Kreta

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2679 woorden
  • 29 oktober 2002
  • 136 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
136 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Het eiland Kreta is een lang en smal eiland. Het is 250 km van oost naar west, maar is nergens breder dan 60 km. Het eiland dat vier keer zo klein is als Nederland, telt ongeveer 500.000 inwoners. Een reeks van bergketens doorsnijdt het in de lengterichting: de Lefká of Witte Bergen in het westen, de heilige toppen van de Ida en de Díkti in het midden, en de Sitía-keten in het oosten. Vroeger en nu gaan op Kreta hand in hand. Zo is de heersende godsdienst een versmelting van Grieks-orthodoxe soberheid en inheems geloof. Kreta is een land op zichzelf. Eeuwenlang heeft Kreta strijd moeten voeren tegen Venetiaanse, Turkse, en andere indringers. Nu hoort Kreta bij Griekenland. Als het grootste eiland: Als Sicilië maar dan vrolijker, als Schotland maar dan zonniger, of zoals Aruba, maar dan met een rijker verleden. Kretenzers hebben reden genoeg om trots te zijn: op hun eiland vind je het begin van de beschaving, niet alleen die van Griekenland zelf, maar van heel Europa. Het mooie paleis van Knossos – rond de eeuwwisseling 1899-1900 opgegraven door Sir Arhur Evans – en de ruines in Phaistós, Mália en Káto Zákros roepen een goed beeld op van de minoïsche cultuur, die bloeide tussen 300 en 1400 v.C. Het paleis van Knossos, dat zijn charme ontleent aan de exotische koninkrijken uit het oosten en zuiden, is door de eeuwen heen maatstaf geweest voor de westerse architectuur. In het uiterste zuiden van de Aegeïsche zee vormt de Krentzische zee de toegang voor Aziatische en Noordafrikaanse invloeden. He merendeel van de bevolking van Kreta bewoont het laagland en de hellingen aan de noordkant van Kreta. In het dunbevolkte zuiden grenzen de bergen vrijwel direct aan zee. De meeste voorzieningen voor toeristen vindt je dan ook aan de noordkust: in en rond Ágios nikólaos, Eloúnda en sitía in het oosten, rond om de centraal gelegen hoofdstad Iráklion, en in het westen rond réthimnon, Chaniá en Kastélli. Al deze gebieden zijn bereikbaar via Kreta’s enige grote verkeersweg. Aan de zuidkust is alleen Ierápetra. Verder vind je er afgelegen vissersdorpjes als: Paleochóra en Chóra Sfakíon, en er zijn twee vakantieoorden in ontwikkeling: Mátala en Agía Bakíni. Vanuit het moderne badplaatsje Agios Nicolaos en de omliggende dorpjes kun je excursies maken naar het klooster van Toplou, en de Minoische paleizen van Maia en Kato Zakros, de stranden van Vai, en de Bergdorpen op de flanken van de Dikti en de Sitia. Ligging Kreta ligt onder Macedonië, schuin onder de Peleponessos en Turkije, en onder al deze kleine eilandjes: Milos, Santorini, Los, Paros, Naxos, Kalymnos, Kos, Simi, Rhodos, Patmos, Mykonos, Syros, Tinos, Andros, Ikaria, en Samos. Kreta ligt naast de eilanden: Kasos en Karpathos. Kreta hoort bij Griekenland.
Bevolking Kreta telt ongeveer een half miljoen inwoners, waarvan 100.000 in Iraklion wonen. In gania wonen 60.000 inwoners, in rethimnon wonen 9.000 inwoners, en in Agios Nicolaos wonen 8.000 inwoners. De bewoners van Kreta behoren tot het Mediterrane type waaraan ze hum belangrijkste kenmerken danken. De meesten wonen de vier grote hoofdsteden. De meeste eilandbewoners, maar vooral de mensen die in kleine dorpen wonen, houden de oude tradities in ere. Op het land komt men nog geregeld oude kretenzers tegen, gekleed met een zwarte, wijde broek en een zwart hoofddoekje, de traditionele kledij. De vrouwen dragen hun rijk geborduurde traditionele kleren niet meer. Zij weven en borduren echter nog wel op de oude manier. Hun handwerk wordt gekenmerkt door rijke versieringen en een kleurige samenstelling. De geschiedenis van Kreta De eerste kolonisten uit Anatolie (Centraal Turkije) brachten Kreta veel goeds. Ze brachten niet alleen de ploeg en allerlei bronsen werktuigen, maar ook olijven, vijgen en wijnstokken,die tot nu toe onbekend bij de eilandbewoners waren, Kreta in. Toen roofzuchtige legers het vasteland van griekenland teisterden, was Kreta juist een oase van rust. Vanaf ongeveer 3000 v.C. ontwikkelden de kretenzers een goede handel met Egypte, het Midden-Oosten en de andere Griekse eilanden, Het meeste luxe artikelen, zoals: fijn aardewerk