauwlettend in de gaten wat de jongeren en kinderen in hun vrije tijd deden. De jongeren moesten in hun vrije tijd zoveel mogelijk bij de HJ komen, zodat de greep op hen optimaal was. In de HJ was het, zoals bij vele jeugdorganisaties, heel belangrijk dat de kinderen elkaar leiding konden geven. Maar de HJ was toch in vele opzichten heel anders dan andere jeugdorganisaties, de HJ was veel strakker georganiseerd en dingen die er spontaan gedaan werden kwam je er haast niet tegen. Het hoofd van de HJ werd ook wel “Reichsjugendführer”, degene die deze functie had controleerde de HJ in het hele land. Leeftijd afdeling
Jongens 10 tot 14 jaar Het Deutches Jungvolk

Jongens 14 tot 18 jaar De eigenlijk HJ
Meisjes 10 tot 14 jaar De Jungmädel
Meisjes 14 tot 18 jaar De Bund Deutscher Mädel Jongens in het Jungvolk en in de HJ Jongens van 10 tot 14 die lid waren van het Deutsches Jungvolk werden ook wel “Pimpf” genoemd. Iedereen maakte reclame hier voor en meestal waren hele klassen er al lid van. Als je een “Pimpf” was dan deed je dienst als een soldaat en moest je dingen doen zoals marcheren, militaire veldspelen en dat soort dingen, verder deed je nog vel meer andere dingen die je opgedragen werden. Als je besloten had je echt voor je land te geven moest je eerst een soort van “Pimpfenprobe” doen, dat was een soort examen. Om hiervoor te slagen moest je sportief zijn, maar ook moest je het lied van de HJ en het “Horst-Wessel-Lied” kennen. Als je hier voor geslaagd was dan kreeg je het begeerde mes met daarop geschreven: “Mijn eer heet trouw”. Als je 14 was mocht je overstappen naar de HJ, steeds meer jongens deden mee omdat de druk om er bij te horen steeds groter werd, het was zelfs zo dat het in 1939 verplicht was om lid te zijn. Veel jongens hadden het gevoel dat ze onmisbaar waren en het was voor hun dan ook een grote eer als ze andere jongens bevelen mochten geven en natuurlijk hielden ze allemaal van de sfeer van het avontuur en de kameraadschap. Als je heel erg goed was kon het zelfs gebeuren dat je een hogere rang kreeg toegewezen. Meisjes in de Jungmädel en de BDM. Meisjes van 10 tot 14 jaar waren lid van de Jungmädel, daarna ging je vanaf je 14 tot je 18 bij de BDM (Bund Deutscher Mädel). Ook voor de meisjes hadden de nazi’s duidelijk dingen uitgedacht, allereerst wilden ze natuurlijk ook de meisjes tot trouwe nationaal-socialistische volgelingen maken, ook ben hen werd dat gedaan door middel door de Jungmädel en de BDM op te richten en ze voortdurend bezig te houden. Vroeger werden de vrouwen als tweederangs burgers beschouwd. Ook dacht iedereen dat vrouwen niet goed waren in sporten, de nazi’s dachten hier eigenlijk niet echt anders over. Toch organiseerde ook voor de vrouwen speciale dagen en mochten ze bijvoorbeeld mee doen met de boswandelingen, marcheren, kampen, spelletjes, sport en ook samen zingen. Veel meisjes deden hier graag aan mee, ook omdat ze dan onder de druk van hun ouders vandaan konden komen. En ook tegen de meisjes werd gezegd dat Hitler op hen wilden kunnen rekenen. Ook moesten de meisjes sterk, zelfbewust en zelfstandig zijn, maar dan wel zo als de nazi’s hadden voorgeschreven. Tegen de meisjes werd gezegd dat ze niet met joden en dat soort volkeren mochten aanpalmen en geen sex voor het huwelijk mochten hebben, maar na het huwelijk meteen zo veel mogelijk kinderen baren. Toen de oorlog dichterbij kwam moesten de meisjes veel extra werk verrichten, bijvoorbeeld op het platteland en in de gezinszorg. Ook werden er na 1938 meisjes opgeleid om te kunnen helpen aan het luchtafweergeschut. Het verschil in opvoeding tussen jongens en meisjes. Wat de opvoeding betreft werd er duidelijk verschil gemaakt tussen jongens en meisjes. Volgens de nazi’s moesten de jongens en meisjes op verschillende manieren worden opgevoed. Meisjes moesten bijvoorbeeld volgens de nazi’s een dienende en verzorgende rol als huisvrouw aan kunnen en ook moesten ze vooral mooi zijn en zich onderschikken aan de mannen. En het belangrijkste was, volgens de nazi denkbeelden, dat ze zich moesten voorbereiden op de rol van het moederschap. De jongens moesten volgens de nazi denkbeelden vooral dappere strijders zijn en zouden volgens de nazi’s de wereld gaan veroveren. De jongens moesten vooral moedig, hard, gedisciplineerd en meedogenloos zijn en ze moesten natuurlijk bereid zijn om zich op te offeren voor hun volk en vaderland. Ook op de HJ werd er een groot verschil gemaakt tussen jongens en meisjes, ze hadden bijvoorbeeld aparte afdelingen en hadden verder weinig tot niks met elkaar te maken. De meisjes kregen sowieso al minder aandacht dan de jongens de nazi’s vonden dat ze vooral belangrijk waren voor het baren van kinderen, want hoe meer kinderen een vrouw aan de Führer kon schenken hoe beter. Het liefst wilde ze natuurlijk jongens, omdat die later soldaten konden worden. De