Schizofrenie vs. DIS

Beoordeling 8.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas hbo | 2813 woorden
  • 12 november 2012
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Schizofrenie:

Hoe ontstaat Schizofrenie? 

Op Wikipedia staat vermeld dat het ontzettend moeilijk is om de oorzaak van schizofrenie te benoemen. De oorzaak is altijd onderwerp geweest van vele speculaties, en ook tegenwoordig zijn de boeken hierover nog lang niet gesloten. Er worden diverse oorzaken benoemd, zoals; afwijkingen in de hersenen, erfelijkheid, genetische verwantschap. Maar geen van deze mogelijke oorzaken zijn specifiek aanwijsbaar als oorzaak van Schizofrenie. 

Als je dan bijvoorbeeld ook kijkt naar eeneiige tweelingen (die dezelfde genen hebben) bestaat echter geen volledige concordantie (dat wil zeggen als de ene helft van een tweeling het heeft, heeft de andere het in 50- 70% ook, maar niet 100%), wat een aanwijzing is dat naast de erfelijkheid ook de omgeving een rol kan spelen in het ontstaan van de ziekte.

Als er dan gekeken wordt op de internetsite van het Trimbos Instituut komen zij met mogelijke oorzaken en risicofactoren.

Risicofactoren voor schizofrenie kunnen onderverdeeld worden in:

  • Demografie,
  • Individuele kwetsbaarheid,
  • Sociale en omgevingskenmerken/ Levensgebeurtenissen.

Demografie.

Schizofrenie wordt meestal pas in de late puberteit en bij jonge volwassenen zichtbaar. Bij mannen is dat gemiddeld 3 tot 4 jaar eerder dan bij vrouwen. Zoals het er nu uitziet komt de ziekte bij mannen vaker voor dan bij vrouwen. Schizofrenie is zeldzaam bij jonge kinderen. Hooguit 4% van alle gevallen van de ziekte wordt zichtbaar voor de leeftijd van 15 jaar. Omdat de levensverwachting steeds groter wordt is het aantal ouderen met schizofrenie gegroeid. 10% van deze groep heeft schizofrenie die laat is ontstaan, meestal ontstaan na de leeftijd van 45 jaar. De late schizofrenie treedt vaker op bij vrouwen dan bij mannen en is hoofdzakelijk van het paranoïde type.

Etnische achtergrond.

In de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg bestaat het idee dat schizofrenie vaker voor komt bij personen die van Surinaamse en Antilliaanse afkomst zijn. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten die vanuit Londen bekend zijn, in Londen wordt schizofrenie vaker vastgesteld bij de bevolkingsgroep van Afro- Caraïbische afkomst. In een studie in Den Haag registreerden onderzoekers nieuwe “gevallen” van schizofrenie in huisartsenpraktijken en in de geestelijke gezondheidszorg. De kans dat het een “1ste generatie” burger van Surinaamse of Antilliaanse herkomst was, was naar verhouding 3 maal groter dan voor autochtonen. Bij Marokkanen was de overeenkomstige kans nog groter, 4,5. Voor allochtonen van Turkse afkomst werd geen verschil gevonden. Het risico werd eerder groter dan kleiner bij “2de generatie” allochtonen. Het blijft echter de vraag in hoeverre de etnische achtergrond bepalend is voor het krijgen van schizofrenie. Het lijkt er meer op dat bepaalde etnische groeperingen in weinig florissante omstandigheden leven, die het ontstaan van schizofrenie bevorderen. Ook discriminatie lijkt van invloed te kunnen zijn op het krijgen van schizofrenie.

Individuele kwetsbaarheid

Erfelijkheid

Als schizofrenie in een familie voorkomt is het risico dat een ander familielid de ziekte krijgt 10 tot 50 keer groter dan normaal. Dit hoeft nog niet te betekenen dat schizofrenie genetisch bepaald is. Overtuigender in dit geval zijn de uitkomsten van studies onder tweelingen. Als 1 van een eeneiige tweeling schizofrenie heeft is de kans dat ook de ander schizofrenie krijgt 40% tot 50%.