gouden sieraden, en ivoor. Gouden Tijdperk van Minos De Kretenzers hadden geen vijanden in deze tijd, dus bouwden ze rond 2000 v.C. hun eerste paleizen, in Knossos, Phaistos en Malia zonder enige versterking. Niemand weet waardoor ze 300 jaar later werden verwoest. Er staat nu wel vast, dat de paleizen na hun wederopbouw nog groter en luisterrijker waren. Het ontwerp stond als voorheen in het teken van het goede leven: Het had mooi geschilderde ontvangstruimten, dakterrassen met uitzicht op de landelijke omgeving, Heel fijngeschilderde fresco’s in de slaapvertrekken, Kunstig koperwerk in de keukens en badkamers. Tijdens de Minoïsche cultuur, genoemd naar de mythische koning Minos van Knossos, werden vooral vrouwelijke goden vereerd, Meestal weergegeven als fijne beeldjes, niet als kolossale standbeelden. Hun symbool was de befaamde dubbelbijl. De mannelijke goden waren meestal ondergeschikt, met stier als symbool. In de beste dagen van de Minoïsche beschaving moet Kreta een bevolking van meer dan twee miljoen hebben gehad, viermaal zoveel als nu. In Knossos woonden 100.000 mensen. Kreta was een vooraanstaande zeemacht. De cypressenbossen waarmee het eiland was bedekt, leverden materiaal in overvloed voor de scheepsbouw. Maar de Kretennzers waren meer geïnteresseerd in handel dan in oorlog voeren. Wijn, olijfolie en honing konden dankzij de vruchtbare grond worden uitgevoerd. Nog succesvoller was de handel in sieraden. Voor de produktie ervan haalden de Kretenzers niet alleen koper en tin naar hun eiland, maar ook lapis lazili uit Afghanistan, ivoor uit Syrië en goud, zilver en zwart obsidiaan uit Anatolie. Doriers en Romeinen Rond 1500 v.C. raakte de Minoïsche beschaving in verval. Grote, blonde Doriers uit de Balkan staken over van het Griekse vasteland, en veroverden Kreta zonder moeite. Toen het paleis van Knossos een eeuw later door een aardbeving werd verwoest, verdween Kreta van het toneel van de antieke geschiedenis. Vele Kretenzers trokken zich terug in de bergen. Anderen verlieten het eiland en kwamen terecht in Palestina, waar ze, het toppunt van vernedering, door de Israëlieten werden aangeduid als Filistijnen. Tijdens de Perzische en Peloponnesische oorlogen bleef Kreta afzijdig, Al ontging het Alexander de Grote niet dat het eiland veel dappere huursoldaten te bieden had. Een steen die dateert uit de periode voor de Romeinse overheersing bevatte een serie uitgehouwen wetstekenen. Met de komst van de Romeinen in 67 v.C. kwam er een eind aan de jarenlange onderlinge ruzies op het eiland. Behalve voor rust en orde zorgden de Romeinen als gebruikelijk voor het aanleggen van wegen, aquaducten en tempels. Met Gortis als hoofdstad bleef Kreta tot 395 n.C. een provincie van het Romeinse Rijk. Christenen en Arabieren De apostel Paulus en zijn volgeling Titus landden in 59 n.C. op Kreta, met de bedoeling het Christelijke geloof te verspreiden. Toen volgde er een langdurige strijd tussen het christendom, en de inheemse religies. Uiteindelijk won het christendom. Na enige aarzeling kozen de Kretenzers voor loyaliteit tegenover de nieuwe beschermer. Tijdens de latere Arabische overheersing (824-961) bleven ze dan ook trouw aan het christendom. De Arabieren maakten ook alle kerken op het eiland met de grond gelijk, en vestigden er een van de grootse slavenmarkten in het Middellandse-Zeegebied. Ook bouwden ze de Vestingstad Rabd-el-Kandek, Later Candia geheten, Het huidige Iraklion. Bij de bevrijding van Kreta ging de Byzantijnse legeraanvoerder Nikephoros Phokas evenmin zachtzinnig te werk. Om in de vesting overgebleven Arabieren te verwijderen, slingerde hij de hoofden van zijn krijgsgevangenen met een katapult over de muur. Wie geluk had werd als slaaf weggevoerd.