nazi’s maakte dit ook wat aantrekkelijker door er clubjes voor op te richten, de BDM (Bund Deutscher Mädel) en de Jungmädel (zie meer nationaal-socialistische opvoeding in de jeugdbeweging). Verzet van jongeren tegen de nationaal-socialistische opvoeding. De HJ had ook een eigen soort onderwijs, de HJ-Heimabend, tijdens deze lessen bestede men veel aandacht aan de denkbeelden van de nazi’s. Na een tijdje gingen steeds meer kinderen denken dat hun volk superieur was. Ook gingen steeds meer kinderen geloven dat hun sterke volk zou overleven en dat de zwakkere rassen, zoals joden, zigeuners, homosexuelen, gehandicapten en andere bevolkingsgroepen, die volgens hun denkbeelden bij de zwakke volkeren hoorden, geen recht hadden om te leven. En natuurlijk werd er uit het boek “mein kampf” gelezen, dit boek is geschreven door Hitler. Toch waren er kinderen die probeerden weg te blijven tijdens deze lessen omdat ze het maar saai vonden. Ook was er in die tijd een groep genaamd de “Swing-Jugend”, dit waren jongeren die zich probeerden te verzetten tegen de HJ en alle politieke toestand daarom heen. Deze jongeren hadden een eigen manier van kleden; ze kleden zich volgens de Engelse mode, hadden lang haar en luisterden naar Amerikaanse muziek, hierdoor onttrokken ze zich aan de controle van de HJ. Het was echter maar een kleine groep die politiek verzet pleegde, de bekenste verzet groep was “Die WeiBe Rose” die geleid werd door twee studenten; Hans en Sophie Scholl. Zij riepen via pamfletten het volk op om Hitler ten val te brengen. Vele studenten, die zich bij hun hadden aangesloten, hebben hun leven hiervoor moeten geven. Ook was er nog een groep genaamd; “EdelweiBpiraten”, dit waren jongeren uit Keulen die vanaf 1942 actief verzet pleegden. Deze jongeren hadden een speciale “EdelweiBbloem” op hun kleding en zongen liedjes tegen de HJ. In 1944 waren enkele van hun erin geslaagd om aan wapens te komen en voerden aanslagen uit. De geheime politie (de Gestapo) zat ook voortdurend achter deze groepen aan.
De rol van Duitse jongeren in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog werd alles wat ze op de HJ hadden geleerd serieus en moesten ze alles beheersen om in de praktijk te kunnen gebruiken. De jongens en soms ook de meisjes werden zo ingezet om de legen plekken in het leger op te vullen. Deze kinderen werden ook gebruikt om te helpen de oorlogsmachinerie draaiend te houden en de oorlog te verlengen. Ook waren heel veel jongens bang dat de oorlog al voorbij zou zijn eer dat zij hadden laten zien wat ze voor hun vaderland over hadden. Er waren zelf kinderen die in de oorlog mee hielpen om de luchtaanvallen tegen te gaan en werden daarbij vaak zelf neergeschoten. Deze kinderen wilden zelf zo graag helpen dat ze probeerden om te liegen over hun leeftijd zodat ze hun land meteen konden gaan helpen. Ook gebeurde het dat deze jongens werden ingezet om ontsnapt mensen uit de concentratie kampen op te sporen, om ze vervolgens te mogen executeren. In 1941 werd er een beslissing genomen dat de kinderen uit de grote steden beter naar het platteland konden trekken, omdat dat veiliger voor hen was. Bronnen over de HJ Bericht: Todesfälle in der HJ, 1939
Todesfälle in der HJ (bis 1939) Der Jugendführer des Deutschen Reichs Berlin W.35, am 4. 9. 1939
Kurfürstenstr. 53
Geheim 2/39
Unfallstatistik
Von den 649 Todesfällen der Hitler-Jugend entfallen auf die verschiedenen Unfallarten: Anzahl in Prozent
Tod durch Ertrinken 139 21
Tod durch Verkehrsunfall 257 40
Tod durch Sportunfall 43 6,6
Tod beim Geländespiel 14 2,2
Tod durch Erkältung 35 5,5
Tod durch Schußwaffe 27 4 An die Chefs der Ämter und Führer der Gebiete sowie Führerinnen der Obergaue: Die vorstehende Unfallstatistik umfaßt die Todesfälle, die sich in der Zeit vom 1. 4. 1933 - 1. 8. 1939 in der HJ ereignet haben und in einem ursächlichen Zusammenhang mit dem HJ-Dienst stehen. Ich bitte, besonders auf die hohe Zahl der Verkehrsunfälle zu achten. Hierbei ist allerdings zu bemerken, daß die Schuld in diesen Fällen nicht bei den HJ-Dienststellen lag. Trotzdem muß durch Belehrung der Jugend versucht werden, diese Zahlen, die durch den Leichtsinn einzelner bedingt sind, zu drücken. Schirach
Quelle: Bundesarchiv Koblenz, NS 28/30, Bl. 1