Ontwikkeling op jonge leeftijd

Er wordt vermoed dat schizofrenie te maken kan hebben met een gestoorde ontwikkeling van het zenuwstelsel op kinderleeftijd. Daarvoor bestaat inderdaad enig bewijs, wat die storing precies inhoudt en waarop deze berust, is niet duidelijk. Naast gebeurtenissen voor of bij de geboorte zouden invloeden van buiten een rol kunnen spelen. In dit verband worden wel ongunstige omstandigheden voor de foetus genoemd. Bijvoorbeeld een virusinfectie (influenza) of overmatige stress bij de moeder, en zaken als een voedingstekort voor of na de geboorte (zoals in de honger- winter van 1944- 1945) en hersenvliesontsteking in de eerste levensjaren.

Persoonlijkheid

Schizofrenie lijkt vaker dan gemiddeld voor te komen bij mensen met een geremde of neurotische persoonlijkheid of met een “gevoelige natuur”(inter- persoonlijke sensitiviteit). Er bestaat geen verband met impulsiviteit.

Complicaties rond de geboorte

Vele complicaties rond de geboorte zijn in verband gebracht met het later ontstaan van Schizofrenie bij het kind. Denk bij complicaties aan bijvoorbeeld; het niet samengaan van de resusfactor van moeder en de foetus, keizersnede, tangverlossing en een laag geboortegewicht. Voor de meeste van deze factoren is de bedoelde relatie zwak.

Genotmiddelen

Niet genoemd vanwege onduidelijkheid over de status van risicofactoren.

Omgevingsfactoren en levensgebeurtenissen

Gebeurtenissen die als belastend ervaren kunnen worden, kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van schizofrenie. Het begrip “belastend” is betrekkelijk

 Belastende ervaringen kunnen bijdragen aan het tot uiting komen van schizofrenie. Het begrip 'belastend' is betrekkelijk. Andere mensen zullen het vertrek uit het ouderlijk huis of het baren van een kind juist als vreugdevol of stimulerend ervaren. Belangrijk hier is dat het gaat om gebeurtenissen die aanpassing vergen, waartoe de tot schizofrenie geneigde persoon kennelijk niet goed in staat is. Voorbeelden:

Zwaar drinken en

roken; gebruik van drugs 

Zwaar drinken en roken en gebruik van drugs als cannabis komen onder mensen met schizofrenie veel meer voor dan onder de doorsnee bevolking. Dit betekent niet dat consumptie van genotmiddelen de aandoening veroorzaakt of daarvoor een risico vormt. Het kan ook andersom zijn. Dit laatste ligt meer voor de hand: (aanleg voor) schizofrenie vergroot de interesse in genotmiddelen, bijvoorbeeld doordat ze symptomen zouden verlichten (poging tot zelfmedicatie).

Cannabis 

Gegevens uit onder meer Nederland doen vermoeden dat aanhoudend gebruik van cannabis psychotische verschijnselen kan uitlokken ook bij mensen die daar nog geen last van hadden. Daaruit kan nog niet worden geconcludeerd dat cannabis schizofrenie veroorzaakt: een psychotisch symptoom staat niet gelijk aan schizofrenie.

Mate van verstedelijking 

Mensen die opgroeien of wonen in stedelijke gebieden vertonen vaker psychotische verschijnselen en mogelijk schizofrenie dan bewoners van het platteland. Dit geldt ook voor Nederland.

  • Vertrek uit het ouderlijk huis
  • Scheiding
  • Verlies van een dierbare of van een baan
  • Verwachten of baren van een kind.
  • Dak- en

thuisloosheid 

Dak- en thuisloosheid kan schizofrenie uitlokken. Maar schizofrenie kan ook aan het dakloze bestaan voorafgaan of daar zelfs een van de oorzaken van zijn. Het is moeilijk te bepalen hoeveel dak- en thuislozen schizofreen zijn. Uit studies onder daklozen in Utrecht en Den Haag bleek respectievelijk 15% en 5% schizofrenie te hebben.

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Statistieken Schizofrenie.

Op de internetsite van het Trimbos Instituut kunnen we over de statistieken van Schizofrenie de volgende feiten en cijfers terug vinden.

Feiten en cijfers

Hoe vaak komt schizofrenie voor?

In Nemesis-2 wordt geschat dat 0,5% van de Nederlandse bevolking tot 65 jaar ooit in het leven te kampen heeft met schizofrenie.

Schattingen van het aantal mensen met schizofrenie zijn erg gevoelig voor de manier waarop dergelijk onderzoek wordt uitgevoerd en van de definitie van 'schizofrenie'.