Onder de Venetianen Toen het grondgebied in handen van de kruisvaarders viel, werd Kreta geschonken aan Bonifacius van Montferrat, die het voor 1000 zilveren marken verkocht aan Venetië. Het eiland vaarde wel bij de 465 jaar durende Venetiaanse bezetting (1204-1669). Dankzij de goede ligging en de enorme houtopbrengsten bereikte Kreta een sleutelpositie in het Venetiaanse handelsgebied. Er werd op grote schaal gebouwd. De havens Van Chania, Rethimnon en Iraklion werden allen gesigneerd met het trotse embleem van venetië, de leeuw van San Marco, staan vandaag nog overeind. Ook een aantal villa’s getuigt nog altijd van de elegante Venetiaanse levenstijl. Zoals altijd konden de Kretenzers het niet best vinden met hun nieuwe heersers, maar na enkele bloedige opstanden legden ze zich bij de situatie neer. Ze vermengden zich met de Venetianen en namen tenslotte ook deel aan hun bestuur. In de 16e en 17e eeuw bloeide de kunst op Kreta. De bekendste dichter uit die tijd is Vitsenzos Kornaros. Van hem is de in het omvangrijke Kretenzisch dialect geschreven heldenroman Erotokritis. Tot kort geleden konden veel bergbewoners grote delen van dit werk uit het hoofd opzeggen, nu beperkt de traditie zich tot de literaire scene van Kethimnon. Sinds de val van Constantinopel in 1453 zochten steeds meer Griekse kunstenaars hun toevlucht tot het eiland. Toch waren twee van de voornaamste 16e-eeuwse schilders geboren Kretenzers. Michail Damaskinos vond in zijn plaatjes een mooie balans tussen de beproefde Byzantijnse stijl en moderne technieken uit Venetië. Bekender is Domonikos Theotokopoulos, de zoon van een belastingontvanger. Hij begon ook als icoonschilder, maar trok later naar Italië en vervolgens naar Spanje, waar hij zijn werk signeerde als: El Greco (De Griek) De slag om Kreta De Turken hebben zich geen moeite gespaard om Kreta te veroveren. Rond 1530 kwamen de eerste aanvallen, op Chania en Sitia, onder leiding van de beruchte Turkse piraat Barbarossa Khair ed-din. Omdat de Venetianen wel beseften dat met de val van Kreta de Turkse opmars naar het westen niet meer te stuiten zou zijn, besloten zij de forten op het eiland te versterken. Het duurde dan ook tot 1645 voor de Turken Chania en Rethimnon konden innemen. Twee jaar later werd de aanval op de hoofdstad Candia (Iraklion) ingezet, juist toen deze werd geplaagd door een pestepidemie. Het beleg duurde maar liefst 22 jaar. Na 15 jaar vruchteloos belegeren werd de Turkse bevelhebber Hussein Pasha teruggeroepen naar Constantinopel, en als straf voor zijn falen in het openbaar gewurgd. Ondanks het feit dat de Europese bondgenoten de toegezegde hulp tot het bitter einde bleven uitstellen, hielden de belegerde Venetianen wonderbaarlijk lang stand. Bij de inname van de stad, in 1669, verloren 30.000 Venetianen en 118.000 Turken het leven. Turkse heerschappij Tot 1898 bleven de Turken op Kreta de dienst uitmaken. Wat in bijna vijf eeuwen van streng maar intelligent Venetiaanse bestuur was opgebouwd, ging weer verloren. De Turken bouwden ook geen nieuwe moskeeën; in plaats daarvan namen ze de bestaande kerken in gebruik. Afgezien van een paar huizen en fonteinen hebben de Turken dan ook geen andere erfenis nagelaten dan hun keuken en hun veelgeroemde koffie. Toen Griekenland zich in 1821 wist los te maken van het Ottomaanse Rijk bleef Kreta nog ruim een eeuw overgeleverd aan Turkse onderdrukking en Europese wil. Al die tijd maakten verzetsstrijders uit de bergen het de Turken bijzonder lastig, onder het motto ‘de vrijheid of de dood’. De verering van de verzetsslachtoffers groeide snel. Kreta’s eindeloze lijden is vereeuwigd in het moderne heldenromannetje Liederen van Dighenis. Aansluiting bij Griekenland Onder de indruk van de grote Europese mogelijkheden verleenden de Turken Kreta in 1813 het recht om zelf wetten te maken. Tenslotte vond in 1913 de aansluiting bij Griekenland plaats. Op grond van het verdrag van Ausanne werden in 1923 de laatste 10.000 Turken op Kreta uitgewisseld tegen 13.000 Griekse en Armeense vluchtelingen uit Turkije. Kreta bloeide weer helemaal op. De landbouw verbeterde snel, en de opgravingen van Sir Arthur Evans in Knossos bezorgden Kreta een nieuwe bron van welvaart: het toerisme. Maar er stond de Kretenzers nog meer onheil te wachten. In 1941 dwong de snelle opmars van de Duitsers in de Balkan de geallieerden ertoe zich op Kreta terug te trekken. Tien dagen lang vochten Britten, Australiërs, Nieuwzeelanders en Kretenzers heldhaftig maar tevergeefs. 2000 mensen sneuvelden, 12.000 mensen werden gevangen genomen. Na de oorlog stond er op Kreta als gevolg van de bombardementen niet veel meer overeind. De haastig uitgevoerde bouwprojecten van de jaren daarna hebben evenmin aan de schoonheid van het eiland bijgedragen. Maar inmiddels heeft Kreta gelukkig weer oog gekregen voor zijn weelderige natuur. Bezienswaardigheden De Samariakloof De samariakloof is het langste ravijn van Europa. Hij vormt het meest spectaculaire landschap van Kreta. Toen de kloof in 1962 tot nationaal park werd verklaard, trokken de bewoners van het dorp Samaria weg en lieten de kleine kapelletjes achter, die je er nu nog ziet staan. Vanuit de Xylóskalo, 44 km naar het zuiden vanuit Chaniá, slingert een 18 km lang veelbelopen pad naar het kustplaatsje Agía Rouméli. De wandeling duurt ongeveer 6 uur. Onderweg kom je langs bronnen met drinkwater. Je bereikt de Samariakloof via Xylóskalo over een zigzaggend pad met een houten reling.