Bovenstaand artikel geeft aan, dat mensen niet telden, alleen het doel; kort samengevat had de HJ absoluut geen schuld aan deze ongevallen, maar het aantal doden, met name door verkeersongevallen moest worden verlaagd. De leerlingen kregen extra lessen om hierop attent te worden gemaakt. Die Hitler-Jugend (HJ) Die Hitler-Jugend (HJ) wurde auf dem 2. Reichsparteitag der Nationalsozialistischen Deutschen Arbeiterpartei (NSDAP) vom 3./4. Juli 1926 in Weimar als nationalsozialistische Jugendbewegung gegründet. Gegenüber anderen politischen oder konfessionellen Jugendorganisationen blieb die HJ während der Weimarer Republik eher unbedeutend. Nach der nationalsozialistischen Machtübernahme 1933 wandelte sich die HJ durch das Verbot sämtlicher konkurrierender Jugendverbände von einer Parteijugend zur Staatsjugend. Die anfangs noch formell freiwillige Mitgliedschaft wurde am 1. Dezember 1936 durch das "Gesetz über die Hitler-Jugend" und am 25. März 1939 durch die Einführung der "Jugenddienstpflicht” zur Zwangsmitgliedschaft. Die Zahl der HJ-Mitglieder stieg von rund 100.000 im Jahr 1932 auf 8,7 Millionen 1939. Nach Einführung der Zwangsmitgliedschaft waren nahezu alle Jugendlichen Mitglied der HJ. Die uniformiert auftretende und militärisch organisierte HJ, in der das Prinzip "Jugend wird von Jugend geführt” weitgehend verwirklicht wurde, gliederte sich nach Altersgruppen und Geschlecht: Das Deutsche Jungvolk (DJ) erfaßte die 10- bis 14jährigen Jungen, die eigentliche HJ die 14- bis 18jährigen Jungen. In gleicher Weise waren die zur HJ gehörenden Mädchenverbände in Jungmädelbund (JM) und Bund Deutscher Mädel (BDM) gegliedert. Hinzu kam 1938 das BDM-Werk "Glaube und Schönheit" für die 17- bis 21jährigen Frauen, die - auf freiwilliger Basis - auf ihre Rolle als Hausfrau und Mutter vorbereitet wurden. An Vorabenden des Geburtstags des "Führers" Adolf Hitler sowie auf Reichsparteitagen wurden die in das Deutsche Jungvolk und den Jungmädelbund eintretenden "Pimpfe" und "Jungmädel" ebenso feierlich verpflichtet wie die in die HJ und den BDM überführten 14jährigen Jungen und Mädel; die über 18jährigen HJ-Mitglieder wurden feierlich in die NSDAP aufgenommen und öffentlich vereidigt. Organisatorisch war die HJ seit dem 1. Mai 1931 der Obersten Führung der Sturmabteilung (SA) unterstellt. Nach dem Verbot der SA vom April 1932 arbeitete die - als SA-Gliederung ebenfalls - verbotene HJ als "Nationalsozialistische Jugendbewegung" weiter. Mit Ernennung Baldur von Schirachs zum Reichsjugendführer und Amtsleiter der NSDAP wurde die HJ der NSDAP angegliedert. Als Schirach 1940 zum Reichsstatthalter und Gauleiter in Wien ernannt wurde, ging die Führung der HJ auf Schirachs bisherigen Stellvertreter Arthur Axmann über. Feierliche Aufzüge, Propagandamärsche und Paraden, Fahrten, "Geländespiele" und geselliges Lagerleben machten die HJ für viele Jugendliche attraktiv. Wesentlicher Bestandteil des HJ-Diensts war der sogenannte Heimabend, an dem sich einmal wöchentlich kleinere HJ-Ortsgruppen trafen, um Aktivitäten vorzubereiten. Zu den Heimabenden zählte das gemeinsame Hören von propagandistischen Radiosendungen, die speziell für die Jugend produziert wurden. Über die HJ erfolgte nicht nur die Vermittlung der NS-Ideologie mit ihrem Wertesystem von Gefolgschaftstreue, Kameradschaft, Pflichterfüllung und Willensstärke, sondern mit der Betonung der körperlichen Leistungsfähigkeit und ihrer paramilitärischen Ausbildung diente die HJ immer stärker der Rekrutierung von Soldaten. Zum HJ-Dienst kamen während des Zweiten Weltkriegs verstärkt Aufräumaktionen, Luftschutzdienst und Sammelaktionen für Kleider, Altmetall oder für das Winterhilfswerk (WHW) hinzu. Die HJ war auch an der Organisation der Kinderlandverschickung (KLV) wesentlich beteiligt. Der Zwangscharakter und die immer deutlicher hervortretende Militarisierung des HJ-Diensts schufen vor allem während des Kriegs ein wachsendes Potential an Jugendopposition. Pimpfe 1938: Endlich waren wir zehn Jahre alt und durften (mußten) in die Hitlerjugend, besser in das Jungvolk - das waren die 12-14jährigen - eintreten. Wir waren ”Pimpfe”, wie man damals, oft ein wenig abfällig, sagte. In unseren tollen Uniformen hingegen fühlten wir uns selbst schon richtig männlich. An Wochenenden und Mittwochs nachmittags befahl man uns zum Dienst. Man drillte uns in allem, was hart machte wie Kruppstahl, flink wie Windhunde und zäh wie Leder. Sportliche Ertüchtigung, Findigkeit in Geländemärschen mit Tarnungs- und Orientierungsübungen. Überlebenstraining, Schießen, Werfen mit Handgranaten und Erste-Hilfeleistungen sowie Mutproben aller Art forderten den jugendlichen Ehrgeiz, um einen kriegstüchtigen Nachwuchs heranzuziehen. In Ferienlagern wurde das Gemeinschaftsleben im soldatischen Sinne vorgeführt und die Jungen gleichzeitig dem Elternhaus entwöhnt. Man gab ihnen so das Gefühl, dem Vaterland und vor allem dem ”Führer” zu dienen, und eben das war das Höchste und Erstrebenswerteste für einen Hitlerjungen. Etwas anderes haben wir damals weder gelernt noch erfahren. Mit dem Ausbruch des 2. Weltkrieges, September 1939, bekam das alles einen aktuellen Sinn für uns. Wir waren eine gut funktionierende, befehlsgewohnte und gehorsame ”Truppe”, die es kaum erwarten konnte, für Führer, Volk und Vaterland zu kämpfen, zu siegen und selbstverständlich auch zu sterben. Es soll und kann keine Entschuldigung sein dafür, was Deutsche den Menschen nicht arischer Abstammung