Het aantal nieuwe gevallen per jaar (incidentie) bedraagt in Nederland 10 tot 20 per 100.000 mensen, wat meer bij mannen dan bij vrouwen.

Schattingen van het totaal aantal behandelde en onbehandelde volwassenen met schizofrenie in enig jaar in Nederland komen uit op 100.000. Schizofrenie komt over de hele wereld voor.

Op de internetsite van Ypsilon is het mogelijk meer informatie terug vinden over cijfers en feiten van Schizofrenie. Bijna één op de honderd mensen lijdt aan schizofrenie, is in de wetenschappelijke literatuur een vaak gebruikte schatting. De Nederlandse Multidisciplinaire richtlijn Schizofrenie is voorzichtiger: die gaat uit van 1 op de 125 mensen, oftewel 0,8 procent. Per jaar ongeveer 3000 (1 op de 5.000) nieuwe patiënten in Nederland Schizofrenie is een chronische ziekte die zich meestal openbaart tussen het zestiende en dertigste levensjaar Oorzaak: (nog) onbekend, maar erfelijkheid in combinatie met een verhoogde kwetsbaarheid voor stress spelen een belangrijke rol Medicatie is van groot belang: Meest voorgeschreven medicijnen: antipsychotica en anti- Parkinsonmiddelen (tegen bijwerkingen van antipsychotica). Er zijn positieve symptomen tijdens de psychose (in het denken en waarnemen; wanen en hallucinaties) en negatieve symptomen na de psyhose (moe, weinig initiatief, terugtrekgedrag) 20% van de patiënten heeft na een eerste ziekteperiode geen noemenswaardige behoefte aan zorg meer en kan een zelfstandig bestaan opbouwen. 10% van de patiënten pleegt zelfmoord binnen de eerste tien jaar van hun ziekte en ruim het dubbele ervan doet pogingen daartoe. Wereldwijd wordt een toename van het aantal suïcides gerapporteerd. 10-20% van de patiënten brengt zich zelf ernstig, blijvend letsel toe. Geschat wordt dat ongeveer zo'n 40% van de patiënten niet of niet op tijd adequate hulp krijgt. Verder staat op de internetsite van Ypsilon ook nog informatie over eerder gehouden onderzoeken en enquêtes. Deze zijn terug te vinden  p www.ypsilon.org. Schizofrenie in het verleden en het heden, geschiedenis.

Op de internetsite van Parnassia is enige informatie terug te vinden over Schizofrenie in het verleden.

De onderstaande informatie is in zijn geheel overgenomen van de internetsite van Parnassia.

Hoe lang komt schizofrenie al voor?

Schizofrenie bestaat al zo lang er mensen zijn.

Ongeveer 1% van de wereldbevolking heeft schizofrenie.

Het aantal nieuwe gevallen per jaar loopt in verschillende landen uiteen van 0,008% tot 0.043% van de bevolking, dat is een factor 5 verschil.

In sommige landen zullen echter andere namen worden gegeven aan wat in de westerse wereld 'schizofrenie' en 'psychotische verschijnselen' wordt genoemd.

Vervolgens is op de internetsite www.film-en-psychiatrie.nl een document terug te vinden waar informatie is te vinden over de geschiedenis van Schizofrenie. Het document is te groot om hier in zijn geheel te plaatsen, in de eerste alinea is wel direct terug te lezen wanneer er voor het eerst wordt gesproken van de term “Schizofrenie”. Voor meer informatie over de geschiedenis van Schizofrenie verwijs ik u naar de internetsite www.film-en-psychiatrie.nl.

De term “Schizofrenie” werd in 1908 geïntroduceerd door Zwitsere Psychiater Eugen Bleuler. De term “Schizofrenie” bestaat nu dan al 104 jaar.

3 De behandeling van iemand met schizofrenie.

Op de internetsite www. Abilify.nl is het mogelijk om meer informatie terug te vinden over de geschiedenis van de schizofreniebehandeling.

