CARA (COPD)

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1963 woorden
  • 21 februari 2003
  • 314 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
314 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wat is CARA? Astma, longemfyseem en chronische bronchitis werden vaak met één naam aangeduid: CARA. Ze hebben allemaal te maken met ontstekingen van de luchtwegen. Omdat de ontsteking bij astma heeft een andere oorzaak dan die bij chronische bronchitis en longemfyseem en ook de behandeling anders is, wordt nu gesproken over astma en COPD (een afkorting van Chronic Obstructive Pulmonary Disease, een verzamelnaam voor alles wat te maken heeft met chronische bronchitis en emfyseem). COPD is de nieuwe naam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Bij COPD is roken de belangrijkste oorzaak. Chronische bronchitis komt bij kinderen niet voor. Wanneer kinderen bronchitis hebben, komt dat meestal door een virusinfectie. Welke vormen van CARA zijn er? Astma, longemfyseem en chronische bronchitis.
Wat zijn de klachten? Klachten worden veroorzaakt door een chronische ontsteking van de luchtwegen. Zo'n ontsteking is te vergelijken met de reactie van de slijmvliezen in de mond bij het eten van te hete soep. De slijmvliezen beschadigen en ontsteken door deze prikkel. Iets soortgelijks gebeurt in de luchtwegen van iemand met astma. Daardoor vernauwen de luchtwegen zich. Dit kan tot de volgende klachten leiden: kortademigheid, in aanvallen of perioden, of bij inspanning; piepend, zagend of brommend ademhalen; hoesten, waarbij soms slijm wordt opgehoest; "vol zitten". Het opvallende aan astma is dat de benauwdheid en andere klachten optreden in aanvallen en in periodes. Een aanval komt vaak 's nachts of 's morgens vroeg. Meestal hebben mensen met astma tijdens korte of langere periodes geen of weinig klachten. Toch blijven de luchtwegen dan ook iets ontstoken. Vandaar dat astma een chronische aandoening is. Klachten bij kinderen Baby's en peuters hebben vaak last van hoesten en piepen bij luchtweginfecties. Dit zijn meestal virusinfecties. Bij baby's kan zo'n infectie langer duren dan bij volwassenen. Meestal verdwijnen deze hoest- en piepklachten tussen het derde en zesde jaar; dan heeft een kind geen astma. Eczeem bij baby's hoeft ook niet perse op astma te wijzen. Heeft een kind regelmatig luchtweginfecties plus een allergische aanleg, dan is de kans groter dat het astma ontwikkelt. Op de basisschoolleeftijd hebben kinderen met astma last van kortademigheid en piepen, in aanvallen of perioden. Sommige kinderen blijven 's nachts hoesten. Verder hebben veel kinderen met astma last van vermoeidheid: vaak zijn ze 's nachts benauwd en ademhalen kost soms veel energie. In de puberteit kunnen de klachten minder of juist erger worden. De verandering in hormonen heeft hier invloed op. Daarnaast verandert het leven van een puber vaak sterk: zelf gaan roken (!), uitgaan, minder regelmatig innemen van medicijnen, hierdoor kunnen de klachten toenemen. 'Er overheen groeien' bestaat niet echt. Ook al heeft iemand geen klachten, de aanleg blijft en de klachten kunnen later weer terugkomen. Meisjes en vrouwen worden vaak eerder benauwd op de dagen voordat ze ongesteld worden. Pilgebruik en zwangerschap spelen ook een rol: de klachten kunnen er erger of juist minder door worden. Wat zijn de oorzaken van cara? Ontsteking De klachten ontstaan door ontsteking van de luchtwegen. Wat gebeurt er dan in de luchtwegen? De slijmvliezen in de luchtwegen worden dikker. De spiertjes om de luchtwegen trekken samen en raken verkrampt. De slijmvliezen gaan meer slijm en vocht produceren. De doorgang voor de lucht wordt kleiner, dit maakt ademen moeilijker. De longen raken overvol met lucht. De lucht wordt niet genoeg ververst, wat leidt tot benauwdheid. Erfelijk De aanleg voor prikkelbare luchtwegen is erfelijk. Wanneer een van beide ouders astmatisch of allergisch is, is de kans vijftig procent dat een kind ook aanleg hiervoor heeft. Wanneer beide ouders astma of allergieën hebben, is die kans zeventig procent. Astma kan op elke leeftijd beginnen. Iemand kan alleen allergisch astma ontwikkelen, als hij of zij er aanleg voor heeft. Wanneer iemand die aanleg heeft en dan regelmatig in contact komt met bepaalde stoffen (allergische prikkels of allergenen), dan kan zich langzaam een allergie ontwikkelen. Oorzaken van benauwdheid Mensen met astma hebben luchtwegen die heel erg prikkelbaar zijn. Ze worden 'geprikkeld' door het inademen van bijvoorbeeld uitwerpselen van de huisstofmijt, stuifmeel, rook, geuren en mist. Deze prikkels zijn te verdelen in allergische en niet-allergische prikkels. Niet alle mensen met astma hebben last van alle mogelijke prikkels en ook niet evenveel last. Het verschilt zelfs per persoon hoe en wanneer iemand reageert op een bepaalde prikkel: de ene dag wordt iemand sneller benauwd dan de andere dag en ook per seizoen verschillen de klachten vaak.