oder anderer Denkungsart angetan haben, aber wie hätte sich eine in absolutem Gehorsam gegenüber der Obrigkeit erzogene und auf Grund ihres Alters ohnehin kritikunfähige Jugend verhalten sollen? Für alles, was der Führer mit dem schonungslosen Einsatz der Deutschen erreichte, hatten wir doch nur staunende Begeisterung und den Wunsch, selbst etwas, möglichst Heldenhaftes zu tun. Daß einen Nazigegner, gefaßt oder auch nur denunziert, gegebenenfalls der Tod durch Genickschuß erwartete - verbunden mit Sippenhaft - soll hier nur am Rande erwähnt werden. Die Erziehung in der Schule, Literatur und Kunst waren ausgewählt nach nationalsozialistischen Gesichtspunkten und dienten letztlich dem gleichen Ziel, wie die körperliche, politische und geistige Ausbildung der Jugend. Zu wenig Eltern trauten sich, ihren Kindern "revolutionäres” Gedankengut zu vermitteln aus Furcht, ihre Kinder zu verlieren oder gar von ihnen denunziert zu werden. Als dann die militärischen Niederlagen auf deutschem Boden kamen und wir, 17jährig, ohne Waffen unter ständigem Tieffliegerbeschuß dem Feind "zum Fraß” vorgeworfen wurden, kamen Zweifel am System, an der Unfehlbarkeit der Vorgesetzten sowie die Angst, das junge Leben für eine falsche, ohnehin verlorene Sache, einzusetzen. Verhungert, verdreckt, verlaust, gedemütigt und demoralisiert sollten wir erstmalig erfahren, welche Verbrechen durch Deutsche in den KZ´s, Gefangenenlagern, unter Flüchtlingen, Ghettobewohnern und Wehrlosen stattgefunden hatten. Wir waren über die Berichterstattungen in Wort und Bild, z. B. aus den Vernichtungslagern der SS, ebenso entsetzt, empört und verzweifelt wie jeder andere Mensch auf dieser Welt. In einer Diktatur wird Kritik weder gelehrt noch geduldet, sonder eher geahndet oder gar mit dem Leben bezahlt. NSDAP- Nationaal-Socialistischer Deutsche Arbeiter Partei
Het Politieke Gereedschap van Adolf Hitler
Inleiding Toen Adolf Hitler in 1933 absoluut heerser werd over de Duitse republiek, was de NSDAP de grootste partij in Duitsland, zowel in stemmen aantal als in ledental. In het begin had niemand kunnen vermoeden dat deze partij op haar hoogtepunt meer dan 8 miljoen leden zou tellen. Het was dan ook zonder dit instrument waarschijnlijk voor Hitler niet mogelijk geweest om zo machtig te worden. De NSDAP ging het leven van de Duitsers beheersen. Het was een ultiem controlegereedschap geworden. Alles ging van deze partij uit. Niets in het leven van de Duitse bevolking kon plaats vinden zonder dat deze partij of een dochterorganisatie er iets mee te maken had. Hoe kon deze partij zoveel aanhang krijgen, en waarom juist in Duitsland. Het gaat te ver om in het kader van deze tekst hier uitgebreid op in te gaan. We kunnen in ieder geval stellen dat al voordat ook maar iemand ooit van Hitler of de NSDAP gehoord had, het antisemitisme (jodenhaat) al diep geworteld zat in de samenleving. In Duitsland was het slechts extremer dan in andere landen. De NSDAP kon dan ook openlijk over deze zaken spreken, zodat al van het begin af iedereen op de hoogte was van de doelstellingen van deze partij. Hitler hield bijvoorbeeld al op 13 augustus 1920 een redevoering met de alleszeggende titel "Waarom zijn wij antisemieten". Het begin Op 5 januari 1919 werd in München, door Anton Drexler, de Deutsche Arbeiterpartei (DAP) opgericht. Het belangrijkste devies (uitgangspunt) van deze partij was de zogenaamde "dolchstoss legende". Deze hield in, dat het Duitse leger in 1918 niet verslagen is aan het front, maar achter het front. Verslagen door het verraad van Joden en Marxisten in eigen land en door iedereen die op 9 november 1918 de republiek hadden uitgeroepen. Op 12 september 1919 bezocht Hitler in zijn functie als verbindingsman van het Duitse leger een bijeenkomst van deze partij. Hij moest een onderzoek doen naar het functioneren van extreem rechtse organisaties. Maar nog diezelfde maand werd Adolf Hitler als zevende lid ingeschreven. De eerste poging tot het organiseren van een massabijeenkomst werd gedaan op 24 februari 1920. Een groot succes was deze nog niet, 2000 mensen hoorden Hitler aan in een rumoerige zaal. Hij wist de mensen toch te boeien en een voorstel aangenomen te krijgen om de naam te wijzigen in Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei. De partij begon zich daarna snel uit te breiden, waarbij Hitler zich onderscheidde als een gewetenloze propagandist eerste klasse. Propaganda werd binnen de NSDAP omgevormd tot een ware kunst waarmee men velen wist aan te spreken. Rond 1921 was Hitler al opgeklommen tot politiek, intellectueel en ideologisch leider van deze partij. Al vanaf de begintijd richtte de NSDAP zich met name op de volgende punten: - Vernietiging van de Weimardemocratie, - Herziening van het Verdrag van Versailles, - Revanchisme (revanche op de oude vijanden) - Anti Bolsjewisme - Militarisme - Antisemitisme. Deze punten werden verwerkt door Hitler en Drexler in 1921 in het partijprogramma, dat daarna nooit meer is aangepast. Hitler had ondertussen een groep van vertrouwelingen om zich heen verzameld. Onder deze mensen waren er een aantal die hem tot het einde toe zouden volgen zoals, Joseph Goebbels (werd leider van propaganda), Hermann Göring, Alfred Rosenberg (de theoreticus) en Julius Streicher. Deze laatste was mede oprichter van de anti joodse Deutsch-Socialistische Partei en sloot zich in 1922 aan bij de NSDAP. Al vanaf de beginperiode wist Hitler dat de NSDAP alleen kon slagen door organisatie. Alles moest zelf georganiseerd worden. De pers kreeg hij in handen door via sponsering een krant op te kopen, de Völkischer Beobachter. De ordehandhaving nam hij in eigen hand door een paramilitaire organisatie op poten te zetten, de SA (oorspronkelijk Sportabteilung), de Sturmabteilung. Verder werden er vanuit de NSDAP voor nagenoeg alle onderdelen binnen de samenleving organisaties opgericht. De gedachtegang was dat straks iedere burger voor alles wat men wilde ondernemen een beroep zou doen op een door de partij georganiseerde vereniging. Zo zou de partij volledige controle krijgen over het leven van de burgers. Rond 1922 telde de partij ca. 20.000 leden, welke gedurende het crisisjaar 1923 groeide tot meer dan 50.000. In deze periode was de partij vooral een Mittelstand partij, een partij voor de geschoolde arbeiders oftewel de middenklasse. Modaal zouden we nu zeggen. En het was een partij van voormalig leger officieren. Op de totale Duitse bevolking stelde de NSDAP echter nog steeds weinig voor. Rekening houdend met de mogelijkheid van een ineenstorting van het Duitse leger door de crisis vatte Hitler met de organisator van de SA Ernst Röhm het idee op om te beginnen met het opzetten van een reserve leger dat men zelf in de hand kon houden. Dit reserveleger werd de SS.
De "Putsch" In het begin van de jaren twintig liep de inflatie enorm op. Men trachtte de problemen op te lossen door grote hoeveelheden geld bij te drukken. Al snel ontstonden echter tekorten aan papier en drukinkt. Vervolgens trachtte men de problemen de baas te worden door bestaand geld te voorzien van opdrukken. Briefjes met daarop teksten als Millionen mark waren het gevolg. Niets mocht echter baten en de revolutionaire NSDAP zag de tijd rijp voor een greep naar de macht. Men dacht dat wanneer een kleine groep revolutionairen de macht zou grijpen en een aantal aansprekende politici hier achter kon krijgen, de massa's vanzelf zouden volgen. Hitler had de geschiedenis goed bestudeerd en dacht de Russische revolutie te kunnen kopiëren. Als datum koos men eerst 11 november 1923, da verjaardag van de wapenstilstand in
WO 1. Deze dag viel echter op een zondag. Gekozen werd daarom voor 9 november. Op 8 november zouden 's avonds namelijk vele leiders van de Beierse regering aanwezig zijn op een bijeenkomst in de Bürgerbraukeller in München. Als afleiding organiseerde de NSDAP op diezelfde avond een partijbijeenkomst in de Löwenbraukeller in dezelfde plaats. Na de bijeenkomst waar Hitler de aanwezigen eindeloos had opgezweept dat nu de tijd was om daden te stellen drongen leden van de NSDAP samen met gewapende S.A. leden de Bürgerbraukeller binnen en gijzelden de daar aanwezige regeringsleiders generaal Otto von Lossow, Gustav Ritter von Kahr en kolonel Hans Ritter von Seissen. Ondertussen had Hitler de vroegere oorlogsheld Generaal Ludendorf over weten te halen de leiding van de staatsgreep op zich te nemen. Men dwong de gegijzelden zich bij de machtsgreep aan te sluiten en de drie ministers moesten beloven naar hun ministeries te gaan en daar Hitlers bevelen uit te voeren. Alhoewel zij dit beloofden gingen ze direct na aankomst op hun ministeries aan de slag met het ongedaan maken van die bevelen en het mobiliseren van ordetroepen. Ondertussen had Ernst Röhm zich met 150 S.A. strijders verschanst in het ministerie van oorlog. De situatie die toen ontstond was voor Hitler en de zijnen allerminst gunstig. Door de akties van de drie ministers was het ministerie van oorlog ondertussen omsingeld door politie en leger. De NSDAP besloot toen tot een mars door München naar het ministerie van oorlog om de daar aanwezige S.A. te ontzetten. Men ging er vanuit dat de economische situatie dermate ernstig was dat de inwoners van de stad zich massaal bij hen zouden aansluiten. Ca. 2000 man ging op weg. Door diverse wegafzettingen werd de stoet een ander route opgedwongen dan men had voorzien en het ministerie zouden ze nooit bereiken. De stoet liep vast in de Residenzstrasse bij de Feldherrnhalle. Door een nog onbekende oorzaak viel op een bepaald moment een schot welke een agent dodelijk trof. Door dit voorval opende de politie het vuur. Na dit vuurgevecht waren er onder de NSDAP ers 14 doden de