Kopen en huren

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 1778 woorden
  • 18 maart 2000
  • 137 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
137 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwoord: Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik me afvroeg wat er allemaal kwam kijken bij het kopen van een huis. En hoe het allemaal te werk ging ,hoeveel een huis eigenlijk kost. En wat er allemaal gebeurd voor dat je lekker op je bank ligt voor de tv. Ik heb het werkstuk met plezier gemaakt. Inleiding: In dit werkstuk gaat het over het kopen van een huis. ik heb wat verteld over hoe je een huis krijgt wat een makelaar doet en een notaris. Een paar verzekering die je moet nemen. En over hypotheken. Ik heb eerst informatie en plaatjes gezocht en toen ben ik begonnen met het typen van het werkstuk. Hoofdstuk 2 : de Verkenning. §2.1 Kopen of huren? Als je een dak boven je hoofd wilt hebben, zijn er twee keuzes. Je koopt een huis of je huurt een huis. De één wil een eigen vermogen opbouwen, de andere koopt een huis om helemaal naar eigen wens aan te kunnen passen. Wat de reden ook is waarom je op zoek bent naar een huis, kopen en huren

heeft voor- en nadelen. Voordelen van kopen: · Je bent baas in je eigen huis. · Je kunt een eigen vermogen opbouwen door aflossing op
hypotheek · Je huis kan meer waard worden door waardestijging, waardoor je ook meer vermogen opbouwt. · Je hebt belasting voordelen. Nadelen van kopen: · Je moet verzekering betalen wat een nadeel is. · Onderhoudskosten moeten door de koper zelf betaald worden. Voordelen van huren: · Je hebt geen last van waardedaling van je huis. · Je kan recht hebben op huursubsidie. · De verhuurder betaalt verzekeringen die je bij het kopen van een huis zelf moet betalen, zoals bijvoorbeeld woonhuisverzekering. · Onderhoudskosten zijn voor de verhuurder. Nadelen van huren: · Je kunt geen vermogen opbouwen. · Je hebt kans dat de huur stijgt. §2.2 Wat kost een eigen huis? Als je een eigen huis koopt moet je niet alleen het huis betalen maar ook andere kosten. Die kosten zijn eenmalige kosten (die betaal je bij het kopen van het huis) en terugkerende kosten (bijv.maandelijkse hypotheekbedragen). Eenmalige kosten: Als je een huis koopt betaal je de waarde van het huis en de kosten om het huis op je naam te krijgen. Dit zijn de overdrachtsbelasting en de notariskosten voor de eigendomsakte. Terugkerende kosten: Als je eenmaal eigenaar bent van een huis kun je naast het maandelijkse hypotheekbedrag ook nog andere kosten, zoals woonhuisverzekering,onroerend goedbelasting en waterschaplasten verwachten. Onderhoudskosten: Als je een eigen huis hebt moet je die regelmatig onderhouden (bijv.je huis schilderen). Hoe hoog de kosten van het onderhoud zijn hangt af van: · Hoeveel je zelf wilt of kunt doen. · De bouwmethode (bijv.hoe het gemetseld is) · Bouwmateriaal (bijv.rietendak) · De grootte van het huis. · Waar het huis staat. Per jaar kost een woning aan onderhoud ongeveer 1à2 % van de aankoopprijs. §2.3Bestaand huis of nieuwbouw? Als je een bestaand huis koopt zijn de kosten hoger dan bij een nieuwbouwwoning. Je hebt hier ook weer voor- en nadelen. Voordelen bestaand huis: · Deze huizen zijn in het algemeen groter en hebben een grotere tuin. · Je hoeft minder te betalen voor de inrichting van het huis en de aanleg van de tuin. Nadelen bestaand huis: · Je hebt kans dat het onderhoud niet goed is. · Het huis is vaak gebouwd met ouderwetse materialen. · Er kunnen dingen zijn die je in het huis niet aanstaan en dan moet je bijv. gaan breken en dat kost weer geld. Voordelen