Allergische prikkels Stoffen waarvoor mensen allergisch kunnen zijn, noemen we: allergenen. Veel mensen zijn allergisch voor deze prikkels: de huisstofmijt in huisstof; huidschilfers van dieren, zoals katten, honden, cavia's en vogels; stuifmeel of pollen van sommige soorten grassen, bomen of planten; schimmelsporen. Sommige mensen zijn ook allergisch voor dierlijk eiwit in voedsel (vis, koemelk, noten) of voor bepaalde geneesmiddelen, maar dat komt minder vaak voor. Mensen met astma kunnen van deze prikkels benauwd worden of gaan 'piepen'. Dat kan binnen een half uur gebeuren, maar ook pas na 24 uur. Daarom is het vaak lastig te achterhalen waardoor iemand benauwd is geworden. Niet-allergische prikkels Er zijn ook prikkels waarvan iedereen last kan hebben, zoals rook of bepaalde luchtjes. Mensen met astma kunnen hier zo sterk op reageren dat ze er benauwd van worden. Niet-allergische prikkels zijn bijvoorbeeld: prikkelende stoffen die je inademt, zoals tabaksrook, de 'lucht' van een gasfornuis of geiser zonder afvoer, bak- en braadluchtjes, parfum, de lucht van spaanplaat of isolatiemateriaal (formaldehydegas), de lucht van chloor en schoonmaakmiddelen (boenwas, terpentijn), benzinedampen, uitlaatgassen van auto's en drukinkt; prikkelende stoffen die je inneemt, zoals bepaalde pijnstillers en toevoegingen aan voedingsmiddelen; weersomstandigheden, zoals mist, regen, vochtig weer, sterke temperatuurswisselingen of koude lucht. Tegen niet-allergische prikkels maakt het lichaam geen afweerstoffen. Er bestaan geen afweerstoffen tegen mist, kou, bakluchtjes of parfum. Zoals gezegd, niet alle mensen met astma hebben evenveel last van al deze prikkels. Inspanning en spanning Mensen met astma kunnen ook benauwd worden door of na lichamelijke inspanning, zeker als ze de inspanning niet rustig opvoeren. Dit heet 'inspanningsastma'. Verder kunnen stress en heftige emoties het lichaam ook op zo'n manier 'prikkelen' dat iemand met astma er benauwd van wordt. Een luchtweginfectie bij verkoudheid of griep kan het astma ook tijdelijk verergeren. Welke maatregelen neem je in de basisschool om klachten te voorkomen? Stof en huisdieren kunnen de klachten bij een kind met astma erger maken. Wanneer het kind vaker of ernstiger benauwd wordt, kan het ook moeilijker meedoen op school. Huisdieren zijn daarom niet gewenst in het klaslokaal. Het is ook van belang dat het klaslokaal gladde oppervlakken heeft en goed wordt schoongemaakt. Kinderen met astma kunnen na aanraking met een kerstboom klachten krijgen. Alleen de geur ervan kan al tot benauwdheid leiden. Een oplossing kan zijn om de boom in de hal of op het schoolplein te zetten. Een andere mogelijkheid is het kopen van een kunstboom. Tijdens de gymles, het buitenspelen en een schoolreisje kan een kind met astma benauwd worden door de inspanning. Dat hoeft niet te betekenen dat het kind aan de kant moet blijven of als kasplantje behandeld moet worden, waardoor het in een uitzonderingspositie geplaatst wordt. Het beste is om hem of haar zoveel mogelijk mee te laten doen. Wel moet de leerkracht weten wat astma inhoud en waarom medicijnen en een warming-up voor kinderen met astma zo belangrijk zijn. Ook de begeleiders van eventuele zwemles moeten weten dat een kind astmaklachten kan krijgen, mogelijk door het chloorgehalte van het zwemwater. Wanneer een kind echt niet mee kan doen is er vaak wel een alternatieve activiteit te bedenken. Behalve van de chloor in het zwemwater kan een kind met astma ook last hebben van de prikkelende stoffen in de verf, lijm of spaanplaat die bij handenarbeid worden gebruikt, of van de wollen dekens en veren in het kussen in de slaapgelegenheid tijdens de werkweek. Ook kunnen sommige pijnstillers (onder andere aspirine, Sinaspril) bij astmapatiënten benauwdheid veroorzaken, paracetamol mag wel worden ingenomen. Het is daarom belangrijk te weten waar het kind op reageert, zodat daar rekening mee kan worden gehouden. Wanneer