betreuren. Bij de schermutselingen met de S.A. in het ministerie van oorlog waren ook 2 slachtoffers te betreuren. Deze mensen zouden na de uiteindelijke machtsovername als helden worden vereerd. Voor hen werd in München een praalgraf opgericht en de mars werd ieder jaar ter nagedachtenis herhaald, zelfs tijdens de oorlogsjaren zelf. Het is haast onbegrijpelijk dat de geallieerden nooit van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt om in één klap van alle nazi kopstukken af te komen. In al die jaren is er op die dag slechts één keer een bombardement uitgevoerd. Op 26 maart begon in München het proces tegen Hitler en de anderen. Het proces werd een triomf voor Hitler. In de openbare zitting nam hij zelf de verdediging ter hand en hij wist met zijn redenaarstalenten het publiek zelfs in de rechtszaal te boeien. Ze werden bestraft, maar de enkele jaren celstraf in een luxe gevangenis, kunnen moeilijk als een straf wegens hoogverraad gezien worden. Democratisch aan de macht De revolutie van rechts was neergeslagen en haar leiders zaten eventjes in de gevangenis. Slim als Hitler was, trok hij gelijk lering uit de situatie. Hij concludeerde dat Duitsland geen voedingsbodem had voor een gewelddadige omwenteling in de vorm van een korte, snelle revolutie. Dit had links aan het einde van de Eerste Wereldoorlog ondervonden en de NSDAP in 1923. Hitler besteedde zijn tijd in de gevangenis aan het formuleren van de uitgangspunten voor een politieke omwenteling. Aan onder andere Rudolf Hess dicteerde hij zijn teksten die later naam zouden krijgen onder de titel "Mein Kampf". Al na een jaar werd Hitler weer vrijgelaten en begon hij gelijk aan de heroprichting van de NSDAP. De NSDAP (Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij), onder leiding van Adolf Hitler bleef tot 1929 een relatief kleine en onbelangrijke politieke partij. Toen de effecten van de economische crisis bij de bevolking sterker voelbaar werden, groeide de aanhang van de NSDAP snel. Via enorme massabijeenkomsten in Neurenberg, die zorgvuldig geregisseerd werden wist Hitler massa's mensen werkelijk te boeien en hij kon nagenoeg alles met ze doen. Deze bijeenkomsten zouden tot ver in de oorlog plaatsvinden en waren werkelijk voorbeelden van massahysterie. Bij de verkiezingen voor de Rijksdag van september 1930 kreeg de partij 6,4 miljoen stemmen en werd zij de op één na sterkste politieke macht met 107 van de 577 zetels in de Rijksdag. Dit was op een moment dat het economisch gezien zeer slecht ging met Duitsland. In de winter van 1931-32 was de depressie op z'n diepste punt. De werkloosheid steeg nog steeds. De enige hoop om deze impasse te doorbreken waren de verkiezingen van 1932. Dit jaar stond dan ook in het teken van eindeloze verkiezingscampagnes. . Bij de verkiezingen voor het presidentschap in het voorjaar nam Hitler het op tegen de zittende president von Hindenburg - zonder succes. Bij de parlementsverkiezingen in juli won de NSDAP 230 zetels, dat was 37,4% van de stemmen, oftewel 14 miljoen kiezers en werd de sterkst partij van Duitsland. Meer dan een half jaar lang weigerde president von Hindenburg Hitler te benoemen tot rijkskanselier. De hoogbejaarde en traditiebewuste von Hindenburg, een held uit de Eerste Wereldoorlog en sinds 1929 voor velen een 'vervangende keizer', wantrouwde de nieuwkomer Hitler. Maar de kabinetten die op last van von Hindenburg tot stand kwamen (de regeringen Brüning, -von Papen, en -von Schleicher), ondervonden geen steun onder de bevolking en moesten in de Rijksdag laveren tussen de sterke blokken van extreemlinks (communisme) en extreemrechts (nazi's).Alhoewel bij de verkiezingen in 1933 de NSDAP 4% verloor, werd hij onder druk van Pruisische grootgrondbezitters en grootindustriëlen, die niet gecharmeerd waren van de sociaal-politieke plannen van de regering-von Schleicher, door von Hindenburg gevraagd om rijkskanselier te worden, Hitler gaf vanaf 30 januari 1933 als rijkskanselier leiding aan een coalitieregering van NSDAP en Deutschnationale Volkspartei. De dictatuur Een dag later ontbond Hitler de Rijksdag en op 5 maart 1933 schreef hij nieuwe verkiezingen uit. Door de KPD (Kommunistischer Partei Deutschlands) te verbieden en de oppositie te intimideren schakelde hij zijn grootste vijanden uit. De verkiezingsoverwinning was klinkend. De NSDAP won met 43,9%, oftewel rond de 17 miljoen stemmen. Daarmee begon de nationaal-socialistische dictatuur. Al snel werden alle burgerlijke vrijheden afgeschaft en gaat het antisemitisme een onlosmakelijk onderdeel van het staatsapparaat uitmaken. Op 20 maart wordt op een persconferentie de opening van het eerste concentratiekamp in Dachau bekend gemaakt. Er zouden er nog vele volgen. Op het hoogtepunt van de vernietiging van het Jodendom zou Duitsland meer dan 2500 kampen in allerlei vormen en maten tellen. Op 1 april 