Het Ida-gebergte Het Ida-gebergte heeft een hoogte van 2456 m. Hij is de grootste berg van Kreta, en kent tal van heiligdommen, zo ook de ideion-grot. Vanuit anógeia leidt een verharde weg naar het Nída-plateau. Vanaf dit plateau leiden voetpaden naar de top van de Ida, verderop ligt een wintersportplaatsje, dat als het weer het toelaat in bedrijf is van december tot maart. Phaestos Phaestos is één van de belangrijkste Minoïsche paleizen van Kreta. Opgravingen door de Italiaanse archeoloog Frederico Halbherr brachten twee paleizen aan het licht: De overblijfselen van het eerste paleis, dat rond 1900 v.C. werd gebouwd en rond 1700 v.C. door een aardbeving werd verwoest, en de restanten van het Tweede paleis, dat in 1450 v.C. mogelijk door een vloedgolf zwaar beschadigd werd. Iraklion Iraklion was al in de steentijd bewoond en diende in de Romeinse tijd als haven voor Knossos. Onder Venetiaanse heerschappij stond het bekend als Candia, de hoofdstad van het Eigeïsche gebied. Tegenwoordig lijkt de stad door alle verkeersopstoppingen en betonnen flatgebouwen niet erg aantrekkelijk. Toch is in de hoofdstad van het eiland ook waardevolle Venetiaanse architectuur bewaard gebleven: de stadsmuren en het fort. Het Archeologisch Museum heeft de grootste verzameling Minoïsche kunst ter wereld. Het Paleis van Knossos Het eerste paleis werd omstreeks 1700 v.C. door een aardbeving verwoest en werd kort daarna helemaal opnieuw opgebouwd. De ruines die tegenwoordig te zien zijn zijn bijna allemaal van het tweede paleis. Het middelpunt van de opgravingen is het centrale binnenhof, waaromheen veel van de belangrijke bezienswaardigheden liggen. De originele muurschilderingen zijn te zien in het Archeologisch Museum van Iraklion Spinalonga Ten noorden van het plaatsje Elounda ligt het eilandje Spinalonga, waar een 16e eeuws venetiaans fort staat. Nadat het jarelang aanvallen van de Turken had doorstaan, deed het tot rond 1955 dienst als leprozenkolonie. Tegenwoordig vaart er een bootdienst vanuit Elounda naar het eiland en naar andere plekken.
Middelen van bestaan De mensen in de hoofdsteden van Kreta houden ze zich bezig met de handel, verschillende ambachten, en het toerisme. De overige bewoners werken vooral in de landbouw en de veeteelt. Plant en dier De natuur en het landschap van Kreta zijn allebei even gevarieerd. Als je in het voorjaar in Kreta komt zie je bij de kust duizenden bloemen. Ook in het binnenland kom je bloeiende olijfgaarden, weiden en akkers tegen. In sommige diepe kloven staan nog stukjes altijdgroen oerbos. De zoetwatermoerassen lokken watervogels, en door zijn ligging tussen Noord-Afrika en het Griekse vasteland is Kreta een belangrijke rustplaats voor vogels. De geïsoleerde ligging van Kreta heeft ervoor gezorgd dat sommige unieke plantensoorten hier verder konden voortplanten. Op de Markt van Kreta vindt u sinaasappels, vijgen, abrikozen, amandelen, granaatappels en allerlei soorten olijven. Deze vruchten groeien ook in het wild. Als je naar de bergen gaat kan je wilde berggeiten, wezels en zelfs dassen tegenkomen. Adders en schorpioenen leven er ook, gelukkig in bescheiden aantallen Wilde bloemen op Kreta Op Kreta groeien zo’n 130 unieke plantensoorten. Duizenden plantenonderzoekers bezoeken elk jaar Kreta om van de vele soorten wilde bloemen en planten te genieten. De beste tijd om dat te doen is van februari tot mei. Tegen het eind van juni, wanneer de zon het hoogst aan de hemel staat, zijn de meeste al weer bruin, of verlept. De Samaria kloof. De Samaria kloof is in een winter uitgesleten door beekwater dat vanaf de hoogvlakte van Omalos afkomstig is. Hier groeien veel pioenrozen, cyclamen en de Ebenus cretica. de wilde berggeiten, die heel makkelijk over steile hellingen en rotsen klauteren