een kind astma heeft is het goed om een gesprek te hebben met de ouders van het kind. Niet alle astma-patiënten hebben dezelfde klachten en ook niet allemaal om dezelfde redenen. Punten die bij zo’n gesprek aan de orde zouden kunnen komen: -Van welke prikkels krijgt het benauwd? -In welke mate heeft het kind 's nachts klachten (waardoor het overdag bv. moe of zelfs afwezig kan zijn)? -Wat moet de leerkracht doen als het kind een astma-aanval krijgt? -Welke astmaverschijnselen kent het kind zelf en in hoeverre het vertrouwd is met een astma-aanval? -Welke medicijnen gebruikt het kind en wanneer gebruikt het deze? -Waar is de ouder overdag te bereiken? -In welke gevallen moet de school contact met de ouder of de arts opnemen? -Bespreek de gang van zaken bij excursies, schoolreisjes, werkweken en dergelijke. -Bespreek bij voedselallergie alternatieve traktaties. -Wat moet de leerkracht doen in het geval dat het kind vaak verzuimt door zijn astma. De school is verantwoordelijk voor een goede, gestructureerde aanpak van het onderwijs, ook wanneer kinderen ziek zijn. Misschien is het mogelijk om een kind thuis vandaan contact te laten houden met de klas via e-mail. Daarmee zijn gemakkelijk briefjes maar ook opdrachten voor school heen en weer te sturen. Dit kan voorkomen dat het kind op elke verzuimdag de lesstof en het sociale contact mist. Meubilair en inrichting van de school Gebruik gladde, vochtig afneembare, vloerbedekking. Welke textiele vloerbedekking er ook genomen wordt, stofverwijdering zal altijd moeilijker zijn dan bij linoleum of bij andere vochtig afneembare materialen. Ten eerste zie je het stof op gladde vloerbedekking beter en ten tweede verwijder je het makkelijker. Met schoonmaken is het belangrijk dat er aan gedacht wordt dat vegen over het algemeen eerder stof verplaatsen is dan stof verwijderen; zorg dus dat er gewist, gemopt en gezogen wordt. De kasten moeten afsluitbaar zijn, tussen allerlei los materiaal is het lastig stof goed te verwijderen. De kasten moeten direct op de grond staan en over de plint op de wand aansluiten, onder en achter kasten is het vaak een stof nest en het is lastig schoon te maken. Ook open boekenplanken en rekken moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Andere plekken waar stof zich kan ophopen en die lastig schoon te houden zijn, zijn: hangende verlichting (bv. tl-armaturen), radiatoren, overvolle vensterbanken, ruwe wanden (bv. schoon metselwerk), wanden met tekeningen die al 2 jaar aan de muur hangen, gordijnen. Als er een schoolbord is, gebruik dan anti-stuif krijt en natte sponsen en maak het bord met het krijtvakje dagelijks schoon, of gebruik een schoolbord die met speciale stiften wordt beschreven. Groene planten veroorzaken nauwelijks problemen, bloeiende en sterk ruikende planten echter wel. Ook met speelgoed dient rekening gehouden te worden, sommig speelgoed bevat een vulling die allergische reacties kan geven (een vulling van dierlijk of plantaardig materiaal), speelgoed moet ook goed wasbaar zijn. Probeer het verbouwen, opknappen en schilderen en dergelijke tijdens de schoolvakanties uit te laten voeren.
Hoe kan astma bespreekbaar worden gemaakt in de klas? Als een kind astma heeft kan het in de klas een spreekbeurt houden over wat het is om astma te hebben. Het kan aan klasgenootjes uitleggen wat astma inhoudt en wat er gebeurt bij een astma-aanval. Daardoor begrijpen klasgenoten beter waarom het kind wel eens thuisblijft of niet zo fit is. En het kind gaat het misschien zelf ook allemaal beter begrijpen als het er een verhaal over moet vertellen. Bij het Astma Fonds kan een spreekbeurtpakket besteld worden. Het Astma Fonds heeft twee lespakketten ontwikkeld: een voor het basisonderwijs en een voor het voortgezet onderwijs. Hiermee kunnen leraren het onderwerp astma in de klas behandelen. 'Even ademhalen' is een lespakket voor alle groepen van de basisschool, waarbij op een leuke manier astma bespreekbaar wordt gemaakt. Het bevat posters, lesbeschrijvingen voor de verschillende leeftijdsgroepen, een Klokhuis-uitzending over astma op video en kopieerbare opdrachten.

REACTIES

M.

M.

in welke klas zat je toen je dit heb gemaakt please antwoord terug

20 jaar geleden

L.

L.

ik heb het zelf ook astma. leuk om te lezen

13 jaar geleden

M.

M.

Er zitten wel een aantal foutjes in...
Graag verbeteren iedereen leert het verkeerd..

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.