1933 wordt het eerste serieuze signaal afgegeven door de staatsboycot van alle Joodse zaken. De S.A. vormt de voorhoede van het geweld tegen de joden, geweld dat niet bij intimidatie alleen blijft. Fysiek geweld was bijna aan de orde van de dag. Dat dit geweld zich niet alleen beperkte tot tegenstanders buiten de partij bewijst de moord op de S.A. voorman Erich Röhm in 1934. Deze man werd door Hitler gezien als een bedreiging. De S.A. top behoorde tot de linker vleugel van de NSDAP. Deze was wat socialistischer ingesteld en verwachtte meer aandacht voor de arbeiders. Röhm had binnen de S.A. veel invloed en daarmee een machtsmiddel in handen om een bedreiging voor Hitler te vormen. Hitler liet hem simpelweg elimineren. In de loop der jaren wist Hitler systematisch iedereen waarvan hij oppositie verwachtte uit de partij te werken, dan wel te laten verdwijnen. De top van de partij moest gaan bestaan uit een groep getrouwen die hem tot in de dood zouden volgen, iets wat velen ook zouden doen. Op 22 september van dat jaar begint de verwijdering van de Joden uit het culturele leven en de pers. Georganiseerd werd de vernietiging van het Jodendom pas op 22 september 1933 met de afkondiging van de Neurenberger wetten. Hierin werd nauwkeurig vastgelegd wat onder Joods verstaan werd en werden hen alle burgerrechten ontnomen. Door intimidatie, zowel politiek als met geweld, of simpelweg door een verbod, de rijksdagbrand werd aangegrepen om de KPD te verbieden, wist Hitler alle andere politieke organisaties uit te schakelen. Op 14 juli 1933 wisten de Nazi's in de rijksdag een wet aangenomen te krijgen tot verbod van het oprichten van andere politieke partijen en was in feite een één partij staat ontstaan. Op 12 november 1933 vonden nog één keer verkiezingen voor de rijksdag plaats, waarbij maar op één lijst kon worden gestemd en alleen maar met voor of tegen. Hierbij werd via propaganda duidelijk gemaakt dat niet stemmen of tegen stemmen toch eigenlijk wel gelijk stond aan verraad. Na deze periode ontstond een rare situatie. De NSDAP was de enige partij, maar had in feite geen staatsmacht. Het parlement werd afgeschaft en Hitler dicteerde. De verschillende ministers creëerden hun eigen machtsgebieden en beconcurreerden elkaar hevig. De partij voelde zich buitengesloten en werd zoet gehouden door de partij de zeggenschap en organisatie te geven over het sociale en maatschappelijke leven in Nazi-Duitsland. De heerschappij van Hitler werd totaal toen hij na de dood van president von Hindenburg, op 30 juni 1934 de drie functies van president, kanselier en Führer in één persoon nl. Hitler vereenzelvigde. De NSDAP werd omgevormd tot een organisatie met een brede basis die in staat was om mobiliserend op te treden en het volk onder de duim te houden. Na 1937 bracht hij het aantal ministers terug van twaalf naar vier nl Göring, Goebbels, Frick en Darré. Allemaal getrouwen van Hitler en stuk voor stuk alleenheersers over hun ministeries. De NSDAP had in feite geen politieke functie meer. Hitler was alleenheerser en iedereen en alles ondergeschikt. Duitsland, via revolutie naar Nationaal Socialisme Inleiding In 1934 had Hitler nagenoeg absolute macht. Zijn grootste vijanden waren op een slimme manier uitgeschakeld. Om een meerderheid in de Rijksdag te krijgen had Hitler deze simpelweg ontbonden en nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Het totale propaganda-apparaat van Hitlers Nationaal-Socialistische Deutsche Arbeiter Partei (NSDAP) draaide op volle toeren. Democratie was er niet meer. Het meest vreemde was dat hij deze macht min of meer legaal had gekregen. Het einde van de Eerste Wereldoorlog Om de opkomst van het Nationaal-socialisme in Duitsland te kunnen beschrijven, gaan we terug naar het einde van de Eerste Wereldoorlog. Met steun van de Duitse oorlogsleider uit WO1, generaal Ludendorff, hadden in Rusland de bolsjewieken onder leiding van Lenin in 1917 de macht gegrepen. De nieuwe machthebbers losten gelijk een belofte aan hun volk en aan Duitsland in door een einde aan de oorlog te maken. Dit werd vastgelegd in het verdrag van Brest-Litowsk. Het was een grote overwinning voor het Duitse keizerrijk. In één klap wist men zo het oostfront uit te schakelen en via het verdrag regelingen te treffen die voor Duitsland gelijk stonden aan een overwinning. Duitsland kon zich nu volledig richten op de oorlog in het westen. De grote macht van vooral de Verenigde Staten was echter teveel voor dit land. De westelijke geallieerden konden met de Amerikaanse economie achter zich, zo veel manschappen en materieel inzetten, dat Duitsland alleen maar kon verliezen (Niemand had toen voorzien dat dit zich precies zo ging herhalen in WO2). Duitsland moest wel vrede sluiten. Het verdrag van Versailles, dat het einde van WO1 kenmerkt, deed de winst van Brest-Litowsk volledig teniet.