De gehele onderstaande tekst is overgenomen vanaf de internetsite www.abilify.nl

Geschiedenis van de schizofreniebehandeling

Vóór medicatie

(1911 – jaren ‘50)

Bij gebrek aan effectieve medicijnen, pasten artsen aan het begin van de twintigste eeuw een primitieve vorm van elektroshock- therapie toe om patiënten met schizofrenie te behandelen. Deze therapie veroorzaakte hevige koorts en epileptische aanvallen, die de psychotische symptomen leken te verminderen. Verder werd gebruik gemaakt van insulinetherapie om patiënten te kalmeren en het aantal actieve hersencellen te verminderen. Ook werden soms operaties uitgevoerd om het deel van de hersenen dat emoties verwerkt te verwijderen. Deze procedure, die bekend staat onder de naam lobotomie, zorgde ervoor dat de patiënt zijn agressieve gedrag beter onder controle kon houden, maar zorgde er ook voor dat patiënten ingetogener werden en geen emoties meer hadden.

De eerste antipsychotica – de typische middelen (jaren ’50 – jaren ’60) De eerste antipsychotica kwamen op de markt in de jaren ’50. In de loop van de jaren ’60 werden verder ontwikkelde antipsychotica zoals haloperidol en fluphenazine geïntroduceerd. Deze medicijnen werden typische antipsychotica genoemd, en vormden in de daarop volgende dertig jaar de medicatie bij uitstek. Ook nu nog worden typische antipsychotica gebruikt als behandeling van schizofrenie. Hoewel typische antipsychotica de positieve effecten van schizofrenie effectief tegengaan, heeft het gebruik van deze middelen een aantal neveneffecten, terwijl ze slechts in beperkte mate effectief zijn tegen de negatieve symptomen

van schizofrenie. Bovendien hebben ze geen effect op de cognitieve symptomen.

De atypische antipsychotica (jaren ’90)

In 1990 werd een nieuwe categorie medicijnen geïntroduceerd, de  zogenaamde atypische antipsychotica. Deze nieuwe middelen houden de symptomen van schizofrenie effectief onder controle en veroorzaken minder neveneffecten dan de typische middelen. Bovendien zijn atypische antipsychotica effectief tegen zowel positieve, negatieve als cognieve symptomen.

Tegoordig is er een aantal verschillende atypische antipsychotica verkrijgbaar. Elk middel heeft zijn eigen voor- en nadelen, waardoor een behandeling nauwkeurig kan worden afgestemd op de behoeften van elke individuele patiënt. De meeste officiële richtlijnen geven op dit moment de atypische antipsychotica aan als eerste keuze bij de behandeling van schizofrenie, in plaats van de oudere typische antipsychotica.

De nieuwste voordelen

Onze kennis van schizofrenie wordt steeds groter. En naarmate we een beter inzicht krijgen in de oorzaken van schizofrenie, worden steeds weer nieuwe behandelmethodes ontdekt.

Onze kennis van schizofrenie wordt steeds groter. En naarmate we een beter inzicht krijgen in de oorzaken van schizofrenie, worden steeds weer nieuwe behandelmethodes ontdekt.

De huidige behandeling ziet er op dit moment als volgt uit. Op de internetpagina van het Trimbos Instituut is de volgende informatie te vinden over de behandeling van Schizofrenie.

Behandeling schizofrenie

Schizofrenie kan volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie behandeld worden met medicijnen of met psychologische of psychotherapeutische interventies.

Behandeling met medicijnen

Tijdens en vlak na een acute, psychotische fase spelen medicijnen een belangrijke rol in de behandeling van schizofrenie. De belangrijkste medicijnen zijn de antipsychotica. Deze moeten de psychotische symptomen, zoals angst, verwarring en wanen verminderen. Ook hebben ze een kalmerende werking. Meer over behandeling met medicijnen (farmacotherapie) in de Richtlijn Schizofrenie.

Psychologische behandeling

Een psychologische interventie kan behandeling met medicijnen niet vervangen. Het is geen concurrerende maar een aanvullende behandeling. Er bestaan verschillende psychologische behandelingen van schizofrenie. Er zijn aanwijzingen voor de werkzaamheid van cognitieve gedragstherapie, psycho- educatie en gezinsinterventies.

Op de internetsite van Ypsilon valt de meeste informatie terug te vinden over de behandeling, preventie, het gebruik van medicatie en eventuele alternatieve. Mocht u meer informatie willen krijgen, dan kunt u deze terug vinden op www.ypsilon.org

De hier onder staande informatie is geheel van de internetsite Ypsilon overgenomen.