REACTIES

N.

N.

Goed werkstuk, lekker geschreven.
Ik kom uit Iraklion en vond het leuk je werkstuk
te kunnen lezen.

Succes verder op school!!

Nikos

20 jaar geleden

J.

J.

zou jij voor mij een werkstuk willen maken als ik jou een mailtje stuur wat voor een werkstuk het moet zijn en hoe groot het moet zijn

alvast bedankt
jouke van rossum (cool-j is mijn nickname)



p.s. mail me zo snel mogelijk terug.

19 jaar geleden

J.

J.

er staat niets over waar de mensen van leven zomers en in de winter.

18 jaar geleden

R.

R.

Hallo

Met veel genoegen heb ik je werkstuk gelezen, wil je zien waar je over hebt geschreven ?. Van harte welkom op mijn website over Oost Kreta.
http://www.mirtos-reizen.nl

Vriendelijke groeten

Ron Vos

16 jaar geleden

L.

L.

bij het ong. het begin van de spreekbeurt staat Als Sicilië maar dan vrolijker, als Schotland maar dan zonniger, of zoals Aruba, maar dan met een rijker verleden. hoe bedoel je vrolijker dan Sicilië mijn pa is daar geboren en we gaan er elk jaar heen als iets vrolijk is is het wel Sicilië elke volwassenen zit op het terras gezellig met elkaar iets drinken of een potje kaarten en de kinderen zijn gwn lekker aan het buiten spelen.
ik vraag me af hoe je er bij komt dat Sicilië niet vrolijk is

luigi.

14 jaar geleden

S.

S.

Het is een leuk stuk maar kan het wat minder ingewikkeld ???
Verder is de het goed hoor

XxxX

13 jaar geleden

S.

S.

ik vind het goed en ik heb wel wat je kopieert voor mijn spreekbeurt maar ik heb een goed cijfer dus bedankt.

10 jaar geleden

I.

I.

hey dit is goed .

10 jaar geleden

J.

J.

super goeie werstuk ik heb er zeker wat aan ben er meer te weten over gekomen heel erg bedankt ik had je een 7,5 gegeven als cijfer super succes verder op school!!

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.