nieuwbouwwoning: · In de eerste jaren heb je weinig onderhoud. · Het huis is goed geïsoleerd. · Het huis is bijna direct bewoonbaar. · De woonomgeving is in nieuwbouwwijken vaak kindvriendelijk en verkeersveilig. Nadelen nieuwbouwwoning: · Je moet de hele tuin nog zelf aanleggen. Hoofdstuk3 : Een huis kopen. §3.1 Op zoek naar een huis. Als je eenmaal besloten hebt of je een bestaande woning of een nieuwbouwwoning wilt, kun je beginnen met zoeken. Je kan zelf gaan zoeken of je kan een makelaar huren. Zelf zoeken: Je kunt bijvoorbeeld gaan kijken in kranten en vrienden vragen of naar een makelaar gaan. De makelaar: De makelaar is er voor deskundig advies en kijkt of de prijs wel goed is en kijkt ook als er bijvoorbeeld iets wat kapot is en dat de verkoper dat niet aangeeft. Je kunt de makelaar ook een opdracht geven bijvoorbeeld dat hij elke week je op de hoogte houd van huizen die te koop zijn.(orientatieopdracht) En als een huis je aanstaat maak je een afspraak met de makelaar maar dan van de makelaar van de verkoper. Je kunt ook de makelaar een zoekopdracht geven dat wil zeggen dat hij huizen weet die verkocht worden maar die nog niet in kranten of waar dan ook in staan. Dit kost wel extra geld
Je kunt hier bij ook zeggen hoelang hij moet zoeken en de prijs voor het huis afspreken. En je kunt de makelaar ook een koopopdracht geven dat wil zeggen dat hij alle koopfases regelt. De kosten voor een volledige zoek – koopopdracht is 1à2% van de koopsom. §3.2 het voorlopige koopcontract. Wanneer je een huis gevonden hebt, sluit je een voorlopige koopcontract af dat voorlopige klopt eigenlijk niet want het contract is er al maar de notaris moet nog een akte maken zodat het juridisch ook in orde is. §3.3 de notaris
Bij de notaris maak je de juridische zaken in orde en daar ontvang je ook de sleutel van het nieuwe huis. Hoofdstuk 4 Een huis financieren. §4.1 hypotheken
Je hebt verschillende hypotheken die je kunt gebruiken ik zal er een paar noemen. Je hebt een hypotheek die je kunt aflossen aan het eind van de looptijd
Je hebt hier lage maandlasten.met deze hypotheek moet je aan het eind van de loop tijd alles in een keer betalen zoals: Spaar hypotheek: Met deze hypotheek bouw je een kapitaal op tegen een rente die gelijk is aan de rente die je betaald voor de lening. Zo weet je zeker dat je aan het eind van de looptijd genoeg geld hebt gespaard om de lening af te lossen. Beleggings hypotheek: Met deze hypotheek moet je je vermogen opbouwen door te beleggen, bij deze hypotheek heb je kans dat je naar het aflossen nog geld over hebt maar je loopt ook het risico dat je niet genoeg geld hebt. De meegroei hypotheek: Deze hypotheek is de spaar- beleggingshypotheek in een. Nu kun je zo overstappen van spaar naar beleggingshypotheek en andersom
Je kunt hier ook de premie verhogen of verlagen. Er zijn ook hypotheken die je aflost tijdens de looptijd. Je lost dan elke maand een vast bedrag af waardoor de lening steeds lager wordt. Zoals deze: De lineaire hypotheek: Bij deze hypotheek bestaan de maandelijkse lasten uit aflossing en rente. De af lossing is een vast bedrag die je tot het eind moet betalen, en de rente neemt af omdat er per maand wat wordt afgeschreven. Dus in het begin zijn de maandelijkse lasten hoog en het wordt per maand minder. De annuïteiten hypotheek: Bij deze hypotheek betaal je elke maand hetzelfde bedrag dat bedrag is opgebouwd uit een deel rente en een deel aflossing. Het bedrag blijft gelijk maar de samenstelling verandert. Je betaald in het begin meer rente dan de aflossing en aan het eind is het andersom. §4.2 Hoogte hypotheek