Revolutie Duitsland was na afloop van de oorlog totaal ontredderd. De keizer was gevlucht, de nationale regering was niet in staat om orde uit de chaos te scheppen. Arbeiders en Soldaten kwamen openlijk in opstand en in 1918 ontstonden er op diverse plaatsen raden van arbeiders en soldaten die zelf de macht grepen. De Duitse regering, openlijk gesteund door de Duitse Sociaal-democraten (SPD) onder leiding van Noske, wist de opstanden neer te slaan. Door deze actie van de Sociaal-democratie hadden Duitse arbeiders geen vertrouwen meer in de SPD. Ook de communisten (KPD) voelden zich door hen verraden en er ontstond een breuk, waardoor links in Duitsland niet meer in staat zou zijn om gezamenlijk één front tegen de opkomst van Hitler te vormen. Herstel van de Democratie, de Weimar-republiek In januari 1919 werd in Weimar een democratische grondwet vastgesteld voor het gehele Duitse rijk en ontstond de zogenaamde Weimar-republiek. In aanleg stond deze republiek model voor de latere Bondsrepubliek met haar autonome deelstaten. Het land werd centraal geregeerd, maar de diverse deelstaten hadden zeer grote bevoegdheden om zelf besluiten te nemen De leiding hadden de Sociaal Democraten Ebert en Heinemann. De republiek was echter niet in staat om de onvrede over de verloren oorlog weg te werken en het land naar een betere economie te leiden. Uit onvrede begon de aanhang te groeien van zowel de communisten(KPD) als de nationaal-socialisten(NSDAP). In 1923 was de Duitse economie een puinhoop en het land nagenoeg stuurloos. Adolf Hitler voelde zich met zijn NSDAP zo sterk dat hij met geweld een staatsreep pleegde, de zgn Putsch (zie pagina over NSDAP). Deze werd weliswaar neergeslagen, maar duidelijk was dat grote veranderingen op komst waren. Hitler en zijn medestanders kwamen in de gevangenis terecht waar ze overigens maar kort verbleven. Na zijn gevangenschap wist Hitler de NSDAP weer op te bouwen en via legale parlementaire weg weer ruime aanhang te krijgen. Hitlers aanhang groeit. In 1925 verloor president Ebert de verkiezingen en kwam er een conservatieve (behoudende) president, nl. Hindenburg. In de jaren die volgden ging het steeds verder berg afwaarts met Duitsland en groeide de aanhang voor de NSDAP en de communisten almaar meer. Gedurende de beschreven periode had Adolf Hitler langzaam een organisatie opgebouwd (NSDAP) waarmee hij handig wist in te spelen op de crisissituatie. In 1930 behaalde hij een grote verkiezingsoverwinning, maar kwam niet in de regering. De regering die toen werd gevormd, had de steun van de Sociaal-democraten. In de oppositie bevonden zich echter twee sterke organisaties, de NSDAP van Hitler en de communistische KPD. De sociaal-democratische SPD en de KPD konden echter op geen enkel vlak met elkaar samenwerken. De gebeurtenissen in 1918-1919 hadden immers de SPD en KPD tot regelrechte vijanden van elkaar gemaakt. Van deze ruzie wist Hitler gebruik te maken. Doordat de aanhang van vooral de communisten onder de arbeiders sterk groeide, zochten de kiezers van de burgerlijke partijen en de ondernemers massaal steun bij Hitler en zijn NSDAP. De Sociaal Democraten waren iedere grip op de situatie kwijt. Alhoewel de NSDAP in 1933 de verkiezingen verloor werd Hitler onder druk van kapitaalkrachtige ondernemers toch aangewezen als Rijkskanselier en stond voor hem de weg open naar de vestiging van een dictatuur. In de jaren die hierop volgde misbruikt hij dan ook zijn macht om zichzelf stevig in het zadel te zetten.

REACTIES

S.

S.

Ik heb er niks aan

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.