Preventie

Voorkomen is beter dan genezen, een belangrijk uitgangspunt. Preventie betekent voorkomen dat er problemen ontstaan door tijdig in te grijpen. Doelbewust initiatieven nemen die anticiperen op risicofactoren en handelen wanneer de eerste signalen zich aandienen en de problemen aan het ontstaan zijn. Psychose en schizofrenie zijn ernstige aandoeningen die zo snel mogelijk behandeld moeten worden. Patienten en familie hebben informatie nodig over de behandelmogelijkheden, kunnen leren tips en ervaringen van anderen. Door vroegtijdig symptomen of signalen te herkennen en hulp in te schakelen (vroegsignalering, vroegdetectie) kun je problemen voorkomen. Projecten om de eerste psychose snel te herkennen en te behandelen zijn succesvol gebleken. Sommige instellingen hebben een specifiek aanbod voor mensen met een eerste psychose. Een voorbeeld is het VORS-project van het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam en de Adolescentenafdeling van ditzelfde ziekenhuis.

Vraag bij de instelling bij u in de buurt, welke voorzieningen voorhanden zijn voor eerste psychosepatienten. Bij preventie hoort ook het voorkomen dat familie en omgeving uitgeput raken. De zorg voor een familielid met een psychose heeft grote gevolgen . De chaos in het leven van familie, verdriet, onmacht, maar ook onbekendheid en onzekerheid over het verloop, spanning over mogelijke suicide. Aandacht moet er zijn voor de lichamelijke gezondheid, zorg voor jezelf. Hulpmiddelen als signalerings- en of noodplannen

Antipsychotica

De medicijnen die werken tegen psychose worden antipsychotica genoemd. De werking van antipsychotica berust op hun invloed op de hersenen. Antipsychotica vormen bij schizofrenie en een psychose de belangrijkste groep medicijnen. Cognitieve gedragstherapie (eventueel naast de inname van medicatie) Samen met de behandelaar wordt gekeken naar de manier van denken en het gedrag. Daarna gaan patiënten dat veranderen. Deze behandeling zorgt ervoor dat iemand niet stopt met de behandeling (de zogenoemde therapietrouw); deze behandeling helpt te herstellen na een acute periode en helpt een beetje om terugval te voorkomen.

Trainingen 

Daarnaast zijn er nog trainingen om het geheugen, de aandacht, en de sociale vaardigheden te verbeteren.

Alternatieve behandelmethoden

De behandeling bij schizofrenie of een psychose bestaat enerzijds uit het tegengaan van de ziekteverschijnselen, meestal met behulp van medicijnen, anderzijds uit het ondersteunen en leren omgaan met de handicap van een ernstige ziekte die niet overgaat. Medicijnen zijn een belangrijk, zelfs onmisbaar onderdeel van de behandeling. Medicijnen hebben echter vaak grote bijwerkingen. Ook onvrede over behandeling en bejegening in de reguliere psychiatrie zorgen ervoor dat mensen op zoek gaan naar alternatieven. Alternatief betekent hier: "anders dan in de reguliere psychiatrie gebruikelijk is”. Van de meeste van deze alternatieven is de werking echter niet wetenschappelijk aangetoond. Dat wil niet zeggen dat individuele patiënten er geen baat bij kunnen hebben. Maar of dat effect ook kan worden toegeschreven aan de behandeling, is de vraag. Het standpunt van Ypsilon met betrekking tot alternatieve behandelingsmethoden is dat deze altijd als aanvulling op, en niet in plaats van de reguliere behandeling (medicatie) ingezet moeten worden. Zonder medicatie is de kans op een terugval immers groot. Ypsilon kiest er voor om niet alle ideeën en goede bedoelingen te publiceren, maar hoort graag van haar leden en hun patiënten waar ze baat bij hebben.

Integrale Psychiatrie  

Een nieuwe ontwikkeling is de zogenaamde Integrale Psychiatrie. Dit houdt in dat complementaire (aanvullende) en/of alternatieve geneeswijzen in de reguliere psychiatrie worden geïntegreerd. Dit gebeurt op basis van wetenschappelijk

onderzoek naar effectiviteit en veiligheid.

In het Centrum Integrale Psychiatrie in Groningen, onderdeel van Lentis, wordt gezocht naar innovatieve behandelingen op dit gebied. Elk jaar organiseert het Centrum Integrale Psychiatrie een congres.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.