Consumentenorganisaties vinden dat je drie- tot viermaal je bruto jaarinkomen kunt lenen. Of dit voor jezelf geldt, hangt van je persoonlijke omstandigheden af. Ook van de rente stand hoe lager die is des te meer je kunt lenen. Hoofdstuk 5 Je huis Verzekeren. § 5.1 Risico’s van een huiseigenaar. Als je een huis hebt loop je veel risico’s. Je staat er liever niet bij stil maar er kan van alles mis gaan. Zoals bijvoorbeeld brand, een gasontploffing of de wasmachine loopt over. Het gevolg daarvan is dat je inboedel beschadigd wordt. Ook je huis kan hierbij schade op lopen. Rond het huis gebeurt er ook van alles bijvoorbeeld een wind met windkracht 12 waarbij een dakpan van je huis op de auto van de buurman valt of je kinderen schoppen een bal door de ruit. Hoe zorg je ervoor dat je met je gezin kunt blijven wonen, als je inkomen wegvalt door arbeidsongeschiktheid of als je partner overlijdt. Je moet nu kiezen welke verzekering je wilt dekken of niet. § 5.2 Welke verzekeringen heb je. Woonhuisverzekering: Deze verzekering dekt je schade als je bijvoorbeeld brand, bliksem inslag, ontploffing, storm, water en schade van inbraak, diefstal, aanrijding en plunderingen. Inboedelverzekering: Deze verzekering dekt meubels, tv, gordijnen, vloerbedekking en radio e.d., als je daar schade aan hebt dan krijg je dat vergoedt omdat je dat hebt gedekt. Aansprakelijkheidsverzekering: Deze verzekering dekt je schade als je bijvoorbeeld een bal bij de buren door de ruit schopt of als je hond het gras van de buren kapot trapt. Arbeidsongeschiktheidsverzekering: Deze verzekering is er voor als je niet meer kunt werken dan betaald deze verzekering je hypotheeklasten maar dan moet je wel 65% afgekeurd zijn.en als je tussen 45 en 65% arbeidsongeschikt bent betaald deze verzekering de helft van je hypotheek lasten af. Werkeloosheidsverzekering: Als je werkeloos wordt terwijl je dat niet wilt dan worden de hypotheek lasten maximaal 12 maanden doorbetaald. § 5.3 Waar let je op bij het afsluiten van de verzekering
Je moet opletten dat je niet teveel verzekert bijvoorbeeld dat je glasschade bij de inboedel meeverzekerd terwijl dit al gedekt wordt bij de woonhuis verzekeringen, je betaalt dan te veel premie. Je moet ook opletten dat je niet iets vergeet te verzekeren want je moet bijvoorbeeld het glas er dan wel bij één van die twee in doen met verzekeren. En je moet opletten dat je niet oververzekerd of onderverzekerd bent. Bij oververzekeren dan heb je een huis voor te veel geld verzekerd en heb je meer premie betaald dan nodig was. Bijvoorbeeld een huiswaarde is 200.000 en is verzekerd voor 300.000
Als je schade krijgt krijg je alleen die 200.000 maar terug. Bij onderverzekeren heb je je huis verzekerd voor een te laag bedrag. Je hoeft dan minder premie te betalen maar als je dan schade hebt krijg je ook minder uitgekeerd. Dan krijg je niet het volle bedrag van je schade. Let ook op de service als bijvoorbeeld je huis wordt afgebrand dat je dan zo snel mogelijk geld krijgt en niet pas naar bijvoorbeeld 3 maand Conclusie: Als ik nu een dak boven mijn hoofd wil hebben zou ik kiezen voor een koopwoning
Want dat is het voordeligste. Als je een huis wilt kopen zou ik eerst rustig gaan rond kijken en naar de makelaar gaan
En rustig bekijken welke verzekeringen ik zou sluiten en welke hypotheek. Ik heb veel geleerd hier van ik weet er nu meer vanaf dan in het begin, ik heb het werkstuk met plezier gemaakt. Literatuurlijst: Ik heb informatie van: · Makelaar Kreileman · Internetsite www.abnamro.nl/wonen · Economie Boek 3A.

REACTIES

S.

S.

Heej Peter!
Heel erg bedankt voor je werkstuk want hij is echt heel goed, ik heb er heel veel aan gehad.
Je was mijn reddende engel!
Gr xx stefanie

22 jaar geleden

T.

T.

hey het werkstuk is wel in orde maaruh waar heb je die plaatjes en foto,s vandaan stuur mij aub vandaag nog terug want ik moet het morgen inleveren okey alvast bedankt dan

21 jaar geleden

M.

M.

hey

echt super werkstuk
toppie man
lekker bezigg
groeten

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.